zaterdag 21 maart 2020

Allemaal slechts 'onheilspellende borrelpraat', al die verwachte corona-doden



Het Greta Thunberg-effect

Op zaterdag, 21 maart 2020, waren er in Nederland inmiddels volgens het RIVM (hier) 3.631 mensen positief getest op het nieuwe coronavirus (SARS-CoV-2). In werkelijkheid vormt dat getal een ernstige onderschatting. Door gebrek aan testkits worden veel mensen, waarvan men veronderstelt dat ze besmet zijn, niet langer getest. Het totale aantal corona-doden in Nederland is op die dag opgelopen tot 136.

Een dag eerder, op vrijdag, deden de Brabantse ziekenhuizen een noodoproep: 'we gaan plat en hebben hulp nodig' (hier). Het aantal corona-patiënten dat dringend naar de intensive care (IC) moest, was zo groot geworden, dat men geen plaats meer had.

De dag daarvoor (op donderdag) trad minister Bruins van Medische Zorg af. Een dag eerder was hij letterlijk neergestort na een kritische vraag van Geert Wilders over mondkapjes, die vrijwel op waren. De officiële reden voor zijn aftreden: door de voortdurende stress van zijn functie kon hij het lichamelijk niet langer aan.

Inmiddels zijn de scholen en universiteiten gesloten, hoewel het kabinet dat aanvankelijk niet nodig achtte. De universiteiten hebben al laten weten, dat ze dicht blijven tot september.

Wie bij Kruidvat een flesje shampoo wil halen, wordt geacht eerst zijn handen te desinfecteren met vloeibare gel. Wie de supermarkt binnengaat, dient dat -- blijkens een groot bord -- alleen te doen en minimaal 1,5 meter afstand te houden tot andere klanten en medewerkers. Wie wil betalen, wordt door een plastic scherm afgescheiden van de vrouw of man die de pinbetaling in ontvangst moet nemen. Betalen met contant geld kan in veel winkels niet langer. De klant die een kassabon wil, krijgt deze niet overhandigd, maar de bon wordt neergelegd. Dit om lichamelijk contact met de hand van de klant uit te sluiten. De dame of heer die de kassa bedient, draagt witte latex handschoentjes, want je bent besmet voordat je het weet. Op de grond is met tape de anderhalve meter aangegeven die je verwijderd dient te blijven van de klant voor je.

De situatie in de rest van Europa is soms nog belangrijk ernstiger. The Guardian schreef op haar website dit (hier):
"As Europe’s governments ramp up already draconian restrictions to curb the coronavirus, authorities in Rome on Friday announced 5,986 new cases and a record 627 new deaths, raising the totals to 47,021 infections and 4,032 fatalities."

Je zou dus denken dat mensen zo langzamerhand wel behoorlijk doordrongen zijn van de ernst van de situatie. Merkwaardig genoeg is dat lang niet altijd het geval. Het is alsof al die onheilspellende berichten in de media over het oprukkende virus bij sommige mensen niet overkomen.

Ik noem dat wel het 'Greta Thunberg-effect', omdat zij als een van de eersten die waarneming duidelijk beschreven heeft voor het klimaatprobleem. Er is een ernstig probleem, maar iedereen doet alsof er niets aan de hand is. Het is alsof de betekenis niet overkomt.

Ik kan op dit punt inmiddels putten uit enige eigen ervaringen, maar het is misschien overtuigender om een algemene bron te noemen. De NOS meldt op nos.nl grote drukte aan het strand en op sommige markten (hier). De site van The Guardian (theguardian.com) en de site van de BBC en CNN geven soortgelijke berichten. Pubs die overvol zijn en niet willen sluiten. Studenten in Amerika die het nieuws over corona maar onzin vinden en willen feesten.

Het is kennelijk aantrekkelijker om te geloven dat er niets aan de hand is, dan om bij het zien van de brand in actie te komen. In termen van Greta: het huis staat in brand, maar mensen feesten nog even door. Wij doen nog even hardnekkig alsof er helemaal niets aan de hand is.


Gevaarlijk en kwalijk nepnieuws produceren over het corona-virus

Het idee dat er weinig tot niets aan de hand is, is uitvoerig gecommuniceerd door de Nederlandse media. Nepnieuws natuurlijk, maar wel nepnieuws dat ongetwijfeld veel doden zal veroorzaken. De hoeveelheid misleidende berichten op dit punt is bijna onvoorstelbaar. Laat ik naar (nog) een van die artikelen kijken.

Op donderdag, 19 maart 2020, publiceerde het Dagblad van het Noorden een groot verhaal over het aantal te verwachten corona-doden. Je zou denken: een goede zaak. Maar het artikel bestond vooral uit een poging om de lezer met allerhande nep-argumenten ervan te overtuigen, dat het allemaal wel meeviel. Iets dat we graag willen geloven, maar niet erg realistisch is.

De titel van het artikel luidt: Doemscenario's? Volgend weekeinde weten we meer. (Op Blendle staat het hier.) Het is geschreven door Niels Klaassen en Sander van Mersbergen. Relevant is misschien in dit verband op te merken dat het om journalisten gaat, niet om medici of andere mensen die echt verstand van zaken op dit gebied hebben.

Het artikel begint met te stellen dat we in Nederland 17 miljoen epidemiologen hebben. Met andere woorden: we hebben allemaal een andere mening over het te verwachten aantal corona-doden. De strekking is: iedere verwachting van het aantal doden is slechts een mening en niets meer dan dat. Het heeft dus allemaal niets met de harde realiteit te maken.

Daarna buigen beide journalisten het hoofd over een voorspelling van burgerrechten-organisatie Privacy First (hier). Eigenlijk is dat wat optimistisch geformuleerd, want ze hadden kennelijk al een mening. Ik geloof niet dat ze de voorspelling echt bestudeerd hebben. Ik denk dat ze de uitkomst van de voorspelling emotioneel negatief evalueren en daaruit concluderen, dat de voorspelling dus niet kan kloppen.

Volgens de voorspelling van Privacy First moet Nederland  rekening moet houden met 336.000 tot 700.000 doden. Wat vinden beide journalisten van deze voorspelling?

Volgens hun artikel is het slechts 'gegoochel op de achterkant van een bierviltje'. Sommige wetenschappers maken berekening niet eens op een bierviltje, maar slechts in hun hoofd. Zijn berekeningen opeens een stuk waardevoller als je ze op een computer doet?

Als je denkt dat een voorspelling niet klopt, iets wat heel goed kan, dan moet er in alles wat onder die voorspelling zit, ergens een fout zitten. In de praktijk is dat bijna altijd: een foute en verborgen assumptie.

Maar beide journalisten spannen zich op geen enkele manier in om aan te tonen dat een van de assumpties in de voorspelling vermoedelijk fout is. In plaats daarvan plakken ze op het totaal een denigrerend label. Het typische gedrag van bevooroordeelde personen.

Hebben ze meer argumenten, waarom deze voorspelling niet zou deugen? Ja zeker, volgens hen is het 'onheilspellende borrelpraat'.  Pardon, ik vroeg om een argument. Dit is weer een negatief label dat op een model wordt geplakt, kennelijk omdat de uitkomst verontrustend is. In plaats van met argumenten te komen, gaan ze schelden en blijven ze schelden.

De redenering van Privacy First staat hier. En luidt als volgt.
'Een kleine rekensom voor Duitsland vanuit de huidige gevallen betekent 56 miljoen besmettingen waarvan 4-6% (Italië) overlijdt. Dat komt dus neer op 1,7 tot 3,4 miljoen doden, voornamelijk ouderen. [. . .] In Nederland zou het gaan om 336-700.000 doden'.

Privacy First gaat uit van 4 tot 6 procent doden. En dat 70% van de bevolking het virus krijgt. Ik kom dan uit op maximaal 735.000 doden. Kennelijk hebben de mensen van Privacy First de uitkomst gemakshalve maar wat naar beneden afgerond. Dat is natuurlijk niet helemaal, zoals het hoort. Verder lijkt me niets mis met die schatting. Zo'n 4 tot 6 procent doden is wat je op dit moment minstens moet verwachten, uitgaande van de gegevens van China.

Wat is er verder mis volgens beide journalisten met deze schatting?
"Experts waarschuwen voor zulk nattevingerwerk, dat vol zit met aannames en projecties en verder geen rekening houdt met alle onzekerheden."
'Experts' zijn mensen waar Einstein stelde een grote hekel aan te hebben. Ik ook. Iedereen die zich 'expert' noemt, is geen serieuze, empirische wetenschapper. Iedereen die zich beroept op experts, snapt er niets van. In de empirische wetenschap is het autoriteitsargument niet toegestaan. Punt! Basta! Voor veel journalisten lijkt dat echter iets te zijn, dat ze in geen duizend jaar in hun kop krijgen.

Is de voorspelling 'nattevingerwerk'? Al weer een denigrerende term, in feite een scheldwoord. Nee, het is slechts een simpel model om het aantal doden te schatten. Het model zit dus ook niet vol aannames en projecties. En geen enkel goed model, houdt rekening met alle onzekerheden. Dat is niet de taak van modellen. Een model is juist een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid.

Dit soort tendentieuze beweringen gaan zo bijna een hele bladzij door, hoewel de illustratie ook de nodige ruimte in neemt. Je hebt een ernstige ziekte, die veel slachtoffers kan veroorzaken en hier komen twee journalisten de onwetende lezers even stevig op het verkeerde been zetten. Waarom doen mensen zulke verwerpelijke dingen? Waarom is het, alsof deze journalisten de kwalijke consequenties van hun woorden niet zien?


De verklaring voor dit laakbare gedrag

Mijn simpele verklaring is dat ze hoog scoren op -- wat ik noem -- de 'zooifactor'. De variabele die staat voor de productie van (rot)zooi en andere ongemakken, zoals discriminatie, geweld, oorlog en genocide. Andere benamingen voor het zelfde zijn: bevooroordeeldheid, etnocentrisme, discriminatie, agressie, irrationaliteit, fascisme, strongman-variabele, alfa-bètavariabele.

Als mijn idee klopt, verwacht je dat het gaat om 'men of words' gaat (alfa's, double-highs). Mensen die een 'mooi' verhaal ophangen om zich op die manier zelf sociaal te verbeteren. En dan bedoel ik met 'verbeteren' niet dat het daarna betere mensen zijn geworden, maar dat ze meer geld hebben, meer status of een grotere populariteit bij de leden van hun groep.

'Men of words' (het kunnen natuurlijk ook vrouwen zijn, hoewel het veel vaker mannen zijn) hebben in beginsel drie specifieke eigenschappen. Ze zijn autoritaristisch, ze zoeken dus hun toevlucht, veiligheid en bestaan in een machtige groep en zijn bereid zich volledig te onderwerpen aan de leider van die groep. Verder zijn ze ook volop bereid tot het plegen van agressie, zodra hun leider daartoe oproept of het groene licht geeft.

Een tweede eigenschap is dat ze sociaal-dominant zijn. Ze zijn letterlijk tot alles bereid om de sociale top te bereiken, om in status te stijgen.

Een derde eigenschap is dat ze extreem agressief zijn, hoewel ze dat uiteraard in veel gevallen handig zullen weten te verhullen, doordat ze sociaal vaak uitermate handig zijn.


Al eerder nepnieuws geproduceerd

Klopt mijn verklaring?  Even zoeken op internet levert in ieder geval voor één van de twee bevestiging op. Van Mersbergen blijkt een sensationeel, maar nogal misleidend artikel geproduceerd te hebben op basis van een oud BBC-artikel. Hij heeft dat nepnieuws verkocht als opzienbarend nieuws aan het AD en een reeks andere kranten.

De titel van mijn bron luidt: Zo maakt het AD non- en nepnieuws rond Anne Franks brieven (hier). Het is geschreven door Bart F.M. Droog. Ik citeer:
"Om een onverklaarbare reden misbruikte de Nederlandse journalist Sander van Mersbergen het BBC-verhaal om er een sensationeel artikel uit te brouwen, waarin hij suggereert opzienbarend nieuws te brengen. Dat werkte, want eerst het AD en enkele dagen later ook andere kranten, trapten in zijn bedrog en schotelden hun lezers Van Mersbergens non- en nepnieuws voor."
Dit ondersteunt dus mijn veronderstelling. In ieder geval één van beide auteurs maakt zich eerder ook al schuldig aan onjuistheden en onwaarheden. Ook toen focuste hij kennelijk op een maximaal effect bij zijn publiek en vond hij feitelijke juistheid een onbenullig iets. Ook toen koos hij voor een 'mooi' verhaal en niet voor een feitelijk kloppend verhaal. 


De techniek van de Grote Leugen hanteren

Tenslotte is er nog een interessant punt. De journalisten bestempelen het simpele model van Privacy First als 'borrelpraat'. Degenen die hier echter in werkelijkheid borrelpraat zitten te produceren, zijn zij. Je doet zelf iets dat niet door de beugel kan, maar je gaat heel hard roepen dat iemand anders doet, wat jij op dat moment aan het doen bent. De dief roept heel hard: 'Hou de dief!'

Dit is een bekend verschijnsel bij mensen die hoog scoren op de zooifactor. Bij alfa's (men of words). Het volledig omkeren van de werkelijkheid.

Hitler noemde deze communicatie-techniek: 'de grote leugen'. Als je slim was, loog je zo groot, dat niemand meer kon geloven, dat je loog. Je moest nooit klein liegen. Als je liegt, moet je de werkelijkheid volledig op zijn kop zetten. Uiteraard beschuldigde Hitler de Joden van die techniek, maar in werkelijkheid hanteerden de nazi's deze techniek vaak zelf.

Dat de techniek van de Grote Leugen ook hier gehanteerd werd, is verdere steun voor de gegeven verklaring. Dit artikel is kennelijk geproduceerd door in ieder geval een iemand die hoog scoort op de zooifactor.












vrijdag 20 maart 2020

We 'dramatiseren' het Corona-virus, zegt Trouw


Het doel van deze blog is te begrijpen, hoe discriminatie werkt. Het empirische onderzoek dat in en na de Tweede Wereldoorlog gedaan is, leidt uiteindelijk tot de 'zooifactor' (bevooroordeeldheid, etnocentrisme). De zooifactor is de centrale factor die het fascistische systeem mogelijk maakt.

Maar die zooifactor is gekoppeld aan de manier waarop we denken. Mensen die hoog scoren op de zooifactor denken totaal anders, dan de mensen die laag scoren. Dat verschil is zo groot, dat je normaal aan een klein stukje tekst al kunt zien, of iemand hoog of laag op die factor scoort.

In Trouw van zaterdag,14 maart 2020, vind ik de column van Ephimenco. De titel is: Dramatiseren. De strekking is, dat we het corona-virus dramatiseren. Hij schrijft in dit verband:
'Het feit dat Macron impliciet de link met de Spaanse griep legde, onderstreept zijn neiging om de huidige coronapandemie te dramatiseren.'

Hij stelt verder: de Spaanse griep 'is van een andere orde dan de huidige ziekte. In enkele maanden stierven in Europa rond de 2,5 miljoen mensen'. Het aantal wereldwijde doden in dat geval schat hij op 50 miljoen. Maar het huidige virus heeft slechts 5000 doden wereldwijd veroorzaakt. Dat staat dus in geen enkele verhouding tot het aantal slachtoffers van de Spaanse griep, aldus Ephimenco.

Duidelijk ja. We hoeven ons nergens zorgen over te maken, want Ephimenco heeft bedacht dat het corona-virus verder geen slachtoffers zal maken. Het is een fatsoenlijk virus, dat doet, wat Ephimenco wil, dat het doet en stopt nu haar activiteiten. Dat lijkt me niet echt realistisch.

De beste schatting voor de mortaliteit van het virus wordt op dit moment geleverd door China, doordat men daar al langere tijd de epidemie onder controle heeft. Mijn laatste blogpost hierover (hier) vermeldt een mortaliteit van 3,9 procent. Inmiddels blijkt dat -- uitgaande van de laatste gegevens (hier op 19-3-2020 om 23.40: 81.155 gevallen, 3.249 doden en 70.535 herstelden) -- te zijn opgelopen tot 4,0 procent.

Daarbij kan dat percentage nog verder omhoog gaan, doordat mensen die al ziek waren nog kunnen overlijden. Wanneer we veronderstellen dat de helft van de mensen die nu nog ziek zijn, komen te overlijden, dan zou de mortaliteit uitkomen op 8,5 procent.

We hebben op Aarde ongeveer 7,5 miljard mensen. Wanneer 75% van hen de ziekte krijgt, zitten we dus -- uitgaande van het gunstigste geval, een mortaliteit van 4 procent -- op 225 miljoen doden. Dat is 4,5 keer het geschatte aantal van de Spaanse griep.

Waarom in het geval van een ernstige ziekte als het nieuwe corona-virus zo'n misleidend verhaal ophangen?

Als columnist moet je een stukje schrijven en je zit met een deadline. Dat stukje moet er komen. Vervolgens checkt niemand wat je precies beweert. Lezers die klagen, worden afgewimpeld.

Verder is voor een columnist belangrijk dat mensen waarderen wat hij schrijft. Ze moeten het leuk en mooi vinden. Een verhaal dat het allemaal wel meevalt, doet het dus beter dan een verhaal dat het wel eens tegen kan vallen.

Dit soort verhalen staat volstrekt los van de realiteit. Het is puur sociaal gebabbel, vergelijkbaar met het sterke verhaal in de kroeg. Wanneer je Trump hoort, is het soms net alsof hij naast je staat in de kroeg. Het lult er ongeremd op los.

Is dat erg? Niet als je je realiseert dat het allemaal slechts bullshit en borrelpraat is. Maar moderne mensen zijn lui en gemakkelijk en maken zichzelf bijna voortdurend schuldig aan borrelpraat. Ze beheersen de andere denkmodus -- het kritische, rationele nadenken -- niet meer. Hun wereld is als het ware gereduceerd tot een borrelpraat-wereld.

Dan krijg je dus virologen die met zekerheid weten te vertellen, dat het virus volstrekt onschuldig is en alleen in China gevaarlijk is, maar niet hier. Of je krijgt een columnist die doet alsof het aantal slachtoffers van het virus tot nu toe hierna niet verder zal oplopen.

Je moet je realiseren dat we het in dit geval hebben over een levensgevaarlijk virus dat een groot deel van de wereldbevolking probeert te elimineren. In die situatie heb je hier een journalist die het niet kan laten dat levensgevaarlijke virus voor te stellen als iets, waar we ons vooral niet al te druk over moeten maken. Mensen die die boodschap geloven, lopen een groot risico dat geloof met de dood te moeten bekopen.

Wat de man doet is dus volstrekt laakbaar en verwerpelijk. Maar dat is precies het soort gedrag dat in deze blog centraal staat. Het basisparadigma is immers de Holocaust.

Waarom doet iemand zoiets? Waarom een volstrekt misleidend verhaal ophangen? Ik denk dat we hier een voorbeeld zien van de zooifactor in actie. Meer specifiek: je verwacht dat iemand als Ephimenco hoog moet scoren op die factor. Doet hij dat?

Even zoeken op internet brengt me eerst hier. De auteur, Eric Krebbers, beschrijft Ephimenco aldus:
"Ephimenco is een typische populist wiens politieke kleur met de mode mee verandert. In meer linkse tijden was hij rood en richtte hij zijn pijlen op samenzweringen van 'de corrupte elite', op bijvoorbeeld Lubbers of het koningshuis. Zoals meestal bij populisten ging het om oppervlakkige aanklachten zonder veel maatschappelijke analyse. De laatste jaren kleurde Ephimenco steeds bruiner en inmiddels is hij een rechtse populist."

Krebbers schrijft verder:
"De open brieven en ook de meeste columns van Ephimenco hebben dezelfde opzet. Allereerst brengt hij een diepe scheiding aan tussen 'wij' en 'zij'. Het gaat tussen 'ons' en "de moslims", tussen 'slachtoffers' en 'de daders', de 'goeden' en de 'slechten'.
'De vliegtuigen van 11 september hebben zich niet alleen een weg geboord in beton, glas en vooral menselijke levens in New York en Washington, maar zorgen sinds die dag voor een steeds toenemende polarisatie tussen jullie, moslims van Nederland, en het overgrote deel van de niet-moslimse bevolking.' Zo opende Ephimenco zijn brief. Het zou volgens hem gaan om 'een zelfgekozen segregatie en apartheid', veroorzaakt door 'de onwil van grote groepen allochtonen om te integreren'.

Vervolgens maakt hij steevast alle moslims collectief verantwoordelijk voor het moslimfundamentalisme.
'Het wordt ook tijd van jullie kant te beseffen en te erkennen dat binnen jullie geloof een nieuwe generatie krijgers is opgestaan, fanatieke dissidenten die door hun wreedheid en vastberadenheid de wereld doen sidderen. Het is wrang maar of jullie het willen of niet, de verwerpelijke daden van een minderheid die zich op de islam beroept, kunnen verwarring scheppen en direct of indirect het imago van de meerderheid besmeuren.'"

Krebbers eindigt zijn stuk over Ephimenco met:
"Aan de deur van zijn werkkamer heeft hij een foto van de dode Fortuyn geprikt 'omdat nooit vergeten moet worden waar onverdraagzaamheid toe kan leiden'. Aldus een van de minst verdraagzame opiniemakers van Nederland."

Het beeld dat je uit de opmerkingen van Krebbers krijgt, is dat van een 'man of words' (double-high, alfa). Iemand die sociaal handig met woorden strooit en zich niet druk maakt over wat die woorden precies betekenen of aanrichten. De focus is volledig op macht, invloed en status. Denk aan iemand als Trump. Iemand die ten koste van alles het plebs (de volgelingen/gelovigen) in zijn greep probeert te krijgen.

Maar Krebbers kan natuurlijk een vertekend beeld hebben van de man. Wat schrijft de man zelf?
"Open brief aan de moslims van Nederland
De vliegtuigen van 11 september hebben zich niet alleen een weg geboord in beton, glas en vooral menselijke levens in New York en Washington, maar zorgen sinds die dag voor een steeds toenemende polarisatie tussen jullie, moslims van Nederland, en het overgrote deel van de niet-moslimse bevolking."

De schuld voor 11 september wordt behendig in de schoenen van alle moslims geschoven. Die mensen deugen gewoon niet, die mensen zijn gevaarlijk. Waar hebben we dat ook al weer eerder gehoord? Kennelijk was de link hierboven die ik legde met de Holocaust niet helemaal ten onrechte.

Hoe kwam die open brief bij het publiek van Ephimenco over? Als het echte wetenschap was, zal de strekking vaak niet goed vallen. Als het geroeptoeter is, vinden ze het prachtig. Het stuk van Krebbers geeft duidelijk aan dat Ephimenco met zijn open brief wist te scoren bij zijn publiek.

Het wordt bijna saai. Ook in dit geval wordt het soortenmodel kennelijk weer bevestigd. De zooifactor (bevooroordeeldheid, etnocentrisme) beschrijft en verklaart de eigenschappen van de betrokkene behoorlijk goed.












donderdag 19 maart 2020

Een foute mentaliteit en het corona-virus


Als ik vandaag (17/3/2020) de Volkskrant lees, word ik niet vrolijk. Het begint al met de voorpagina. De kop luidt: Leren leven met het virus. Denk daar even over. We moeten leren leven met het virus. Maar het probleem is juist, dat het virus velen van ons zal vernietigen.

Jammer dan, is kennelijk het idee. De economie moet nu eenmaal doordraaien. We kunnen prima met wat minder Nederlanders toe in dit overvolle land.

Dan krijgen we het onderschrift bij de titel. "Nederland moet zich voorbereiden op een lange strijd tegen het coronavirus, waarschuwt premier Mark Rutte. De bevolking zal langzaam immuun worden, maar voor het zover is, zullen velen ziek worden."

Klopt dat allemaal? Ik vermeldde in mijn vorige post een artikel in het Dagblad van het Noorden. (Hier volgt de link nog een keer: hier.) Volgens dat artikel groeit de epidemie in Nederland met een factor van ongeveer 1,2 per dag.

Als ik de Google rekenmachine erbij pakt, zie je dat over ongeveer 3 maanden iedereen in Nederland besmet zou kunnen zijn. Laat het in de praktijk iets langer duren. Dan is het met vier maanden voorbij, althans dan is vrijwel iedereen besmet geworden. Uitgezonderd de schaarse enkelingen die zichzelf voldoende wisten te isoleren.

Zijn ze dan alleen ziek geworden? Ongeveer een vijfde van alle besmette personen is ernstig ziek geworden. Van die 20 procent zal naar verwachting een vierde op de intensive care (IC) opgenomen moeten worden. Maar die capaciteit is er natuurlijk volstrekt niet. De helft daarvan (2,5 procent van alle besmettingen) zal het niet redden. Dan praat je dus over minimaal 350.000 doden. Het lijkt me niet, dat die mensen nog echt zullen leren leven met het virus.

Volgens het onderschrift zal de bevolking op die manier immuun worden. Maar op dit moment is helemaal niet bekend of het gehad hebben van het virus er toe leidt, dat je daarna niet opnieuw ziek wordt. Ik dacht in ieder geval al eenmaal van iemand gehoord te hebben, die COVID-19 kreeg, die genas en het daarna weer kreeg.

Het idee van die bevolkingsbrede immuniteit die zal ontstaan door bijna 2,5 procent van alle Nederlanders te laten doodgaan, is heel mooi en aantrekkelijk om te geloven, maar niet ontleend aan hard onderzoek. Met andere woorden: het is geloof, opinie, geleuter, babbelpraat.

In een groot artikel even verderop in de Volkskrant (p. 4 en 5) wordt geschermd met '60 procent' van de bevolking die het virus gehad zou moeten hebben om groepsimmuniteit te bereiken. Een bewering van het RIVM, dat ondertussen een gigantische reeks niet-kloppende uitspraken over het virus en de epidemie heeft geproduceerd. Het RIVM bedenkt voortdurend hoe het virus zich dient te gedragen, helaas trekt het virus zich daar vervolgens niets van aan.

Is dit idee van groepsimmuniteit bij 60% besmettingen realistisch? Het virus bleek in sommige Europese landen een reproductiegetal van vier te hebben. Iedereen die het had besmette vervolgens gemiddeld vier anderen. Om groepsimmuniteit te krijgen, zul je in dat geval 3 van de 4 mensen immuun voor besmetting moeten maken. Met andere woorden: minstens 75 procent. Dat percentage moet je verder in alle mogelijke bevolkingsgroepen realiseren, niet slechts in bepaalde, zoals alleen jongeren.

Bij het artikel zie ik een grafiekje van het aantal ziekenhuisopnames staan. Het is geen rechte lijn die netjes omhoog loopt, maar iets dat steeds sneller omhoog begint te gaan. Het begint langzaam en geleidelijk, maar gaat tenslotte steil de lucht in.

Op 7 en 8 maart werden er respectievelijk 24 en 36 mensen opgenomen. In een dag kwamen er dus 12 mensen bij. Op 15 en 16 maart hadden we respectievelijk 162 en 205 opgenomen patiënten. In één dag kwamen er 43 gevallen bij. Na ongeveer een week is de stijging in het aantal opnames per dag meer dan verdrievoudigd. Als je die curve doortrekt, zit je een week later op een negenmaal zo'n grote stijging. En de week daarop op ongeveer dertig of veertig keer zoveel. En na drie maanden?

Even verderop in de krant zie je een grote foto staan van een collectie jongeren die gezellig bij elkaar zitten (p.11). Ze krijgen les in digitaal lesgeven. Ik dacht dat we de scholen dicht hadden gegooid, maar hier zit een bedrijf zich niets van alle regelingen aan te trekken. Als we geld kunnen verdienen, gaat dat natuurlijk voor. Dan kijken we niet op een paar doden meer of minder.

Dan op pagina 16 een hartverwarmend bericht. Een kleine 2000 oud-verpleegkundigen hebben zich aangemeld om bij te springen in ziekenhuizen en zorginstellingen. Dat zijn in doorsnee oudere mensen, die dus extreem risico lopen zelf dood neer te vallen, maar dat niet schijnen te begrijpen. En dat soort mensen zou dan opeens op de IC bij moeten springen? Misschien kun je als toekomstig IC-patiënt maar beter besluiten om gewoon thuis dood te gaan.

Op bladzijde 17 krijgen we een volgend emotie-verhaal van, let wel, een 'spoedeisendehulparts'. Je komt bijna in de verleiding bij zo'n woord om je af te vragen of ze inderdaad spoed eisende hulp nodig heeft.

Wat me in haar verhaal opvalt, is allereerst de manier waarop ze besmet is geraakt. Ze kregen een patiënt die niet aan de definitie van het RIVM voor Corona-gevallen voldeed, maar later wel positief bleek te testen. Dat wijst er weer op dat de mensen bij het RIVM uitgaan van hun eigen ideeën, maar niet van de harde realiteit. Eerdere opmerkingen van mij over het RIVM maakte ik op precies dezelfde grond.

Een tweede punt dat me in dit verhaal opvalt, is de persoonlijkheid van de desbetreffende arts. Op grond van wat iemand zegt, kun je snel inschatten waar iemand zit op de zooifactor (bevooroordeeldheid). Wanneer je patiënt bent, wil je liever een kundig, zakelijk iemand aan je bed, dan een populaire roeptoeter, die 'prachtige' verhalen vertelt, maar ondertussen vooral bezig is met de eigen status.

Ook uit een ander artikel krijg ik de indruk dat zorgmedewerkers en artsen vol goede bedoelingen zitten en heel empathisch zijn. Maar als ik in een straalvliegtuig zit, heb ik liever een captain die in de seconden dat het er echt op aankomt, ijzig kalm blijft en doet wat hij moet doen, dan een captain die druk bezig is, mij gerust te stellen. Wanneer je bewusteloos, plat op je buik, drie weken lang afhankelijk bent van de personen om je heen, is een klein slordigheidje genoeg om het niet na te kunnen vertellen en koop je weinig voor al die blijken van warm medeleven.

Wanneer je dan nog de moed niet hebt opgegeven, krijg je op bladzijde 20 de volle laag. De kop luidt: Westen mist de instrumenten voor harde Chinese aanpak. Het is een betoog in vier punten dat China wel in staat is de oorlog aan het virus te verklaren, maar dat wij in het hoog ontwikkelde en democratische Westen dat natuurlijk volstrekt niet kunnen. Wij zijn niet gek! Laat die Chinezen maar idioot doen, wij weten gelukkig wel beter. Je moet gewoon leren leven met het virus.

Maar een virus dat een deel van je bevolking vermoordt, is iets dat je als overheid behoort te bestrijden. Zelfs als je een rijk land in het rijke Westen bent. Als je dat niet begrijpt, is er echt een steekje los, vrees ik. Het doet me denken aan 'peace for our time'. Het idee was toen: je moet leren leven met mijnheer Hitler. Hij is er nu eenmaal en gaat niet meer weg. Het idee nu is: je moet leren leven met het virus, want dat is er nu eenmaal en gaat niet meer weg.

Maar nog ben je als lezer niet voldoende plat gewalst. Op bladzijde 27 krijg ik een wild opinie-verhaal met de titel: Laat paniek niet omslaan in obsessieve fixatie op risico's. De strekking: we moeten vooral niet te veel willen doen. Laat maar gewoon wat Nederlanders doodgaan, anders gaat het ons veel geld kosten. Moet kunnen toch, een paar oude mensen minder?

Als uitsmijter krijg je als lezer tenslotte een stukje van een huisarts (p. 27). Wat hij schrijft klinkt niet erg geruststellend. Te weinig beschermende kleding. Geen mondmaskers. Aanhoestende patiënten. Voorschriften die niet kloppen.

Wat moeten ze doen als ze zelf ziek worden? Antwoord van de GGD: ga er maar vanuit dat het Corona is en ga thuis uitzieken. Behalve als je geen koorts hebt, dan werk je maar gewoon door.

Die opmerking betekent dus, dat je in ieder geval nooit, maar dan ook nooit, een arts moet opzoeken of ontmoeten. Want die man of vrouw kan dus heel goed al besmet zijn. Als je het nog niet was, ben je het daarna wel. Het Nederlandse zorgsysteem is al ingestort, voordat je je als patiënt gemeld hebt.

Deze huisarts schrijft verder: 'Vlag in de hand en gaan voor het vaderland is het motto.' Het doet denken aan de Eerste Wereldoorlog, toen de dienstplichtigen massaal moesten aanvallen en genadeloos werden neergemaaid door het moordende vuur uit de vijandelijke machinegeweren. Hij schrijft: 'We doen ons best, maar de grens is bereikt.'

Wat hij aan het einde van zijn stukje schrijft, stelt nog minder gerust. Hij schrijft: 'want daar draait het allemaal om -- de zorgcapaciteit van de ziekenhuizen niet te overvragen.' Ja, zo staat het er echt!

Maar daar gaat het dus helemaal niet om. Althans, daar zou het helemaal niet om moeten gaan. Het gaat erom, dat er zo min mogelijk mensen doodgaan en dat bereik je alleen door te zorgen dat er zo min mogelijk mensen besmet worden. Dat is geen rocket-science, maar logica van het niveau '1+1=2'.

Wat moet je denken van een huisarts, waarvoor zo'n simpel idee al te hoog gegrepen is? Kennelijk gaat er in zijn brein ergens iets grondig mis.








woensdag 18 maart 2020

Levensgevaarlijke 'nuchterheid' en het Corona-virus


In het Dagblad van het Noorden word ik vandaag verrast door een ingezonden artikel van een stel medici en aanverwante beroepen over de Nederlandse omgang met het Corona-virus. Van harte aanbevolen!

De link staat: hier.




dinsdag 17 maart 2020

Gevaarlijke onzin van Rutte over groepsimmuniteit


Laatst bijgewerkt: 17-3-2020 om 14.17


Het nieuwe Corona-virus (SARS-CoV-2) blijft 'prachtige' voorbeelden opleveren van irrationeel geroeptoeter. Als we maar stevig leuteren, krijgen we het virus er wel onder. Dat is kennelijk het idee.

Deze avond (16-3-2020) maakte premier Rutte er weer een 'prachtige' show van (hier). De meeste mensen vonden het echt een prachtig verhaal blijkt uit de vele positieve reacties op de site van Nu.nl. Ook veel politici waren vol lof voor zijn verhaal (hier).

Toen ik het verhaal hoorde, was mijn reactie: we worden geregeerd door idioten. Nu is dat natuurlijk ook maar een opwelling uit de onderbuik, dus het kan zijn dat mijn emotionele systeem me in dit geval helemaal de verkeerde kant heeft uitgestuurd.

Laten we kijken. Volgens Rutte zijn er in dit geval drie verschillende scenario's mogelijk. In het eerste scenario controleren we het virus maximaal en proberen we groepsimmuniteit op te bouwen. In het tweede scenario laten we het virus gewoon zijn gang gaan. In het derde scenario proberen we het virus continu terug te dringen door het blijven nemen van vergaande maatregelen tot er een vaccin voor handen is. Iets dat wel eens anderhalf jaar kan duren en daardoor veel economische schade zal opleveren.

Als echte VVD'er vindt Rutte het idee van veel economische schade voor ondernemers iets dat niet valt te verkopen, dus die optie wil hij niet. De tweede optie zou op korte termijn tot gigantische sterfte leiden, dus dat kan hij ook niet verkopen.

De optie waar het kabinet dus voor kiest, is de eerste. Maar dat is nogal een vreemde optie. Hoe kun je een virus dat al ontsnapt is en vrij door de populatie circuleert nog controleren? Laat staan 'maximaal' controleren? Dat wil dus niet echt. Dat deel van het verhaal is dus klassieke bullshit.

Maar dan wordt het verhaal nog wilder. Hij wil gecontroleerd 'groepsimmuniteit' opbouwen. Hoe denkt hij dat te gaan doen? Hallo mijnheer Jansen, op basis van uw burgerservicenummer bent u vandaag aan de beurt om besmet te worden met het virus. Gezien uw leeftijd zit u nog niet in een risicogroep en u heeft ook geen vrijstelling op grond van medische klachten. U zult er dus vandaag echt aan moeten geloven!

Persoonlijk vind ik dat best een aardige optie. Ik neem aan dat ik als 65+'er vrijgesteld word van opzettelijke besmetting. Maar goed, ik heb ook nog kinderen en het zou heel goed kunnen gebeuren dat een van hen zo'n verplichte besmetting niet overleeft. Gaat het dan niet om moord?

Goed, laten we aannemen dat het kabinet niet zo ver wil gaan. Men gaat er vanuit dat het virus ontsnapt is en niet meer valt te beteugelen.

Maar in China is het virus ook ontsnapt en wist men het virus wel te beteugelen. Begrijp ik goed dat de premier al bij voorbaat zegt: wat ze in China kunnen, kunnen wij natuurlijk niet?

Oké, laten we veronderstellen dat het opbouwen van 'groepsimmuniteit' (herd immunity) inderdaad de oplossing zou zijn. Hoeveel procent van de Nederlanders moet dan besmet worden met het virus?

De besmettelijkheid van het virus dat COVID-19 veroorzaakt, wordt geschat op ruim 3. Dat wil zeggen dat onder normale omstandigheden iedere besmette persoon gemiddeld ruim drie anderen infecteert. Wanneer twee van die drie anderen het virus al gehad hadden, zou onze drager slechts één andere persoon aansteken. In dat geval zou hij de ziekte dus wel doorgeven, maar zou de ziekte zich niet meer uitbreiden.

Het idee van Rutte is dus dat minstens twee van de drie Nederlanders de ziekte moet krijgen, zodat we er daarna vrijwel geen last meer van hebben. Je moet ruim boven die 67% gaan zitten natuurlijk, dus dat zou betekenen dat 3 van de 4 Nederlanders (75%) besmet moet worden, zodat onze economie daarna weer volop kan draaien.

Bij dat opzettelijke besmetten doet zich nog een probleem voor. Wil dat idee van groeps-immuniteit werken dan moet de hele groep gelijkmatig besmet worden. Het mag dus niet zo zijn dat je alleen jonge mensen besmet, want dan zul je zien, dat de ziekte daarna uitbreekt bij oudere mensen. Het mag niet zo zijn dat je alleen ongelovigen besmet, want dan worden daarna de gelovigen allemaal ziek. Je moet dus echt iedere groep voldoende besmetten, van iedere groep moet 75% eraan geloven.

Als we naar de Chinese cijfers kijken (hier) worden er op dit moment (17-3-2020 om 2.56) 81.032 bevestigde gevallen vermeld. Daarvan zijn er 3.217 overleden en 67.910 hersteld.

Dat betekent dat voor 9.905 mensen de afloop nog onbekend is. Omdat de meeste van deze mensen al heel lang ziek zijn, is plausibel dat de helft ongeveer alsnog overlijdt. (Mensen die op de intensive care beademd worden voor COVID-19 overlijden in de helft van de gevallen, lijkt het.) Dat levert dus 4.954 extra doden op. In totaal hebben we dan 8.171 doden op 81.032 gevallen. Dat levert een mortaliteit van 10,1 procent op.

In mijn vorige blogpost over dit onderwerp vond ik op deze manier nog een mortaliteit van 12,3 procent. Die cijfers waren van 13-3-2020. Kennelijk schuift het percentage dus nu snel naar beneden. Een duidelijke indicatie dat deze manier van schatten kennelijk te somber is.

Artsen gaan in doorsnee uit van het scenario dat ongeveer 20 procent van de gevallen in het ziekenhuis wordt opgenomen. Van die 20 procent komt ongeveer een derde aan de beademing. Van die een derde overlijdt vervolgens ongeveer de helft. Je komt dan dus uit op een mortaliteit van ongeveer 3,5 procent. Een belangrijk lager getal.

Wanneer je echter naar de Chinese cijfers kijkt, zie je dat de mortaliteit op dit moment in het meest gunstige geval op zijn minst 3,97 procent bedraagt. Afgerond: 4,0 procent. Die schatting van 3,5 procent door artsen is dus duidelijk veel te optimistisch.

Maar laten we Rutte volgen in zijn redenering, hem kennelijk ingefluisterd door mensen van het RIVM. Mensen die eerder de plank -- als deskundigen op dit specifieke gebied -- volledig mis wisten te slaan. Reden voor mij om ze aan te duiden als 'idioten'. Ja, maar in een geval als dit, wel uiterst gevaarlijke idioten.

Wat betekent het verhaal van Rutte op zijn gunstigst? We hebben ongeveer 17,5 miljoen inwoners. Drie vierde daarvan moet besmet worden. Maar je kunt dat dus niet met opzet doen, zelfs niet als overheid zijnde. Althans niet in een democratisch bestuurd land. Dat levert dus -- uitgaande van 4 procent -- minimaal 525.000 doden op. Dat is drie procent van de bevolking.

Meer dan een half miljoen doden. Ter vergelijking: in de Tweede Wereldoorlog vielen er -- inclusief de weggevoerde Joden -- minder dan 200.00 Nederlandse doden te betreuren (hier). Je zou bijna gaan denken dat Rutte aandelen in een begrafenis-onderneming heeft gekocht.

Ik denk dus dat het verhaal van Rutte niet klopt en in feite sociaal gebabbel is. Uit de reacties op dat gebabbel blijkt het ook inderdaad zo te werken. Mensen interpreteren het verhaal oppervlakkig. Als kroegpraat, wat het in feite ook is. Maar wie met kroegpraat een epidemie probeert te bezweren, is gevaarlijk bezig.

In het denken van Rutte is de economie op de lange duur belangrijker dan het beschermen van je bevolking. In de Tweede Wereldoorlog was het niet anders. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog mocht het leger vooral niet te veel kosten en werd er door Hendrik Colijn ook lustig op los gebabbeld. Die houding heeft bijna 200.000 landgenoten het leven gekost en onvoorstelbaar veel schade en ellende opgeleverd.

Wat moet je dan in een geval als dit wel doen? Je moet natuurlijk net als de Chinezen zo snel mogelijk en zo hard mogelijk de strijd aangaan met het virus. Iedere besmetting is er één teveel. Er is geen enkele reden om bij voorbaat het hoofd in de schoot te leggen. En dat mag best wat kosten, want zo'n arm land zijn we nu ook weer niet.

China heeft laten zien, dat bestrijding zelfs in een gevorderd stadium kan en zinvol is. Vroeger hebben ze misschien ooit iets van ons kunnen leren, waarom zouden we nu niet zo slim zijn om iets van hen te leren?



















zaterdag 14 maart 2020

De mortaliteit van het nieuwe Corona-virus (SARS-CoV-2 / COVID-19)


Laatst bijgewerkt: 14-3-2020 om 15.23


In een eerdere blogpost Borrelpraat over het Corona-virus (hier) besteedde ik aandacht aan een voorbeeld van irrationeel geroeptoeter over het nieuwe Corona-virus. Om sociaal te scoren houdt iemand een indrukwekkend verhaal dat indruk maakt op mensen die oppervlakkig luisteren en lezen, maar dat in werkelijkheid los staat van de realiteit.

In dit verband is ook de naam van het virus en de ziekte interessant. Over de naam van het virus bestaat de nodige verwarring. Het virus heet SARS-CoV-2. Het gaat dus om een variant van SARS. De ziekte die door het virus veroorzaakt wordt, heet echter: COVID-19. Waarom zou je simpel doen, als het ingewikkeld kan?

De reden om de ziekte totaal anders te noemen dan het virus, was dat men het publiek niet wilde verontrusten. Het publiek moest niet weten, dat het om een variant van SARS ging. Men zou anders  in paniek kunnen raken.

Het gevolg van deze 'handigheid' is dat veel roeptoeterende geesten (in het Engels: talking heads) met zekerheid weten, dat het om een soort griep gaat. Dat is dus niet juist. Je kunt beter stellen, dat het om een soort verkoudheid gaat. Maar dan wel een verkoudheid die voor veel mensen dodelijk is. Voor hoeveel mensen? Op het punt van de mortaliteit kom ik straks terug.

Een positief punt van het nieuwe Corona-virus is dat het een zee van hilarische voorbeelden oplevert, over hoe mensen volstrekt irrationeel kunnen reageren op zo'n puur feitelijke bedreiging. Wie voorbeelden zoekt, kan de toespraak van president Trump bijvoorbeeld raadplegen (hier en hier). Commentaar daarop is onder andere hier te vinden.

Maar ook in de UK laat men zich op dit punt niet onbetuigd met een leider als Boris Johnson (hier, vanaf ongeveer 6:00). Hij stelt onder meer dat het doorgaans een milde aandoening is en laat een opmerking vallen, dat we het maar manmoedig moeten ondergaan (taking it on the chin). Ook vindt hij blijkens zijn gedrag, het idee dat je misschien beter niet handen kunt schudden een verhaal voor de Fabeltjeskrant.

Een column in de Telegraaf, één van de weinige kranten die zich realiseert dat de Corona-pandemie geen kattenpis is en dat de reactie van het kabinet veel te laks is, wees me op een oud bericht op RTL-nieuws. Het bericht is getiteld: Het Coronavirus, dit zijn de feiten (hier) en dateert van 29 januari 2020.

Ik citeer uit het bericht op RTL-nieuws:
"Waarom wordt er veel over dit virus gezegd en geschreven?
Alleen door de gewone griep sterven jaarlijks in Nederland duizenden mensen. Bij corona ligt dat wereldwijd op 170. Waarom dan toch die zorgen? 'In de eerste plaats omdat het een nieuw virus betreft waar we nog weinig van weten', zegt Harald Wychgel van het RIVM.
'Uiteraard is de gewone griep een reëler gevaar. Maar van het coronavirus weten we nog weinig. Dat spreekt tot de verbeelding van mensen en media. En in China leidt het tot opmerkelijke taferelen: hele steden worden daar op dit moment afgesloten.'" 

De gewone griep is natuurlijk een veel groter gevaar! Een woordvoerder van het RIVM verkondigt die onzin. Mijn spontane reactie was: RIVM-idioten! Dat een journalist zoiets beweert, is ergerlijk, misleidend en gaat ten koste van mensenlevens. Maar dat iemand die geacht wordt enige wetenschappelijke opleiding te hebben en ook nog eens deskundig te zijn op dit specifieke gebied, dergelijke onzin beweert, maakt duidelijk dat een stel volstrekte minkukels de strijd tegen het virus geacht wordt te coördineren.

Wie dacht dat dit alle RIVM-onzin was, heeft het ergste nog niet meegekregen. Ik citeer nogmaals.
"Hoe groot is de kans dat het coronavirus in Nederland opduikt?
Volgens het RIVM is het mogelijk dat het virus naar Nederland komt. 'Net zoals in andere landen kan er ook iemand vanuit China naar Nederland komen en hier ziek worden', schrijft het instituut op zijn site.
'De kans dat de ziekte zich vervolgens in Nederland kan verspreiden, is klein. Dat komt omdat het erop lijkt dat het virus niet heel besmettelijk is.' Ook wijst het RIVM erop dat tot nu toe buiten China geen verdere verspreiding van het virus is geweest na besmettingen.'"
Dus mensen, wees gerust! Wie het RIVM gelooft, begrijpt dat het virus zich hier amper zal verspreiden, want het is amper besmettelijk en bovendien nog Chinees ook. In de Hollandse polder voelt het zich echt niet thuis.

De site van het RIVM geeft op dit moment (13/3/2020 om 5.19, hier) 614 positief geteste personen aan. Omdat al sinds een aantal dagen de gezinsleden van positief bevonden personen niet meer getest worden, maar wel beschouwd worden als besmet, ligt het totale aantal bekende besmettingen dus vrijwel zeker ver boven de duizend. Kennelijk heeft het 'Chinese' virus minder moeite met de landsgrenzen dan de mensen van het RIVM.

In mijn eerdere blogpost over dit onderwerp (hier) blijk ik echter voor lezers wat erg snel gegaan te zijn. Het ging op dat punt om de vermoedelijke mortaliteit. Het percentage dat de WHO gemakshalve hanteert, is het aantal doden per aantal aangetoonde gevallen. Als je tien doden hebt op duizend aangetoonde gevallen, is de op die manier berekende 'mortaliteit' dus slechts 1 op de honderd of 1 procent.

Uitgaande van de gegevens hier op dit moment (13-3-2020 om 23.52) hebben we 140.875 aangetoonde gevallen waarvan er 70.174 hersteld zijn en 5.359 overleden. Je zou dan uitkomen op een 'mortaliteit' van 3,8 procent.

Het percentage dat je op die manier vindt, klopt natuurlijk niet, omdat de epidemie zich snel uitbreidt en het altijd even duurt, voordat je dood bent na een besmetting. Je houdt geen rekening met al die mensen waarbij de afloop nog onbeslist is.

Ik keek daarom naar de gevallen waarvan de afloop bekend is. Ze zijn hersteld of dood. Uitgaande van bovenstaande gegevens zou je dan een percentage vinden van 7,1 procent voor de mortaliteit.

Ook dat klopt echter nog steeds niet helemaal. Een probleem in dit geval is dat het langer duurt om dood te gaan na een besmetting, dan om te herstellen.  Ik ging in mijn blogpost nog uit van het omgekeerde. De optimistische optie zou kunnen je zeggen. Maar in werkelijkheid moeten we dus de pessimistische optie hanteren.

Men schat dat de milde gevallen gemiddeld een twee weken duren, terwijl de fatale gevallen gemiddeld iets van 6 weken zouden duren. Doordat de epidemie zich snel uitbreidt, kun je dan niet meer simpel vergelijken. Maar in ieder geval is dan wel duidelijk dat die 7,1 procent veel te optimistisch is.

Inmiddels hebben we echter een volgende optie om de mortaliteit te schatten. In China heeft men kans gezien de epidemie vrijwel volledig tot stilstand te brengen. Er komen dus al een tijd amper nog gevallen bij. Door naar de gegevens van China te kijken kunnen we dus een beter idee krijgen van de mortaliteit.

Op dit moment zijn die gegevens voor China: 80.945 aangetoonde besmettingen met 3.180 doden en 64.194 herstelden. Van  slechts 13.571 gevallen weten we de uitkomst niet. Uitgaande van WHO-mortaliteit vinden we 3,9 procent. Uitgaande van alle gevallen waarvan de afloop bekend is, vinden we 4,7 procent.

Maar de gevallen waarvan de afloop niet bekend is, kunnen dit percentage nog stevig ophogen. In het ergste geval gaan al die gevallen dood. In dat geval bedraagt de mortaliteit 20,7 procent. Nu is dat natuurlijk vrij pessimistisch gedacht. Laten we het neutrale alternatief kiezen. De helft van de onbekende uitkomsten overlijdt. We zitten dan met een mortaliteit van 12,3%.

Wat betekent dat voor Nederland, wanneer we veronderstellen dat 70% van alle mensen uiteindelijk besmet raakt? Mijn calculator zegt dat er dan -- uitgaande van 17,5 miljoen inwoners -- 1.506.750 doden vallen te begraven. Ruim anderhalf miljoen. Wie verstandig is, neemt aandelen in een uitvaart-onderneming.

Natuurlijk weet je niet of die Chinese cijfers echt kloppen. En je weet nooit zeker, hoe iets in werkelijkheid zal lopen. Maar deze cijfers geven dus weinig grond voor het idee van een onschuldig zomergriepje, waar we ons vooral niet ongerust over moeten maken.









maandag 9 maart 2020

De verborgen nugget in de 'The Authoritarian Personality'



Anti-semitisme

Hoofdstuk 3 van The Authoritarian Personality is echter totaal anders dan de eerste twee. Het is het eerste hoofdstuk geschreven door Daniel J. Levinson. Het is redelijk technisch, maar voor iemand die psychometrisch wat onderlegd is, valt het vlot door te nemen.

Waar gaat het over? Wat is het doel? Het doel is anti-semitisme meetbaar te maken. Voor dat doel ontwikkelt Levinson vier subschalen die alle vier bedoeld zijn een bepaald aspect van anti-semitisme te meten.

Die vier schalen blijken betrouwbaar te zijn en onderling hoog te correleren. Met andere woorden: er lijkt geen twijfel mogelijk dat hij erin is geslaagd anti-semitisme meetbaar te maken.

Als je fascisme en alles wat daar op lijkt, wilt bestuderen, zul je ergens moeten beginnen. Levinson is heel simpel begonnen door anti-semitisme, iets dat een belangrijk aspect van fascisme lijkt te zijn, meetbaar te maken.


Etnocentrisme (bevooroordeeldheid)

Het vierde hoofdstuk is ook van de hand van Levinson. Wanneer je anti-semitisme meetbaar kunt meten, is het vermoedelijk ook mogelijk om bevooroordeeldheid jegens andere minderheidsgroepen te meten.

Het idee is dat iemand die bevooroordeeld is jegens Joden dat vermoedelijk ook jegens andere minderheden zal zijn. De vraag is dus: is anti-semitisme een specifiek begrip of generaliseert het in de praktijk naar vrijwel alle mogelijke minderheidsgroepen?

Levinson vond in dit verband de term 'prejudice' echter te beperkt. Hij ziet bevooroordeeldheid als een te eng begrip en kiest daarom voor de term 'etnocentrisme'. Een term uit de antropologie, die in de psychologie niet erg bekend was en ook nu nog, zelden gehanteerd wordt. Bij nazoeken via Google blijkt de term nog steeds niet erg bekend te zijn.  Mensen vragen zich vaak af, wat er precies mee bedoeld wordt.

De keuze van Levinson voor deze onbekende term had vermoedelijk grote gevolgen voor de leesbaarheid van zijn toch al vrij technische hoofdstuk. Mensen realiseerden zich niet precies, waar hij het over had. Ze koppelden het hoofdstuk niet aan het begrip 'bevooroordeeldheid' (prejudice).

Wat betekent 'ethnocentric' precies? Die term betekent dat je de normen van je eigen groep (en je eigen groep) als heilig ziet. Je eigen mensen zijn oké, alles dat niet tot de eigen groep behoort, is fout en gevaarlijk en kan het beste gedood worden.

Ik was geneigd daaraan toe te voegen: of dient als slaaf aan het werk gezet te worden. Het is echter de vraag of dat idee inderdaad klopt. Bevooroordeelde mensen denken in concentrische cirkels. Ze zien  dus overal verschil in status.

Een slaaf is dan belangrijk hoger in status dan iemand die je veiligheidshalve beter kunt vermoorden. Een slaaf heeft een bepaald nut voor de eigenaar, terwijl degene die je beter kunt vermoorden, gevaarlijk of hinderlijk is voor de betrokkene en daarom beter uit de weg kan worden geruimd.

Bij etnocentrisme gaat het dus om negatief denken over leden van andere groepen en positief denken over leden van de eigen groep. Levinson bedacht in eerste instantie drie subschalen om etnocentrisme te meten: de Negro Subscale, de Minority Subscale en de Patriotism Subscale (de Vaderlandsliefde subschaal).

Deze drie subschalen bleken betrouwbaar te meten en onderling hoog te correleren. Ze maten dus inderdaad allemaal dezelfde factor en kennelijk meet die factor inderdaad iets als 'etnocentrisme' (bevooroordeeldheid).

Het tweede wapenfeit van Levinson is dus dat hij 'etnocentrisme' (bevooroordeeldheid) meetbaar heeft gemaakt.

Wat betekent dat? Als een variabele betrouwbaar te meten valt, betekent dat, dat mensen systematisch op die variabele verschillen. Wat Levinson dus in dit vierde hoofdstuk van het boek aantoonde, was dat mensen systematisch verschillen op bevooroordeeldheid. Er zijn uiterst bevooroordeelde mensen en er zijn uiterst onbevooroordeelde mensen.

Of in termen van Levinson: mensen verschillen sterk qua etnocentrisme. Sommige mensen denken sterk in status en groepen, anderen moeten daar niets van hebben.


Anti-semitisme en etnocentrisme zijn hetzelfde

We hebben eerst anti-semitisme aangetoond als iets dat je kunt meten. Dus als iets waar mensen systematisch sterk op verschillen. Sommige mensen haten Joden, andere mensen staan neutraal tegenover ze. Nu hebben we etnocentrisme (bevooroordeeldheid) meetbaar gemaakt. Maar hoe zit het dan met de relatie tussen die twee?

Is het inderdaad zo, dat mensen die Joden haten ook andere minderheden haten? Voor dit doel heeft Levinson naar de correlatie gekeken tussen anti-semitisme en etnocentrisme. Die bleek uitermate hoog te zijn. Mensen die Joden haten, haten dus in het algemeen ook andere minderheden. Ze haten niet slechts Joden, nee, ze zijn etnocentrisch.

Anti-semitisme bleek hoog (0.80) te correleren met de oorspronkelijke etnocentrisme-schaal. Gecorrigeerd voor onbetrouwbaarheid wordt dat, kon ik berekenen: 0.87. Anti-semitisme en etnocentrisme zijn vrijwel volledig hetzelfde.

Levinson had laten zien dat anti-semitisme slechts een symptoom is van een veel groter, onderliggend syndroom. Je zou het een ziekte kunnen noemen. Neutraler geformuleerd: het ging om een persoonlijkheidskenmerk.

Vervolgens had Levinson aangetoond dat mensen systematisch verschillen in de mate waarin ze dat grote, kwalijke syndroom bezitten. Het ging dus om een meetbaar verschil tussen mensen.

Maar nog was Levinson niet tevreden. Dat bijzondere resultaat bewaar ik echter voor de volgende blogpost.














De vraag die 'The Authoritarian Personality' wilde beantwoorden



De basis voor het empirische onderzoek naar discriminatie werd in 1950 gelegd met de verschijning van het boek: The Authoritarian Personality. Het onderzoek dat in dit boek gerapporteerd werd, is tijdens de Tweede Wereldoorlog gestart. Het boek probeert de resultaten van dit onderzoek te rapporteren.

Ik schrijf met opzet 'probeert', want ik denk dat dat niet altijd helemaal gelukt is. In een volgende blogpost zal ik laten zien, dat belangrijke resultaten uit het boek soms niet overgekomen zijn bij de lezers. Sterker nog: je krijgt de indruk dat de auteurs op een bepaald moment zelf soms ook niet meer helemaal begrepen, wat ze precies gevonden hadden.

Bij het rapporteren van onderzoek draait alles om de vraagstelling. Empirisch onderzoek is kijken naar de werkelijkheid met een specifieke vraag in het achterhoofd. Onderzoek doen is een langdurige aangelegenheid en onderzoekers worden overspoeld met allerhande informatie. De vraagstelling moet dus simpel en glashelder zijn. Het is de vraag of dat in dit geval het geval was.

Wat wilde men precies onderzoeken? Volgens de tekst op de omslag van het boek ging het om de kenmerken van de 'prejudiced person' (de bevooroordeelde persoon). Volgens deze omslagtekst was het doel factoren te ontdekken die het mogelijk hadden gemaakt voor het autoritaire menstype (een nieuw begrip van een menselijke soort) om het overleven van het individualistische, democratische menstype te bedreigen. Het doel was factoren te vinden om die dreiging in te perken.

Kennelijk had men dus een onderscheid in het hoofd tussen mensen die een niet-democratische strongman steunen en zij die niets van die strongman moeten hebben. Verder veronderstelde men  dat de vijanden van de democratie bevooroordeelde mensen waren, terwijl de vrienden van de democratie onbevooroordeelde mensen moesten zijn.

De omslagtekst eindigt met:
'By isolating the destructive germ of the authoritarian personality, the book lays a major foundation for long-range attack upon the anti-democratic forces in modern society.'
Het doel van het boek was een basis te leggen voor de bestrijding van fascistische krachten in de moderne maatschappij.

Het voorwoord van het boek (het Preface van Max Horkheimer, directeur van het Institute of Social Research) verwoordt het doel weer anders. Dit voorwoord begint met: 'This is a book about social discrimination.' Vervolgens wordt dat begrip gekoppeld aan: een mensensoort die we het 'autoritaire menstype' noemen. Als kenmerk van dit soort mensen wordt vermeld: vergaande irrationaliteit.

Het eerste hoofdstuk, de inleiding (Introduction), is natuurlijk bedoeld de vraagstelling duidelijk te maken. Volgens dit hoofdstuk is het doel de potentiële fascist in kaart te brengen. Het doel is het bestuderen van mensen die fascistische (anti-democratische) propaganda niet kunnen weerstaan. Mensen die vallen voor propaganda van de strongman, hebben veel gemeenschappelijk, veronderstelt men. Om de kenmerken van die mensen gaat het.

Verder maakt men in dit inleidende hoofdstuk een onderscheid in niveaus. Men gaat er vanuit dat de potentiële fascist gemeten kan worden via de buitenkant. De openlijke attitude met betrekking tot bijvoorbeeld Joden. Maar dat het ook mogelijk moet zijn die attitude te meten via de onderliggende drijfveren van de persoon.

De inleiding is bijna 27 bladzijden lang en het gaat om dicht bedrukte bladzijden. Wat er staat, is soms best de moeite waard. Maar als basis voor onderzoek komt de vraagstelling voor mijn idee niet echt scherp uit de verf.

De veronderstelling is kennelijk dat bepaalde mensen vallen voor de propaganda van de strongman. Wie de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog een beetje kent, weet dat dat juist is. Hitler kwam aan de macht doordat een minderheid van de Duitsers hem in het zadel hielp. In een moderne samenleving is dus kennelijk altijd een belangrijke minderheid vatbaar voor de propaganda van een strongman.

Maar je weet vooraf niet welke mensen dat precies zijn. De vraag is dan: hoe denk je dat vast te stellen? In het inleidende hoofdstuk wordt dat niet echt duidelijk.

Wanneer je echter volhoudt de tekst door te ploeteren, blijkt in hoofdstuk 3 dat het onderzoek begonnen is met het meetbaar maken van anti-semitisme. Een kenmerk van mensen met een aanleg voor fascisme is natuurlijk dat ze niets van Joden moeten hebben. Dat gegeven kun je dus als vertrekpunt voor onderzoek gebruiken. In het inleidende hoofdstuk wordt wel even naar dit hoofdstuk en onderzoek verwezen, maar slechts zeer terloops.

Het eerste hoofdstuk bevat wel een paragraaf over de methodologie en over de gehanteerde technieken, maar ook hier wordt de methode die men wil hanteren om de vraagstelling te beantwoorden, niet echt duidelijk.

Een volgend probleem is dat men in de inleiding al de uitkomsten van het verrichte onderzoek is gaan vermelden. Het resultaat is dat vraagstelling, resultaten en conclusies soms stevig door elkaar gehutseld worden. Als inleiding voor een stuk onderzoek voldoet het eerste hoofdstuk dus niet. Voor een normaal mens is het amper leesbaar en weinig informatief.

Wordt het daarna beter? Het tweede hoofdstuk van het boek zet de opvattingen van een bevooroordeeld persoon tegenover die van een onbevooroordeeld persoon. Het idee is aardig, maar op dat moment is de vraagstelling nog steeds niet goed duidelijk. Ook de methode hoe men die niet expliciet verwoorde vraagstelling empirisch denkt te gaan onderzoeken, is op dat moment nog onduidelijk. Zelfs de koppeling tussen fascisme en bevooroordeeldheid die men voortdurend veronderstelt, wordt nergens toegelicht of onderbouwd.

Om het nog erger te maken, grijpt dit hoofdstuk uitvoerig vooruit op allerhande resultaten van het onderzoek die nog niet gepresenteerd zijn. Dat maakt het vrijwel onleesbaar. Kortom: als tweede hoofdstuk is dit stuk eigenlijk overbodig en weinig informatief. Als volhardend lezer zit je dan al bij bladzij 57 en het zijn dicht bedrukte bladzijden.

Mijn tweedehands exemplaar is een originele druk uit 1950 die afkomstig is van een belangrijke Amerikaanse universiteitsbibliotheek (Mount Vernon College Library, Washington). Hoeveel mensen hebben het boek ingekeken? Het uitleenkaartje zit er nog in. Het boek blijkt in totaal slechts tweemaal uitgeleend te zijn sinds 1950. Bob Altemeyer was kennelijk niet de enige die geen zin had dit omvangrijke boek (bijna 1000 bladzijden) door te worstelen.

Maar dan kom je bij hoofdstuk 3. Dat verandert alles.










dinsdag 3 maart 2020

Pragmatische, agressieve gelovigen in een virtuele werkelijkheid


In de Volkskrant van 22 februari 2020 schrijft Arie Elshout over Trump-kiezers. De column draagt de titel: Trump-kiezers hebben hun eigen werkelijkheid.

Foute dingen doen we allemaal wel eens, maar Trump lijkt het op dit punt wel heel bont te maken. Waarom worden de Amerikanen die op hem stemden, niet afgeschrikt door zijn gedrag?

Elshout schrijft:
 'EO-journalist Tijs van den Brink reisde voor zijn programma God, Jezus, Trump! naar Amerika om uit te zoeken waarom conservatieve christenen Trump steunen, ook al doet hij veel van wat God verboden heeft.
Tuurlijk, ze verwerpen zijn levensstijl, maar wat zwaarder weegt is dat hij conservatieve rechters benoemt in het Hooggerechtshof. Deze christenen mogen streng in de leer zijn, ze zijn als zoveel kiezers ook calculerend.'

Daarnaast noemt Elshout nog 'recalcitrantie'. De Trump-aanhang zou zich achtergesteld voelen en daardoor met een bepaalde boosheid reageren.

Tenslotte volgt nog een betoog van Elshout dat feiten niet bestaan. Iedereen heeft zijn eigen werkelijkheid, stelt hij. Ik neem aan dat hij daarmee vooral doelt op de virtuele werkelijkheid waarin Trump-stemmers vaak leven.


Alle soorten mensen zijn pragmatisch

Mijn eerste reactie op de column was: dat klopt niet. We weten waardoor de Trump-kiezers zich onderscheiden van mensen die niets van hem moeten hebben. Ze onderscheiden zich door hun grote bevooroordeeldheid. Ze omarmen vooroordelen.

Maar wat is de basis van bevooroordeeldheid? Die basis bestaat -- weten we door empirisch onderzoek -- uit twee onafhankelijke componenten: sociale dominantie en autoritarisme. Het eerste is een overweldigende drang ten koste van wat dan ook de sociale top te bereiken. Het tweede is het zich blindelings onderwerpen aan autoriteit om op die manier veiligheid te vinden.

Autoritarisme is dus eigenlijk onderwerpingsdrift. Als u me beschermt en voedt, zal ik u volgen, dienen, verdedigen en blindelings gehoorzamen.

Maar waarom onderwerpt de volgeling/gelovige zich? In feite dus om twee praktische problemen op te lossen. Je zoekt veiligheid en je hebt eten nodig. Wanneer een machtig Heer die levert, waar zou je dan nog moeilijk over doen?

De basis van autoritarisme is daarmee heel pragmatisch. Ik zoek veiligheid en eten. Als u mij die verschaft, ben ik uw volgeling.

Hoe zit het met de tweede component: sociale dominantie? Zo'n persoon wil voor alles status en macht. Maar een machtig Heer kan beide leveren. Dus ook in dit geval is de keuze voor de strongman heel pragmatisch.

Dat is allemaal wel waar, maar er is toch nog een probleem. Ook de onbevooroordeelde bèta's handelen namelijk pragmatisch. Zij lopen immers voortdurend kans slachtoffer te worden van de agressieve volgelingen van de Heer. Zij zijn per definitie het eerste doelwit. Als ze dus willen overleven, zullen ze hun brein in de hoogste versnelling moeten zetten. Ze moeten als het ware de gebeurtenissen voortdurend een stap voor zijn en ondertussen hun productie maximaliseren.

Het idee van pragmatisch handelen klopt dus wel, maar het klopt voor alle vier soorten mensen. Het idee klopt altijd. Het stelt je daardoor niet in staat een moderne landbouw-samenleving te begrijpen. Je kunt er niet mee voorspellen, tenzij je weet waar iemand op de twee basisvariabelen van het soortenmodel zit.

Toch is dat pragmatische handelen van mensen wel een belangrijk punt. Volgens de behavioristische Wet van het Effect moet het gedrag van mensen die discrimineren (en ook het gedrag van de mensen die daar doorgaans het slachtoffer zijn) immers op een of andere manier bekrachtigd worden om in stand te blijven.

Het mooie van het soortenmodel is dat het niet alleen de empirische uitkomsten van het discriminatie-onderzoek samenvat, maar dat het ook dit punt verklaart. Het model legt een koppeling tussen de kenmerken van de persoon, het daaruit voortvloeiende gedrag en dat wat dat gedrag in beginsel oplevert.

Het idee voor het empirische onderzoek naar discriminatie werd ooit gelegd door mensen als Freud en Fromm. Dat resulteerde vervolgens in het onderzoek van The Authoritarian Personality. Daarna was Bob Altemeyer een veertig jaar bezig de F-schaal oké te maken, zodat we nu de RWA-schaal hebben om autoritarisme te meten. Ondertussen werd ook nog het belang van sociale dominantie duidelijk.

Al die uitkomsten werden zo beknopt mogelijk samengevat in het soortenmodel. De vier soorten mensen resulteren in een machtige alfa-groep en een groep vervolgde bèta's, die zich staande moeten houden door te produceren. Maar als de machtige groep discrimineert om te overleven en de onderliggende groep produceert om dezelfde reden, is voldaan aan de Wet van het Effect.

In zekere zin kun je dus het soortenmodel een koppeling tussen Freud en Skinner kunnen noemen. Dat is overigens minder vreemd dan het misschien lijkt. Freud was overtuigd van dieper liggende motieven die het menselijk handelen bepaalden, terwijl Skinner in feite volgens dezelfde lijn dacht. Je moest je niet blindstaren op een specifiek gedrag, maar je moest zoeken naar wat dat gedrag opleverde.


Volgelingen/gelovigen zitten vol agressie

Het tweede punt dat Elshout noemt, de recalcitrantie van de Trump-aanhang, klopt ook met het soortenmodel. De aanhangers van de strongman scoren hoog op bevooroordeeldheid. Maar dat is de standaardmaat voor agressie. Van binnen zit er in de gelovigen veel kolkende agressie, die slechts wacht op het signaal van hun leiders om naar buiten te komen.


Zachte en harde werkelijkheid

Klopt het derde punt? De flexibele waarheid. Het ontbreken van harde normen. De normloosheid. Het leven in een sociale, virtuele werkelijkheid. Voor alfa's wel. Voor alfa's zijn regels slechts verbale constructies om andere mensen mee om de oren te slaan. Zelf kunnen ze niet waarnemen, doordat hun taalgebruik de tact-categorie niet omvat. Daardoor zien ze afwijkingen van een regel niet. Voor hen geldt slechts het motto: might makes right. De machtigste kan doen, wat hem belieft.

Voor bèta's geldt dit echter niet. Wanneer je te maken hebt met de harde natuur, koop je weinig voor het negeren van een regel, want de harde natuur is niet echt onder de indruk van je sociale status.

Een 'mooi' voorbeeld vond ik onlangs in het Financieel Dagblad. Een manager -- blijkens het verhaal met een boodschap voor de wereld -- was bij mooi weer in de tuin gaan werken. Er moest een tak afgezaagd worden in een hoge boom. Daarom klom hij omhoog. Staande op een dwarstak begon hij vervolgens te zagen in de tak, die eruit moest. De tak waarop hij stond, bevond zich echter op 7 meter hoogte. En toen brak die tak af. Hij brak zijn rug en moet dus verder door het leven met een dwarslaesie.

Hij beschouwde dit voorval als een uniek keerpunt in zijn leven. Het interessante punt vond ik dat hij zichzelf geen enkel verwijt maakte. Er was niet iets fout gegaan of gedaan, nee, dit was een uniek keerpunt, dat zijn leven blijvend verdiepte.

Tja, zo kun je het natuurlijk ook bekijken, maar ik denk toch dat bèta's liever enig respect opbrengen voor de regel dat je niet op die hoogte op die manier een tak moet afzagen.

Als je doordenkt, kun je je afvragen: waarom geloven bèta's zoiets wel en alfa's vaak niet? Bèta's geloven in een harde natuur. In dit geval: een harde grond. Alfa's zien hun geloof als een sociaal commando. De wereld moet doen, wat zij zeggen. Dat die tak zich van hun commando niets aantrekt, betekent gewoon dat het een volstrekt 'foute' tak is.

Eigenlijk zaagde de man dus de verkeerde tak af. Maar ik vrees dat hij die conclusie niet zal trekken, want dan zou hij toch iets verkeerd hebben gedaan.