dinsdag 31 januari 2023

Femicide?

 

Laatst bijgewerkt: 31/1/2023 om 10.57

 

Op Nu.nl kom ik een artikel tegen over femicide: vrouwen die vermoord worden, meestal door een man en vaak een man waar ze (iets van) een relatie mee hadden (https://www.nu.nl/uit-andere-media/6249085/vermoord-door-partner-of-ex-de-man-voelt-zich-gekrenkt.html?_ga=2.223265883.1786758261.1674940751-839458932.1633263790).

Het artikel is overgenomen uit de Volkskrant van 30 januari 2023, waar ik het 's ochtends al in had zien staan (https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/vermoord-door-partner-of-ex-als-een-vreemde-je-zus-doodt-kun-je-denken-dat-het-een-monster-is-nu-niet~be1d572f/).

 

Wat is 'femicide' precies?

Wat is 'femicide'? Of beter geformuleerd: wat wordt er precies mee bedoeld?

Het Volkskrant-artikel definieert femicide terloops als 'vrouwenmoord'. En dan bedoelen ze niet vrouwen die moorden (die zijn er ook), maar een vrouw die vermoord is. Vaak blijkt de dader dan natuurlijk een man te zijn en in veel gevallen kende die man de vrouw al op een of andere manier, voordat de moord plaatsvond.

Als je het artikel echter beter leest, zie je iets vreemds. De zin waarin 'femicide' terloops wordt gedefinieerd, luidt:

"Het lijkt erop dat de zaak in Zwijndrecht het zoveelste geval van femicide (vrouwenmoord) is."

Maar bij de 'zaak in Zwijndrecht' stierf de moeder en raakte de dochter zwaar gewond. Als het in zo'n zaak nog niet zeker is, dat het om 'femicide' gaat, wat bedoel je dan precies met het woord 'femicide'? Kennelijk meer dan alleen vrouwenmoord!

De Engelstalige Wikipedia zegt er (31/1/2023, 1.23 uur) dit over:

"Femicide or feminicide is a hate crime which is broadly defined as 'the intentional killing of women or girls because they are female,' but definitions of it vary depending on cultural context."

Men bedoelt er dus een 'hate crime' mee, maar is het over de exacte definitie niet eens. Met andere woorden: het is een nogal verwarrende term. En dan zitten we met een nieuw lastig woord: 'hate crime'.

Wat is een 'hate crime' precies? De Engelstalige Wikipedia geeft dit:

"A hate crime (also known as a bias-motivated crime or bias crime) is a prejudice-motivated crime which occurs when a perpetrator targets a victim because of their membership (or perceived membership) of a certain social group or racial demographic."
Nu komen we op bekend terrein. Het is dus een moord die gemotiveerd wordt door vooroordelen. Het gaat dus om discriminatie zou je kunnen zeggen, maar van die term zullen de lezers van deze blog weten, dat die zonder verder invulling ook niet altijd even duidelijk is.

Laten we ons even vastklampen aan de vooroordelen, die de moord gemotiveerd zouden hebben. In de Zwijndrecht-zaak zitten we met een vermoorde moeder, maar gaat het dan inderdaad om een 'hate crime'? Kunnen we aantonen dat de moord gepleegd werd op basis van vooroordelen?

Het lijkt me dat je als Officier van Justitie in zo'n geval je hand snel overspeelt. Dat die moord gepleegd is, lijkt duidelijk en goed bewijsbaar. Maar nu moet je als Officier van Justitie gaan aantonen, dat de dader er eigenlijk niks aan kon doen, het waren vooroordelen die bezit van de dader hadden genomen, waardoor hij de trekker overhaalde. Die vooroordelen moeten dus onmiddellijk langdurig worden opgesloten en zodra de dader bevrijd is van zijn vooroordelen, uiteraard in een therapeutische inrichting met begrijpende therapeuten, mag hij weer gewoon de straat op om een volgend slachtoffer te zoeken.

Je ziet hier, wat die eindeloze neiging tot interessant gebabbel aanricht.


Moet de term 'femicide' veel vaker gebruikt worden?

Overdrijf ik? Laten we even de rest van het artikel erbij pakken.

"De term femicide – een afgeleide van homicide (mensdoding) – moet veel vaker worden gebruikt, vindt Renée Römkens (69). Ze is emeritus hoogleraar gendergerelateerd geweld aan de Universiteit van Amsterdam [bedoeld wordt niet dat dat geweld plaatsvond aan de UvA, maar dat zij daar hoogleraar was, MvE] en doet sinds eind jaren tachtig onderzoek naar deze problematiek.

‘Het gaat langzaam beter, maar media kiezen nog te vaak verkeerde woorden. Zoals eerwraak, als daders een andere culturele achtergrond hebben. Wanneer het gaat om een witte man die een witte vrouw doodt, hoor je vaak eufemismen als ‘crime passionnel’ en ‘familiedrama’. Nu, in die zaak uit Zwijndrecht, gaat het steeds over het criminele verleden van de verdachte.

De meeste mensen zien zo’n moord als een individuele zaak’, zegt Römkens, ‘maar je moet kijken naar het patroon, naar de onderliggende structuur. Anders verhul je het probleem: het gaat om mannen die een dominante positie opeisen tegenover hun partner of ex, en haar vermoorden als zij een grens stelt. Vaak gaat het mis als een vrouw de relatie heeft verbroken, of van plan is dat te doen. De man voelt zich gekrenkt, en accepteert dat niet. Dat komt voor in alle klassen en culturen.’"

Als je de term 'femicide' op deze manier gebruikt, zie ik niet onmiddellijk de waarde, die dat zou toevoegen. In het ene geval spreken we over 'moord', in het andere over 'femicide'; weten we dan echt heel veel meer? Ik waag het te betwijfelen.

Dan zie je nog een ander probleem. Wikipedia stelt dat het een moord is, die gemotiveerd is door vooroordelen. Vrouwen deugen niet, daarom heeft de dader die ene vrouw vermoord. Maar volgens de omschrijving van Römkens gaat het helemaal niet om vooroordelen, maar om een man die een dominante positie opeist tegenover een vrouw.  Dus weer iets heel anders dan wat Wikipedia stelt.

Natuurlijk weten we uit het empirische discriminatie-onderzoek dat bevooroordeeldheid (prejudice) aangestuurd wordt door twee onderliggende variabelen: autoritarisme en sociale dominantie. Er is dus een verband tussen dominantie en bevooroordeeldheid, maar zelfs dan gaat het nog steeds om twee verschillende zaken. Het ene is niet automatisch het andere.


Geweld tegen vrouwen komt niet overal even vaak voor!

Dan zie ik in het verhaal nog iets staan. De 'emeritus hoogleraar gendergerelateerd geweld' stelt:

"Dat komt voor in alle klassen en culturen."

Dat suggereert dat dat geweld [tegenover vrouwen] overal even vaak voorkomt. En dat klopt beslist niet.

In culturen die hoog op bevooroordeeldheid scoren (de alfa-bètafactor, fascisme, agressie) komt discriminatie, geweld en daarmee ook femicide veel vaker voor. Verder maakt dus ook de subgroep waar men precies in zit, veel uit. Bèta zullen elkaar niet zo gemakkelijk vermoorden, alfa's wel. 

Aan de andere kant, als je als bètavrouw een alfaman tegenkomt, zie het er niet goed uit. Dan kan het akelig snel uit de hand lopen. Die vrouw heeft immers al snel drie factoren tegen, waardoor ze snel slachtoffer kan worden: ze is bèta (de mensensoort die alfa's haten), ze is vrouw en ze heeft als bèta vermoedelijk een lage sociale status.

Ik zie dus niet onmiddellijk de grote winst, die je zou boeken als je de moord op een vrouw opeens 'femicide' gaat noemen. Een term waar eigenlijk niemand het over eens is. Een term die de bewijslast omdraait.

 

De wereld bezweren met een magisch woord

Hoe valt die vreemde uitspraak dan te begrijpen, dat we de term 'femicide' veel vaker zouden moeten gebruiken?

We hebben hier te maken met een hoogleraar van een alfa-richting. Met andere woorden: vrijwel zeker met een alfa. Alfa's geloven in de macht van woorden. De strongman roept zijn volgelingen op met een 'mooi' verhaal. Of dat verhaal feitelijk klopt, doet er niet toe, als het de volgelingen maar 'mooi' in de oren klinkt.

Wat je hier dus ziet, is typerend voor alfa's. Het woord 'moord' dat akelige gevoelens oproept, wordt vervangen door het woord 'femicide'. Niemand weet precies wat dat betekent, maar het klinkt wel duur en interessant en die akelige koppelingen die een woord als 'moord' oproept, zijn verdwenen.

En je ziet nog iets. In plaats van dat de alfa zich realiseert, dat het vervangen van het ene woord door een onbekend ander woord, de zaak alleen maar compliceert, geloven ze heilig dat deze woordmagie wonderen zal uitrichten. Als we het maar 'femicide' gaan noemen, zien we opeens de 'onderliggende structuur', belooft ze.

Maar volgelingen/gelovigen die het woord 'femicide' gaan hanteren, zien in werkelijkheid helemaal niets (weten we uit het onderzoek van Asch). Want hun blik is naar binnen gekeerd, wat hun woorden precies betekenen, weten ze niet en willen ze ook niet weten. Als die woorden maar de woorden zijn, die hun groep en hun meerderen in die groep willen horen, dan is het goed, denken ze.













maandag 30 januari 2023

Hoe kan het, dat een minderheid zo gemakkelijk de macht grijpt?

 

In de NRC van 28/01/2023  kom ik een stuk van Ian Buruma tegen getiteld: Extreme randfiguren en fanatici verstevigen greep op de politiek (https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/27/extreme-randfiguren-en-fanatici-verstevigen-greep-op-de-politiek-a4155502#/krant/2023/01/28/#308). Het probleem dat hij beschrijft, is in zijn woorden de 'tirannie der minderheden'. Ik citeer de eerste alinea van zijn artikel in het geheel:

"In principe betekent democratie dat de meerderheid regeert. Als het goed is worden in een liberale democratie de rechten van minderheden daarentegen wel beschermd. Maar tegenwoordig bestaat er in enkele toonaangevende democratieën een nieuw probleem, namelijk de tirannie van minderheden." 

Hij geeft drie voorbeelden van landen waar een kleine minderheid een veel te grote invloed uitoefent op het totale beleid.

Allereerst de VS. Trump heeft een aantal fanaten opgehitst, met het gevolg dat de voorzitter van het Huis van Afgevaardigden nu bijna niets meer te vertellen heeft, maar die kleine groep wel.

Zijn tweede voorbeeld is de UK. Zijn derde voorbeeld is Israël. Hij formuleert het zo:

"In het Verenigd Koninkrijk werd de Conservatieve Partij steeds meer naar rechts gedreven door een groep fanatici die ‘Europa’ zien als een soort vijandelijke macht. En de nieuwe regering in Israël, onder leiding van Benjamin Netanyahu, kan niet functioneren zonder de steun van een aantal kleine extreme partijen van godsdienstfanaten en racisten.

Deze minderheden kijken anders tegen de wereld aan dan de meeste kiezers die meer neigen naar het midden. Niettemin wordt de politiek in deze landen nu voor een belangrijk deel door hen bepaald."

 

Het probleem dat Buruma beschrijft, is bekend. Hitler wist een relatief kleine groep volgelingen achter zich te verzamelen. Vanuit die groep begon zijn opmars. Toen hij daadwerkelijk de macht greep, had hij slechts een belangrijke minderheid van de Duitsers achter zich weten te verzamelen. Maar toen hij eenmaal de macht had, was zijn opmars onstuitbaar. Tegenstanders werden opgesloten of vermoord.

 

Hoe kan dat allemaal?

Om te begrijpen hoe dat allemaal mogelijk is, moet je kijken naar de uiteinden van de bevooroordeeldheids-as. Aan de ene kant heb je mensen die extreem onbevooroordeeld zijn, aan de andere kant heb je mensen die extreem bevooroordeeld zijn. Als het goed zou zijn, zouden die twee extremen elkaar in evenwicht moeten houden, maar het is niet goed. Dat is niet hoe het werkt.*

Laten we beginnen bij de meest bevooroordeelde mensen, de alfa's of de double highs. Ze hebben twee bijzondere kenmerken naast hun bevooroordeeldheid. Allereerst zijn ze sociaal dominant, ze zien de wereld in termen van winnen en overwonnen worden, waarbij zij het winnen gaan doen. Ze zijn vast besloten de top van de sociale piramide te bereiken en bereid daarvoor over lijken te gaan. Double highs staan bekend als de gevaarlijkste mensen die er op Gods aardbodem rondlopen.

Ten tweede zijn alfa's ook volgeling/gelovige (autoritaristisch). Doordat ze de zelfde warrige manier van associatief denken hebben als de mensen waar ze met hun verhaal op mikken, weten ze precies, wat ze moeten zeggen om volgelingen/gelovigen over de streep te trekken.

Een alfa of double high zonder volgelingen/gelovigen is als een generaal zonder leger. Het eerste doel is volgzame geesten te vinden en die een 'mooi' verhaal te vertellen, zodat ze de double high als Grote Leider gaan zien. De Grote Leider zal dan zorgen, zegt hij, dat ze een gouden toekomst krijgen.

Zodra de alfa of double high een machtsbasis heeft opgebouwd, begint zijn macht ook 'men of action' aan te trekken. Dit zijn geen volgelingen/gelovigen, maar mensen die prima scherp kunnen nadenken. Net als de alfa's hebben ze echter één duidelijk doel: zo hoog mogelijk komen in de sociale hiërarchie. Hebben volgelingen/gelovigen moeite met plannen en organiseren, die problemen hebben zij niet. Deze men of action leveren de strongman daarmee effectieve uitvoerders op. Generaals en officieren die zijn ondergeschikten kunnen aansturen.

Wat er dus aan de ene kant van het spectrum gebeurt, is dat de strongman niet alleen een leger van volgelingen/gelovigen om zich heen verzamelt, maar dat dat leger ook automatisch wordt gestructureerd. Andere double highs vormen zijn inner circle, het middenkader wordt gevormd door de men of action en het voetvolk bestaat uit gewone (niet sociaal dominante) volgelingen/gelovigen.

De strongman beschikt dus voordat iemand zich dat goed en wel realiseert, al snel over een effectieve legermacht, die bereid is voor hem te doden en te moorden, alsmede alle mogelijke andere klusjes op te knappen.

Wat gebeurt er aan de andere kant van het spectrum? Double lows of bèta's zijn niet sociaal dominant en zijn geen volgeling/gelovige. Hun primaire interesse is hun veiligheid en hun productie, want ze moeten zelf de kost verdienen en zich ondertussen de gevaarlijke manschappen van de strongman van het lijf houden. Dat betekent dus, dat deze mensen zich niet organiseren en slechts zijdelings interesse hebben voor politiek. Voor de strongman en zijn aanhangers bestaat er echter slechts één doel: macht!

Het grote probleem is dus dat de strongman automatisch goed georganiseerd raakt en volledig gericht is op het verwerven van macht, terwijl zijn oppositie niet goed georganiseerd is en niet volledig gericht is op macht.

De enige tegenmacht die de aspirant  strongman moet vrezen, wordt gevormd door de zittende machthebbers. Maar wanneer die vooral bezig zijn met leuke dingen, zijn ze vaak niet effectief genoeg om de apirant strongman tijdig onschadelijk te maken.

Kijk bijvoorbeeld naar Trump. Als de rechtspraak in de VS goed gefunctioneerd had, had die man al tien keer achter de tralies moeten zitten. Kijk naar Hitler. Hij deed een staatsgreep, die jammerlijk mislukte, maar kreeg amper straf.

De aspirant strongman heeft dus twee duidelijke voordelen. Hij heeft een duidelijk doel voor ogen en hij heeft binnen de kortste keren een behoorlijk georganiseerd leger van volgelingen/gelovigen. De echte tegenpolen, de double lows of bèta's, zijn niet politiek actief. Alleen de zittende machthebbers kunnen de aspirant strongman stoppen. Maar als die bezig zijn met allerhande mooie en leuke dingen . . .








-----

* Je zou het ook anders kunnen formuleren. Volgens het soortenmodel, dat de uitkomsten van het empirische onderzoek samenvat, zijn mensen globaal onder te verdelen in vier soorten: double lows, gewone volgelingen/gelovigen, double highs, men of action. De drie laatste soorten zoeken elkaar op en klitten en vormen vervolgens een machtige groep (lethal union). De double lows staan dus als enigen buiten de machtige groep en kunnen alleen overleven door te produceren en zo scherp mogelijk na te denken en vooruit te kijken. Een aspirant strongman heeft dus alleen iets te duchten van de zittende machthebbers, maar als die niet meer effectief zijn . . .








zaterdag 28 januari 2023

Wat leren de dogma's van 'The King James Study Bible' ons?

 

Laatst bijgewerkt: 29/1/2023 om 2.20

 

Ik heb een zwak voor de Statenvertaling (https://www.statenvertaling.net/) als het gaat om wat er precies in de Bijbel staat. Ook de Engelse King James Bible scoort bij mij goed. Men heeft mij verteld dat beide vertalingen vrij letterlijke vertalingen zouden zijn. Of dat echt zo is, kan ik niet beoordelen.

In de boekhandel kom ik opeens de King James Study Bible tegen. Een kloek boekwerk, maar omdat ook de tekst van de King James erin staat, aarzel ik niet lang en schaf het aan.

Men waarschuwt me nog: dit is een Study Bible, niet slechts een gewone bijbel. Je moet er eigenlijk in studeren om er iets aan te hebben.

Ik vind dat een wat vreemde opmerking. Als je de teksten in de Bijbel wilt begrijpen, zul je daar sowieso wat moeite voor moeten doen. Tekstbegrip komt nooit vanzelf.

Misschien gelooft degene die me waarschuwt het tegenovergestelde. Als je de Bijbel maar leest op de automatische piloot, komt het begrip tenslotte vanzelf wel. Luister naar de boodschap van de strongman en laat je door zijn woorden conditioneren. Daarna komt alles helemaal goed of juist niet natuurlijk.

Dat het om een Study Bible gaat, betekent dat men de tekst van de Bijbel heeft aangevuld met allerhande commentaar, toelichtingen, uitleg en landkaarten van de gebieden waar het in de Bijbel overgaat en speelt. Ik vind die aanvullingen niet erg en soms handig.

Wat valt me op? In het begin geeft men een lijst van 'doctrinal footnotes'. Het is een lijst met christelijke dogma's met daarachter de voornaamste bijbeltekst, waaruit dat dogma zou blijken.

Wat ik zie in deze lijst is dat het Nieuwe Testament veel vaker aangehaald wordt dan het Oude Testament. Dat terwijl het Nieuwe Testament een heel stuk korter is dan het Oude. Men heeft dus nogal selectief gewinkeld.

Een tweede punt dat me opvalt, is dat de lijst met doctrines wel erg lang is. Men heeft niet iets uit de Bijbel afgeleid, maar akelig veel.

Een derde punt dat me opvalt, is dat de teksten weinig evidentie lijken te leveren voor de juistheid van de bijbehorende doctrine. Het is alsof de gelovigen zelf heel veel doctrines hebben bedacht, terwijl de Schepper dat hoge tempo in zijn boek niet goed kon bijhouden. Als de Schepper een blik kon werpen in The King James Study Bible zou hij vermoedelijk verbaasd het hoofd schudden. Zat dat echt allemaal aan dogma's in zijn tekst?

Dan valt me nog iets op. De Bijbel begint heel ouderwets met een definitie van God in Genesis 1:1.

"In den beginne schiep God den hemel en de aarde."
Dat is natuurlijk prettig, dan weet je wat met 'GOD' bedoeld wordt. 

Ook de Study Bible begrijpt dat de definitie van God een belangrijk punt is. Onder het kopje The Doctrine of God staat een bijna eindeloos lange lijst. Alleen dat begin van de Bijbel, waar God gedefinieerd wordt als de Schepper van alles, staat er niet in. Kennelijk hebben de dominees daar overheen gelezen. Het is ook een erg dik boek en dan is het verleidelijk om het begin gewoon over te slaan.

Wat er vervolgens wel in die lijst staat, doet je dan weer heel erg twijfelen aan het bestaan van de christelijke God. De lijst begint bijvoorbeeld met Cosmological Argument for the Existence of God (Rom. 1:20). Maar als je 'GOD' eerst definieert als de schepper van alles, is het een beetje vreemd als je een stuk verderop argumenten voor zijn bestaan gaat aandragen. Het niet goed lezen van het begin van de Bijbel wreekt zich hier.

De tekst waarnaar verwezen wordt (Rom. 1:20), is nogal een duistere opmerking van Paulus, iemand die Jezus nooit ontmoet heeft, eerst christenen fanatiek vervolgt en zich daarna opeens opwerpt als apostel van Jezus. Vermoedelijk heeft Paulus ook nooit echt het begin van de Bijbel (van het Oude Testament) gelezen, omdat hij veel te druk was met andere dingen.

In totaal worden in de lijst vier argumenten vermeld voor het bestaan van God. Maar dat kan alleen als je de definitie van God aan het begin gemist hebt.

Kortom, wat ik denk te zien is dat de christelijke dogma's nogal los gefietst zijn van de Bijbel. Men had kennelijk bepaalde ideeën en liet zich door de Bijbel niet afremmen. Iets dat natuurlijk gemakkelijk kan, want de Bijbel is lang, vaak tegenstrijdig en niet altijd even helder. Het is dus gemakkelijk je eigen ideeën erop te projecteren en vervolgens te zeggen, dat die ideeën niet alleen door de Bijbel ondersteund worden, maar daar zelfs aan ontleend zijn.

Dat bevestigt nog een ander punt. Volgelingen/gelovigen en andere bevooroordeelde geesten kunnen niet lezen. Wat er in de tekst staat, vinden ze namelijk niet relevant. Ze zoeken slechts stukjes uit de tekst, die ze goed kunnen gebruiken.

Dank zij Mein Kampf van Adolf Hitler is die procedure vrij nauwkeurig beschreven. Hij haalde in de koffiehuizen die hij bezocht uit de kranten de items die hij kon gebruiken in zijn toespraken. De juistheid van de items stond daarbij niet ter discussie; het ging hem er alleen om zoveel mogelijk nieuwe aanmeldingen voor de NSDAP te genereren. Zijn toespraken waren puur promotie. De dogma's uit mijn Study Bible lijken niet een wezenlijk andere functie te hebben.

Ik vind dat jammer, want in plaats dat je die oude teksten probeert te begrijpen en te plaatsen, knip je dan de tekst op in stukjes, die je voor eigen gebruik selecteert en interpreteert. In feite zeg je dan: wat de Bijbel precies betekent, zal me worst zijn, maar de Bijbel laat wel zien, dat ik helemaal gelijk heb!

Ik mag dat best jammer vinden, maar ondertussen liggen die dogma's er wel. Wat je dus ziet, is dat de volgelingen/gelovigen aan de ene kant de Bijbel op een soort voetstuk plaatsen. Het is een onfeilbaar boek, altijd waar. Dat soort beweringen.

Maar vervolgens trekken ze zich er niets van aan. Ze trekken vanuit de Bijbel lijntjes naar hun eigen 'mooie' gedachten. Omdat de Bijbel altijd gelijk heeft en er een lijntje loopt, moeten hun 'mooie' gedachten dus wel de ultieme waarheid zijn. Een soort geleuter dat je ook bij Trump tegenkomt.









De weg naar de ondergang is geplaveid met geloof en 'mooie' ideeën

 

 

Het is vandaag woensdag, 25 januari 2023. De Doomsday Clock staat sinds kort op 90 seconden voor middernacht (https://thebulletin.org/doomsday-clock/current-time/). De klok heeft nog nooit zo dicht bij het 'einde der tijden' gestaan. Het Bulletin of the Atomic Scientists, het orgaan van de Science and Seurity Board, de mensen die de klok bijstellen, omschrijft de situatie in de wereld als:

"A time of unprecedented danger".

Rusland is in 2014 in Europa een oorlog gestart, in eerste instantie om een deel van Oekraïne te bezetten en in te lijven. Inmiddels is die oorlog nog steeds aan de gang, escaleert die oorlog steeds verder en lijkt duidelijk dat Rusland na een eventuele verovering van Oekraïne niet zal stoppen, maar haar gebied verder zal willen uitbreiden. Ondertussen dreigt Rusland met een allesvernietigende atoomoorlog. Niemand weet waar dit zal stoppen.

 

Wat lees ik vandaag in de Volkskrant? Wat de krant op pagina 1 bovenaan stelt:

In zijn pamflet 'Sander en de brug' zoekt opiniemaker Sander Schimmelpenninck oplossingen voor de kansenongelijkheid.

Naast die tekst een fotootje van de columnist met daarnaast een citaat uit zijn pamflet:

"'Een jubelton voor elke 25-jarige, een maatschappelijke diensttijd en hogere belastingen voor de rijken'".

Vervolgens worden we doorverwezen naar pagina 18-19.

Daar een interview met de eigen columnist en nogmaals een foto van hem, maar nu ongeveer een pagina groot. Tekst en foto beslaan samen twee pagina's.


Hoe moet je de inhoud van het pamflet samenvatten? Ik heb het pamflet nog niet gelezen en ook het interview niet, maar doe op voorhand een gooi. Ik zou kiezen voor de kreet van Koot en Bie:

"Geen gezeik, iedereen rijk".

En de rijken deugen natuurlijk niet, dus die moeten nog even flink aangepakt worden. Het geld moet natuurlijk ergens vandaan komen.

De strekking: vertrouw onze toekomst toe aan Schimmelpenninck en het komt helemaal goed. Of niet natuurlijk.

 

Misschien reageer ik wat kort door de bocht. Is het verhaal van Schimmelpenninck inderdaad nogal wild?

Volgens het kader naast het interview stelt de columnist vijf maatregelen voor om Nederland minder ongelijk  te maken. 1. De belasting op erfenissen en vermogens moet omhoog. 2. Het schooladvies moet uitgesteld. 3. De pensioenpotten moeten stevig worden belast. 4. Iedere 25-jarige moet 100.000 euro van de overheid als startkapitaal. 5. Iedere 18-jarige moet een jaar lang in dienst van de overheid. Als je dit niet een wild verhaal mag noemen, mag je niets meer wild noemen.

Twee van de vijf maatregelen zijn vormen van belastingverhoging. Wat gebeurt er onherroepelijk als je belastingen verhoogt? De centrale overheid krijgt meer middelen en mag dus meer van de nationale koek verdelen. Dat betekent onherroepelijk dat de bevooroordeeldheid in de samenleving, het fascisme, de verrechtsing, verder zal groeien. De maatregelen die hij voorstelt zullen de sociale ongelijkheid nog verder vergroten.

Wat gebeurt er als je een deel van de bevolking 100.000 euro geeft, maar het andere deel niets? Integendeel, daar haal je het geld weg? Wat is het doel, een burgeroorlog?

In het interview valt me een uitspraak op:

'Ongelijkheid is in de basis geen probleem, een samenleving zonder verschil bestaat niet.'

Zowel het eerste deel, als het tweede deel is onwaar. Wat we weten uit het empirische discriminatie-onderzoek is dat sociale ongelijkheid de moeder van alle problemen is. Ongelijkheid is dus wel degelijk een probleem en het zal altijd een probleem zijn.

Met hogere belastingen maak je die sociale verschillen uiteindelijk alleen maar groter en daarmee ook de kans op discriminatie, geweld en (burger)oorlog. Het probleem is dat de centrale overheid steeds meer macht krijgt en steeds meer geld gaat verdelen. Dat gaat uiteindelijk nooit goed.

Ook het tweede deel van de uitspraak klopt niet. Samenlevingen zonder noemenswaardige verschillen bestonden wel degelijk. Jagers/verzamelaars leven egalitair: er zijn tussen hen geen sociale verschillen van betekenis. Het probleem van de sociale ongelijkheid is pas ontstaan na de uitvinding van de landbouw, zo'n 12.000 jaar geleden.

 

Zou er een verband zijn tussen deze twee zaken: de wereld die af lijkt te denderen op een door mensen veroorzaakt einde en een wild programma als oplossing voor een probleem dat volgens de auteur zelf eigenlijk helemaal geen probleem is?

Het lijkt misschien wat vergezocht, maar wat we weten vanuit het empirische discriminatie/agressie-onderzoek is dat bevooroordeeldheid de variabele is, waar alles om draait. De variabele die alle ellende veroorzaakt. Bevooroordeeldheid is niet alleen de strongman-variabele, die fascisme en agressie meet, het is ook de variabele die aangeeft hoe mensen denken.

Bevooroordeelde mensen denken vanuit ideeën, vanuit geloofsovertuigingen, in plaats dat ze hun denken aanpassen aan de harde Natuur en de harde feiten. Als mensen vanuit hun geloof denken, vanuit wat ze mooi vinden en graag willen hebben, zijn ze sterk bevooroordeeld en is de ellende nabij.

 

Is er bevestiging voor dat empirische resultaat van jarenlang onderzoek uit een totaal andere bron?

In de data van de World Value Survey vond ik indertijd met handmatig zoeken, slechts één betrouwbare factor. Een betrouwbare factor bestaat uit items die onderling positief correleren. Die ene factor had iets met geloof en traditie te maken. Maar wat mat die ene factor?

De landen die extreem scoorden op deze factor, waren landen met oorlog, burgeroorlog en dat soort zaken. Er was slechts een enkele uitzondering. Libanon scoorde zeer extreem, maar volgens het verhaal van iemand die daar woonde, was het daar best tof. Iets later bleek het daar echter helemaal niet meer zo tof. Die factor heeft kennelijk ook voorspellende waarde.

 

Hoe moet je dit alles samenvatten? Mijn moeder hanteerde vaak de spreuk: 'De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens'.  Het voorgaande zou je kunnen samenvatten als:

de weg naar de ondergang is geplaveid met geloof en 'mooie' ideeën.

 

Het geloof en de 'mooie' ideeën van Poetin en de zijnen hebben geleid tot de oorlog in Oekraïne en daarmee tot de oorlog in Europa. Ons geloof en 'mooie' ideeën hebben ertoe geleid dat we met van alles en nog wat bezig waren, maar dat we ondertussen de situatie met Rusland en Oekraïne volledig uit de hand hebben laten lopen.

Wat het pamflet van Schimmelpenninck laat zien, is dat we ons nog steeds niet los kunnen maken van dat heerlijke wensdenken over de ideale wereld van morgen. Ondertussen staat de wereld in brand en die brand kan ieder moment ons kikkerlandje bereiken en vernietigen.

En zelfs nu kunnen we ons nog steeds niet goed losrukken van die heerlijke dromen. De babbelcultuur heeft ons in haar houdgreep. Buiten woedt een allesvernietigende prairiebrand, maar binnen is het goed toeven en droomt men over een heerlijke toekomst.

 

 

 









zondag 22 januari 2023

De IAT heeft nooit gedeugd, maar was wel mateloos populair bij velen. Hoe kan dat?

 

De IAT (Implicit Association Test) was altijd verregaand onbetrouwbaar en de weinige betrouwbare variantie die nog net wel in de test zat, bleek niet valide. De test correleerde niet met geaccepteerde maten voor discriminatie. De IAT was, kortom, van het begin af aan een complete mislukking.

Soms gebeurt het dat een test het in de beginfase maar matig doet, maar dat de ontwikkelaars van de test geleidelijk die problemen weten te ondervangen. De test wordt geleidelijk betrouwbaarder en meer valide. Bij de IAT is iets dergelijks nooit gebeurd. Het was een mislukking en bleef een mislukking.

Maar vervolgens is er met de test iets vreemds aan de hand, of misschien ook wel niet. De IAT was mateloos populair (https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S074756321100094X). Journalisten en mediamakers zweerden bij de test en leken er nooit genoeg van te krijgen. Ook minder kwantitatief ingestelde gedragswetenschappers vielen vaak maar wat graag voor die test.

Hoe is dat mogelijk?

Mensen die graag discrimineren, zijn agressieve beestjes. We herkennen die beestjes aan hun hoge score op bevooroordeeldheid (generalized prejudice).

Wat is bevooroordeeldheid in eerste instantie? Bevooroordeeldheid meet je met populaire uitspraken over minderheidsgroepen.

Een van de eerst bekende pogingen betrof het meten van antisemitisme door de auteurs van The Authoritarian Personality (1950). Die poging lukte heel goed: men kreeg een betrouwbare maat, die ook valide bleek.

Op dat succes bouwde men verder door te vragen naar het oordeel over uitspraken die betrekking hadden op meerdere minderheidsgroepen. Ook deze vragenlijst om negatieve meningen te meten over een stel minderheidsgroepen bleek goed te werken. Mensen die negatief dachten over Joden, bleken ook vaak negatief te denken over andere minderheidsgroepen. Ook deze Etnocentrisme-schaal, zoals de onderzoekers hem noemden, bleek dus betrouwbaar en valide. Ook dit resultaat staat beschreven in The Authoritarian Personality.

