zaterdag 4 maart 2023

Het Chamberlain-Churchill dilemma: kiest men de 'mooie' droom of de bittere werkelijkheid?

 

Laatst bijgewerkt: 5/3/2023 om 1.14

 

Hoe stop je een dictator? Hoe stop je een strongman? Hoe stop je een bully? Op dat punt bestaan er twee verschillende opvattingen. De ene opvatting is dat je de bully zijn zin moet geven. Je gaat met hem praten en zegt, dat hij mag pakken, wat hij wil hebben, mits hij plechtig belooft dat het daarna blijvende vrede is. Op die manier red je de vrede.

Maar niet voor lang. De bully heeft succes geproefd. Met gedreig en geweld heeft hij gekregen, wat hij wilde. Nu wil hij meer. 

De andere opvatting is, dat je de bully een stevig pak slaag moet geven. Je moet niet vol begrip het gesprek aangaan. Nee, je moet hem een gigantisch pak rammel geven. Zodanig dat hij het nooit weer waagt, de boel te verstieren.

Welke benadering kiest iemand, de eerste of de tweede? Je zou dit het Chamberlain-Churchill dilemma kunnen noemen. Chamberlain dacht de vrede te kunnen redden, door 'Herr Hitler' zijn zin  te geven, mits Herr Hitler plechtig en op papier beloofde dat het daarna blijvende vrede zou zijn. Churchill voorzag dat onderhandelen geen zin had en dat oorlog onvermijdelijk was. Een oorlog die tot het bittere einde uitgevochten moest worden. Alleen onvoorwaardelijke overgave van Duitsland kon de strijd beëindigen.

Het dilemma is vermoedelijk al langer bekend. In het Oude Testament vinden we het verhaal van Kaïn die uit jaloezie Abel doodslaat. Wat moet je in zo'n geval doen? De Joden uit die tijd lieten het probleem graag aan hun God over. Die moest het probleem maar oplossen. Zelf deden ze liever niets. Ze keken misschien wat moeilijk, maar echt iets doen tegen die gewelddadige moordenaar durfden ze niet.

Het gevolg was dat Kaïn verder ging met dreigen en geweld. In de Bijbel staat het zo omschreven: hij richtte een stad op. Hij onderwierp een gebied en werd vorst over dat gebied. Geweld loonde een stuk meer dan het eindeloos passen op een kudde schapen, waar zijn dode broer Abel zo irritant goed in was geweest.

Als je het Bijbelverhaal goed leest, liep de zaak met Kaïn daarna volledig uit de hand. Als de oude Joden verstandig waren geweest, hadden ze Kaïn opgehangen aan de hoogste boom, die ze konden vinden. Maar ze waren niet verstandig en lieten liever Gods water over Gods akker lopen. Daardoor zat er uiteindelijk niets anders op dan zich aan de bully die ze zelf geschapen hadden, te onderwerpen.

Al in het begin van de menselijke beschaving lukte het niet om verstandig met gewelddadige individuën om te gaan. Mensen keken liever weg, dan dat ze de daders aanpakten en op hun donder gaven.

Martin Niemöller ooit dat treffende gedichtje:

"Toen ze de communisten kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen communist
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen vakbondslid
Toen ze de joden kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen jood
Toen ze de katholieken kwamen halen
heb ik niets gezegd
ik was geen katholiek
Toen kwamen ze mij halen
en er was niemand meer om iets te zeggen"
(Bron: De dag dat je brief kwam, Maarten Muntinga. Vertaling: Petra Catz)

 

Als je de moeite neemt, dat gedicht kritisch te lezen, zie je dat er ogenschijnlijk iets niet klopt. Want iets zeggen, dat zal toch niet altijd genoeg zijn? Of vergis ik me daarin?

Uiteindelijk kun je een strongman natuurlijk niet stoppen met alleen woorden. Maar onze eerste reactie in woorden, is in de praktijk bepalend voor hoe we verder gaan. Zodra we die eerste reactie gegeven hebben, is het in de praktijk vrijwel onmogelijk daar nog op terug te komen. Het lukt niet om daarna nog een totaal andere koers te gaan varen. Die eerste reactie is bepalend.

