donderdag 24 november 2016

Het geloof van Max Pam


Wat ik in de kranten tegenkom aan voorbeelden en opmerkingen over discriminatie/agressie is gigantisch veel. Laat ik als voorbeeld de Volkskrant van vandaag (23/11/2016) nemen. In totaal heb ik daar vijf stukken in aangetroffen die handelen over discriminatie/agressie en die me de moeite waard leken om te bewaren. Ik kom dus zo langzamerhand om in de krantenstukjes die bewaard moeten worden.

Wat me in die talloze stukken opvalt, is dat er vaak veel niet klopt. Het leutert maar door. Men weet het zeker, maar wat men zeker denkt te weten, is vaak onzin.

Tot op zekere hoogte mag je dat journalisten niet kwalijk nemen. De krant moet vol, iedere dag weer en journalisten werken met scherpe deadlines en staan vaak onder hoge tijdsdruk. Verder kun je van een journalist, en zeker van de tegenwoordige journalisten, niet verwachten dat hij/zij op allerhande gebieden goed ingevoerd is.

Als we dus dikke kranten willen, waarin de advertenties wegens het afnemende en vergrijzende lezerspubliek bijna volledig verdwenen zijn, dan moeten we ons er bij neerleggen dat er vaak maar wat geleuterd wordt.

Mijn eigen inschatting, maar dat is ook maar een slag in de lucht, is dat zo'n drie vierde van alle artikelen qua strekking volstrekte onzin is. Als die wilde inschatting zou kloppen, doen kranten het niet slecht. We weten immers dat van sociaal psychologisch onderzoek dat gepubliceerd is in de 'betere' sociaal psychologische tijdschriften, twee derde niet herhaalbaar is.

Dat verspreiden van onjuiste informatie en onjuiste beweringen is tot op zekere hoogte normaal en hoort bij een vrije pers, zou je kunnen zeggen. Wetenschappelijk gezien is het ook niet erg, omdat ik als psycholoog zelf altijd gerekend heb met percentages van hoog in de negentig. Wie als onderzoeker psychologie wil beoefenen, moet leren de krenten uit de informatiebrij te vissen.

Als mensen dus onzin willen verkondigen, dan is dat hun democratische recht. Pas wanneer ze onware onzin verkopen over andere mensen, vind ik dat te ver gaan, maar ook dat beschouwt men tegenwoordig in navolging van Donald Trump tegenwoordig steeds meer als iets dat moet kunnen.

De slachtoffers moeten, zo lang ze nog niet in de gaskamers zitten, niet zo zeuren. Pas als ze daar echt in zitten, mogen ze proberen te klagen. Dat is zo'n beetje de kant die de samenleving uit gaat.

Aan het verkondigen van onzin zit echter nog een gevaarlijke kant. Wie deze blog heeft gevolgd, kan weten dat er met betrekking tot discriminatie en agressie slechts twee verschillende culturen bestaan. Die twee culturen verschillen op talloze punten van elkaar, maar er is in ieder geval een uiterst simpele manier om ze te onderscheiden.

De ene cultuur is die van de feiten, de andere cultuur is die van het geloof. Een moderne samenleving, die voor haar voedselvoorziening altijd gebaseerd is op landbouw, is opgebouwd uit die twee culturen. Na verloop van tijd gaat de tweede cultuur, die van het geloof en de ideologie, steeds meer winnen en neemt de discriminatie toe, de productie af en tenslotte wordt het vermoedelijk oorlog.

Als we dus discriminatie, agressie en oorlog willen vermijden, moeten we ons vastklampen aan de feiten. Bijna letterlijk, alsof we in een vlot op de grote oceaan drijven. Als we dat vlot loslaten, verzuipen we in de zee van discriminatie, agressie en oorlog.

Maar de andere kant van het verhaal wil ik ook vermelden. Als we ons vastklampen aan dat feitenvlot stijgt de productie, de welvaart neemt toe, we krijgen het allemaal beter en ... doordat we het allemaal beter krijgen, wordt het erg verleidelijk het vlot toch maar even los te laten en er weer gezellig op los te gaan leuteren.

Geloof en geleuter zijn dus verschillende benamingen voor hetzelfde verschijnsel. Mensen hebben de gewoonte woorden te produceren en feiten vormen dan een knellend harnas dat als het ware de bewegingsvrijheid drastisch inperkt. Weg ermee dus, we willen kunnen zeggen wat er in ons opborrelt.

Je kunt het ook anders formuleren. Hard werken is goed voor mensen. Zodra ze tijd hebben, beginnen ze te denken en te praten. En dan gaat het echt helemaal mis. Want dan gaan ze dingen beweren, die ze zelf tenslotte geloven. Ledigheid en vrije tijd zijn de grote problemen van de mensheid.

Wat ik in dit verband denk te zien, is niet bemoedigend. Het wordt steeds meer een leuter-cultuur. Feiten doen er niet langer toe, zijn vies, zijn achterhaald. Iedereen mag zijn eigen waarheid hebben. In zo'n cultuur kan vervolgens iemand als Donald Trump boven komen drijven. Grote verhalen, gebaseerd op niets.

Nu de column van Max Pam die ik vandaag in de Volkskrant las. De column is getiteld: Kop op, jongens en meisjes, droog jullie traantjes.

Na de overwinning van Trump is de wereld in shock. In de woorden van Max Pam: 'De wereld is treurig.' Wat moeten we doen?

Dat is een vraag waar iedereen mee zit, denk ik. En het is een belangrijke vraag. Dus het is goed dat Pam die aan de orde stelt.

Pam begint met de emotionele ontreddering te schetsen die bij sommigen heeft toegeslagen. 'Bij de NPO wilden ze zelfs Amerikaanse families adopteren, die lijden aan Trump gerelateerde psychische problemen,' stelt hij.

Lijkt me wel wat. Jongens, ik kom vandaag niet op het werk, want ik heb TRPD. Wat heb je? TRPD, Trump Related Psychological Disorder. Simpel, gemakkelijk en effectief. Is Trump toch nog ergens goed voor.

Zo'n emotionele reactie lijkt me begrijpelijk, maar Pam heeft natuurlijk gelijk dat we daar niets mee opschieten. Hierna begint hij over de plicht tot optimisme, die we volgens de filosoof Popper zouden hebben. Ik vind het wat negatief geformuleerd, maar kan het er nog wel mee eens zijn.

Toch moet je met die plicht tot optimisme erg voorzichtig zijn. Toen ik laatst op 7 meter hoogte een stuk boom probeerde af te zagen, realiseerde ik me nog net op tijd dat een ladder die slechts op drie punten ondersteund wordt, misschien toch enige reden voor pessimisme moet zijn.

Wanneer de mensen bij het plaatsen van het brugdeel in Alphen aan den Rijn iets pessimistischer waren geweest, was alles keurig verlopen.

Dan zie ik de eerste onjuistheid. De mens leert van zijn fouten, meende Popper. Wel, het kan best zijn dat Popper dat geloofde, maar het klopt niet. Wat de gedragsanalyse leert en wat je ook voortdurend bij studenten weer kunt observeren, zodra je het zo inricht dat je data kunt verzamelen, is dat ze niet leren van hun fouten. Mensen leren van wat ze goed doen, niet van hun fouten. En in dat opzicht zijn ze net als andere diersoorten.

Vervolgens werpt Pam de vraag op of Trump misschien een nieuwe Hitler is. Lijkt me weer een terechte vraag, maar het antwoord dat hij geeft, stelt me niet echt gerust. Hij stelt: '... ik geloof daar niet zo in.' Volgens het soortenmodel is de weg naar de hel geplaveid met geloof. Dus ik zou graag wat hardere informatie zien.

Pam voert dan aan dat de aanstaande vicepresident Pence heel fatsoenlijk reageerde op de toespraak van de cast van de musical Hamilton. Dat klinkt mij wat in de oren als de Jood die opgewekt zijn muziekinstrument meeneemt de veewagon in, om op de plaats van bestemming bij het kampvuur gezellig muziek te gaan maken. Het kan toch allemaal best meevallen? Helaas, het viel niet mee.

Optimisme, geloof in de goede afloop, denken dat het allemaal misschien wel mee zal vallen en emotionele reacties zijn allemaal volstrekt begrijpelijk, maar helpen niet en horen thuis bij de cultuur die het probleem Trump veroorzaakt heeft.

Wat me tenslotte over de streep trok om dit stukje te schrijven, was de slot-alinea van Pam. Die luidt: Ergens las ik dat de Boze Blanke Man niet bestaat. Volgens de laatste wetenschappelijke inzichten bestaan rassen ook niet. Het is maar goed dat terrorisme bestaat, want anders zouden we ons helemaal bezig houden met schijngevechten.

Laat ik met de Boze Blanke Man beginnen. Die bestaat echt. Net als de Boze Blanke Vrouw. En net als de Boze Zwarte Man en net als de Boze Zwarte Vrouw. Boosheid en negativiteit zijn vormen van agressie/discriminatie. Op zijn minst zijn het zaken die er sterk mee samenhangen. Mensen die geneigd zijn tot discriminatie/agressie, zijn ook vaker en eerder boos.

Uitgaande van het soortenmodel weten we zelfs ongeveer om hoeveel Boze Blanke Mannen het gaat. Het gaat om de volgelingen/gelovigen en om de (aspirant-)leiders, samen ruwweg 75 procent van alle blanke mannen. Dat is niet weinig, maar veel, heel veel.

Vrouwen zullen iets minder vaak boos zijn dan de mannen, maar in de praktijk gaat dat om relatief kleine verschillen. Ook zwarte mannen zullen vaak boos zijn (in verhouding zelfs nog iets vaker dan de blanke mannen als ik het goed heb), maar de boze zwarte mannen hebben bij de Amerikaanse verkiezingen meestal of niet gestemd of op Clinton gestemd. (Sommige zwarte mannen waren zo boos dat ze de fascistische verleiding niet konden weerstaan en toch op Trump hebben gestemd.)

Dan die rassen die niet zouden bestaan. Biologisch gezien is dat begrip 'ras' misschien wat onbevredigend. Maar wie in mijn vorige blogpost kijkt, ziet dat het verschil (het effect) van wit/zwart in de Amerikaanse verkiezingen volgens de exit-polls op ruim 100 punten lag. Het hoogste effect lag bij 140, het laagste bij 13. Dus geloof wat je geloven wilt, maar 'ras' of huidskleur was bij deze verkiezingen een van de grote bepalende factoren. (De andere twee waren: geloof en groep.)

En dan dat terrorisme. Bestaat dat eigenlijk wel? Begrijp me goed, deze blog gaat over discriminatie/agressie. Dat begint met schelden, geroddel, verdachtmakingen en het eindigt met grof geweld, genocide en oorlog. Dus wie met terrorisme alleen het gebruik van geweld bedoelt, kan op deze blog uitvinden waar dat geweld door 'veroorzaakt' wordt en waar het mee samenhangt.

Maar terrorisme als apart begrip ligt een stuk lastiger. De Nederlandse Wikipedia stelt: Terrorisme (van het Latijnse terror, paniek) is het zonder wettige grond plegen van ernstig geweld, of ernstige dreiging daarmee, met een politiek doel. In de meeste opvattingen over wat terrorisme is, moet het om illegaal geweld gaan, doorgaans gekoppeld aan burgers als slachtoffers.

We gebruiken dus 'terrorisme' voor illegaal geweld. Maar wat is 'illegaal'? Dat hangt volledig af van de wetgeving en rechtspraak. Met andere woorden: een dictator die geweld gebruikt, doet dat legaal, omdat hij zelf de wetten opstelt en zelf de rechters benoemt.

De Engelstalige Wikipedia is op dit punt misschien nog iets duidelijker: There is no universal agreement on the definition of terrorism. Various legal systems and government agencies use different definitions. Moreover, governments have been reluctant to formulate an agreed upon and legally binding definition. These difficulties arise from the fact that the term is politically and emotionally charged.

Het probleem met terrorisme is dus niet die geweldscomponent, want die kunnen we inmiddels vrijwel volledig verklaren. Het probleem is, dat het een subjectieve definitie is. De term 'terrorisme' is typerend voor de cultuur van geloof, gebabbel en geweld. We bestrijden met de kreet 'terrorisme' iets dat alleen in ons hoofd bestaat. We maken onszelf met die term wijs, dat het geweld dat wij gebruiken oké is, maar het geweld dat de andere partij gebruikt, fout is.

En dat is precies de manier van denken, die de basis vormt van het probleem.



vrijdag 11 november 2016

Welkom in de nieuwe wereld!


Laatst aangepast: 18/11/2016.


Even iets anders. De titel van deze blog, het zal geen nieuws zijn, is: 'Stop discriminatie!'

Ik heb indertijd die titel gekozen, omdat ik emotioneel iets heb tegen discriminatie. Ik hou er niet van, ik heb er een pesthekel aan en ik vind het driemaal niks. Die titel geeft dus in de eerste plaats weer, hoe ik emotioneel tegenover het onderwerp stond en sta.

Ik dacht, dat als je op een empirisch wetenschappelijke manier over een onderwerp als discriminatie wilt schrijven, het goed is om je persoonlijke bias duidelijk te vermelden. Met betrekking tot discriminatie ben ik wat vooringenomen, ik zal later mogelijk nog wel eens vermelden waar dat vandaan komt.

In de tweede plaats was die titel ook politiek correct. Toen ik de blog startte, was dat hoe in de Nederlandse samenleving in overgrote meerderheid over discriminatie gedacht werd. Ik vond het niet belangrijk om een politiek correcte titel te kiezen, maar ook niet verkeerd.

Inmiddels is er op politiek gebied veel veranderd: Donald Trump is nu gekozen tot president van Amerika. Op dit moment is hij alleen nog maar 'president elect', maar het zal niet lang meer duren of hij is het daadwerkelijk.

Trump heeft een belangrijk andere visie op discriminatie dan ik. Het is niet vies of slecht, maar het is een ideale manier om met mensen om te gaan. Je kunt mensen positief proberen te behandelen, maar je kunt ze ook negatief proberen te behandelen. Mensen die kiezen voor discriminatie/agressie zijn door hun persoonlijkheid, hoe die dan ook ontstaan is, niet vies van die laatste manier.

In de voorgaande blogposts heb ik het soortenmodel geschetst. Uitgaande van het soortenmodel zou ik verwachten dat Trump sociaaldominant is en dat hij autoritaristisch is. Dat hij sociaaldominant is, ligt gezien zijn inspanning om president te worden nogal voor de hand. Dat hij autoritaristisch is, volgt uit zaken als het vrijwel voortdurende liegen, dat hij doet en ook zijn vermogen om precies de taal van zijn volgelingen/gelovigen te spreken en aan te voelen.

Op basis van het soortenmodel is hij daarmee een double high en daaruit volgt dat hij extreem geneigd is te discrimineren en agressief handelen. Iets wat klopt met wat we over de man weten.

Van zijn volgelingen/gelovigen zou je verwachten dat ze autoritaristisch zijn en dat wordt door onderzoek bevestigd (hier en hier). Autoritarisme schijnt de factor te zijn die het beste voorspelt wie op Trump gestemd heeft. Ook dat punt wordt dus bevestigd.

Alles wat we daarmee weten over Trump en zijn volgelingen/gelovigen klopt met het soortenmodel. Voor het soortenmodel is dat mooi, maar de consequenties voor ons en de rest van de vrije wereld zijn minder mooi. Trump verkeert als president van de VS namelijk in een machtige positie en hij zal niet aarzelen die macht onbekommerd in zijn persoonlijke voordeel te gebruiken.

Nederland is in verhouding tot de VS maar een klein land, dat zijn leger vanwege de kosten vrijwel heeft afgeschaft. Liever zuinig, dan vrij, is kennelijk het motto. De praktijk is dus dat de Nederlandse regering haar oren erg laat hangen naar de grootmacht die en veel sterker is en ons moet beschermen tegen de aspiraties van mijnheer Putin.

Ik kan het ook anders formuleren. Nederlanders en zeker Nederlandse regeringen, zijn extreem autoritaristisch. Denk in dit verband aan de talloze Joden die wij als Nederlanders keurig en onderdanig voor de nazi-bezetters hebben opgespoord, overgedragen en afgevoerd. Als de grote baas het zegt, doen wij het en anders zorgt onze regering wel dat we het gaan doen.

De nieuwe norm in Amerika wordt dat discriminatie goed is en de basis van het bestaan. Geen slap geklep meer, maar onmiddellijk alles dat afwijkt of een grote mond geeft, in elkaar rammen, opsluiten en een kopje kleiner maken. Omdat Nederlanders zo autoritaristisch zijn, zullen ze die nieuwe norm na enige tijd keurig overnemen. Het nieuwe normaal, zeg maar. Je moet een beetje met je tijd meegaan.

En dan blijkt daar opeens nog mijn blog te zijn met een titel die suggereert dat discriminatie slecht is. Wat is dat voor een idioot verhaal? Begrijpt de schrijver niet dat de tijden veranderd zijn? Wie dat niet begrijpt, moet maar voelen.

Ik vrees dus dat over niet al te lang de titel van mijn blog politiek heel fout is. Welkom in de nieuwe wereld! Een wereld waarin zwarten weer hun plaats zullen weten, waarin vrouwen zullen weten dat ze aantrekkelijk moeten zijn, maar verder hun mond moeten houden en een wereld waarin LGBT's duidelijk zal worden gemaakt dat ze niet welkom zijn en moeten oprotten.



---
Aanvulling: 12-11-2016.

Blijft het bij de vervolging van minderheden?

Uitgaande van het soortenmodel zal het in de VS niet blijven bij een andere houding tegenover discriminatie, agressie, mensenrechten en minderheden. De agressie zal zich eerste instantie richten op de politieke tegenstanders, daarna komen de binnenlandse minderheden aan de beurt. Tegen die tijd is het iedereen in het land duidelijk wie de ultieme leider is en dan gebeurt er iets merkwaardigs.

Aan de ene kant beginnen de gestegen defensie-uitgaven een steeds groter deel van de nationale productie op te eisen, zodat minder voor het levensonderhoud van de bevolking overblijft. Tegelijkertijd groeit de agressie en onvrede in het land en richt de blik zich daardoor op het buitenland.

In NRC Handelsblad (11/11/2016, p. E7) was al zichtbaar dat de financiële markten niet geloven dat de productie van de VS op termijn op peil zal blijven. De rente op tienjaars staatsobligaties van de VS is in ongeveer twee dagen tijd opgelopen van iets meer dan 1,8 procent naar meer dan 2,1 procent. Een duidelijk signaal dat investeerders zich afvragen of hun geld over tien jaar wel echt terug komt.

Op het moment dat men de blik op het buitenland richt, ligt een gemakkelijke prooi vlak naast de deur. Bovendien zullen daar tegen die tijd veel dissidente Amerikanen een veilige toevlucht hebben proberen te vinden. Mensen waar de grote leider (of zijn opvolger) nog wel een appeltje mee te schillen heeft.

Kort gesteld, verwacht je dat de machtige groep zal groeien en haar macht steeds verder zal uitbreiden. Tegelijkertijd produceert die machtige groep niets en gaat de uitbreiding van die machtige groep en van de macht daarvan ten koste van de productie.

Na verloop van tijd ontstaat dus altijd de situatie dat de grote leider om de levensstandaard van de bevolking op peil te houden, die productie via geweld en intimidatie elders vandaan zal moeten halen. Het soortenmodel voorspelt dus niet alleen een totalitair Amerika, maar op termijn ook oorlog.


Hoe valt dit te begrijpen?

Laat ik dit toelichten. De basis voor deze voorspelling vanuit het soortenmodel is dat in een moderne samenleving, waar de voedselproductie via landbouw tot stand komt, een machtige groep ontstaat aan de ene kant met aan de andere kant individuele double lows die de productie verzorgen.

Je moet je dat voorstellen als een kern, de leider, met daaromheen zijn elite. De volgende laag ligt daar weer omheen en bestaat uit de gewone volgelingen/gelovigen. In de buitenste laag liggen de individuele double lows die voedingsstoffen opnemen uit de buitenwereld en die vervolgens doorgeven naar de laag van de gewone volgelingen/gelovigen.

Dat afgeven van voedingsstoffen gebeurt echter niet vrijwillig, maar is gebaseerd op discriminatie en agressie. De binnenste bol van een moderne samenleving, zoals die bestaat na de uitvinding van de landbouw, is dus voor haar overleven gebaseerd op macht, discriminatie en agressie.

De mensen in de binnenste bol hebben het goed, waarbij geldt dat hoe machtiger men is, hoe beter men het heeft. De kern van de bol, de leider, heeft het het allerbeste. Het resultaat is dat steeds meer mensen proberen onderdeel van de bol te worden en proberen het centrum van de macht te bereiken. De cultuur wordt steeds meer gericht op macht, discriminatie en agressie. Iedereen wil meer, groter en hoger.

De bol wordt dus steeds groter en steeds agressiever. Die agressie richt zich in eerste instantie tegen de wand van de bol, die de bol afschermt van de boze buitenwereld. Deze wand bestaat uit individuele double lows die zich niet goed kunnen verweren en alleen hun vermogen tot produceren hebben om te overleven. Door het groeien van de bol en de toenemende agressie vanuit de bol, kunnen de double lows het op een bepaald moment niet meer bolwerken: hun aantal en productie loopt terug.

Het resultaat hiervan is dat er in de bol een probleem ontstaat en een soort paniek uitbreekt, die men probeert op te lossen met nog meer agressie. Omdat er bij de double lows kennelijk weinig meer valt te halen, moeten er dus uiteindelijk nieuwe gebieden veroverd worden die men kan leeghalen en waarvan men de bevolking als dwangarbeider (of slaaf) kan gebruiken.

In een moderne samenleving, zoals die na de uitvinding van de landbouw ontstond, bestaat dus geen stabiel evenwicht tussen macht en productie. De macht heeft neiging te groeien en steeds meer te willen en steeds agressiever te worden en zich daarbij te richten tegen de productieve sector. Die productieve sector krijgt enerzijds te maken met die toenemende agressie en anderzijds met steeds hogere productie-eisen, kan het uiteindelijk niet meer bijbenen en stort tenslotte in.

Op het moment dat de productie terug begint te lopen, lost de machtige groep dat niet op door de double lows meer ruimte te geven, maar door haar agressie te richten op het buitenland. Op een bepaald moment valt ook daar echter niets meer te halen en stort het systeem volledig in.


Normverschuiving al begonnen

De norm-verschuiving in Nederland die ik in het stukje hierboven voorspelde, dacht ik vanochtend (gisteren) al in de krant te zien.

Ik citeer uit de Volkskrant van 11/11/2016, pagina 26-27.
- 'Laten we ons oordeel over Trump opschorten,' Frits Bolkestein.
- 'Trump heeft gelijk: een compleet isolement van Rusland moet voorkomen worden,' Joseph Nye.
- 'De keuze van Trump als president hóéft geen ramp te zijn,' Nicholas Kristof.


Is de verkiezing van Trump de schuld van de media?

Die normverschuiving ontstaat binnen de machtige groep doordat men de leider gaat napraten. (De individuele double lows zijn belangrijk meer geneigd absolute normen te hanteren.) De mensen die ik hierboven geciteerd heb, behoren dus tot die machtige groep of maken deel uit van de hoge cultuur.

Peter de Waard heeft over een deel van die hoge cultuur in de Volkskrant van 11/11/2016 op pagina 32 een alleraardigste column geschreven met de titel: Moet de kletsende klasse niet worden vervangen?

Ik citeer: 'De kletsende klasse die afgelopen tijd in de media had gecommuniceerd dat Trump niet kon winnen, kroop woensdag in keuvelprogramma's bijeen om te verklaren waarom Trump wel had gewonnen.' De Waard voert in zijn column beweringen uit de media over Trump-kiezers op en die waren -- afgaande op wat ik zelf gezien heb -- bij mijn weten soms inderdaad tenenkrommend onwaar.

Hij legt de schuld voor de opkomst van mensen als Trump bij deze kletsende klasse met hun 'tenenkrommende' onzin-commentaren. Hij sluit af met: 'En zo wordt er door de kletsende klasse automatisch voor gezorgd dat steeds meer mensen hun proteststemmen aan polariserende populisten geven.'

Ik denk dat hij hier een terecht punt aansnijdt. Eigenlijk twee punten. Wat mensen via de media te horen en te lezen krijgen, is voor een groot deel onzin. Van de volgens mij interessante informatie-items die ik tegenkom en vervolgens natrek, klopt vaak meer dan de helft niet. Voor een normaal mens dat die moeite niet neemt, is het dus door al die onzin extreem moeilijk feit en fictie te onderscheiden.

Uitgaande van het soortenmodel valt dat ook te verwachten. Feitelijke juistheid doet er in de hoge cultuur niet echt toe, is niet relevant. De machtige groep wordt immers door de laag van de individuele double lows afgeschermd van de buitenwereld. Het gaat om de gezellige babbel, het goede gevoel, het samen eens zijn, zelf scoren, proberen hoger te komen en het bewonderend opkijken naar de grote leider.

Het tweede punt lijkt me ook correct. Mensen als Trump kunnen alleen aan de macht komen dankzij de welwillende houding van de media. De hoeveelheid gratis zendtijd die Trump van de media kreeg, was in verhouding tot de aandacht die aan Clinton besteed werd, onvoorstelbaar. En daarbij was de attitude niet kritisch, maar welwillend. Men sprak in wezen dezelfde taal als Trump. De taal van show, glitter, amusement en oppervlakkig vermaak.

Toch is die verklaring niet volledig. Wie kijkt naar de cijfers ziet dat ongeveer een even groot deel van de bevolking in de VS voor Hillary Clinton heeft gestemd als voor Donald Trump. Een belangrijk deel heeft dus niet op Trump gestemd en zich dus kennelijk niet door de media en Trump op sleeptouw laten nemen.

In het geval van Trump zijn er volgens mij twee duidelijke factoren te zijn waardoor mensen zich niet door hem en de media hebben laten inpalmen. De eerste factor was (laag scoren op) autoritarisme: geen volgeling/gelovige zijn.

De tweede factor was ras en geslacht. Mensen van minderheidsgroepen zagen de bui vaak -- maar niet altijd --  hangen, in ieder geval veel vaker dan de mensen van de mannelijke, blanke meerderheid.

Kennelijk helpt het in dit opzicht om tot een minderheidsgroep te behoren. Dat is ook wat het soortenmodel stelt: de double lows die te kampen hebben met de voortdurende discriminatie van de machtige groep leveren uiteindelijk de knappe koppen. De situatie motiveert tot scherp denken.



---
Aanvulling 13/11/2016

Welk pad kiest Trump?

In de Volkskrant van 12/11/2016 (p. 9) filosofeert Koen Haegens over wat Trump zal gaan doen, zodra hij aan de macht is. Welk pad kiest Trump?, is de titel van zijn artikel.

Hij ziet twee opties. Onder leiding van Donald Trump neemt de elite nog eenmaal de gelegenheid te baat om zich onbeschaamd op het buffet te storten. Als andere optie ziet hij dat Trump enthousiast verder gaat met zijn plannen om handelsbarrières op te werpen. Wel, als het daar eens bij mocht blijven.

Uitgaande van het soortenmodel valt te verwachten dat het daar niet bij zal blijven en dat de zaak belangrijke internationale consequenties zal hebben. Ik denk daarbij, maar misschien ben ik op dit punt bevooroordeeld, dat het soortenmodel op dit moment het enige model is dat een voorspelling op dit gebied mogelijk maakt.


Verkiezing van Trump correct voorspeld

Met betrekking tot voorspellen zag ik dat Bob Altemeyer al op 2 maart 2016 als een van de weinigen de mogelijkheid van een president Trump nadrukkelijk niet uitsloot op basis van in feite dezelfde informatie als waar het soortenmodel van uitgaat (hier).

Altemeyer stelt letterlijk aan het einde van het artikel: 'If Trump’s opponents do not get as energized as Trump’s very loyal followers are, his supporters will carry him on their shoulders to the highest office in the land.'

We weten inmiddels dat dat inderdaad het probleem was. Een groot deel van het Amerikaanse electoraat is niet op komen dagen waardoor de Trump volgelingen/gelovigen hun kans kregen.

Ook het percentage gemotiveerde autoritaristen dat Altemeyer veronderstelt in zijn artikel, een 25%, klopt ongeveer met het percentage van het totale aantal stemgerechtigden dat bij de verkiezingen op Trump gestemd heeft (de opkomst was naar schatting een 57% waarvan iets minder dan de helft op Trump stemde).



---
Aanvulling: 15/11/2016


Wie zijn de 'deplorables' die op Trump gestemd hebben?

Altemeyer gaat er vanuit dat de mensen die op Trump gestemd hebben, het meest autoritaristische deel van de bevolking is. Ik ook. Alles wat we weten over autoritarisme (volgelingen/gelovigen), en dat is nogal wat, wijst in die richting.

Wat we onder andere weten, vat Altemeyer in zijn artikel nog eens samen. Voor het geval de link hierboven inactief wordt, geef ik hieronder zijn lijstje.

  1. They are highly ethnocentric, highly inclined to see the world as their in-group versus everyone else. Because they are so committed to their in-group, they are very zealous in its cause.
  2. They are highly fearful of a dangerous world. Their parents taught them, more than parents usually do, that the world is dangerous. They may also be genetically predisposed to experiencing stronger fear than most people do.
  3. They are highly self-righteous. They believe they are the “good people” and this unlocks a lot of hostile impulses against those they consider bad.
  4. They are aggressive. Given the chance to attack someone with the approval of an authority, they will lower the boom.
  5. They are highly prejudiced against racial and ethnic majorities, non-heterosexuals, and women in general.
  6. Their beliefs are a mass of contradictions. They have highly compartmentalized minds, in which opposite beliefs exist side-by-side in adjacent boxes. As a result, their thinking is full of double-standards.
  7. They reason poorly. If they like the conclusion of an argument, they don’t pay much attention to whether the evidence is valid or the argument is consistent.
  8. They are highly dogmatic. Because they have gotten their beliefs mainly from the authorities in their lives, rather than think things out for themselves, they have no real defense when facts or events indicate they are wrong. So they just dig in their heels and refuse to change.
  9. They are very dependent on social reinforcement of their beliefs. They think they are right because almost everyone they know, almost every news broadcast they see, almost every radio commentator they listen to, tells them they are. That is, they screen out the sources that will suggest that they are wrong.
  10. Because they severely limit their exposure to different people and ideas, they vastly overestimate the extent to which other people agree with them. And thinking they are “the moral majority” supports their attacks on the “evil minorities” they see in the country.
  11. They are easily duped by manipulators who pretend to espouse their causes when all the con-artists really want is personal gain.
  12. They are largely blind to themselves. They have little self-understanding and insight into why they think and do what they do.
Altemeyer en ik geloven dus dat dit lijstje van toepassing is op de doorsnee Trump-aanhanger. De mensen die Hillary Clinton 'deplorables' (beklagenswaardigen) heeft genoemd.

Nu moet ik er wel bij zeggen dat ze al toen ze die uitspraak deed, deze nuanceerde. Ze zei zoiets als dat de helft uit 'deplorables' bestond. Verder trok ze een dag later die uitspraak in en verontschuldigde ze zich daarvoor. Maar als het lijstje hierboven klopt, lijkt er waarheid in haar term te zitten.

Wat me in dit verband opvalt, is dat iedereen over Clinton heenvalt. Dat had ze niet mogen zeggen. Foei! Ik denk dat die reactie een voorbeeld van discriminatie is. Van seksisme. Trump zegt de meest kwalijke dingen zonder enige grond en trekt die nooit in, maar doet er vervolgens nog een stevige schep bovenop. Clinton zegt iets, dat feitelijk vermoedelijk behoorlijk klopt, doet dat heel genuanceerd, zegt vervolgens sorry en iedereen weet vervolgens zeker dat ze dat nooit had mogen zeggen en bazuint dat ook nog overal rond.

Een vrouw moet lief en aardig zijn en natuurlijk liefst sexy en mooi, maar een echte man mag gore praat verkopen, vooroordelen verspreiden, mensen oplichten, vrouwen tegen hun wil grijpen. Dat bewijst juist dat het een echte kerel, een echte leider is. Ik denk dus dat de mensen die Clinton die uitspraak kwalijk nemen zelf sociaal-dominant zijn, of autoritaristisch, of beide.

Terug naar het veronderstelde autoritarisme van de Trump-aanhangers. Wat weten we zeker of denken we vrij zeker te weten? Dat lijkt een simpele vraag, maar er zitten een aantal haken en ogen aan.

De belangrijkste informatie die we hebben komt van de exit-polls. Die exit-polls zijn vermoedelijk niet helemaal representatief, omdat Trump-aanhangers vaak vrij boze mensen blijken te zijn, die dus eerder nee zeggen. Vanuit de exit-polls de verkiezingsuitslag voorspellen zal daardoor snel een vertekening geven, maar dat is in ons geval niet relevant. We willen alleen weten wat voor mensen de Trump-aanhangers zijn. We krijgen dus misschien niet alle Trump-aanhangers, maar in ieder geval wel een deel te pakken.

Een tweede probleem bij de exit-polls (hier) is dat je per tabel akelig veel cijfertjes krijgt. Dat valt voor een mens al snel niet meer te overzien. Empirische wetenschappers willen daarom een enkel getal dat de grootte van het verschil aangeeft.

Laat ik een voorbeeld geven. Van de mannen stemde 41% op Clinton en 53% op Trump. Mannen hebben dus een voorkeur voor Trump van 12 procentpunten. Van de vrouwen stemde volgens de exit polls 54% op Clinton en 42% op Trump. Vrouwen hebben dus een voorkeur voor Clinton van ook 12 procentpunten. Het totale verschil tussen mannen en vrouwen kunnen we dan samenvatten als 24 procentpunten.

Wanneer we op deze manier de verschillen berekenen tussen twee groepen bedraagt het maximale verschil 200 procentpunten (de ene groep stemde voor 100% op Clinton en de andere groep voor 100% op Trump) en het minimale verschil 0 procentpunten (beide groepen stemden voor bijvoorbeeld 48% op Clinton en voor 48% op Trump; een paar procent stemde op de overige kandidaten).


Wat kunnen we op deze manier uit de exit-polls afleiden?


Ik heb het lijstje geordend van laag naar hoog. Voor inkomen zien we dat de mensen die minder dan 50.000 dollar per jaar verdienen vaker op Clinton hebben gestemd en de mensen die meer verdienen vaker op Trump. Het verschil bedraagt 13 procentpunten.

Er is één 'onderzoeker' bekend die rapporteert dat extreme autoritaristen in ruim 60% van de gevallen Trump-aanhangers zijn en dat met een nulschore het percentage zakt naar ongeveer 10%. Op grond daarvan zou je verwachten dat autoritaristen op deze manier berekend ongeveer een 130 procentpunten moeten verschillen met niet-autoritaristen. Ik heb die berekende waarde met een * aangegeven.

- inkomen: <50k / >50k ---  C/T  13
- college graduate: Y/N --- C/T 17
- vrouw / man   ---  C/T  24
- leeftijd: 18-29 / 65>  ---  C/T  26
- some college / post graduate --- T/C 32
- served US military Yes/No --- T/C 32
- how often attending religious services:  never/weekly --- C/T 47
- urban / rural ---  C/T 52
- LGBT: Yes/No ---  C/T 65
- mormon / jewish ---  T/C 83
- white-born again or evangelical christian: Yes/No --- T/C 89
- zwart /wit  ---  C/T  101
- direction of the country: right / wrong ---  C/T 126
- zwart vrouw / wit man ---  C/T  132
- liberal / conservative ---  C/T 140
---
- authoritarian: min. / max. --- C/T 130*
* via omrekening van hier.

Als ik naar het lijstje kijk, maken zaken als inkomen, opleiding, sekse, leeftijd en zelfs gediend hebben in het Amerikaanse leger wel iets uit, maar niet veel. Er beginnen pas behoorlijke verschillen te ontstaan tussen beide groepen die vergeleken worden, op het moment dat men vraagt naar kerkbezoek (anders geformuleerd, maar daar komt het op neer).

De verschillen worden nog groter zodra we de stad met het platteland vergelijken en komen dan voor het eerst boven de 50 procentpunten. Wat we daarna krijgen zijn groepen. LGBT's zien de ellende op zich af komen en zijn dus niet al te dol op Trump. Mormonen lopen met hem weg. Ze voelen zich kennelijk erg verwant. De Joden zien de bui ook hangen, wat me na de Tweede Wereldoorlog niet zo vreemd lijkt. De evangelische christenen en de 'white-born again' zien echter net als de mormonen geen enkel probleem: Trump is hun grote leider.

Daarna komen de grote klappers. De eerste klapper is zwart versus wit. Dat heeft ogenschijnlijk niets met politieke overtuiging te maken, of toch wel?

Dan komt een belangrijke klapper: is het land op de goede weg of op de verkeerde weg? Dat blijkt 132 procentpunten verschil te maken, het antwoord op die vraag. De ene groep vindt dat het wel vrij goed gaat, de andere groep vindt dat het helemaal verkeerd gaat.

Wanneer we sekse met huidskleur combineren, wordt het verschil nog iets groter dan met alleen huidskleur. Een groot verschil vinden we tussen de zwarte vrouwen die voor Clinton zijn en de blanke mannen die voor Trump zijn.

Een nog iets groter verschil vinden we tenslotte voor de mensen die zichzelf zien als 'liberal' en de mensen die zichzelf zien als 'conservative'.

De grote verschillen, uitgaande van deze exitpolls, zitten dus bij het geloof, huidskleur en of men zichzelf als liberaal of conservatief beschouwt.

Maar wacht even, als we het hebben over geloof, dan hebben we het toch in feite over volgelingen/gelovigen? Ja, dat klopt.

En van volgelingen/gelovigen is toch bekend dat ze extreem geneigd kunnen zijn allerhande groepen te discrimineren en snel gewelddadig kunnen worden? Ja, dat klopt ook.

Dus dat verklaart ook waarom huidskleur zo'n grote rol speelt bij deze verkiezingen. Deze verkiezingen gaan in feite voor een groot deel over ras! En daarnaast over geloof!

Hoe zit het dan met dat onderscheid liberaal versus conservatief? Ik denk dat dat een beetje van hetzelfde pak een laken is. Het zegt iets over hoe je de wereld ziet en bij welke groep je wilt horen. Dus weer geloof en groep.

Dat zijn wel twee componenten die je bij autoritarisme zou verwachten. Valt de derde component ook te lokaliseren? Discriminatie/agressie?

Gaat het verkeerde kant uit met het land of de goede kant? Mensen die het negatief zien, zijn doorgaans agressief geöriënteerd. Het is allemaal shit, denken ze. Voor dat soort mensen moet je uitkijken. Mensen die de zaken positief bekijken, zeggen: er moet nog wat gebeuren, maar met vereende krachten komen we er wel. Laten we aan de slag gaan.

Uit het lijstje doemt dus al met al een vrij onheilspellend beeld op: groep, geloof, ras en agressiviteit als de variabelen waar de grote verschiilen zitten.

Onder de '---' staat het verwachte verschil voor wel/niet autoritaristen in voorkeur voor Clinton versus Trump: ongeveer 130 procentpunt. Bij dit onderzoekje werd een heel beperkte operationalisatie van autoritarisme gebruikt, maar goed, het is in ieder geval beter dan niets. 

Ik bleek nog een tweede 'onderzoek' te kunnen lokaliseren op dit gebied: hier. Ook hier vallen wel een paar vraagtekens bij te zetten, maar wie de figuur en de rest goed bestudeert, ziet iets heel anders dan de auteurs suggereren.

De Trump-aanhangers blijken extreem negatief te scoren op alle vier gebruikte maten. (De informatie over Ted Cruz, Marco Rubio, John Kasich en Bernie Sanders kan het beste genegeerd worden vanwege de kleine aantallen. Vermoedelijk zijn er alleen voor Trump en Clinton behoorlijke aantallen respondenten.)

Tussen de Trump-aanhangers en de Clinton-aanhangers lijken dan op alle vier gebruikte maten zeer grote verschillen te bestaan. De maten waren autoritarisme, anti-elitisme, het niet vertrouwen van experts, en Amerikaanse identiteit.

Daar het hier kennelijk om behoorlijke aantallen gaat (bij Trump en Clinton), lijken alle vier maten onderling hoog te correleren, met andere woorden, hetzelfde te meten. De onderzoekers meten dus viermaal autoritarisme op verschillende manieren en vinden dan grote verschillen tussen de Trump- en Clinton-aanhangers.

Kennelijk is het dus zo dat de Trump-aanhangers gekenmerkt worden door extreem autoritarisme, terwijl de Clinton-aanhangers daar relatief laag op scoren.

Wat betekent dat?  Dat betekent dat de grote leider Trump beschikt over een leger van fanatieke volgelingen/gelovigen die bereid zijn hem blindelings te gehoorzamen en uit zijn naam bereid zijn geweld en agressie te gebruiken.

Dat lijkt me een situatie waarin je een volstrekt betrouwbare, serieuze leider al liever niet wil zien. Macht corrumpeert immers en absolute macht corrumpeert absoluut.