vrijdag 2 december 2022

Tieners hebben na de corona-epidemie hersenen die 3 jaar te oud zijn

 

Laatst aangepast op 3/12/2022 om 12.31 uur

 

Op de site van de Guardian vind ik een artikel waarin gerapporteerd wordt over een onderzoek naar het brein van post-corona tieners (https://www.theguardian.com/science/2022/dec/01/brains-of-post-pandemic-teens-show-signs-of-faster-ageing-study-finds). 

Men heeft de MRI-scans van een groep tieners na de corona-epidemie vergeleken met een soortgelijke groep van voor de epidemie. Om de scans zo vergelijkbaar mogelijk te houden heeft men de groepen gematcht op leeftijd en sekse. (Ik volg nog steeds het Guardian-artikel.)

 

Het Guardian-artikel vat de resultaten als volgt samen:

'After matching 64 participants in each group for factors including age and sex, the team found that physical changes in the brain that occurred during adolescence – such as thinning of the cortex and growth of the hippocampus and the amygdala – were greater in the post-lockdown group than in the pre-pandemic group, suggesting such processes had sped up. In other words, their brains had aged faster.

“Brain age difference was about three years – we hadn’t expected that large an increase given that the lockdown was less than a year [long],” said Ian Gotlib, a professor of psychology at Stanford University and first author of the study.'

 

Men vindt dus op grond van de MRI-scans een verschil van 3 jaar in hersenleeftijd tussen beide groepen. Wat houdt dat in dit geval precies in? 'Thinning of the cortex and growth of the hippocampus and the amygdala.' De cortex is dunner geworden en de hippocampus en amygdala groter.

In de cortex vinden vooral de hogere denkprocessen plaats, is het idee. Het abstracte denken dat hoort bij systeem 2. Het denken dat mens vroeger zo bijzonder maakte.  Het groter worden van de hippocampus en de amygdala staan voor een sterker ontwikkeld systeem 1 denken. Meer emoties  en die emoties koppelen aan de eigen persoonlijke ervaringen.

Als het gevonden verschil dus inderdaad zou komen op een of andere manier door de corona-epidemie (dat weet je niet zeker) dan zou dit betekenen een verschuiving naar systeem 1 denken. Nog meer emoties, nog meer opinie, nog meer persoonlijke ervaringen. Anders geformuleerd: nog meer bevooroordeeldheid, nog meer fascisme, nog meer bijgeloof.

Wat we weten over systeem 2 denken, is dat het moeizaam geleerd moet worden door interactie met de harde natuur of objectieve opgaven (opgaven met harde feedback). Wat we weten over systeem 1 denken, is dat het spontaan ontstaat en snel sterker wordt in sociale interactie. Als de covid-jeugd in de tijd van de pandemie nog meer op internet en facebook heeft gezeten, zouden de conclusies dus gemakkelijk kunnen kloppen.

 

Strikt genomen weten we natuurlijk zonder deugdelijk onderzoek niet volledig zeker of die dunnere cortex en die grotere hippocampus en amygdala inderdaad staan voor meer systeem 1 denken.

De MRI-scans werden echter gemaakt in het kader van een groter onderzoek naar stress, depressie en angstigheid. Daardoor had men ook op dat punt informatie. Het Guardian-artikel vat dit samen als:

'The post-lockdown group self-reported greater mental health difficulties, including more severe symptoms of anxiety, depression and internalising problems.'

Dat bevestigt dus dat die grotere hippocampus en amygdala in combinatie met die dunnere cortex inderdaad staan voor een sterker systeem 1 en een zwakker systeem 2.

Verder klopt die waarneming (meer depressie en angstigheid) met wat er bekend is uit andere bronnen over de jeugd na de corona-epidemie. Het past allemaal in wat er al bekend was.

 

Kennelijk is het dus zo, dat door de lock down jongeren vooral hun systeem 1 ontwikkeld hebben ten kosten van hun systeem 2. Ze hebben niet een krantenwijk genomen, ze zijn niet gaan puzzelen, ze zijn niet als een gek wiskundesommen gaan maken, ze zijn niet gaan hollen, ze zijn niet gaan suppen, ze hebben geen balanstraining gedaan. Nee, ze zijn gaan kleppen en kletsen. Ze hebben met het verstand op nul naar leuke clips gekeken en hebben zich onderling suf gekletst.

Misschien zijn de gevolgen niet zo vreemd, maar dit onderzoek laat dan wel pijnlijk zien, wat de concrete gevolgen zijn.

Maar als de hersenen van tieners die het er van nemen in korte tijd drie jaar kunnen verouderen, dan zou je verwachten dat de hersenen van oude mensen in korte tijd belangrijk jonger kunnen worden (qua hersenleeftijd) als ze systematisch systeem 2 activiteiten gaan doen en gaan trainen!

Met andere woorden: de veroudering van hersenen waar de samenleving zo mee worstelt, zou door gericht trainen en oefenen vermoedelijk belangrijk tegengegaan kunnen worden en misschien wel omgedraaid.

Kennelijk moeten we uit dit onderzoek concluderen: alles wat je niet gebruikt van je hersenen, verdwijnt en het verdwijnt snel. Alles wat je wel gebruikt, groeit en het groeit snel.

In feite bevestigt dit onderzoek het uitgangspunt van de behavioristen: je leert door te oefenen, door te doen. En helaas geldt dat ook voor onzinnige activiteiten: wie de hele dag onzin produceert, wordt vooral goed in het produceren van (sociale) onzin. En moet daarvan zelf de kosten dragen.



Nawoord

Uit de reacties op mijn blogpost maak ik op, dat de post wel duidelijk is, maar dat een belangrijk punt niet goed voor het voetlicht komt. Wie namelijk het oorspronkelijke Guardian-artikel leest, ziet dat de verklaring die ik geef voor het waargenomen fenomeen totaal anders is, dan de verklaring waar de geciteerde deskundigen mee komen.

Wat zeggen deze deskundigen? Het artikel vermeldt:

'Gotlib said the findings chimed with those from other researchers studying the impact of the pandemic on teens’ mental health. “Deterioration in mental health is accompanied by physical changes in the brain for teens, likely due to the stress of the pandemic,” he said.'

En even verderop:

'“In older adults, these brain changes are often association with reduced cognitive functioning. [...] this is the first demonstration that difficulties in mental health during the pandemic are accompanied by what seem to be stress-related changes in brain structure.”'

En:

'Michael Thomas, a professor of cognitive neuroscience at Birkbeck University of London, who was not involved in the study, said the research confirmed the struggles that teenagers in particular experienced in the pandemic, with increases in anxiety and depression.'

Men schrijft de veranderingen in het brein toe aan de stress die de pandemie veroorzaakt zou hebben. Maar jonge mensen liepen amper kans ziek te worden door corona, laat staan dood te gaan, dus het idee dat ze daardoor veel stress hebben ervaren, lijkt me nogal vergezocht. Mijn verklaring is misschien minder wat we graag willen geloven. De jeugd is door de pandemie gewoon weggezakt in een soort zalig omhangen. Men kwam niet meer tot 'harde actie', tot interactie met de harde natuur en harde opgaven. In plaats daarvan ging men 'leuke' dingen doen.

Men gelooft dat de corona-epidemie stress opleverde en gaat vervolgens vanuit dat geloof redeneren. Verder is men onkundig over de grote invloed van bevooroordeeldheid (generalized prejudice) als maat voor enerzijds fascisme en anderzijds systeem 1 versus systeem 2 denken.

De Telegraaf meldde op 2/12/2022 een kort bericht over het Nemesis-onderzoek van het Trimbos-instituut. Men vindt in dat onderzoek een sterke stijging van het aantal 'psychische klachten' (mijn omschrijving). Zelf heeft men het over 'psychische stoornissen', wat ik ietwat overdreven vind. Die sterke stijging is vooral te zien onder jonge mensen en studenten. De oorzaak schrijft men toe -- zonder enig deugdelijk onderzoek te plegen -- aan de toegenomen maatschappelijke zorgen en prestatiedruk.

Ook die verklaring lijkt dus een broodje aap. Waarschijnlijker is ook hier een soortgelijke verklaring op zijn plaats. Jonge mensen doen steeds minder harde activiteiten en steeds meer zachte. Het resultaat is precies wat je zou verwachten op basis van wat we weten uit de Skinneriaanse leertheorie. En die leertheorie is gebaseerd op keihard en vele malen gerepliceerd dieronderzoek. Als mensen dus inderdaad minder harde activiteiten doen, en ze zouden daardoor niet een sterker systeem 1 en een zwakker systeem 2 krijgen, dan zou er met wat we weten over de natuur iets grondig mis zijn.



Nawoord 2  -- Maar klopt het?

Het is misschien ook wel een heel 'mooi' verhaal als je erover nadenkt. Onderzoekers vinden dat jongeren door de corona-epidemie hersenen krijgen, die 3 jaar ouder lijken te zijn, dan dat ze werkelijk zijn. En ik wil het ook graag geloven. Dus dan moet je vragen: klopt het wel?

Daarom het oorspronkelijke artikel opgezocht (https://www.bpsgos.org/article/S2667-1743(22)00142-2/fulltext).

Een eerste punt dat me opvalt, zijn die vreemde aantallen. De onderzoekers matchen hun proefpersonen, de mensen waarvan ze scans gebruiken. Je zou dus verwachten dat bij iedere persoon uit de post covidgroep ook één bepaalde persoon in de pre covidgroep moeten zitten met dezelfde leeftijd en sekse. Maar de ene groep bevat 81 mensen en de andere groep 82. Dat kan dus niet. Kennelijk hanteren de onderzoekers een eigen definitie voor het begrip 'matchen'. Maar als je zo'n elementair basisbegrip totaal anders invult dan gebruikelijk, welke andere basisbegrippen heb je dan ook anders ingevuld?

Anders geformuleerd: deze club onderzoekers weet kennelijk de ballen niet van statistiek. Maar toch gebruiken ze de meest ingewikkelde soorten statistiek die denkbaar zijn. Je hebt nog nooit als piloot in een vliegtuig gevlogen, maar voor dit onderzoek spring je onvoorbereid in een hypersonische straaljager met atoomkoppen. 

Een tweede punt dat dan opvalt, is het uitgangspunt. Normaal probeer je aan te tonen dat de experimentele groep en de controlegroep niet belangrijk verschillen. Maar als je het verslag leest, lijkt duidelijk dat men hier het omgekeerde doel had. Men wilde juist graag verschil aantonen. Hoe ver ben je bereid af te wijken van de werkelijkheid om je ideaal te realiseren, vraag je je dan als lezer af.

Je doet onderzoek in een bepaalde populatie jongeren waarbij je hersenscans krijgt. Vervolgens wil je de scans van voor de corona-epidemie vergelijken met die van na de corona-epidemie. Dat lijkt me niet zo moeilijk. Maar wat je natuurlijk ten koste van alles wilt vermijden, is selectie. Je wilt niet dat de pre-coronagroep anders geselecteerd wordt dan de post-coronagroep. Dus je zou een uiterst simpele en harde werkwijze moet toepassen. Wel, dat lees ik niet terug in het verslag. Hoe die selectie precies tot stand kwam, blijft nogal onduidelijk. Maar in dat geval was er dus voor de onderzoekers alle mogelijke ruimte de resultaten in de gewenste richting te sturen.

Stel nu, dat je de lezer echt wilt overtuigen van de verschillen tussen beide groepen. Dan zou je dus een simpele maat gebruiken en de verschillen laten zien. Kijk, hier scoort de ene groep. Daar scoort de andere groep. Het zouden twee frequentieverdelingen op dezelfde as kunnen zijn. Verder zou je natuurlijk ook de totaal verschillende scans van beide groepen laten zien. Bijvoorbeeld 10 van de ene en 10 van de andere groep, zodat iedereen je werk kan checken.

Wel, wie het verslag op dit punt naleest, wordt teleurgesteld. Je verzandt in een soort statistisch potjeslatijn waar je als normaal statisticus geen wijs meer uit kunt worden. En twee serie scans, vergeet het maar.

Kortom, het kan kloppen en het kan niet kloppen. Voorlopig ben ik niet overtuigd. Ook een replicatie op hetzelfde beroerde niveau zal me niet onmiddellijk van gedachten doen veranderen. De kans dat de tweede groep de eerste groep dapper napraat, is te groot.


 

 

 

 




 



 


woensdag 23 februari 2022

Wat kunnen we leren van de reacties op de film 'Don't Look Up'? De systeem 1 reactie van alfa's en bèta's is totaal anders

 

 Laatst bijgewerkt: 07-07-2022 om 11.02

 

 

Voor mijn gevoel kunnen we van de film Don't Look Up! en de reacties op die film veel leren. De reacties op de film laten veel interessants zien op het gebied van het empirische onderzoek naar discriminatie/agressie. Maar wat kunnen we precies leren? Wat laten de film en de reacties op die film allemaal zien? Het is nog niet zo simpel dat duidelijk te verwoorden. Laat ik een poging wagen.

Eerder besteedde ik aandacht aan deze film (hier: https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2021/12/de-film-dont-look-up-niet-begrijpen-is.html). De strekking van die blogpost was: wat de film in beeld brengt, is die typische systeem 1 reactie. Mensen worden geconfronteerd met heftig verontrustende informatie. Ze zouden massaal moeten overschakelen naar systeem 2, maar dat lukt niet. Ze blijven hardnekkig reageren via hun emoties, dus via systeem 1.

Het interessante is dan, dat je in de reacties op die film precies hetzelfde ziet gebeuren. Het is een film, dus mensen zijn daardoor al geneigd hun systeem 1 het werk te laten doen. Maar het is qua boodschap geen leuke film, dus systeem 1 concludeert: dit is niks. Zo snel mogelijk weg zijn.

In de reacties op die film valt echter op dat veel mensen en met name klimaatwetenschappers de film wel waarderen. Ze zien in de film als het ware heel realistisch hun strijd uitgebeeld om de impopulaire klimaatboodschap over het voetlicht te brengen.

Zelf heb ik samen met mijn vrouw onderzoek gedaan naar het taalniveau van Nederlandse studenten en hoe je dat kunt verbeteren. We vonden -- historisch gezien -- prachtige uitkomsten. Empirisch gezien was het alsof de lieve Heer zelf besloten had ons de helpende hand te bieden. Maar tegelijkertijd waren de uitkomsten die we vonden ook uitermate schokkend. We konden aantonen dat Nederlandse studenten onvoorstelbaar veel fouten maken in korte stukjes tekst. We konden aantonen dat dat om echte fouten ging, niet om fouten die je denkt te zien, maar om fouten die daadwerkelijk aanwezig zijn. Verder konden we laten zien, dat dat allemaal niet nodig was, want (basale) schrijfvaardigheid blijk je prima te kunnen trainen als je de door ons ontwikkelde methode volgt en bereid bent de computer in te zetten. Studenten gingen met 20 uur onderwijs/training gemiddeld meer dan een standaarddeviatie vooruit en geloof me, dat is veel.

Je zou denken dat mensen zulke empirische resultaten zouden weten te waarderen. Journalisten en taalwetenschappers zagen deze resultaten echter als vloeken in de kerk. Dat kon en mocht niet waar zijn. Het idee dat Nederlandse studenten slecht zouden schrijven, was volstrekte onzin. Het was onmogelijk dat onze empirische gegevens konden kloppen. Zo was de werkelijkheid niet. Er was dus slecht een afdoende verklaring denkbaar: wij deugden niet, wij logen, wij fraudeerden.

Wij publiceerden ons onderzoek (ons gezamenlijke dubbel-proefschrift) begin 2014. Inmiddels heeft men bijna 8 jaar de tijd gehad om empirisch aan te tonen dat van de vele nieuwe empirische resultaten, die we konden melden, er één of meer niet deugden. Tot nu toe heb ik geen enkel fatsoenlijk onderzoek gezien dat ook maar één van onze resultaten weerlegt of tegenspreekt.

Wat wij dus konden zien en mochten meemaken, is dat een grote groep taalwetenschappers en journalisten in reactie op nieuwe informatie massaal terugvalt op die typische systeem 1 reactie. Men kijkt niet naar de harde feiten, maar men volgt zijn gevoel en als dat gevoel zegt, dat het niet zo is, wel, dan is het dus niet zo. Ook al heb je duizend onderzoeken, daar zal men zich niet door laten leiden, want men volgt zijn gevoelens en die leveren de 'echte' waarheid.

Die merkwaardige reactie op een mooi stuk empirisch onderzoek met veel belangwekkende nieuwe resultaten liet ons niet onberoerd. Wat doe je in zo'n geval? In eerste instantie reageer je natuurlijk emotioneel. Dat maakt dat je iets wilt doen. Je kunt heel erg boos worden, maar dat levert uiteindelijk niet echt iets op. Ik besloot daarom het voorbeeld van Madame Curie te volgen. Als het plebs je uitjouwt, wordt het tijd om het onderzoek te intensiveren.

De vragen die ik mezelf stelde, waren: wat gebeurt hier precies? Zijn er meer van zulke voorbeelden te vinden? Om wat voor mensen gaat het precies? Hebben ze bepaalde kenmerkende eigenschappen? En: hoe kun je dit begrijpen?

Eén van mijn eerste successen was dat ik ontdekte dat de mensen in de kliek die hierbij betrokken was, eigenlijk zonder uitzondering frauduleus waren. Het was, alsof ze lak hadden aan feiten. Verder leek duidelijk dat het vrijwel altijd ging om alfa's. Tot nu toe heb ik bij mijn weten niet meegemaakt dat er een serieuze bèta bij betrokken was.

In ieder geval leverden die uitermate vreemde reacties op ons proefschrift de basis op voor deze blog. Nadat ik had kunnen aantonen dat het met statistische zekerheid om 'discriminatie' moest gaan, was de volgende stap me verdiepen in het beschikbare empirische onderzoek naar discriminatie. Iets dat vrijwel niemand blijkt te doen. Ach ja, waarom zou je ook? Door de ervaringen met ons proefschrift was ik echter wel gemotiveerd om de onderste steen boven te krijgen.

Na ongeveer twee jaar ploeteren, had ik dermate veel gevonden dat het op een of andere manier vastgelegd moest worden. Mijn ervaringen met de travestie-blog hadden geleerd dat je door te bloggen heel snel vooruit kunt gaan op een bepaald inhoudsgebied. (Ik bedoel: inhoudelijk vooruit gaan, dus meer te weten komen, beter gaan begrijpen. Niet: een groot lezerspubliek aantrekken en vermaken.) Begin mei 2016 startte ik daarom met deze blog, waarbij de expliciete vraag was: 'Stop discriminatie, maar hoe?

Wie vertrouwd is met ons proefschrift, zal zich realiseren dat die vraag twee dingen veronderstelt. Allereerst: hoe definieer je en meet je discriminatie precies? En vervolgens: hoe minimaliseer je het? Empirisch wetenschappelijk gezien, is het probleem simpel. Je moet het eerst kunnen meten en vervolgens wil je het beïnvloeden. Het eerste deelprobleem is het meetprobleem. Het tweede deelprobleem is het minimaliseringsprobleem.

Ik had dus zelf uitgebreid ervaring met het probleem dat in de film aan de orde komt. Het is dan begrijpelijk dat de film me aanspreekt. De film is natuurlijk fictie, maar als je weet, hoe het in werkelijheid gaat, is het aannemelijke fictie. Zo gaat het in grote lijn inderdaad precies, afgaande op mijn ervaring.

De grote vraag is nu: wat kunnen we precies van deze film en de reacties daarop, leren?

In de moderne reacties op Mein Kampf zie je twee standpunten. In de ene opvatting is het een heel fout boek dat zo snel mogelijk verbrand en verboden moet worden. In de andere opvatting (en ook de mijne) kun je de Tweede Wereldoorlog niet goed begrijpen zonder dat boek. Mein Kampf vormt de sleutel tot het begrijpen van de Tweede Wereldoorlog. Het geeft belangrijke informatie over de manier waarop Hitler dacht. Die informatie is van onschatbare waarde.

Wie een boek als Mein Kampf wil verbranden, zegt eigenlijk: we hoeven de Tweede Wereldoorlog niet te begrijpen, want dat zal nooit weer gebeuren. Een stelling die strikt genomen juist is: de volgende wereldoorlog is immers de derde en niet de tweede. Maar het zou misschien toch mooi zijn, als we die nog even konden uitstellen.

Die twee moderne standpunten op Mein Kampf illustreren natuurlijk het systeem 1 en systeem 2 denken. In het ene geval reageert men emotioneel op het boek. Men ziet Hitler als een zeer foute man en dus moet zijn boek ook wel zeer fout zijn. Dus: weg ermee! In het andere geval reageert men rationeel op het boek. Het boek bevat mogelijk belangrijke informatie. Met die informatie kunnen we ons voordeel doen.

De achterliggende gedachte bij systeem 2 denken (traag denken) is dus, dat boeken (en onze omgeving) informatie leveren die soms nuttig kan zijn. Het is bijvoorbeeld handig als je weet, hoe je de volgende wereldoorlog kunt voorkomen. Of algemener: discriminatie/agressie.

Die moderne reacties op Mein Kampf lijken sprekend op de reacties die men in de dertiger jaren van de vorige eeuw had op Hitler en zijn boodschap. Een grote minderheid van het publiek volgde systeem 1. Hitler ging alle problemen oplossen, dat was toch prachtig! Die man straalde kracht en vastbeslotenheid uit! Geweldig! De meerderheid van de Duitsers moest op dat moment echter niets van de man hebben.

Als je de Holocaust wilt begrijpen, moet je begrijpen welke eigenschap maakt dat een belangrijke groep mensen viel voor Hitler en hem blindelings wilde volgen. Na zo'n tachtig jaar empirisch onderzoek naar dit probleem, denken we dat nu wel te weten. Het gaat om bevooroordeeldheid. De grote variabele die de mensheid in tweeën hakt. De groep mensen die vooroordelen omarmt, omdat ze zo 'mooi' klinken, scoort er hoog op.

Maar wanneer je dat empirische onderzoek nu even buiten beschouwing laat, hoe kom je dan verder? Het enige dat we over de opkomst van Hitler zeker weten, is dat slechts een minderheid (37%) van de kiesgerechtigde Duitsers in 1932 op hem stemde, een grote meerderheid dus niet. Mijn vraag is dan: wat maakt dat iemand tot die meerderheid behoort of juist tot de meerderheid? Wat maakt dat iemand het fascisme omarmt of dat hij daar niets van moet hebben? Kunnen we die vraag beantwoorden zonder terug te vallen op het empirische onderzoek van de afgelopen drie kwart eeuw?

Met andere woorden: wat maakt dat iemand kiest voor de systeem 1 reactie of juist kiest voor de systeem 2 reactie? Eigenlijk omschrijf ik het dan nog niet goed. Want iedereen hanteert zijn emotionele systeem. Maar dat emotionele systeem is als het ware anders geconditioneerd.

Laat ik dit toelichten. Als student psychologie had ik lol in het analyseren van onderzoek. Vaak merkte je dan tenslotte dat er iets mis was gegaan. In mijn latere werkzame leven ben ik daar als het ware mee doorgegaan. Het gevolg is dat je na verloop van tijd als het ware voelt dat er iets niet klopt. Ieder verslag van onderzoek bevat tal van kleine aanwijzingen die veel vertellen over de persoon van de onderzoeker. Er is dus geen reden automatisch het ergste te vrezen. Mijn emotionele systeem komt gestuurd door al mijn ervaringen gewoon mijn analytische systeem 2 te hulp. Je weet niet precies waarom, maar je voelt dat er iets mis is of je krijgt de tegenovergestelde reactie. Wat je hier ziet is uiterst relevant.

Na het zien van de film Don't Look Up en het lezen van wat reacties, kreeg ik die ervaring. Ik voelde dat de film en de reacties daarop relevant waren voor het onderzoek naar discriminatie. Maar waarom precies, was op dat moment nog niet duidelijk.

Nu geldt in dit geval ogenschijnlijk: n=1. Ik ben de enige proefpersoon die het effect demonstreert. Maar dat is niet zo, want Asch vond in zijn experimenten precies hetzelfde. Systeem 1 werkte bij de mensen die zich niet lieten afleiden door de groepsdruk op de achtergrond stevig door.

In het geval van kijken naar deze film kun je dus vermoedelijk zonder veel problemen aannemen dat zowel bevooroordeelde personen als onbevooroordeelde personen (alfa's versus bèta's) de film evalueren via hun systeem 1. Iedereen zit gewoon lekker film te kijken.

Maar uit de reacties op de film (zie bijvoorbeeld de reviewsite Red Tomatoes) zie je dat filmcritici de film veel negatiever beoordelen dan het grote publiek. Verder weten we dat speciaal klimaatwetenschappers en dergelijke zich door deze film wel voelen aangesproken. Kennelijk vinden dus de alfa's deze film niks en zien de bèta's hem wel zitten.

Resumerend. We proberen te begrijpen, waarom in de jaren dertig van de vorige eeuw mensen wegliepen met Hitler, terwijl tegelijkertijd een meerderheid niets van de man moest hebben. In onze tijd zien we op het boek Mein Kampf een soortgelijke reactie, maar dan omgedraaid. Veel mensen willen het boek verbieden en bestrijden, maar in werkelijkheid bevat het de sleutel om de Tweede Wereldoorlog te begrijpen. Kennelijk zien we hier het zelfde mechanisme aan het werk.

Nu hebben we de reacties op deze film en zien we weer iets soortgelijks. Sommige mensen vinden het een draak van een film, andere mensen  zien in de film precies hoe het is. In beide gevallen werkt systeem 1 vermoedelijk volop, maar levert dat systeem tegenovergestelde uitkomsten. Dat kan alleen als dat systeem door de feedback, die volgt op de conclusies,  anders is geconditioneerd. Met andere woorden: deze twee groepen mensen die de film zo verschillend blijken te waarderen, kijken voor de juistheid van hun beweringen en gedachten naar totaal verschillende zaken.

Waar kijken de alfa's naar? In dit geval dus de filmcritici. Ze zien de film als amusement, als iets dat mooi en leuk moet zijn. Maar de film is niet mooi en niet leuk, integendeel. Dus vinden ze de film slecht.

Waar kijken de bèta's naar? In dit geval dus vooral klimaatwetenschappers. Zij zien de film als een uitbeelding van hoe het publiek reageert op hun boodschap over opwarming. Zo is het precies, denken ze. Ze vinden de film niet mooi of leuk vanwege het verhaal dat verteld wordt, maar vanwege de beschrijving van de werkelijkheid. De film is en blijft fictie, maar het is realistische fictie. Het is fictie die goed laat zien, hoe het in werkelijkheid gaat.

Conclusie: alfa's willen kennelijk een 'mooi' verhaal, bèta's willen een realistisch verhaal.

Waarom is dat zo? Valt dat te begrijpen?

Alfa's zijn sociale mensen. De groep is hun basis. Wie verder wil komen in de groep moet sociaal gezien de juiste dingen zeggen. De groep is het criterium. Precies wat Hitler beschreef in Mein Kampf. Het succes van zijn toespraken mat hij af aan het aantal nieuwe lidmaatschappen voor de NSDAP. Hij focuste niet op juistheid van zijn verhaal, maar op de sociale effectiviteit daarvan. Die bepaalde zijn boodschap. We horen immers liever een 'mooi' verhaal dan een akelig verhaal.

Maar een groep mensen ziet dat dus kennelijk anders. Ze zijn beducht voor 'mooie' verhalen. Ze willen niet een 'mooi' verhaal, maar een realistisch verhaal. Een verhaal dat klopt met de feiten. Want morgen is er weer een dag dat men moet overleven in een harde wereld, dus met je verliezen in een droomwereld kom je uiteindelijk niet verder

Bij Hitler zagen we totaal verschillende reacties op zijn boodschap, maar hadden we niet precies duidelijk waar die verschillen door ontstonden. Bij de moderne reacties op Mein Kampf vermoed je al dat het bij de huidige bestrijders vooral gaat om politieke correctheid. Men wil zijn sociale omgeving duidelijk maken dat men de juiste attitude bezit. Men zit in het goede kamp, is de boodschap. Terwijl duidelijk leek dat bèta's focussen op de informatie die het boek levert. Alleen ontbrak in dat geval harde informatie om dat idee te ondersteunen.

Bij de film Don't Look Up hebben we evidentie (feitenmateriaal) over wie de film slecht vonden (alfa's) en wie de film goed vonden (bèta's). De reacties op deze film leveren dus informatie op, die we tot nu toe niet hadden (als we tenminste de conclusies uit het beschikbare empirische onderzoek even negeren).

Maar volgens mij is er nog een punt. Over hoe bèta's zaken waarderen is tot nu toe -- bij mijn weten -- weinig bekend. In dit geval zie je echter duidelijk dat ze niet focussen op het 'mooie' of lelijke van het verhaal, maar op de realiteitswaarde, zelf terwijl ze ontspannen film zitten te kijken. Die focus op de realiteit loopt bij de bèta's dus kennelijk heel diep. Hun systeem 1 focust automatisch op feitelijke juistheid. Het verhaal is misschien afschuwelijk, maar het klopt wel. En dus is de film goed.

Wat de film dus duidelijk maakt, is dat alfa's fundamenteel anders oordelen dan bèta's en omgekeerd. Bevooroordeelde geesten oordelen totaal anders dan de onbevooroordeelde geesten. De mensen die vooroordelen plegen te omarmen oordelen totaal anders dan de mensen die niets moeten van vooroordelen. Eenvoudiger geformuleerd: bèta's verwerken informatie totaal anders dan alfa's (iets dat we al wisten) doordat hun systeem 1 anders geconditioneerd is (iets dat we nog niet wisten).

Als mijn verhaal klopt, is het (emotionele) systeem 1 bij alfa's en bèta's (respectievelijk bevooroordeelden en onbevooroordeelden) fundamenteel anders geconditioneerd. Alfa's willen uiteindelijk vooral een 'mooi' verhaal horen, bèta's een kloppend verhaal. Daardoor verschilt hun systeem 1 reactie. Dat meten we als wel of niet bevooroordeeld zijn.

Dat bèta's informatie totaal anders beoordeelden dan alfa's wisten we al. Maar als mijn conclusie klopt, zit het verschil dus niet in het gehanteerde denksysteem (1 of 2, respectievelijk snel en traag denken), maar in het anders geconditioneerd zijn van systeem 1. Bèta's voelen als het ware automatisch dat het verhaal niet klopt, omdat ze focussen op de (feitelijke) juistheid van verhalen.

Het voordeel van alfa's is natuurlijk dat die automatisch voelen, wat ze in een bepaalde sociale context het beste (sociaal gezien) kunnen zeggen.










 

donderdag 30 december 2021

Lang leve het fascisme! Pardon, lang leve de woede

 

We hebben een klimaatprobleem. Dat probleem proberen we vooral op te lossen door wilde plannen te spuien over wat we in de toekomst allemaal voor geweldigs gaan doen. We vertonen dus een systeem 1 reactie in een situatie die toch echt vraagt om grondig en diep nadenken met daarna effectieve actie. Een situatie dus die opgelost moet worden via systeem 2 denken. Niet babbelen, maar doelgericht, zakelijk denken.

We hebben een uitstervingsprobleem. De biologische soorten sterven uit in een tempo waar je misselijk van wordt, als je snapt wat het betekent. Helaas begrijpen de meeste mensen die eenvoudige mededeling niet langer. Ze denken via systeem 1 (babbelen) en hebben nooit geleerd te denken via systeem 2.

Dan hebben we ook nog een ongelijkheidsprobleem. In Nederland valt dat voor de inkomens nog wel mee, zegt men. Als krantenbezorger verdien ik ongeveer 2 euro en 20 cent  (en dan neem ik het ruim) met een kleine anderhalf uur werken. Voor het geld hoef ik het gelukkig niet te doen, maar voor sommige van mijn collega's ligt dat anders. Als je dan ziet dat een of ander talking head uit de zorg maandelijks 15.000 opstrijkt en voor dat geld kans ziet een niet functionerend IC-structuur op te zetten, dan lijken de verschillen me toch wel behoorlijk groot.

Maar in Nederland zit het echte verschil in de verdeling van het bezit. Een kleine kliek bezit heel veel, de grote massa bezit amper iets.

De basis van die ongelijkheidsproblemen is weer dat systeem 1 denken. Naarmate een samenleving ongelijker is, denkt men meer via systeem 1. Tot de samenleving/cultuur ten onder gaat.

Dan zitten onze handjes ook nog eens steeds losser aan het lichaam. Opnieuw een teken dat men via systeem 1 denkt en nooit heeft leren denken via systeem 2.

Loop eens door een bos of ander stuk natuur. Het duurt niet lang voordat je het eerste stuk zwerfafval ziet liggen. Opnieuw een teken van uitbundig denken via systeem 1 en een onderontwikkeld systeem 2.

Dus, als je al deze waarnemingen samenvoegt, is het misschien helemaal niet zo verwonderlijk, dat we in de NRC van 30 december 2021 een stuk van een of andere roeptoeter kunnen aantreffen met de titel:  Woede als onmisbare morele motor.*

De schrijver van het stuk is: vrouw, blond en knap (ik baseer me op de begeleidende foto). Ik denk niet dat we daaruit moeten afleiden dat alle knappe blonde vrouwen leeghoofden zijn, maar sommige -- in de betekenis van minstens één -- onmiskenbaar wel.

De diepe emoties van Adolf Hitler als het woord 'Jood' op tafel kwam, zullen algemeen bekend zijn. De nazi's omarmden emotionaliteit en zagen rationaliteit als hun grote vijand. Op die manier kwamen ze tot een volstrekt irrationele moord op 6 miljoen 'Joden', die ze voor hun krijgsbedrijf eigenlijk heel hard nodig hadden. Ga maar na: slim, hard werkend en moedig. Gelukkig scoorde Hitler op die eerste eigenschap niet al te hoog en was hij zo 'slim' dat gigantische 'Rusland' binnen te vallen. Het begin van het einde.

Is woede inderdaad een morele motor? Als ik eerlijk ben, weet ik niet precies wat er met dat laatste precies wordt bedoeld. Wat is een 'morele motor'? Iets dat je drijft om moreel te handelen? En wat is dan precies 'moreel handelen'?

De nazi's zagen het uitmoorden van 6 miljoen Joden als een gigantische bijdrage aan het welzijn van de wereld. In hun optiek werden alle problemen in de gehele wereld veroorzaakt door 'Joden'. Als je die factor dus kon elimineren, bleef er daarna een volmaakte wereld over.

Die manier van denken is niet gebaseerd op harde feiten. Het is niet de manier waarop een systeem 2 denker denkt. Het is allemaal geleuter. Het is allemaal vooroordeel. Het is allemaal geloof. Het is allemaal gevaarlijke onzin.

Maar doordat een belangrijke minderheid van de Duitsers Hitler blindelings geloofde, kon die ramp zich voltrekken. Strikt genomen was dat lang niet het enige dat mis ging. In totaal vielen er zo'n 65 miljoen slachtoffers en lag aan het einde van de oorlog Duitsland bijna volledig in puin. Dat is wat door emoties geleid systeem 1 denken kan opleveren. Onvoorstelbare ellende en rotzooi.

Wat is het argument van de schrijfster, filosoof en journalist Fleur Jongepier, voor de stelling dat woede zou fungeren als motor voor fatsoenlijk handelen? Ze beweert het, ze gelooft het, ze verkondigt het en ze beroept zich op literatuur.

Het lijkt dus onmiskenbaar dat we hier te maken hebben met een druk aan de weg timmerende volgeling/gelovige. Een zogenaamde double high, iemand die hoog scoort op rechts autoritarisme (RWA) en ook hoog op sociale dominantie (SDO). Mensen die niets liever doen dan vooroordelen de wereld in te pompen om op die manier zelf sociaal te scoren. De koppeling met fascisme die ik dacht te zien, is dus bepaald niet uit de lucht gegrepen.

Ze beroept zich op de autoriteit van een boek dat ze gelezen zou hebben. Het laatste betwijfel ik, want het is bekend dat volgelingen/gelovigen niet echt actief lezen. Ze pikken wat fragmenten die voor hun idee goed klinken en gaan die vervolgens zelf enthousiast rondbazuinen. Wat die fragmenten precies betekenen, weten ze niet en dat interesseert ze ook geen snars. Ze zijn volledig gericht op het sociale effect dat hun woorden opleveren.

Goed, welk boek en van wie? De titel is: The Case for Rage. De auteur is: Myisha Cherry. Zoeken op Amazon.nl levert op dat de volledige titel luidt: The Case for Rage: Why Anger Is Essential to Anti-Racist Struggle. De beschrijving op Amazon.nl begint met deze vetgedrukte zin: "When it comes to injustice, especially racial injustice, rage isn't just an acceptable response-it's crucial in order to fuel the fight for change."

Ik ken die opvatting. Anti-racisme activisten geloven dat de woede die ze voelen, de basis vormt van hun strijd voor een rechtvaardiger samenleving. Maar anti-racisme activisten zijn, zodra je je wat verdiept in hun denken, ook onmiskenbaar fascistisch. Dat bevestigt dus ook weer mijn eerdere punt.

Klopt dat idee? Iemand die ooit naast Maarten Luther King in het vliegtuig zat, zei tegen hem: Jullie zoeken het in strijd voor een rechtvaardiger wereld, maar jullie investeren niet in jezelf. Met andere woorden: strijd is kostbaar, zorg eerst dat jezelf een goede positie krijgt. Dat je kennis verzamelt, dat je spaart, dat je je ontwikkelt.

Joden zijn vermoedelijk de meest vervolgde etnisch-religieuze groep ter wereld. Maar ze zoeken het normaal niet in strijd, maar in kennis. Het zijn ook de mensen met in verhouding de meeste Nobelprijzen voor harde vakken. Wie wil overleven in een harde wereld, maakt zichzelf onmisbaar door zijn kennis en vakmanschap.

Op discriminatie/agressie kun je dus op twee verschillende manieren reageren. Via systeem 1 met diep gevoelde woede. En via systeem 2. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog betaalden de Amerikaanse Joden enkele wetenschappers om te zoeken naar de oorzaken van de Holocaust. Dat onderzoek vormt de basis van deze blog.

Wie via systeem 1 denkt, wil macht. Maar zodra men die macht heeft, begint alles opnieuw. Een zwarte machthebber is niet beter dan een blanke. Een Joodse machthebber is niet beter dan een niet-Jood. Macht corrumpeert en absolute macht corrumpeert volledig. 

Kortom, het idee dat diep gevoelde woede tot iets moois zou leiden, is onzin.

Wat zeggen de lezers op Amazon over dit boek van Myisha Cherry. Er blijkt slechts één iemand geweest te zijn, die een beoordeling heeft uitgebracht. Die mevrouw zei: "Loved this book. Powerful book. I couldn’t put it down." Met andere woorden: er is geen enkele evidentie dat ze het echt gelezen heeft. In ieder geval is er kennelijk niets, maar dan ook helemaal niets van blijven hangen.

Wanneer je op Amazon verder gaat zoeken naar Myisha Cherry vind je een boek: The Moral Psychology of Anger. Door hoeveel mensen gelezen/beoordeeld? Door één! Dit gaat dus over 'morele psychologie'. De grote naam op dat gebied is Haidt. Iemand waarvan ik eerder al liet zien, dat het een warhoofdig denker is met onmiskenbare fascistische trekken. En van origine afkomstig uit de antropologie. Een studierichting die op dit punt ook nog in een kwade reuk staat/stond.

Is dit zorgwekkend? Mensen die fascistische stukjes schrijven in de NRC? Oordeel zelf.

 

 

 

 

 


* Hier: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/12/29/woede-als-onmisbare-morele-motor-a4073665





De film 'Don't look up!' niet begrijpen is een systeem 1 reactie

 

De film Don't look up! vertelt het verhaal van twee astronomen die een grote komeet ontdekken die op ramkoers met de Aarde ligt. Maar niemand wil hun verhaal horen. En wanneer ze tenslotte wel min of meer gehoor krijgen, komt men niet tot effectieve actie. Dat is in het kort het simpele verhaal van deze film.

Eigenlijk is het dus een rampenfilm. De Aarde wordt bedreigd en vervolgens gaat het vreselijk mis. Maar de meeste rampenfilms tonen de ramp. Deze film toont vooral wat er aan de ramp vooraf gaat. En dat is niet echt leuk en opwekkend.

Waarom vinden de twee astronomen niet of nauwelijks gehoor? Wel, mensen zijn druk. Mensen willen goed nieuws, geen vreselijk nieuws. Mensen staan kortom in de evaluatieve modus (systeem 1) en kunnen niet overschakelen naar de rationele overlevingsmodus (systeem 2).

Wat vinden mensen van de film? Hier wordt het interessant. Film-journalisten vinden de film vaak  niks.*  Maar een klimaatwetenschapper vindt de film geweldig: het is precies zoals het gaat als je een naderende ramp ontdekt (hier: https://www.theguardian.com/commentisfree/2021/dec/29/climate-scientist-dont-look-up-madness).

Wat vind ik van de film? Inderdaad, het is precies zoals het in werkelijkheid gaat. Mensen zijn volledig van lotje getikt, snappen volledig niet wat hun boven het hoofd hangt. Kortom: we leven in een bezeten wereld en natuurwetenschappers weten het, maar het publiek kennelijk niet.

Wat de film dus beschrijft, is die merkwaardige response. Men krijgt feitelijke informatie over een naderende ramp, maar reageert via systeem 1. Het is niet leuk, we willen een ander kanaal. Wij willen lol, geen gezeik! Men is druk aan het borrelen en heeft geen zin in de naderende prairiebrand. Men slaagt er niet in systeem 2 te activeren.

Waarom vinden filmjournalisten de film vaak niks? Ze zien de film als film. Ze willen de film dus als film beoordelen volgens hun criteria daarvoor. Ze missen dus volledig de strekking van de film. Ze zien het als een product dat 'mooi' zou moeten zijn, maar het niet is. Maar de strekking van de film is natuurlijk slechts te laten zien, hoe het in werkelijkheid gaat. Op dat punt is de film helaas akelig realistisch.

Het interessante punt hier is dus dat wat de film beschrijft (reageren via systeem 1 op feitelijke informatie die negatief geladen is in plaats van systeem 2) ook precies de reden is waarom filmjournalisten de film niet begrijpen. Ze hanteren systeem 1 in plaats van op te schakelen naar systeem 2. Er is amper een betere demonstratie denkbaar van het fenomeen dat de film beschrijft dan dit.




 

 

 

-----

* Hier: https://www.theguardian.com/film/2021/dec/08/dont-look-up-review-slapstick-apocalypse-according-to-dicaprio-and-lawrence

* Hier: https://www.theguardian.com/film/2021/dec/12/dont-look-up-review-leonardo-dicaprio-jennifer-lawrence-meryl-streep-cate-blanchett-mark-rylance

* Hier: https://www.theguardian.com/film/2021/dec/27/look-away-why-star-studded-comet-satire-dont-look-up-is-a-disaster

 






Schrijven over de overbodige dood van een wappie

 

Op de site van de Volkskrant kom ik (30/12/2021) het bericht tegen dat Robin Fransman, boegbeeld van Herstel-NL, aan corona is overleden. De Volkskrant schrijft: "Fransman was bewust ongevaccineerd – hij dacht dat hij tot de minder kwetsbaren behoorde." Tja, waarom ook niet. We zijn allemaal sterfelijk, maar iedere motorrijder gelooft dat de ongevalsstatistieken niet voor hem gelden.

Goed, Fransman dacht en het virus (of de harde Natuur) had lak aan die 'prachtige' gedachte. Tja, zo gaan die dingen. De Natuur is bikkelhard en trekt zich geen sikkepit aan van al onze prachtige gedachten. Het zou anders moeten zijn, maar de Schepper trok zich op dit punt niets van onze opvattingen aan.

Met andere woorden: Robin Fransman was een wappie. In dit geval: een virus-wappie. Wat is een 'wappie'? Wel, we hebben dat prachtige liedje en dat beschrijft het vrij aardig, denk ik. Maar laat ik het formeler omschrijven. Met een 'wappie' bedoel ik een volgeling/gelovige. Dus iemand die hoog scoort op rechts autoritarisme. De persoonlijkheid-eigenschap die we het liefst met de RWA-schaal (Right Wing Authoritarianism scale) meten.

Strikt genomen, weet ik niet zeker hoe Fransman op die schaal scoorde. Maar we weten veel over de mensen die wel hoog op die schaal scoorden. Dus op basis daarvan lijkt het plausibel dat Fransman dat ook deed.

Afgaande op de rest van het artikel in de VK scoorde hij ook hoog op die andere kwalijke eigenschap, sociale dominantie en was het dus vermoedelijk een 'dubbel high'. Maar die zijn ook 'autoritaristisch' (volgeling/gelovige) en daar gaat het me in dit geval om.

In het kader van corona heb je aan beide kanten wappies. Je hebt dus wappies die zeker weten, dat je je niet moet laten inenten. En je hebt wappies, die heel zeker weten, dat je je wel moet laten inenten. Daar zit het verschil dus niet. Het punt is dat ze dat denken, omdat het de heersende opvatting in hun sociale groep is. Hun leider beweert het. Of zij willen leider zijn en zeggen het zelf.

Deze wappie had pech. Hij volgde zijn heilige geloof en moest dat met de dood bekopen. Zulke dingen gebeuren nu eenmaal. Dat hoort bij het leven. Wappies zijn vaak vreselijk aardige mensen, maar tja ..., ze geloven de meest vreemdsoortige zaken.

Mijn vader zat tijdens de oorlog in een knokploeg en speelde daarin een bescheiden rol. Aan de andere kant had je natuurlijk ook kennissen en vrienden die enthousiaste NSB'ers waren. Mijn vader omschreef die mensen als: niets mis mee, vreselijk aardige mensen, maar met een kronkel in de kop. In hun hoofd ging er ergens iets mis, waardoor ze de werkelijkheid niet zagen, zoals die was. Dat is wel een aardige omschrijving van een wappie, denk ik.

Maar wat me in dit geval opvalt, is niet het vreemde denken van de wappies. Maar de manier waarop er over de dood van deze wappie wordt geschreven.

Iemand gaat volstrekt onnodig dood, omdat hij zichzelf verheven ziet boven zo'n stom virus. Ik zou zeggen: heel menselijk misschien, maar ook behoorlijk stom. Geen recept dat navolging verdient. Dat iemand idioot handelt is één ding, maar als schrijver zou je dat toch niet volledig met de mantel van de liefde moeten proberen te bedekken. Er zijn immers heel veel levenden over en het zou mooi zijn, als die niet dezelfde stommiteit zouden uithalen.

Wel, voor de Volkskrant is dat -- althans op die manier gesteld -- een brug te ver. Het verhaal ademt erg de sfeer van: geweldige man. Misschien: een geloofsgenoot? Of niet?

Maar ook de NRC besteedt aan het verscheiden van de man aandacht (hier: https://www.nrc.nl/nieuws/2021/12/29/robin-fransman-initiatiefnemer-van-herstel-nl-overleden-aan-covid-19-a4073516). En dat verhaal is zo mogelijk nog ingekleder.

Ik denk dat je de feiten moet respecteren en dat je als journalist je hoogdravende meningen maar even voor je moet houden. De feiten spreken een duidelijke taal. Dit voorbeeld verdient geen navolging!





Wappies heb je tegenwoordig overal

 

Ik kom in de NRC (4/11/2021) een ingezonden brief tegen van een intensivist. Jij vroeg je af: wie is de schuld van de corona-epidemie in Nederland? Dat is natuurlijk een foute vraag, want er is niemand schuldig. Zo iets gebeurt en heeft niet een enkele oorzaak.

Maar deze brief laat volgens mij wel zien waar een groot deel van het probleem zit. In het denken van moderne mensen gaat vaak fundamenteel iets mis. En dat valt in deze brief ook te zien.

Ik laat de brief hier volgen. Ik ben zo vrij geweest de ondertekening in te korten tot de initialen.
 
---
We zijn overbelast

Sinds anderhalf jaar staat het werk in het ziekenhuis en op de intensive care in het teken van het coronavirus. In het voorjaar van 2020 hebben wij gezamenlijk enorme aantallen coronapatiënten kunnen helpen, tot wel het dubbele van de reguliere bezetting. Daar zijn we heel trots op. Het betekende een periode van heel hard werken, maar het betekende ook dat wij mensen zonder corona die onze zorg eveneens nodig hadden niet goed hebben kunnen helpen. Dat heeft ons veel pijn gedaan. Maar wij gingen door.

Inmiddels is de situatie helemaal anders. Alle zorgmedewerkers zijn moe en tot wel 20 procent van hen is om allerlei redenen niet meer inzetbaar. Er zijn veel (virale) luchtweginfecties, vooral bij longpatiënten. Er zijn negatieve gevolgen van uitgestelde zorg. Ten slotte is er minder begrip voor de overbelaste zorgmedewerkers.

Minister Hugo de Jonge (VWS, CDA) sprak over een verdubbeling van de zorgcapaciteit, maar ik vrees dat wij hem moeten teleurstellen. Zoveel zorg kunnen wij niet meer leveren. Wij stevenen af op een situatie waarin artsen de belangen van verschillende patiënten tegen elkaar moeten afwegen. Dat willen wij niet. Wij willen iedereen helpen die onze zorg nodig heeft. Dat kunnen wij niet meer waarmaken, niet in dit seizoen waarin het altijd relatief druk is in het ziekenhuis en ook daarbuiten.

N.F.
intensivist
---


Ogenschijnlijk een heel normale, aardige brief. Maar als je de brief actief en kritisch leest, zie je dat er iets mis gaat in het denken.

Als intensivist moet je zorg leveren op de IC. Dan komt de corona en gaan ze opeens twee keer zoveel zorg leveren als normaal. Dat is heel lief, maar kun je dat aan? Ben je daarvoor aangenomen? Nee, dus. Je kunt als mens nooit meer doen, dan je best. Beroerd, maar het is niet anders.

Door al die extra zorg zijn veel IC'ers weggevlucht of ziek geworden. Verder is de reguliere zorg niet geleverd. Met andere woorden: men heeft de hele zaak in de soep laten draaien toen het coronavirus zich aandiende. Men was helemaal de kluts kwijt.

Moet je daar trots op zijn? Het lijkt me eerder vrij dom.
 
Meer in het algemeen is het natuurlijk zo, dat je als arts of hulpverlener nooit meer zorg en hulp kunt leveren dan je op dat moment beschikbaar hebt. Misschien wordt er over 5 jaar een behandeling ontdekt, die het probleem in no time met amper kosten oplost. Maar als hulpverlener heb je daar niets aan. Je moet handelen met de middelen en mogelijkheden die je op dat moment hebt.
 
Met andere woorden: men geloofde kennelijk als we er maar heel hard tegenaan gaan, komt het wel goed. Als we maar heel hard willen, is ons de overwinning. Dat idee. Wel, het verloop van de Tweede Wereldoorlog zou toch geleerd moeten hebben, dat je er alleen met heel hard willen niet altijd komt. En dat rationeel nadenken toch echt onmisbaar is. Maar kennelijk is die kostbare les inmiddels weer aardig weggezakt.

Dat er inderdaad via systeem 1 gedacht is, kun je ook zien aan: "Daar zijn we heel trots op.", "Dat heeft ons veel pijn gedaan."
 
Het impliciete idee is kennelijk dat men iedere patiënt volmaakte zorg wil leveren. Een weinig realistisch idee. De werkelijkheid in ziekenhuizen is naar mijn ervaring belangrijk anders. Men denkt dus vanuit een volledig onrealistisch idee.

En natuurlijk kun je wel het aantal bedden verdubbelen, maar niet zo simpel de hoeveelheid IC'ers. Dus dat wilde plan van de minister zal ook niet lukken.









maandag 27 december 2021

Iets niet zien, terwijl je het wel zou moeten zien

 


We hebben een tweede autootje. Om precies te zijn: een Mitsubishi Colt. De reden voor de Colt is dat de andere Mitsubishi wat erg veel benzine verbruikt. Bij de huidige benzineprijs een kostbare zaak.

De Colt is oerdegelijk en heeft juist daardoor een eigenschap waar je even aan moet wennen. De zijstijlen aan de voorkant zijn behoorlijk dik. Het hangt er een beetje vanaf, hoe de stoel van de bestuurder staat, maar het kan gebeuren bij een kruising dat er achter die stijl een fietser blijkt schuil te gaan. Een fietser dus, die je als bestuurder niet ziet.

Deze kwaal heeft een simpele oplossing. Even je hoofd bewegen. Even kijken of er iets achter die stijl verborgen zit. Maar in het begin weet je dit niet en kan het dus gebeuren, dat je een fietser van rechts niet ziet en dreigt overhoop te rijden.

Als bestuurder geeft dat je even klamme handen. Je had die fietser moeten zien, maar je zag hem niet.

Is er een woord voor dit euvel? Ik heb ernaar gezocht, maar kon het niet echt vinden.

Het fenomeen waar het me dus vandaag om gaat, is iets niet zien, terwijl je het wel zou moeten zien. Als je het wat algemener stelt, krijg je: informatie niet zien, terwijl je die wel zou moeten zien.

Op het moment zitten we nog in een corona-golf. De snelste manier om informatie te krijgen over hoe corona zicht ontwikkelt in ons land, is te kijken naar het aantal positieve tests. Dat is vrij simpel, dankzij het corona-dashboard dat de overheid online beschikbaar stelt (hier: https://coronadashboard.rijksoverheid.nl/landelijk/positief-geteste-mensen).

We zijn nu 27 december 2021. In de grafiek zie je, als je alles meetelt, dat dit de zesde golf is. De hoogte van de eerste golf klopt niet helemaal, omdat toen nog maar amper getest werd. Deze zesde golf bereikte -- kijkend naar het 7-daags gemiddelde -- haar hoogtepunt rond 28 november met afgerond een gemiddelde van ongeveer 22.500 positieve tests per dag.

Wanneer je nog wat lager scrolt, zie je daar een figuur die de laatste 7 dagen van dat moment vergelijkt met de 7 dagen daarvoor. Die twee periodes volgen elkaar wel op, maar zijn verder onafhankelijk. Wat je in de eerste periode vindt, zegt niet automatisch iets over de tweede periode. Verder gaat het steeds om 7 dagen. Dat is behoorlijk lang, je hebt dus geen last meer van dagfluctuaties.

In deze grafiek kon je eerder prachtig zien dat de stijging van het aantal besmettingen voortdurend verder terugliep. Het aantal besmettingen steeg nog wel, maar het steeg steeds minder snel. Voordat deze golf haar hoogtepunt bereikte, kon ik daardoor al voorspellen dat deze golf haar hoogtepunt naderde. Die voortdurende systematische afname van het aantal besmettingen kon geen toeval meer zijn.

Maar goed, dat was een voorspelling. En ik mailde die voorspelling rond naar wat bekenden, maar het blijft een voorspelling. Het zou dus kunnen zijn, dat de natuur opeens anders beslist. Je weet het strikt genomen nooit honderd procent zeker. In dit geval kreeg ik echter helemaal gelijk.

We kunnen nu nog zien in de huidige grafiek dat het aantal besmettingen op 1 december inderdaad terugliep.

Daarna werd deze laatste grafiek systematisch blauw. Het aantal besmettingen liep terug. Eerst ging het niet snel, maar tenslotte ging het steeds sneller.

Nu constateerde ik echter iets vreemds. De kranten en overige media bleven rapporteren hoe vreselijk en onheilspellend de epidemie zich ontwikkelde. De cijfers waren duidelijk, maar de media zagen het totaal anders. Ze wisten het volstrekt zeker: het was heel erg en het werd steeds erger.

Pas op 6 en 7 december kwam er verandering. Die verandering kwam doordat Ernst Kuipers aan de media meedeelde dat volgens hem de instroom van corona-patiënten in ziekenhuizen over de piek heen was. De media brachten dat nieuws in de trant van 'Ernst Kuipers zegt ...' (hier: https://nos.nl/artikel/2408462-instroom-van-coronapatienten-in-ziekenhuizen-over-piek-heen). Men keek dus nog steeds zelf niet naar de grafieken. En Kuipers zegde dat wel, maar andere deskundigen zegden dat nog niet en vonden het nog te vroeg. 

Met andere woorden: de media berichten zogenaamd over de corona-cijfers. Maar in werkelijkheid negeren ze de grafieken. Ze maken kennelijk een verhaaltje dat er soepel inglijdt bij het niet al te kritische publiek dat toch nooit de moeite neemt zelf iets te checken. Maar dat je zelf als journalist naar de cijfers zou kijken of naar de grafiek, dat bleek toch echt een brug te ver. Men vaart dus volledig blind op wat 'deskundigen' (of wat men als deskundig ziet) zeggen. Wat de grafiek ook zegt, de gemiddelde journalist ziet het niet en negeert het. Je zou het moeten zien als journalist, maar je ziet het niet. En dat geldt niet voor een enkele journalist, maar in feite voor de hele meute.

Dat ik in onze oude Mitsubishi op een kwade dag een fietser overhoop zou rijden, God verhoede het, valt misschien te begrijpen. We maken allemaal van tijd tot tijd fouten en soms hebben die vreselijke gevolgen. Maar dat een hele beroepsgroep collectief die naderende fietser niet ziet, dat kun je je als mens eigenlijk niet meer voorstellen. Wie de moeite neemt de berichten in de pers vanaf 1 december na te trekken, zal echter precies dat vinden. Het is er, het is er levensgroot, maar men ziet het niet. Men heeft ogen, maar men ziet het niet. Ergens in het brein gaat het mis. Ergens in het brein wordt de visuele informatie weggefilterd.

Onlangs zag ik de film Don't look up. Twee astronomen ontdekken een komeet. Dat is een moment van vreugde, maar die vreugde is van korte duur. De baan van de komeet blijkt de baan van de Aarde te kruisen en wel zodanig dat ze op hetzelfde moment op dezelfde plaats zijn. Een botsing is dus op handen en het moment valt nauwkeurig uit te rekenen. Groot alarm dus. Alleen hoe moet je die boodschap brengen? Of sterker nog: wie heeft er zin in zo'n akelige boodschap? Je wilt lekker tv-kijken, je wilt herkozen worden als president, er is de drukte van iedere dag. Vervolgens zijn er mensen die de naderende komeet willen ontginnen. Het ding bevat zoveel kostbare grondstoffen, het zou eeuwig zonde zijn om dat niet te doen. Mensen moeten de naderende komeet zien en stevig op de rem trappen. Maar ze zijn zo druk met van alles en nog wat, dat ze eigenlijk die hele komeet niet willen zien of niet op de rem willen trappen. De fietser nadert, maar we zien hem niet of we vergeten te remmen.

In mijn vorige blogpost had ik het over wat de auteurs van The Authoritarian Personality in feite hebben gevonden, zonder dat zichzelf te realiseren. Maar in feite is het probleem nog groter. Dat boek verscheen in 1950. Als je nu op Wikipedia gaat kijken, zie je dat we nog steeds niet weten, wat er toen precies gevonden is. Maar inmiddels zijn we meer dan 70 jaar verder! Ondertussen hebben hele collecties wetenschappers de tijd gehad om dat boek volledig te fileren. Als je dan na 70 jaar nog steeds geen stap verder bent, gaat er iets heel erg mis. Er is een fietser, die fietser zit wat verstopt achter heel veel wollige taal, maar verdorie. Na zeventig jaar zou je toch in staat moeten zijn die fietser te zien.

We zijn kennelijk heel erg druk met van alles en nog wat. We zijn zo druk, dat we ons helemaal niet meer druk maken over iets ingrijpends als de Holocaust. Dat was toen, dat was daar, dat was uniek. En we geloven graag, dat het nooit weer zal gebeuren. De zeldzame mensen die de kampen hebben overleefd, wisten wel beter: het kan zo weer gebeuren, het kan overal gebeuren. Maar voor de grote meute geldt: het is er, maar we zien het niet. Misschien moet je wel zeggen: we zien het liever niet.

Dan een volgend punt. Dit is kennelijk een heel algemeen verschijnsel. Er is iets dat we behoren te zien, maar we zien het niet. Dus je zou verwachten dat daar een naam voor is. Dat daar onderzoek naar gedaan wordt. Maar het verschijnsel heeft niets eens een naam. Voor ons idee bestaat het hele verschijnsel niet.

In werkelijkheid is het verschijnsel experimenteel aangetoond. Ash gaf zijn proefpersonen expliciete instructies om te rapporteren, wat ze zagen. Vervolgens deden 3 van de 4 proefpersonen dat soms niet. Drie van de vier zagen soms niet, wat ze wel moesten zien.

Voor het resultaat van Ash is een term: conformity-bias. Je conformeert je aan het standpunt van de groep. Maar door het zo te omschrijven, geef je er een positieve draai aan. Je volgt de groep. Maar dat is strikt genomen niet het probleem. Het probleem is dat je niet ziet, wat er voor je ogen zichtbaar is. Het probleem is niet dat je aardig gevonden wilt worden door de groep. Het probleem is dat je niet doet, wat je zou moeten doen.

Er is iets, en je ziet het niet. Als je gaat zoeken, is er voor dat verschijnsel niet echt een term. Kennelijk is het dus iets, dat we niet willen zien. Onze waarneming faalt volledig, maar wij vinden dat zo moeilijk, wij vinden dat zo akelig, het strijdt zo met ons geloof, dat we liever snel overgaan tot de orde van de dag. Het verschijnsel is er, maar we zien het niet.