Wat is het kenmerkende verschil tussen de mensen die vallen voor het verhaal van de strongman en de mensen die niets van dat verhaal moeten hebben? Empirisch onderzoek heeft die vraag tenslotte beantwoord. De variabele die voorspelt wat mensen zullen kiezen, is bevooroordeeldheid (generalized prejudice). Het instemmen met populaire vooroordelen jegens minderheidsgroepen.

Het begint allemaal met hoe we reageren op vooroordelen jegens minderheden. Vinden we een uitspraak over de waardeloze en gevaarlijke X wel gaaf, of denken we collectief: lulkoek, bullshit, onzin, geleuter?

 

-----
Er is ondertussen ook nog een ander resultaat, dat dit bevestigt. In de data van de World Values Survey (WVS) vond ik via handmatig zoeken (volgens mij nog steeds de beste manier om een eventuele factor te vinden) slechts één enkele betrouwbare factor. Psychologen, althans de meer psychometrisch geschoolden onder hen, proberen betrouwbaar te meten. Dat lukt alleen als een vragenlijst bestaat uit meerdere items. Verder moeten die items allemaal dezelfde factor meten, dat wil zeggen: alle onderlinge correlaties tussen die items moeten duidelijk positief zijn. Voor een betrouwbaar meetinstrument heb je dus een stel  onderling duidelijk correlerende items nodig.
In de correlaties van de WVS kon ik slechts één zo'n cluster van items vinden. De factor die gemeten werd door die items, had betrekking op religie, traditie, normen en geweld. Maar wat die factor eng maakte, was dat als je de verschillende landen met hun scores op die factor ordende, de landen waar het oorlog was of burgeroorlog, waar het rotzooi was, waar de corruptie hoog was, waar veel geweld was, allemaal bij elkaar vond.
Landen die hoog scoorden op de factor, waren landen waar je liever niet wilt zijn. In een enkel geval leek een land wel redelijk stabiel, maar bleek het daar even later ook helemaal mis te gaan (Libanon). Ook dit resultaat wijst er dus op, dat hoe mensen denken bepalend is, voor hoe het verder gaat.
 -----

 

In reactie op mensen als Hitler en Poetin hebben we dus als land en als volk in beginsel twee mogelijkheden. Of we zeggen: tot hier en niet verder, of we laten de strongman zijn gang gaan. In het laatste geval is het een kwestie van tijd voordat de strongman aan ons toe is.

In ieder land heb je natuurlijk beide opvattingen. Waar ligt het omslagpunt? Hitler had voldoende aan minder dan 40% van de bevolking om aan de macht te komen. Vermoedelijk had je omstreeks die tijd in het Verenigd Koninkrijk ook een kleine 40% van de bevolking die de strongman wel zagen zitten. Aan de andere kant had je uiteindelijk ook vermoedelijk een kleine 60% die niets van de strongman moesten hebben.

Politiek gezien had het dus op dat moment beide kanten uit kunnen gaan. Een leider die de 40% achter zich wist te verzamelen, had mogelijk voldoende politieke macht om zijn zin door te drukken. Maar een leider die de 60% tegenstanders wist te mobiliseren, had voldoende macht om te zeggen: tot hier, maar niet verder. Ga je wel verder, dan is het oorlog en dan is het oorlog tot het bittere einde.

In werkelijkheid ligt de zaak voor de tegenstanders van de strongman een stuk lastiger dan voor de strongman en zijn aanhangers. Het grote verschil is dat de rechterkant (als je de strongman en zijn aanhang zo mag noemen) één duidelijk doel heeft en voor dat doel alles wil doen. Dat doel is: macht. Men streeft naar de absolute macht en naar niets anders.

Dat politieke bewustzijn ontbreekt aan de linkerzijde. Het probleem aan de linkerkant van het spectrum is dat iedereen verschillend denkt en dat gemeenschappelijke doel, de macht, niet omarmt. De werkelijk onbevooroordeelde geesten zijn met van alles en nog wat bezig, maar niet met politiek en macht.

Wat wij aanduiden als 'politiek links' is in werkelijkheid minimaal sociaal dominant ('men of action') en dus in werkelijkheid helemaal niet zo onbevooroordeeld als men graag voorgeeft. En in veel gevallen gaat het in werkelijkheid om double highs (alfa's, de meest bevooroordeelde mensen die er bestaan) die hopen aan de linkerzijde een voldoende grote machtsbasis op te bouwen om daarna de macht over te nemen. Vervolgens wordt het linkse bewind al snel een rechtse dictatuur.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten