dinsdag 4 september 2018

Een voorbeeld van de alfareactie


Laatst bijgewerkt op 5-9-2018 om 0:19


In de Volkskrant van 28 augustus 2018 vind ik een ingezonden brief van Erik Jurgens over Vrij Links. Ik denk dat deze brief een prachtig voorbeeld vormt van de alfa-reactie: de manier waarop alfa's reageren op informatie.

Jurgen vindt het 'terecht' dat Elma Drayer schrijft dat het manifest van Vrij Links een "interessante bijdrage is tot aan de discussie over waar 'links' voor moet staan."

Wat valt me op? Jurgens begint met een waardeoordeel: het is terecht. Hoe weet hij dat? Waar baseert hij dat op? Hij meldt daar niets over en uit de rest van de brief blijkt dat hij niet de moeite heeft genomen ook maar iets te nazoeken.

Een tweede punt in die opmerking vind ik al even merkwaardig. Er is discussie nodig, volgens hem, waar links voor moet staan. Hij stelt verderop in zijn brief zelf 'links' te zijn, maar weet dus kennelijk niet wat hij zich daarbij precies voor moet stellen. Hij is als het ware nog zoekende. Het doet denken aan de religieuze leiders die niet precies weten of God wel of niet bestaat. Dat suggereert dat 'links' voor hem vooral fungeert als een modieus label. Hij is 'links' zo lang 'links' in de mode is. Het is een label dat hij op zichzelf plakt om duidelijk te maken dat hij 'helemaal oké' is.

Hij stelt vervolgens de kritiek die Drayer in haar column uit over ''de manier waarop het manifest en zijn opstellers door 'de linkse ouderlingen' (. . .) is bejegend", "evenzeer terecht" te vinden. Hij heeft die kritiek niet opgezocht en die is hem verder ook niet bekend, blijkt uit zijn brief, maar hij weet wel zeker dat het ongenoegen van Drayer over die kritiek volledig terecht is. We hebben hier kennelijk te maken met een 'snelle denker' (systeem 1). De man hoort iets en weet onmiddellijk hoe het allemaal zit.

Ik word door hem, via mijn eerdere kritiek op het manifest en het interview (hier en hier), gepromoveerd tot 'linkse ouderling.' Een omschrijving die me iedere grond lijkt te missen.

Hij weet vervolgens precies te melden waardoor mensen kritiek leveren op Vrij Links. Dat komt volgens hem doordat het manifest onderdelen bevat, die ook in sommige rechtse kringen opgeld doen. Iets waar wetenschappers moeizaam experimenteel onderzoek voor nodig hebben, weet hij gewoon. Het is alsof de Heer het hem persoonlijk geopenbaard heeft. Anders geformuleerd: hij springt naar niet op feiten gebaseerde conclusies. Hij verzint dingen, hij fantaseert er lustig op los.

Deze bewering vertelt echter nog meer over hoe de man denkt. Hij gaat ervan uit dat als foute' mensen het idee goed vinden, we dat idee zullen bestempelen als 'fout.' Het is een manier van denken die volledig focust op je groep. Als zij voor zijn, dan zijn wij dus tegen. Waar ze precies voor zijn, weet ik niet, dat interesseert me ook niet, maar wij zijn tegen!

Maar als het manifest inderdaad onderdelen bevat, die door 'rechts' (wat dat ook moge zijn) omarmd worden, dan zou het dus ook kunnen, dat het manifest inderdaad rechts is. Iemand die voortdurend 'rechtse' standpunten verkondigt, is 'rechts' en niet 'links.'

Dat soort simpele logica is aan Jurgens niet besteed, want hij vindt het 'gelukkig' dat het manifest rechtse onderdelen bevat. Je zou bijna gaan denken dat Jurgens stiekem behoorlijk rechts is.

Jurgens ziet na deze bekentenis zelf dat probleem kennelijk ook, want hij stelt: "Toch behoor ik al meer dan een halve eeuw tot links, zat twintig jaar voor links (PPR en PvdA) in Tweede en daarna Eerste Kamer, lees niet-behoudende dagbladen en tijdschriften, en ben nog steeds betrokken." Hij beweert dus 'links' te zijn, hoewel hij de 'rechtse' bestanddelen in het manifest prachtig vindt.

Wat mij in die passage over zijn 'links zijn' opvalt, is dat hij op de proppen komt met groepen en belangrijke functies. Dat doet meer denken aan een double-high of alfa, een extreem rechtse rakker dus, dan aan iemand als vadertje Drees. Hoewel vadertje Drees toch wel behoorlijk wat belangrijke functies bekleedde en ik het niet heb nagezocht, kan ik me Willem Drees moeilijk voorstellen als iemand die zijn politieke overtuiging baseerde op zijn functies of het in zijn hoofd zou halen daarmee te zwaaien.

In dat verband valt me nog iets op. Willem Drees durfde openlijk stelling nemen ook als dat volledig tegen de tijdgeest inging. Wikipedia.nl vermeldt over hem: "Op 24 mei 1971 zei Drees vanwege zijn onvrede met de in zijn ogen te linkse koers van de PvdA zijn lidmaatschap van deze partij op; vooral de opkomst en invloed van Nieuw Links was hier debet aan. Nieuw Links bestond onder anderen uit de toen prominente PvdA'ers: Jan Nagel, Han Lammers, André van der Louw, Hans van den Doel, Max van den Berg en Marcel van Dam. Drees achtte de koers die Nieuw Links inzette te radicaal, niet realistisch en spilziek."

Drees formuleerde zijn bezwaren tegen Nieuw Links in wat andere bewoordingen dan ik dat deed bij Vrij Links, maar op basis van wat we inmiddels weten over de alfa-bètafactor zou het me heel erg verbazen als het in feite niet ging om precies hetzelfde soort bezwaren. Drees zag sociale problemen, was daardoor bewogen en probeerde die effectief aan te pakken. Hij was realistisch, niet radicaal en het moest allemaal wel betaald kunnen worden. Het manifest van Nieuw Links beschouwde hij kennelijk als geroeptoeter. Hij vond het drie keer niks. Precies de essentie van het probleem met het manifest van Vrij Links. Een hol verhaal vol kretologie.

Jurgens stelt in zijn 'ik-ben-vreselijk-links-verhaal' ook nog niet-behoudende dagbladen en tijdschriften te lezen. Dat is merkwaardig, want in de praktijk hebben alle media normaal een sterke alfakant. En dat impliceert dat ze uiteindelijk aan de kant van de macht staan, dat ze in wezen rechts en conservatief zijn. Jurgens gelooft kennelijk dat media 'progressief' zijn, omdat ze beweren 'progressief' te zijn. Het is een kiwi, omdat er 'kiwi' op staat. Een indicatie dat hij goedgelovig is (autoritaristisch) en niet zoekt naar de betekenis van woorden.

Autoritaristen beweren vooral te lezen, maar doen dat in werkelijkheid niet of amper. En wanneer ze het doen, doen ze het uiterst slordig. Iets dat ook uit zijn ingezonden brief blijkt, doordat hij niets heeft nagezocht.

Wanneer ik informatie over Jurgens opvraag via Google, blijkt dat de man een prachtige loopbaan heeft opgebouwd, bestaande uit belangrijke, machtige posities. Verder lijkt duidelijk dat de man iets heeft met groepen. Hij denkt als het ware in groepen en is kennelijk sociaal heel handig. Uitgaande van het soortenmodel verwacht je dat het om een double-high of alfa gaat: de ideale leider van een ultra-rechtse organisatie. Dat blijkt hij ook inderdaad geweest te zijn: hij was 'rector' van het Amsterdamsch Studenten Corps.

Ik heb via vier formele criteria het interview van Vrij Links (van Terstall) geanalyseerd. Al die vier criteria leverden op dat het moest gaan om het verhaal van iemand die hoog op de alfa-bètafactor (bevooroordeeldheid) scoorde. Vervolgens heb ik die conclusie gecheckt aan het manifest, wat dezelfde uitkomst opleverde. Daarna heb ik mijn conclusie gecheckt aan het doel dat men kennelijk nastreefde. Later heb ik de punten van het manifest ook nog inhoudelijk bekeken (ik heb dat niet beschreven, maar wel gedaan) en ook dat leverde dezelfde conclusie op.

Nu zou het natuurlijk kunnen zijn, dat ik als enige op de wereld tot dat wonderbaarlijke inzicht ben gekomen dat Vrij Links in werkelijkheid 'Vrij Rechts' is, maar ook dat blijkt niet het geval te zijn. Ook andere mensen kwamen tot dezelfde conclusie of associatie. In totaal levert dat dus vijf verschillende procedures op die in dit geval allemaal hetzelfde opleveren.

Jurgens merkt over die kritiek op: "mij is die vuilspuiterij [ . . .] niet ter ore gekomen." Die kritiek komt uit 'een andere, een beetje obscure wereld.' Die kritiek "lijkt mede beheerst te worden door onderbuikgevoelens. En door argumenten die op de persoon gericht zijn, en niet op de boodschap."

Jurgens heeft zich niet verdiept in de kritiek, maar heeft wel een stellig oordeel over die kritiek en de mensen die die kritiek leveren. Het is vuilspuiterij die uit een obscure wereld komt, die beheerst wordt door onderbuikgevoelens. En door op de persoon gerichte argumenten. Maar wie produceert hier allerhande wilde en geladen termen, zonder zelfs maar kennis genomen te hebben van die kritiek?

Jurgens pareert deze vraag heel handig met de opmerking: "Dat [die manier van doen] ligt mij niet." Wat hij in zijn brief openlijk aan het doen is, volledig op de man spelen in plaats van op de bal, stelt hij voor als iets dat hij, bijzonder mens als hij is, nooit zal doen. Hij staat openlijk te liegen en plaatst zichzelf ondertussen op een standbeeld. En hij doet dat zo handig dat het de meeste lezers niet op zal vallen.

Zonder iets te weten, zonder zich ergens in verdiept te hebben, weet hij volstrekt zeker hoe het allemaal zit. Maar is dat niet precies wat we 'bevooroordeeld' noemen? Afgaande op de tekst van deze ingezonden brief lijkt dus onmiskenbaar dat de auteur hoog moet scoren op bevooroordeeldheid. Met andere woorden: hij is niet links, maar uiterst rechts.

Een volgend punt dat me opvalt, is dat er slechts moeizaam wat teksten van hem te vinden. Je zou verwachten dat iemand die een graag een belangrijke rol in het maatschappelijke leven wil spelen en ook nog hoogleraar werd, wel wat duidelijke standpunten op papier moet hebben gesteld, maar wat ik via Google vind, zijn vooral interviews en dergelijke. De man lijkt als het ware geen zitvlees te hebben, wat je voor het schrijven van boeken en teksten nu eenmaal nodig hebt. Met babbelen daarentegen lijkt hij zeer productief.

Een tekst die ik wel vind (hier), suggereert dat hij informatie niet hard, maar zacht verwerkt. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar in de typografische vormgeving van deze passage: "Dronten, de Meerpaal, 5 maart 2018." In het citaat uit de open brief waarmee ik begon, staat op min of meer vergelijkbare wijze het merkwaardige: "bijdrage is tot aan de discussie" (cursivering van mij).

Hij eindigt die tekst met: "We zijn wel grijsaards, maar we hebben onze idealen behouden: 'Dit wás het begín , wij gáan dóór mét de stríjd!'" (Al die accenten staan er echt.) Een term als 'idealen' klinkt mooi, maar daar er kennelijk nog discussie over nodig is, wat 'links' nu precies wil, is het nogal een vaag iets. En dan die kreet, dat men door gaat met de strijd. Het denken in termen van strijd hoort, uitgaande van het soortenmodel, specifiek bij rechts. Alfa's denken in termen van strijd en macht. Bèta's denken in termen van problemen en oplossingen. Beide punten suggereren dus ook nu weer een duidelijke alfa-instelling.

In de tekst valt verder op de passage: "De NAVO berustte op afschrikking, wij wilden ontspanning en ontwapening. We waren bang voor een vernietigende atomaire confrontatie, zoals bijna bij de Cuba-crisis in 1962." Deze associatieve manier van denken, gespeend van iedere logica en ieder realisme, is typerend voor autoritarisme en bevooroordeeldheid. Men redeneert gevoelsmatig in plaats van rationeel. Men volgt zijn gevoelens en schakelt het nuchtere verstand uit. Het resultaat is doorgaans, weten we nu, chaos en ellende. 


Moraal

Wat kunnen we uit het voorgaande leren?

Het eerste punt lijkt me, dat ook deze blogpost weer laat zien dat uit de tekst die iemand schrijft, vaak veel valt af te leiden over de mate van bevooroordeeldheid. Wie daarna de moeite neemt dat oordeel te checken aan de hand van wat verder bekend is over de desbetreffende persoon, ziet -- als men het eerlijk en onbevangen probeert te doen -- vrijwel altijd een match. Ik heb dat tot nu toe bij mijn weten nog niet anders meegemaakt.

Een tweede punt dat me in dit geval van belang lijkt, is dat de brief van Jurgens de alfa-reactie prachtig illustreert. Hij leest iets, hij springt er onmiddellijk op in met een prachtig verhaal waarbij hij zich geen moment bekommert om zaken als feitelijke juistheid. Het is allemaal verwoorde opinie zonder rationele onderbouwing.  Het uiteindelijke doel lijkt onmiskenbaar: sociaal te scoren.

Wat ook duidelijk zichtbaar is, is het verketteren van alles dat het waagt anders te denken. Het zijn vuilspuiters, die leven in een obscure wereld. De eerste stap op weg naar een meer 'definitieve' oplossing, hoewel degene die de opmerking maakt, zich zelf de gevolgen in de verste verte niet realiseert. Men denkt immers niet op die causale manier.

Een vierde punt is de typerende schijnheiligheid. Iemand, zoals hij, zou zoiets nooit doen, maar hij doet het ondertussen zelf en hij doet het openlijk. De bisschop leidt de herdenkingsdienst en betast ondertussen voor de camera's openlijk en langdurig de borst van het aantrekkelijke zangeresje. Als bisschop ziet hij geen probleem, want als bisschop zijnde, zijn zijn bedoelingen uiteraard volstrekt eerbaar en zuiver. En daar gaat het toch om. Men gelooft zo sterk in de eigen voortreffelijkheid dat men boven de wet denkt te staan. Normen zijn nodig voor andere mensen, maar niet voor mij. Dat idee.

Een vijfde punt dat duidelijk geïllustreerd wordt, is de associatieve denkwijze. Men hoort iets, denkt aan iets en flapt dat eruit als een vaststaand feit. Men legde de associatie, men voelde het zo, dus dan moet het wel zo zijn.

Wat me als zesde punt opvalt, is dat de mensen die Vrij Links omarmen, op een of andere manier vaak nogal rechts lijken te zijn. Kennelijk trekt het geroeptoeter van Vrij Links bepaalde mensen aan, maar andere mensen juist niet. En door een 'vreemde' samenloop lijken vooral mensen met een rechtse manier van denken (ik bedoel daarmee: die hoog scoren op bevooroordeeldheid) aangetrokken te worden. Dat is echter precies hetzelfde soort probleem als waar die maat ooit voor bedacht is, dus zo vreemd is dat ook weer niet.

Als toegift vinden we tenslotte die merkwaardige overeenkomst in de reactie van Willem Drees op Nieuw Links en de bezwaren die ik eerder formuleerde tegen Vrij Links. Ik heb de twee stukken (nog) niet naast elkaar gelegd, maar kan me nog wel iets herinneren op dit punt. Ik zou verwachten dat ze qua stijl en manier van denken sterke overeenkomsten vertonen. Bevooroordeeldheid of de alfa-bètafactor is dan de variabele die dat verschil in reacties tussen medestanders en tegenstanders kan verklaren. Als mijn veronderstelling klopt, zou Willem Drees laag moeten scoren op bevooroordeeldheid. Voor een politicus vrij opmerkelijk.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten