woensdag 3 januari 2018

De twaalf kenmerken van autoritaristen


Het gebeurt regelmatig dat ik het lijstje met de 12 kenmerken van autoritaristen van Bob Altemeyer zoek. Wie The Authoritarians zorgvuldig doorneemt en ook de eigenschappen van de gelovigen erbij trekt, vindt er dacht ik nog een heel stel meer. Maar dan wordt de lijst zo lang, dat het bijna niet meer valt te bevatten.

Mensen die hoog scoren op autoritarisme (RWA-schaal) hebben volgens de definitie die gehanteerd werd voor de constructie van de items van de RWA-schaal drie kenmerken:
1 -  a high degree of submission to the established, legitimate authorities in their society;
2 -  high levels of aggression in the name of their authorities;
3 -  a high level of conventionalism.

Ik ontleen dit aan het boek The Authoritarians van Bob Altemeyer (p. 9).
Vrij vertaald:
1. men onderwerpt zich aan de leiders van zijn groep;
2. men is bereid tot agressie in naam van die leiders;
3. men houdt van vaste gewoonten, tradities en gebruiken.

Waarom wordt dit Right Wing Authoritarianism (RWA) genoemd? Het idee was dat het ging om de leiders die de macht al in hun bezit hadden. Er zouden dan ook aan de linkerkant van het politieke spectrum 'autoritaristen' te vinden, moeten zijn. Denk aan mensen als Fidel Castro toen hij nog rebel was. Dat linkse autoritarisme is echter nooit gevonden of aangetoond.

Dat lijkt bij nadenken ook logisch. Het gaat om onderwerping aan de groep en aan de leider van de groep. Of die groep zogenaamd links of zogenaamd rechts is, maakt niet uit. Autoritarisme is veiligheid en een bestaan zoeken in een groep. Zogenaamd 'linkse' groepen, blijken na korte tijd ultra rechts te kunnen worden. Groepen blijven groepen.

Autoritaristen zijn niet speciaal mensen die een sterke band hebben met de zittende leiders, maar het zijn mensen die veiligheid en een bestaan zoeken in de groep. Welke groep dat precies is, maakt ze uiteindelijk niet uit. In de definitie van autoritarisme zit immers niets dat specifiek is voor een bepaalde groep.

De mensen die aan de andere kant van de autoritarisme-dimensie zitten (de mensen die laag scoren, de mensen die zogenaamd links zitten), zijn individualisten. Volgens het soortenmodel waren het ooit relatief zelfstandige boeren en ambachtslieden.

Doordat ze individueel proberen te denken, zijn ze het onderling nooit helemaal eens. Tegen de mensen aan de rechterkant van het politieke spectrum, die een automatische neiging tot klieken hebben, kunnen ze daardoor qua macht uiteindelijk nooit op.


De twaalf punten van Altemeyer over autoritaristen

De volgende punten zijn gebaseerd op het onderzoek van Altemeyer naar de validiteit van de RWA-schaal.
  1. They are highly ethnocentric, highly inclined to see the world as their in-group versus everyone else. Because they are so committed to their in-group, they are very zealous in its cause.
  2. They are highly fearful of a dangerous world. Their parents taught them, more than parents usually do, that the world is dangerous. They may also be genetically predisposed to experiencing stronger fear than most people do.
  3. They are highly self-righteous. They believe they are the “good people” and this unlocks a lot of hostile impulses against those they consider bad.
  4. They are aggressive. Given the chance to attack someone with the approval of an authority, they will lower the boom.
  5. They are highly prejudiced against racial and ethnic majorities, non-heterosexuals, and women in general.
  6. Their beliefs are a mass of contradictions. They have highly compartmentalized minds, in which opposite beliefs exist side-by-side in adjacent boxes. As a result, their thinking is full of double-standards.
  7. They reason poorly. If they like the conclusion of an argument, they don’t pay much attention to whether the evidence is valid or the argument is consistent.
  8. They are highly dogmatic. Because they have gotten their beliefs mainly from the authorities in their lives, rather than think things out for themselves, they have no real defense when facts or events indicate they are wrong. So they just dig in their heels and refuse to change.
  9. They are very dependent on social reinforcement of their beliefs. They think they are right because almost everyone they know, almost every news broadcast they see, almost every radio commentator they listen to, tells them they are. That is, they screen out the sources that will suggest that they are wrong.
  10. Because they severely limit their exposure to different people and ideas, they vastly overestimate the extent to which other people agree with them. And thinking they are “the moral majority” supports their attacks on the “evil minorities” they see in the country.
  11. They are easily duped by manipulators who pretend to espouse their causes when all the con-artists really want is personal gain.
  12. They are largely blind to themselves. They have little self-understanding and insight into why they think and do what they do.

Vrij vertaald staat er dit over autoritaristen (zowel de volgelingen als de leiders).

1. Men denkt sterk in termen van wij-zij: wij zijn goed, maar zij zijn slecht. Doordat men de eigen groep zo zeer is toegedaan, is men uiterst fanatiek bij groepsacties.

2. Men is erg bang voor de gevaarlijke wereld.

3. Men voelt zich hoog verheven boven andere mensen. Men gelooft tot de 'goede mensen' te behoren, dit maakt veel agressie los ten opzichte van mensen die men als 'slecht' ziet.

4. Men is agressief. Men is graag bereid tot verbaal en lichamelijk geweld, zodra men maar de kans krijgt.

5. Men is zeer bevooroordeeld ten opzichte van minderheidsgroepen zoals zwarten, gekleurde mensen, homo's, LGBT'ers, buitenlanders en vrouwen.

6. Wat men gelooft, wemelt van de tegenstrijdigheden. Men babbelt er vrolijk op los. Het ene moment beweert men dit, het andere moment dat, zonder dat men zelf het paradoxale ziet. Men hanteert voortdurend dubbele standaarden. 'Bij hen is dat heel slecht, maar bij ons mag dat natuurlijk.'

7. Men kan niet zindelijk denken. Men gaat al bij voorbaat uit van de conclusie, indien men die aantrekkelijk vindt. Men besteedt geen aandacht aan de evidentie en de consistentie van de argumenten.

8. Men is vergaand dogmatisch. Doordat men zijn geloofsopvattingen ontleent aan zijn leiders, en zaken nooit zelf heeft doorgedacht, heeft men geen verdediging, zodra de feiten uitwijzen dat men fout zit. Dus zet men de hakken in het zand en weigert zijn opvattingen aan te passen.

9. Men baseert zijn opvattingen zeer sterk op sociale bekrachtiging. Men gelooft het goed te zien, omdat vrijwel iedereen die men kent, bijna iedere nieuwsuitzending die men ziet, bijna iedere commentator waarnaar men luistert, hen dat vertelt. Dat wil zeggen: men filtert alle bronnen weg waaruit zou kunnen blijken dat men fout zit.

10. Doordat men zijn blootstelling aan andere mensen en ideeën sterk beperkt, overschat men ernstig de mate waarin andere mensen het met hen eens zijn. Hierdoor gelooft men te behoren tot 'de zwijgende meerderheid', wat aanvallen op de 'gevaarlijke minderheden' in het land rechtvaardigt.

11. Men wordt gemakkelijk het slachtoffer van oplichters die zeggen achter hen te staan en hun zaak te willen steunen, terwijl deze valse profeten in werkelijkheid alleen uit zijn op persoonlijk voordeel.

12. Men is vrijwel volledig blind voor zichzelf. Men is niet in staat enigszins objectief naar zichzelf te kijken. Men heeft een volledig verwrongen zelfbeeld. Men kijkt steeds in een spiegel, die een virtueel beeld laat zien. Men heeft weinig begrip van zichzelf en weinig inzicht in waarom men denkt en doet wat men doet. 


Zijn dit ook de 'deplorables' die op Trump gestemd hebben?

Altemeyer dacht dat de mensen die op Trump gestemd hebben, het meest autoritaristische deel van de bevolking is. Dat klopt wel, maar niet helemaal.

Een strongman als Trump blijkt -- afgaande op de uitkomsten van twee verschillende onderzoeken die ik gezien heb -- op twee manieren mensen aan te trekken. Beide manieren hebben vrijwel niets met elkaar gemeenschappelijk (zijn vrijwel ongecorreleerd). Die twee manieren zijn: autoritarisme en sociale dominantie. Sociale dominantie is lust voor macht.

Beide variabelen samen voorspellen vrijwel volledig bevooroordeeldheid (prejudice). De maat die gebruikt wordt om de geneigdheid tot agressie te meten. Bevooroordeeldheid vormt tegelijkertijd ook de variabele die het onderscheid tussen alfa's en bèta's het duidelijkst en het zuiverst weergeeft. Bèta's scoren laag, alfa's scoren hoog.

De mensen die op Trump gestemd hebben, waren dus -- wanneer we beide variabelen samenvatten -- vooral bevooroordeeld en agressief. Vermoedelijk zijn ze dus vaak zowel autoritaristisch als sociaal dominant.

Het gaat dan vooral om zogenaamde double-highs of alfa's. Ze bezitten niet een 'kwalijke' eigenschap, maar twee, zou je kunnen zeggen. Deze mensen worden wel beschouwd als de gevaarlijkste mensen ter wereld door hun extreme geneigdheid tot agressie.

Behalve dat ze autoritaristisch zijn, zijn ze ook nog sociaal dominant. Dat betekent dat ze alles willen doen om de top te bereiken. Ze zijn dus zeer sterk statusgericht. Het doel van het leven is simpel: sociaal hoger te komen. Voor dat doel zijn ze tot alles bereid. Sociaal-dominanten hebben een dog-eat-dog attitude. Ik eet jou, of jij eet mij. Maar dat laatste zal dus niet snel gebeuren.

Een paar blogposts eerder heb ik een lijst gegeven met tien punten die voor alfa's lijken op te gaan. Een elfde punt dat in de laatste blogpost naar voren kwam, was dat in de alfa-cultuur informatie totaal anders verwerkt worden dan in de bèta'-cultuur. Alfa's gebruiken zachte en passieve informatieverwerking, bèta's harde.

Die elf punten kunnen dus in beginsel nog aangevuld worden met de twaalf hierboven van Altemeyer doordat alfa's niet alleen sociaal dominant zijn, maar ook autoritaristisch.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten