zondag 31 december 2023

Wat is links? Wat is rechts?

 

In de Volkskrant van 30 december 2023 vond ik een groot verhaal getiteld: Hoe links de ideale zondebok werd. De intro van het artikel luidt:

"Zuur, hypocriet, drammerig: links lijkt onder een deel van de bevolking verworden tot scheldwoord. Maar waar komt die afkeer vandaan, terwijl de politieke macht van progressieve partijen zo beperkt is? 'Als links werkelijk het bewustzijn zou bepalen, dan doen ze toch iets goed verkeerd.'"

De strekking van het artikel is dat het woord 'links' een negatieve gevoelswaarde heeft gekregen voor veel mensen. Ik laat een illustratieve alinea volgen.

"'Links is verworden tot scheldwoord', zeiden de wetenschappelijk directeuren van GroenLinks en PvdA in de Willem Drees-lezing die ze onlangs hielden. Links is 'radioactief besmet geraakt', in de woorden van NRC-columnist Floor Rusman. Het woord is geen kwalificatie meer, maar een diskwalificatie."

Tja, dat is natuurlijk niet zo best. Als zo'n belangrijk woord een negatieve emotionele lading krijgt voor veel mensen. Dan is er kennelijk iets goed mis! Of niet natuurlijk.

Eerlijk gezegd, begreep ik verder maar weinig van het artikel. Er wordt veel beweerd en verondersteld, maar in feite niets aangetoond. Toch was er een soort herkenningspunt. Het artikel gaat nogal uitgebreid te rade bij Merijn Oudenampsen.  Socioloog en politicoloog, aldus het artikel en: 'zelf uitgesproken links'.

Met andere woorden: omdat hij zelf zegt 'links te zijn', moet hij wel links zijn! Wel, dacht ik, daar ik hem op grond van zijn proefschrift heb ingedeeld als een typische babbelaar, als hij 'links' is, dan ben ik dat dus niet. Maar ben ik dan 'rechts'?

Kortom: een heel artikel over 'links' en 'rechts', maar met de impliciete definitie dat je 'links' bent als je jezelf 'links' en 'progressief' noemt. Een beetje mager dus.

Ik ging eens op internet zoeken en vond zonder veel moeite een artikel van Fons Kockelmans uit het populaire tijdschrift Historiek met de titel: Niemand weet precies wat links en rechts is. Die titel lijkt me behoorlijk duidelijk en het artikel is niet minder duidelijk. Maar kennelijk beschouwen sommige mensen zichzelf als zo superieur dat ze populaire geschriften als Historiek beneden hun stand achten.

Wat me dus opvalt, is dat mensen die zichzelf zien als links, kennelijk geen enkele behoefte hebben hun basisbegrippen te definiëren. Ach, dat weet iedereen toch? Nee, dus.

Een artikel waarin veel wordt beweerd, maar niets hard gemaakt. Basisbegrippen die niet worden gedefinieerd. Uitgebreid te rade gaan bij een typische babbelaar. Je bent geneigd te denken dat het artikel (of de auteur daarvan) hoog zal scoren op de babbelfactor. Ik bedoel daarmee de alfa-bètafactor, een duur woord voor bevooroordeeldheid, het omarmen van populaire vooroordelen en opvattingen. Wat ze in het Engels prejudice noemen.

Wat is bevooroordeeldheid precies? Typische groepsmensen ontlenen hun waarheid aan hun groep. Het gaat er niet om, wat werkelijk is en bestaat, maar om wat de groep vindt en gelooft. Ze baseren zich niet op feiten, maar op meningen. Op geloof. Het gaat eigenlijk om gelovigen en om mensen, die enthousiast doen alsof ze het geloof van de groep echt geloven, terwijl ze voor zichzelf heel goed weten dat het onzin is.

Groepsmensen zijn ook bij uitstek de mensen die discrimineren. Hun overtuigingen worden niet ingeperkt door de harde werkelijkheid, want wat de groep vindt, is de ultieme waarheid. Als de groep gelooft dat de X niet deugen, dan deugen de X ook echt niet, geloven ze.

De fascinerende vraag die dan overblijft, is: kunnen we de Nederlandse politieke partijen op grond van empirisch onderzoek indelen als links of rechts?

In de Atlas van afgehaakt Nederland (gratis als pdf te downloaden: https://www.kennisopenbaarbestuur.nl/documenten/rapporten/2021/12/17/atlas-van-afgehaakt-nederland) vond ik op bladzij 38 een figuur overgenomen van het Sociaal Cultureel Planbureau daterend van 2018. Men heeft gevraagd naar de tevredenheid met het eigen leven (horizontaal) en of het in Nederland de goede of verkeerde kant uitgaat (verticaal). In de figuur heeft men vervolgens verschillende groepen aangegeven met hun gemiddelde op die twee vragen.

Wat je in die figuur ziet, is dat alles (ook de politieke partijen) mooi gerangordend ligt rond een stijgende lijn. D66 en VVD scoren helemaal rechts boven. Op beide punten zijn ze in doorsnee uitermate tevreden. Aan de andere kant van de diagonale lijn ligt de PVV. Een eindje daar vandaan FvD en de SP. Nog weer iets verder op de lijn de PvdD. Nog weer iets meer schuin naar boven ligt 50+.

Aan de andere kant van het centrum krijgen we eerst Groen Links, vrijwel onmiddellijk daarna en vrijwel even hoog op die diagonaal krijgen we de PvdA, het CDA en de Christen Unie. Dan een hele tijd niets en tenslotte eerst D66 en vlak daarna de VVD.

Welke partijen willen verandering? Wel, het lijkt me duidelijk dat de mensen die heel tevreden zijn dat niet willen. De progressieve partijen zijn dus op deze manier bekeken: de PVV, Forum voor Democratie, de Socialistische Partij en de Partij voor de Dieren. Dit zijn de mensen die het meest ontevreden zijn, zowel met hun eigen situatie als met de koers van het land.

Ik weet niet of de Volkskrant zich realiseerde, dat Merijn Oudenampsen in werkelijkheid dus een fervent aanhanger van de PVV is, maar we moeten zijn verklaring toch serieus nemen, lijkt me.




De echte Faust was een vervolgde

 

De Faust van Goethe is wereldberoemd. Minder bekend is dat het werk gebaseerd is op de Duitse legende over Faust. Die legende is een verhaal dat zijn oorsprong vindt in de historische Faust. Wie was de historische Faust? Wie was de persoon die aanleiding was voor het ontstaan van de legende en daarmee ook voor de latere Faust van Goethe?

Wie gaat zoeken op internet vindt wel een aantal beweringen, maar als iemand in deze tijd iets beweert over een persoon die honderden jaren geleden leefde, wil je wel graag precies weten waar hij/zij die bewering op baseert. En dan blijft er akelig weinig over.

Laten we eerst beginnen met de legende. De Engelstalige Wikipedia vermeldt dit (https://en.wikipedia.org/wiki/Faust):

"Faust is the protagonist of a classic German legend based on the historical Johann Georg Faust (c. 1480–1540).

The erudite Faust is highly successful yet dissatisfied with his life, which leads him to make a pact with the Devil at a crossroads, exchanging his soul for unlimited knowledge and worldly pleasures. The Faust legend has been the basis for many literary, artistic, cinematic, and musical works that have reinterpreted it through the ages. "Faust" and the adjective "Faustian" imply sacrificing spiritual values for power, knowledge, or material gain.[1]

The Faust of early books—as well as the ballads, dramas, movies, and puppet-plays which grew out of them—is irrevocably damned because he prefers human knowledge over divine knowledge: "he laid the Holy Scriptures behind the door and under the bench, refused to be called doctor of theology, but preferred to be styled doctor of medicine".[2] Plays and comic puppet theatre loosely based on this legend were popular throughout Germany in the 16th century, often reducing Faust and Mephistopheles to figures of vulgar fun."

Volgens de legende is Faust succesvol, maar ontevreden met zijn leven. Daardoor sluit hij een pact met de Duivel. In ruil voor onbeperkte kennis en wereldse genoegens verkoopt hij zijn ziel aan de Duivel.

 

Nu de historische Faust. De Engelstalige Wikipedia (https://en.wikipedia.org/wiki/Johann_Georg_Faust) vermeldt het volgende.

"Johann Georg Faust (/ˈfaʊst/; c. 1480 or 1466 – c. 1541), also known in English as John Faustus /ˈfɔːstəs/, was a German itinerant alchemist, astrologer, and magician of the German Renaissance.

Doctor Faust became the subject of folk legend in the decades after his death, transmitted in chapbooks beginning in the 1580s, and was notably adapted by Christopher Marlowe as a tragic hero in his play The Tragical History of the Life and Death of Doctor Faustus (1604). The Faustbuch tradition survived throughout the early modern period, and the legend was again adapted in Johann Wolfgang von Goethe's closet drama Faust (1808), Hector Berlioz's musical composition La damnation de Faust (premiered 1846), and Franz Liszt's Faust Symphony of 1857.
Historical Faust
    
This section needs additional citations for verification. [. . .]

Because of his early treatment as a figure in legend and literature, it is difficult to establish historical facts about his life with any certainty. In the 17th century, it was even doubted that there ever had been a historical Faust, and the legendary character was identified with a printer of Mainz called Johann Fust. Johann Georg Neumann in 1683 addressed the question in his Disquisitio historica de Fausto praestigiatore, establishing Faust's historical existence based on contemporary references.

In the light of records of an activity spanning more than 30 years, the two suggested birth years (1466 vs. 1480/1), the two recorded first names (Georg vs. Johann) and the two recorded places of origin (Knittlingen vs. Heidelberg/Helmstett), it has been suggested[by whom?] that there were two itinerant magicians calling themselves Faustus, one Georg, active ca. 1505 to 1515, and another Johann, active in the 1530s.

Possible places of origin of the historical Johann Faust are Knittlingen (Manlius 1562)[incomplete short citation], Helmstadt near Heidelberg, or Roda. Knittlingen today has an archive and a museum dedicated to Faust. Baron (1978)[1] and Ruickbie (2009)[2] argue for Helmstadt as his place of birth.

Faust's year of birth is given either as 1480/1 or as 1466. Baron (1992) and Ruickbie[2] prefer the latter. The city archive of Ingolstadt has a letter dated 27 June 1528 which mentions a Doctor Jörg Faustus von Haidlberg. Other sources have Georgius Faustus Helmstet(ensis). Baron, searching for students from Helmstet in the archives of Heidelberg University, found records of a Georgius Helmstetter inscribed from 1483 to 1487, stating that he was promoted to baccalaureus on 12 July 1484 and to magister artium on 1 March 1487.

For the year 1506, there is a record of Faust appearing as performer of magical tricks and horoscopes in Gelnhausen. Over the following 30 years, there are numerous similar records spread over southern Germany. Faust appeared as physician, doctor of philosophy, alchemist, magician and astrologer, and was often accused as a fraud. The church denounced him as a blasphemer in league with the devil. Faust had also supposedly joined Protestantism.[3]

Johannes Trithemius in a letter to Johannes Virdung dated 20 August 1507 warns the latter of a certain Georgius Sabellicus, a trickster and fraud styling himself Georgius Sabellicus, Faustus junior, fons necromanticorum, astrologus, magus secundus etc. According to Trithemius, in Gelnhausen and Würzburg, Sabellicus boasted blasphemously of his powers, even claiming that he could easily reproduce all the miracles of Christ. Trithemius alleges that Sabellicus received a teaching position in Sickingen in 1507, which he abused by indulging in sodomy with his male students, evading punishment by a timely escape.[4]

Conrad Mutianus Rufus in 1513 recounts a meeting with a chiromanticus called Georgius Faustus, Helmitheus Heidelbergensis (likely for hemitheus, "demigod of Heidelberg"), overhearing his vain and foolish boasts in an Erfurt inn.

On 23 February 1520, Faust was in Bamberg, doing a horoscope for the bishop and the town, for which he received the sum of 10 gulden.[1]: 42 

In 1528, Faust visited Ingolstadt, whence he was banished shortly after. In 1532 he seems to have tried to enter Nürnberg, according to an unflattering note made by the junior mayor of the city to "deny free passage to the great nigromancer and sodomite Doctor Faustus" (Doctor Faustus, dem großen Sodomiten und Nigromantico in furt glait ablainen). Later records give a more positive verdict; thus the Tübingen professor Joachim Camerarius in 1536 recognises Faust as a respectable astrologer, and physician Philipp Begardi of Worms in 1539 praises his medical knowledge. The last direct attestation of Faust dates to 25 June 1535, when his presence was recorded in Münster during the Anabaptist rebellion.

Faust's death is dated to 1540 or 1541. He allegedly died in an explosion of an alchemical experiment in the "Hotel zum Löwen" in Staufen im Breisgau. His body is reported to have been found in a "grievously mutilated" state which was interpreted to the effect that the devil had come to collect him in person by his clerical and scholarly enemies.[5] In 1548, the theologian Johann Gast in his sermones conviviales states that Faust had suffered a dreadful death, and would keep turning his face to the earth in spite of the body being turned on its back several times. In his 1548 account, Gast also mentions a personal meeting with Faust in Basel during which Faust provided the cook with poultry of a strange kind. According to Gast, Faust travelled with a dog and a horse, and there were rumours that the dog would sometimes transform into a servant.

Another posthumous account is that of Johannes Manlius, drawing on notes by Melanchthon, in his Locorum communium collectanea dating to 1562. According to Manlius, Johannes Faustus was a personal acquaintance of Melanchthon's and had studied in Kraków. Manlius' account is already suffused with legendary elements, and cannot be taken at face value as a historical source. Manlius recounts that Faust had boasted that the victories of the German emperor in Italy were due to his magical intervention. In Venice, he allegedly attempted to fly, but was thrown to the ground by the devil. Johannes Wier in de prestigiis daemonum (1568) recounts that Faustus had been arrested in Batenburg because he had recommended that the local chaplain called Dorstenius should use arsenic to get rid of his stubble. Dorstenius smeared his face with the poison, upon which he lost not only his beard but also much of his skin, an anecdote Wier says he heard from the victim himself. Philipp Camerarius [de] in 1602 still claims to have heard tales of Faust directly from people who had met him in person, but from the publication of the 1587 Faustbuch, it becomes impossible to separate historical anecdotes from rumour and legend."

Het is heel veel tekst met akelig weinig harde informatie.

Wat mij opvalt, is dat Faust op alle mogelijke manieren moest worden afgeschilderd als iemand die niet deugde. Hij zocht harde kennis, maar dat was helemaal fout, want je moest gaan voor goddelijke kennis. Hij werd beschuldigd van sodomie, maar op basis van wat we nu denken te weten, klinkt dat uit de mond van een Rooms-Katholiek geestelijke nogal merkwaardig. Hij wordt verondersteld een pact met de Duivel gesloten te hebben, maar dat is natuurlijk allemaal verzonnen. Kennelijk met het doel hem zwart te maken.

Iedereen doet enthousiast mee: Faust deugt volledig niet!

Het doet me denken aan de tijd dat ik nog bij de RUG werkte. Mijn leidinggevende merkte toen onder vier ogen op: ''Iedereen weet, dat jij niet deugt." Ik vroeg vol belangstelling: "Waarom deug ik niet?" Op die vraag bleef ze het antwoord schuldig. Zover reikte haar aangeleerde kennis nu ook weer niet.

Zijn dergelijke toestanden uitzonderlijk? Op basis van wat ik in de loop van mijn studie naar discriminatie heb opgepikt: nee, volstrekt niet.

Een groep mensen die dezelfde overtuigingen en waarden deelt en daardoor ook nog een prachtige inkomstenbron en machtspositie heeft, ziet mensen met andere waarden en normen al snel als een bedreiging die het beste kan worden geëlimineerd.

Een groep zit daarbij zo in elkaar, dat mensen die daar daadwerkelijk een steentje aan bijdragen daar rijkelijk erkenning en statusverhoging voor krijgen. Groepsleden zijn dus gemotiveerd om de afwijkende elementen zo snel en zo grondig mogelijk te verjagen en te beschadigen.

Wie een bekend voorbeeld zoekt, kan kijken naar Poetin die Navalny op alle mogelijke manieren kapot probeert te maken. Waarom? Omdat Navalny dingen durft te zeggen, die als iedereen ze zou zeggen, het einde van Poetin zouden betekenen.

Ik denk dat de Faust-legende alleen te begrijpen valt vanuit discriminatie-oogpunt. Faust trok de aandacht en week af van de waarden en normen die de elite in zijn tijd erop nahield. Dus moest de man op alle mogelijke manieren kalt gestelt.

Het einde van de historische Faust lijkt dat idee te bevestigen. Opeens was het boem en toen was de man niet meer. Maar tja, wat wil je? Dat soort mensen doet toch voortdurend gevaarlijk?





maandag 25 december 2023

"De mens dwaalt"

 

Laatst bijgewerkt: 26-12-2023 om 18.10

 

Op deze blog heb ik talloze voorbeelden gegeven van mensen die merkwaardig gedrag vertonen, om het eufemistisch te stellen. De schrijver W.F. Hermans stelde het duidelijker: "Door gevaarlijke gekken omringd". Hij gebruikte die stelling als titel voor een bundel van zijn columns en andere stukken. 

Hermans verdedigde zijn stelling door te wijzen op het gedrag van de ons omringende weggebruikers. Je kon er nooit zeker van zijn, je moest altijd bedacht zijn op vreemde acties.

Als mens wil je graag geloven dat je zelf een uitzondering bent. Helaas klopt dat in mijn geval in elk geval niet. Ik blijk in het verleden ook wel eens dingen gedaan te hebben, die je eigenlijk alleen kunt omschrijven als: knettergek. Ik acht het daardoor niet onmogelijk, dat iedereen soms de kluts even volledig kwijt is.

Mijn lief pleegt in dat soort gevallen op te merken: 'De mens dwaalt.' Die opmerking klinkt me, mogelijk daardoor, vertrouwd in de oren. De schrijfwijze zou volgens haar eigenlijk moeten zijn: 'de mensch dwaelt'. De uitdrukking zou afkomstig zijn van Hedwig Courths-Mahler.

Bij nazoeken via Google blijkt 'de mens dwaalt' inderdaad de Nederlandse titels te zijn van een van haar vele boeken. Bij verder zoeken blijkt de oorspronkelijke Duitse titel echter te luiden: 'Es irrt der Mensch.' Het verwart de mens.

Mag je dat vertalen met: 'de mens dwaalt'? Volgens mij is de letterlijke vertaling: 'het verwart de mens' en is dat toch iets heel anders. In het eerste geval is de mens de weg kwijt. In het laatste geval is er iets, dat de mens verwart. Zodra je die stoorzender wegneemt, is alles weer oké.

Courths-Mahler schreef vaak romantische liefdesverhalen. Het ligt daardoor voor de hand te denken dat het 'Es' in haar titel slaat op de liefde, mogelijk zelfs de begeerte. De liefde, de begeerte verwart ons.

Is deze uitdrukking inderdaad afkomstig van Courths-Mahler? In het Duits blijkt 'Es irrt der Mensch' een uitermate bekende uitspraak te zijn, die afkomstig is uit de Faust van Goethe. Het volledige citaat luidt:

"Es irrt der mensch, so lang’ er strebt".

Anders geformuleerd: zo lang een mens 'strebt', verwart dat hem. Goethe dacht bij 'streben' natuurlijk niet aan het meer neutrale 'zoeken', maar meer aan het hartstochtelijk najagen van dingen, aan zaken als tomeloze hebzucht en de mateloze drang naar erkenning. Door die sterke innerlijke driften, zijn we niet langer in staat nuchter onze weg te zoeken.

Die stelling van Goethe is het begin van alle empirische wetenschap. Je begint met zo onbevangen mogelijk te kijken, je probeert je emoties uit te schakelen. Maar om verder te komen, om meer te weten te komen, is dat vaak niet genoeg.

Om echt verder te komen, heb je juist bepaalde emoties nodig. Je hebt een koppig verlangen nodig om te willen weten, hoe het zit. Het is ons nooit gegeven, alles te weten en te doorgronden. We mogen hooguit hopen een klein stukje van die complexe werkelijkheid, beter te gaan begrijpen. Om dat kleine stukje te doorgronden heb je niet altijd een groot intellect nodig, maar wel een voortdurerend innerlijke drang om te willen weten, hoe het precies zit en werkt.

Je eigen ideeën over hoe het zou moeten zijn, neem je niet al te ernstig. De god waaraan je je blindelings hebt onderwerpen is de harde werkelijkheid, de harde Natuur. De waarnemingen (data) zijn heilig, zijn God! 

Maar als ik daarna op internet ga zoeken, naar de betekenis van deze bekende passage van Goethe, kom ik van een koude kermis thuis.

De Nederlandse internet-encyclopedie Ensie vermeldt als betekenis doodleuk:

"de mens dwaalt, zolang hij streeft".

Wel, zelfs als vertaling klopt dat niet.

'De grote Rudolf Steiner Citatensite' maakt het nog bonter:

"Wijsheid kan alleen ontwikkeld worden doordat de mens door talloze vergissingen gaat. Goethe zegt: "De mens dwaalt, zolang hij streeft." – Zoals het kind ervan leert, dat het zich bij het vallen verwondt, zo hebben alle grote persoonlijkheden van de ervaringen geleerd, die zij door fouten gemaakt hebben."

Met ander woorden, de betekenis zou zijn: je leert door vallen en opstaan. Wel, dat is de betekenis dus beslist niet.

Op een andere Duitse site vind ik als betekenis deze bijdrage van een reageerder:

"paul klaus
Deutsch, Schule
vor 8 Jahren

So lange der Mensch strebt im Sinne von "suchen / forschen", wird er auch irren. Dieses Irren sollte ihn aber keineswegs davon abhalten, sondern ihn stattdessen ermutigen, weiter und weiter und weiter zu suchen - trotz verständlicher Rückschläge.

Sehr frei gedeutet: LEARNING BY DOING!"

Ook dit klopt dus volledig niet! Hier wordt 'streben' gelijk gesteld aan 'suchen/forschen', maar in werkelijkheid staan die twee haaks op elkaar.

De eerste site die Google vermeldde (https://literaturkreis-autoren-aus-russland.de/2020/05/streben-bestreben/), kostte enige moeite om te lezen en te duiden, maar maakt het terechte onderscheid tussen 'streben' en 'bestreben'. Veel mensen zouden tegenwoordig geloven dat dat synoniemen zijn, maar dat is in het Duits pertinent niet het geval.

De site merkt op:

"Das Streben ist mit einem hohen Maß an Aufwand und Anstrengung verbunden. Nicht umsonst unterstellt man einem Streber implizit, er würde Tag und Nacht an nichts anderes als an die Schule denken. Das Bestreben hingegen ist einfach der Ausdruck einer Absicht oder eines Ziels."

Eigenlijk gaat het nog een belangrijke stap verder dan Goethe dacht. Als je niet verwart wilt worden door dat, wat je hartstochtelijk najaagt, dan moet je hartstochtelijk de harde waarheid najagen. Dan moet je voortdurend gefocust zijn op willen weten, hoe het precies zit. Dan moet je bereid zijn de harde werkelijkheid te accepteren als almachtige God.

Het is dus niet voldoende om onze innerlijke hebzucht en onze mateloze drang naar erkenning te beteugelen, wij moeten die innerlijke hebzucht en drang naar erkenning veranderen in een mateloze drang tot willen weten, hoe het precies zit.

Kunnen mensen dat? Is er iets dat mensen kan motiveren om voortdurend te willen weten, hoe alles precies zit en werkt?

Mijn ervaring is dat je die drang moet hebben of je hebt hem niet. De meeste moderne mensen hebben die drang niet. Hoe het precies in de harde werkelijkheid zit, zal hen worst zijn. Ze hebben andere dingen aan hun hoofd.

Kunnen we die drang meten? Mijn inschatting is dat die drang samenvalt met de alfa-bètafactor. Met bevooroordeeldheid dus. Mensen die populaire opvattingen niet accepteren of eventueel beoordelen als neutraal hebben die drang, uitgesproken alfa's missen die drang volledig.

Helaas, geldt ook voor veel moderne 'wetenschappers' dat hun hartstocht eerder gericht is op de eigen carriëre, dan dat het een nietsontziende jacht is op dat, wat de harde Natuur ons kan leren.












woensdag 20 december 2023

"Links moet feller de strijd aangaan en minder zichzelf kastijden." Is het echt?


Laatst bijgewerkt: 26-12-2023 om 18.17


Als de strekking van mijn voorgaande blogposten klopt, zou je verwachten dat de meeste mensen tegenwoordig problemen hebben met helder, analytisch denken. Denken dat gericht is op het oplossen van concrete problemen.

Wat ik in doorsnee tegenkom in de diverse kranten die ik onder ogen krijg, lijkt dat te bevestigen. Je verdrinkt soms bijna in een zee van opinies.

Maar dan beroep ik me op een globale indruk, dat is niet echt overtuigend. Als je globaal kijkt, kun je ook denken iets te zien, dat er misschien niet is. Ik wil daarom illustreren aan de hand van een specifiek artikel, wat ik denk te zien.

In het Dagblad van het Noorden (12/12/2023, p. 11 ) kom ik een artikel tegen van NRC Media, geschreven door Guus Valk met de titel: "Links moet feller de strijd aangaan en minder zichzelf kastijden."

Het artikel is meer dan anderhalve bladzij lang met grote portretten van de twee geïnterviewden. Dat blijken de 'partij-ideologen' te zijn van Groen Links en PvdA. Respectievelijk Noortje Thijssen en Tim 'S Jongers. 

Wat is een 'partij-ideoloog'? Thijssen blijkt directeur te zijn van het wetenschappelijk bureau van Groen Links en 'S Jongers is hetzelfde bij de PvdA. Als je serieus wetenschap wilt bedrijven, moet je voor alles volstrekt onafhankelijk zijn. Hoe dat moet als je in dienst bent bij een politieke partij, is me  een raadsel. Ook de benaming 'ideoloog' botst met het idee van een objectieve wetenschapper die gedreven onderzoek doet, om te begrijpen hoe iets precies werkt.

Het probleem waar het het vraaggesprek om draait, is de enorme winst van Wilders en andere 'rechtse' partijen en de matige score voor 'links'.

Ik zet die begrippen hier tussen aanhalingstekens, omdat ze in het empirische discriminatie-onderzoek (en dus in deze blog) een andere betekenis hebben. Daar steunen de rechtse partijen de strongman (of de koning) en zijn er aan de linkerzijde alleen de ongeorganiseerde, onbevooroordeelde individualisten (de bèta's), die geen machtige groep achter zich hebben. In deze blogpost gebruik ik deze termen dus overkomstig het gangbare gebruik waarbij de precieze betekenis nogal vaag is.

Het probleem in kwestie was: waarom deed links het zo matig en rechts zo goed? Wat is het antwoord van beide 'experts'? Ik zou nu op basis van het artikel graag een helder antwoord willen geven, maar dat valt niet mee.

Thijssen vindt dat links nooit echt een kans heeft gekregen. Mensen hebben nooit kunnen zien, hoe geweldig het in ons land zou gaan als links de macht kreeg. Ze vindt het verhaal dat de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) recent publiceerde in dit geval de beste analyse. De mensen zijn de grip kwijt op hun leven. Als er geen overheid is die onzekere mensen helpt, maar ze juist wegduwt, dan krijg je dit soort uitslagen, vindt ze.

Het rapport van de WRR heb ik toevallig bekeken. Naar mijn mening was het nogal een kolderverhaal. Een 'mooi' verhaal niet gebaseerd op solide onderzzoek.

Zijn de mensen echt de grip kwijt op hun leven? Sinds wanneer hebben we als Aardse stervelingen grip gehad op het leven? Hadden mensen het vroeger zo veel makkelijker? Dat lijkt me sterk. Nederland is een van de rijkste landen ter wereld waar nu nog alles behoorlijk goed is georganiseerd.

'S Jongers zegt: "Als ongelijkheid groeit, groeit ook het onbehagen. Veel mensen zien dat hun leven die richting opgaat. Ze willen wel een leven opbouwen, maar moeten door woningnood nog vijf jaar langer bij hun moeder wonen. Dat onbehagen was ooit een veenbrand, maar nu is het een echte brand."

Kennelijk heeft 'S Jongers geen idee over wat een 'veenbrand' precies is. De strekking van zijn verhaal is: er zijn te weinig huizen. Dat is de schuld van de overheid en dus zijn de mensen kwaad. Het eerste lijkt me te kloppen, maar of het tweede daardoor wordt veroorzaakt, vraag ik me af.

Volgens 'S Jongers zijn de sociale voorzieningen vanaf de jaren tachtig steeds verder verschraald door een steeds grotere rol van de markt. Mensen willen dat hun bestaanszekerheid op peil blijft en daar zijn twee politieke antwoorden op. Je spiegelt ze een andere toekomst voor, of je grijpt terug naar het verleden. Een verleden, dat er nooit is geweest, aldus 'S Jongers.

Wat is nu precies zijn voorgestelde oplossing? 'S Jongers: "Ons verhaal is al heel sterk. We moeten het alleen met meer verve uitdragen." Meer spotjes op de tv met de blijde linkse boodschap en alles zal helemaal goed komen! Maar wie gaat al die spotjes betalen? En zit 'rechts' ondertussen stil?

"Links moet feller de strijd aangaan en minder zichzelf kastijden." Vooral niet kritisch naar jezelf kijken, maar gewoon: Voorwaarts, Christen-strijders! Of beter: Rode strijders!

De voorgestelde oplossing is: ons verhaal is prima, maar het moet gewoon beter gecommuniceerd worden. 'S Jongers was dan ook geen wetenschapper, maar journalist. Vanuit dat gegeeven valt te begrijpen dat hij met deze 'oplossing' komt. Gewoon beter communiceren!

Als auteur van deze blog denk ik wel iets te weten over politiek links versus politiek rechts. Het laatste blijkt namelijk samen te vallen met bevooroordeeldheid, de variabele die de basis voor discriminatie vormt. Handel je vanuit je geloof (zoals je groep je dat aangeleerd heeft) of handel je zelfstandig zo goed mogelijk op basis van harde feiten?  Wat vind ik -- gegeven die achtergrond -- van dit verhaal?

De oplossing van 'S Jongers is: meer van hetzelfde. We doen het goed, en als we nog meer ons best doen, komt het helemaal goed. Een mooie gedachte, maar weinig realistisch en niet gebaseerd op harde feiten.

Wat je hier verder ziet, is dat men niet op de hoogte is met wat er ondertussen op dit gebied bekend is. Men is zo druk bezig met babbelen en zichzelf te verkopen, dat men denkt de harde informatie die er door onderzoek is, probleemloos te kunnen negeren. Wat moet men met domme feiten, als men een heilige overtuiging koestert?

Wat je hier ziet, is dat men opgewekt verder babbelt. Men heeft zijn verhaal alweer klaar. We moeten er gewoon harder tegenaan en dan komt het helemaal goed. Het verhaal dat de nazi's lanceerden toen de Tweede Oorlog in hun nadeel omsloeg. 

Wat was de nazi-oplossing voor dat brandende probleem? Men riep met een grote massa-bijeenkomst de 'Totaler Krieg' uit. Net alsof de oorlog op dat moment al niet behoorlijk totaal was. Men zocht de oplossing niet in het wenden van de steven, maar men gaf vol gas, terwijl het gas in feite al helemaal open stond. Het klonk allemaal prachtig, maar het kon de Ondergang niet afwenden.

De reden dat 'rechts' gewonnen heeft, is dat een bepaalde manier van denken in ons land de overhand krijgt. We denken steeds minder vanuit de kille ratio en steeds meer vanuit de gevoelsmatige onderbuik. We kwebbelen er steeds vaker lustig op los om onszelf duidelijk te profileren. Wat we daardoor echter niet meer doen is de zaak rustig te analyseren en alle mogelijke oplossingen zorgvuldig na te gaan.

Alle oplossingen die we verzinnen komen uit de onderbuik en stijgen niet uit boven het niveau van populaire borrelpraat. Of het wel of niet klopt met de harde feiten, doet er niet langer toe. Als ons kroegpubliek ons verhaal maar positief waardeert. Dat is waar we op focussen, dat is wat we belangrijk vinden, dat is waar we mee bezig zijn.

Die neiging tot babbel-denken in het land kunnen we prima meten. Dat betekent dat sommige mensen erg aan het euvel lijden en anderen totaal niet. We doen dat meten door na te gaan of mensen instemmen met een reeks populaire vooroordelen, uitspraken gebaseerd op niets. Vandaar de naam: bevooroordeeldheid (in het Engels: prejudice).  Helaas lijkt die variabele vrijwel overal ter wereld en ook in Nederland, steeds verder toe te nemen. Mensen gaan steeds meer en vaker met hun onderbuik denken.

Als je het verhaal van 'links' hoort, is het een abstract verhaal. We zijn dit van plan en we zijn dat van plan. Het zijn allemaal fraaie, vage plannen, terwijl we allemaal weten dat de overheid vaak niet echt  goed is in het realiseren van grootse plannen.

Het verhaal van 'rechts' is daarentegen heerlijk concreet en doet een beroep op ons gevoel. Het zijn die verdomde buitenlanders die de schuld van alle ellende zijn! Iedereen had dat stiekum al zo gevoeld, maar nu hoor je ook nog eens van echte leiders! Als we die kliek stevig aanpakken, wordt Nederland weer van en voor de echte Nederlanders! Het is een simpel verhaal voor simpele geesten, dat aanspreekt.

Het is ook een 'mooi' verhaal, dat niet klopt met de harde feiten, maar moderne mensen (die hoog scoren op bevooroordeeldheid) vallen helaas voor 'mooie' verhalen. Geen vage verhalen over een verre toekomst, maar hup: gewoon het Kwaad bestrijden en die rotlui het heilige vaderland uitgooien! Dus nee, ik zie het somber in voor 'links'.

Maar het punt waar het me hier om gaat, is dit. Je hebt hier een concreet probleem. Je hebt hier mensen die zijn aangesteld om dat probleem serieus te bestuderen en aan te pakken. Maar wat je vervolgens ziet, is dat beiden vervallen in een opgewekte babbelmodus. Er wordt wat gekwekt en dan zal alles weer helemaal goed komen, verzekert men. De harde werkelijkheid trekt zich van die manier van denken geen sikkepit aan en gaat onverstoorbaar haar eigen gang.

Wat je hier dus ziet, is dat de partijen die zichzelf zien als 'links' hun probleem proberen op te lossen met rechts denken. Ze proberen hun harde probleem op te lossen met zacht denken (systeem 1 in plaats van systeem 2). Wel, die oplossing zal niet werken.

Ook in dit specifieke geval zien we dus dat de mensen die zijn aangesteld om serieus na te denken over een belangrijk en relevant probleem, er niet in slagen een systeem 2 reactie te formuleren, maar blijven hangen in een populaire borrelpraat-reactie (systeem 1).

 


 



 





zaterdag 2 december 2023

Eens transgender, altijd transgender!

 

 Laatst bijgewerkt: 3-12-2023 om 2.31

 

Thomas van der Meer schrijft prachtige stukjes en dat doet hij in de Volkskrant. Maar dan is er nog iets. Ik zou er niet over durven beginnen, maar hij is er zelf in een column (21 november 2023) over begonnen. Thomas heeft een 'transgenderachtergrond'.

Een wat? Een transgender-achtergrond! Wat bedoelt hij daar precies mee? Een goeie vraag, lijkt mij, want niet iedereen zal onmiddellijk weten, wat je je moet voorstellen bij een 'transgenderachtergrond'.

Thomas bedoelt daarmee dit.

'Vroeger, toen ik eruitzag als een meisje, was ik transgender. Maar ik voel me een man en zie er nu ook uit als een man, dus vind ik dat ik mezelf een gewone man mag noemen.'
Met andere woorden: Thomas was transgender, omdat hij eruitzag als meisje, maar zich man voelde. Maar nu ziet hij eruit als gewone man, dus mag hij zichzelf 'man' noemen, vindt hij.

Van mij mag dat, maar ik vind het wel wat verwarrend. Laten we om te beginnen eens kijken naar het eerste deel van de definitie. Hij zag eruit als meisje, maar voelde zich kennelijk jongen en was dus transgender in zijn optiek.

Maar wie bepaalt hoe een meisje eruit moet zien? Ik wilde dat vroeger altijd doen voor mijn huidige vrouw en ik herinner me, dat ze daar toen niet echt enthousiast over was. Mijn ideeën op dat punt, stemden niet overeen met de hare. Niet iedereen denkt daar dus gelijk over.

En dan dat dat tweede deel: hij voelde zich jongen/man. Ja, maar mijn hond gaf altijd het idee door zijn gedrag zich eigenlijk mens te voelen en andere honden te zien als verachtelijke en minderwaardige beesten. Als je wilde meetellen, moest je mens zijn, vond ze. Ondertussen zag het beest er toch echt uit als een mooie Duitse herder. Was mijn hond dan 'transgender'?

Ik bedoel: dat criterium van -- ik voelde me zus en zo -- is niet echt objectief waarneembaar. Eigenlijk helemaal niet, kunnen we wel stellen.

Eerst zitten we dus met een niet goed omschreven uiterlijk, dat volgens Thomas onmiddellijk moest resulteren in de conclusie: MEISJE! Vervolgens zitten we met een gevoel, dat alleen Thomas echt kon waarnemen. Met andere woorden: op deze manier wordt het hele begrip 'transgender' volstrekte kul! Laat ik het aardiger zeggen: op deze manier is het slechts een mening.

Dan is er met gevoelens nog een ander probleem. Vandaag de dag vinden we Joden oké, maar morgen geven we ze misschien aan bij de geheime politie. Ik bedoel maar: niets is zo veranderlijk als het menselijke gevoel. Het ene moment heb je honger, het volgende moment komt het je de keel uit (soms letterlijk).

Goed, Thomas was dus volgens eigen zeggen vroeger 'transgender'. Maar nu is hij dat volgens eigen zeggen niet meer, want zijn uiterlijk is aangepast. Hij heeft zich gedoucht, zijn haar gekamd, andere kleren aangetrokken en is nu opeens een totaal ander mens geworden! Tja, daar zit natuurlijk iets in, maar dat is eigenlijk niet wat normale mensen bedoelen met man of vrouw zijn.

Een man heeft in beginsel het vermogen kinderen te verwekken, een vrouw heeft in beginsel het vermogen kinderen te baren. Sommige mensen hebben pech, die zitten daar wat tussenin of kunnen geen van beide. Maar ik schreef dan ook 'in beginsel'.

Laat ik nu vertellen, hoe ik 'transgender' definieer. Iemand is transgender als hij of zij niet overkomt of beoordeeld wordt als 'echte man' of 'echte vrouw'. Het gaat er dus niet om, wat je bent of wat je kunt of wat je voelt. Het gaat er alleen om, hoe je overkomt. Het gaat erom, wat mensen van je denken. Een echte vrouw, die mannelijk overkomt, kan dus transgender zijn. In de praktijk betekent dat, dat ze een probleem heeft. In sommige gevallen kan dat bijvoorbeeld een reden zijn voor bepaalde mensen (vermoedelijk mannen) om haar te vermoorden. Voor een echte man, die vrouwelijk overkomt, geldt dit probleem nog sterker. Zijn risico om vermoord te worden, is belangrijk groter.

Stel, je ziet er volledig uit als echte man. Maar sommige mensen in je omgeving weten, dat je je soms als vrouw verkleed hebt. Of dat je iets had met dameskleding. Die wetenschap is ruim voldoende. Zo'n man is altijd in gevaar, of hij dat wil of niet. Of hij dat gevaar wel of niet erkent en ziet, doet niet terzake. Voor een vrouw geldt (in mindere mate) precies hetzelfde.

Het is dus simpel: eens transgender, altijd transgender! Dat 'foute' verleden kan ieder moment bekend worden en dan grote conseuquenties hebben. Je mag dat discriminatie noemen of agressie, wat je maar wil, daar gaat het nu even niet om.

Nu mijn punt.

Thomas definieert zijn transgender-zijn op basis van zijn gevoel en zijn ideeën. Hij had het idee eruit te zien als meisje en hij voelde zich aangetrokken tot het man zijn. Dus was hij 'transgender'. Het transgender zijn bestond alleen in zijn hoofd.

Maar als je mijn definitie van 'transgender' volgt, zie je dat die volledig objectief is. Het gaat er niet om, wat je voelt. Het gaat er niet om, wat je gelooft. Het gaat er niet om, wat je denkt. Het gaat er slechts om, hoe je overkomt of beoordeeld wordt. Als je publiek denkt, wat is dat nou?, dan heb je een probleem en mogelijk een groot probleem. Waarom je publiek dat denkt, doet niet terzake. Het kan je uiterlijk zijn, het kan zijn dat ze iets over je gehoord hebben. In beide gevallen kan dat publiek minder leuke dingen gaan doen.

Nu het grappige.

De titel boven zijn column luidt: 'Ik kan die hele transgender-toestand nooit echt achter me laten, en dat vind ik jammer'. Hij realiseert zich dus dat de harde werkelijkheid zich niet zo gedraagt als hij graag zou willen, maar trekt daar vervolgens niet de conclusie uit, dat hij fout denkt. Dat hij zijn denken moet aanpassen. Hij blijft het in plaats daarvan jammer vinden, hij had de werkelijkheid graag anders gehad.

Waarom is dit relevant?

In de voorgaande blogposts kwam bevooroordeeldheid steeds weer uit de bus als de grote variabele die vrijwel alles in onze moderne samenleving bepaalt.

Wat je hier ziet, is dat bevooroordeeldheid ook terugkomt bij iets fundamenteels als transgender zijn. Thomas is schrijver en werkt in een verpleeghuis. Je verwacht: hij zit in het alfagebied. Ik ben ooit begonnen als natuurkunde student en tenslotte terecht gekomen in de psychologische statistiek, psychometrie en dataverwerking. Je zou dus denken: in het bètagebied. Thomas redeneert vanuit zijn geloof, ik probeer te redeneren vanuit de feiten.

Mijn opvatting klopt met de feiten, zijn opvatting is misschien 'prachtig', maar trekt zich van de harde werkelijkheid niets aan.

Je kunt dus transgender zijn vanuit je geloof, maar je kunt het ook zijn vanuit de feiten. Twee totaal verschillende benaderingen. Klopt dit, met wat er over transgenders bekend is?

Ik denk van wel. Showgirl-transgenders (ook wel: Type I) staan bekend als totaal anders dan wat ik noem 'klassieke transgenders' (ook wel: type II). Showgirls overleven langer en beter dan de anderen, vermoedelijk doordat ze hun ideeën al jong hebben moeten leren aanpassen aan de harde realiteit.

Dat betekent nog iets. Denken zoals Thomas doet, is misschien mooi, maar er hangt een prijskaartje aan en mogelijk een stevig. Ik zou denken: je bent een bedreigde diersoort, kies eieren voor je geld! Pas als de bliksem je denken aan, aan die harde realiteit!

Mijn motto is simpel: een levende transgender is een goede transgender. Try to stay alive! Voor een transgender is dat al heel wat. Voor een transgender moet overleven de eerste prioriteit zijn. Klassieke transgenders zien dat echter allemaal totaal anders. Ze geloven te leven in een heerlijk roze wereld.

Van mij mag dat, maar de realiteit is, dat daar een fors prijskaartje aan kan hangen.

Kun je in dat geval zeggen: de harde natuur hangt daar een fors prijskaartje aan? Dat is wat misleidend, denk ik. Je kunt beter zeggen: de menselijke natuur, van de mensen om ons heen, hangt daar soms een fors prijskaartje aan. Die menselijke natuur is ook een stukje van de grote Natuur, waarin we moeten leven en overleven.

Die merkwaardige menselijke natuur van moderne mensen -- waar we als transgenders voortdurend mee te maken hebben (en die we natuurlijk zelf ook meesjouwen) -- is de reden voor het bestaan van deze blog!

Het empirische onderzoek heeft tenslotte iets moois opgeleverd. Niet alle mensen zijn even gevaarlijk. Mensen verschillen sterk op dit punt. Sommige mensen vinden het geen probleem, anderen krijgen een rode waas voor ogen. De meeste mensen zitten ergens tussen die twee uitersten in.

Wat bepaalt de mate van gevaarlijkheid? Inderdaad, het gaat om bevooroordeeldheid. Denk je vooral vanuit je ideeën, je geloof òf probeer je te denken vanuit de harde feiten?

De accepterende, onbevooroordeelde geesten zien, wat ze zien en maken zich daar niet druk over. De niet-accepterende, bevooroordeelde geesten geloven dat het vaderland bedreigd wordt, dat het gevaar nabij is en dat alleen geweld het gevaar kan verdrijven, zodra ze iets zien dat niet klopt met hun opvattingen.

Het merkwaardige is dus, dat de vooringenomen geesten aan de ene kant gemakkelijk gewelddadig worden als ze geconfronteerd worden met iemand die voor hun idee afwijkt, maar dat die zelfde vooringenomen geesten zodra ze transgendergevoelens hebben, het gevaar niet zien en niet willen zien. Alleen de ideeën die ze koesteren, zijn belangrijk. Zij geloven liever iets moois.



 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 






De Volkskrant worstelt met de verkiezingsuitslag

 

Op maandag, 27 november 2023, zag ik in de Volkskrant drie verschillende stukken staan, waarin de journalist of schrijver zijn mening gaf over de oorzaak voor het grote succes van de PVV van Wilders.

Het eerste stuk was van Sander Schimmelpenninck. Het was getiteld:

'De kiezer stemt uit verveling op een grote bek zonder ideeën'.

De PVV-stemmers zouden volgens velen echte noden en zorgen hebben, maar volgens hem is dat onzin. Ons land is welvarend, de werkeloosheid laag , we werken weinig vergeleken met andere landen en ga zo maar door. Hij denkt dus dat de keuze voor de PVV niet rationeel was, maar irrationeel. Deze mensen zijn geconditioneerd door de sociale media. Ze hebben het niet slecht, ze hebben het juist veel te goed!

Zijn betoog doet denken aan de beruchte opmerking van Clinton over de 'deplorables'. Daarna moesten de Trump-stemmers helemaal niets meer van haar hebben, en dat is misschien begrijpelijk. Toch heeft ze het op een bepaalde manier goed gezien. Met Trumpstemmers is iets aan de hand, is iets mis, en als je verstandig bent, heb je die kwaal zelf liever niet.

Zo is het ook met het betoog van Schimmelpenninck, op veel plaatsen lijkt hij de persoonlijkheid van de PVV-stemmer wel goed geschoten te hebben. Ik ga dan uit van wat we weten over mensen, die sterk bevooroordeeld zijn. De variabele die verklaart of iemand op Trump (of een andere strongman) stemt. 

Daarna kwam een column van Teun van de Keuken, getiteld:

'Lachend hadden ze het over Geert Milders. Jongens, wat een grap!'

Van de Keuken wijt het succes van Wilders aan de manier waarop alles op tv kwam. Het moest allemaal leuk, snel, flitsend en oppervlakkig zijn.

Ik denk dat zijn argument hout snijdt. Als je zoiets op tv brengt, wordt het bijna automatisch amusement. Het verwachte gevolg is dan inderdaad dat mensen eerder met hun onderbuik gaan stemmen. Ze schakelen niet hun systeem 2 in -- als ze dat al kunnen --, maar alles gaat via systeem 1, het emotionele systeem.

Tenslotte kwam een column van Arie Elshout, getiteld:

'Als het links-intellectuele milieu zegt dat immigratie geen probleem is, dan is het geen probleem. Zelfkritiek, ho maar'.
In zijn optiek is 'links' het contact met de kiezers kwijtgeraakt. Men leeft in zijn eigen fraaie droomwereld, maar heeft niet langer oog voor wat er leeft bij bepaalde groepen.

Ook die kritiek lijkt me terecht. 'Links' kwam inderdaad bijzonder zelfingenomen over, men was soms erg met zichzelf bezig.

De grote vraag die achter deze drie columns zit, is: waarom stemde de PVV-kiezer op Wilders? Op die vraag heeft het empirische discriminatie-onderzoek na meer dan 75 jaar onderzoek ondertussen een duidelijk antwoord.

Als voor de stemmers op Wilders hetzelfde opgaat als voor de stemmers op Trump, dan is er één grote, duidelijke variabele die hun stemgedrag verklaart. Dat is bevooroordeeldheid (prejudice), het instemmen met populaire slogans die niet gebaseerd zijn op harde evidentie.

Waarom zijn mensen bevooroordeeld? Ook dat weten we vrij goed. Er zijn twee verschillende drijfveren om bevooroordeeld te zijn. De eerste drijfveer is 'rechts autoritarisme'. Men wil bij de groep horen, de groep biedt veiligheid en structuur. De tweede drijfveer is 'sociale dominantie'. Men denkt in groepsverschillen en wil zelf zo hoog mogelijk komen in de eigen superieure groep.

Wilders speelt daarop handig in met kreten, die goed klinken. Deze mensen geloven die kreten maar wat graag en zien hem daardoor als Redder en Verlosser. Hitler deed het niet anders. Trump deed precies hetzelfde. Het is het vaste recept, dat iedere strongman volgt.

Naarmate de samenleving rijker wordt, zal de mate van bevooroordeeldheid toenemen (de beheersing van systeem 2 denken neemt af). Waar leidt dat toe? Dat leidt tot toestanden zoals nu in de Gaza-strook. Oorlog en geweld, gekoppeld aan armoede.

Kan bevooroordeeldheid beïnvloed worden? In beginsel is het een persoonseigenschap, een karaktertrek. Nee, dus. Maar je zou verwachten dat onderwijs waarbij je effectief systeem 2 traint en gebruikt (het logisch, rationele denksysteem om harde problemen op te lossen) bevooroordeeldheid naar beneden drukt. Of dat echt zo is? Dat is bij mijn weten nog niet bekend.