Maar op basis van wat we nu denken te weten, blijkt bevooroordeeldheid nog wijdere implicaties te hebben. Allereerst blijkt bevooroordeeldheid de strongman-variabele te zijn. Het is de variabele die aangeeft of men zich achter de strongman opstelt en na zijn toestemming agressie wil plegen jegens minderheden. Bevooroordeelde mensen kunnen de lokroep van de strongman niet weerstaan. Ze vallen voor zijn verhaal. Ze geloven dat ze als dienaren en soldaten van de strongman een gouden toekomst tegemoet zullen gaan.

Ten tweede kennen we de twee belangrijkste drijfveren om bevooroordeeld te zijn en bevooroordeeld te denken. Wie hoog scoort op bevooroordeeldheid zal ook hoog moeten scoren op (de som van) deze twee 'wortels' van bevooroordeeldheid.

Wat betekent dat? Dat betekent dat wanneer men autoritaristisch (volgeling/gelovige) is, de strongman werktuigelijk gelooft en napraat. Men vraagt zich niet af, wat de uitspraken die men hoort precies betekenen, maar men gelooft ze, omdat de leiders het zeggen. Volgelingen/gelovigen zijn dus een soort door de strongman te programmeren menselijke robots. Ze weten niet precies wat ze geloven, maar de strongman heeft het gezegd, dus is het zo. Het is slechts aan hen om zijn bevelen zo goed mogelijk (en zo wreed mogelijk) uit te voeren.

Dat betekent dat wanneer men sociaal dominant is, alles maar dan ook echt alles wil doen, om in de machtige groep van de strongman hoger te komen. Men wil alles doen om in de gunst van de hoger geplaatsten te komen en te stijgen. Wat men denkt, wordt dus volstrekt ondergeschikt maakt aan dit hogere doel. Het gaat erom zo te denken dat men in de groep hoger komt.

Dit alles bij elkaar betekent dat mensen die bevooroordeeld zijn, hun denken volledig afstemmen op de strongman en zijn groep. Aan de ene kant gelooft men, wat men van bovenaf krijgt aangereikt aan slogans. Aan de andere kant probeert men zo te denken, dat men de hogergeplaatsten levert, wat ze willen hebben.

Bevooroordeelde denkers maken zich dus volstrekt niet druk over de juistheid of onjuistheid van wat ze denken. Of iets wel of niet klopt met de harde feiten, doet in hun optiek niet ter zake.

En dan is daar opeens de IAT. Die test deugt van het begin af aan niet, maar voor bevooroordeelde geesten was dat niet relevant. Zij hebben iets met discriminatie, maar begrijpen ook dat je dat beter niet hardop kunt zeggen. De IAT maakt het nu mogelijk alle mogelijke andere mensen te beschuldigen van wat ze zelf graag doen.

Hallo, jij dacht dat je niet discrimineerde, maar wij weten wel, dat dat heel anders zit. Hier hebben wij  een middel om je stiekeme discriminatie-neigingen bloot te leggen!

De IAT maakt het voor mensen die zelf dolgraag discrimineren, mogelijk om vermanend het vingertje te heffen en anderen te beschuldigen van foute neigingen. Zo sloegen ze twee vliegen in een klap. De aandacht van hun eigen foute neigingen werd afgeleid. Zij wierpen zich immers juist op als de felle bestrijders van discriminatie. En ze kregen de kans allerhande mensen die niets hadden met discriminatie aan de schandpaal te nagelen.

Korrtom, de IAT was een ideaal wapen voor bevooroordeelde geesten.

Heb ik gelijk of vergis ik me? Als ik gelijk heb, waren het vooral bevooroordeelde geesten (alfa's, journalisten, opiniemakers, dominees, dokters, hoogleraren, (zwevende) psychologen, (vage) psychiaters die de IAT enthousiast omarmden en hadden de kille en botte bèta's er niets mee.

Wel, de enthousiaste verhalen kwamen van journalisten, mediamensen, opiniemakers en allerhande andere roeptoeters.

Het artikel waar ik eerder met een link naar verwees, draagt de titel: The Implicit Association Test: Flawed Science Tricks Americans into Believing They Are Unconscious Racists. Die titel geeft weer, wat er gebeurde. De wetenschap achter de test deugde van geen kant. De Amerikanen die in het verhaal van de test-promotors trapten, waren goedgelovige zielen, die geloofden wat door hun leiders verteld werd.

Aan de ene kant was de empirische onderbouwing van de IAT van het begin af aan volstrekt onbevredigend. Aan de andere kant gaf de IAT mensen die zelf graag discrimineren, een machtig wapen om anderen aan te vallen en op hun plaats te zetten. De IAT werd op die manier voor bevooroordeelde geesten een tweesnijdend zwaard om hun positie in de groep veilig te stellen en te verbeteren.

 

 

-----

Zie voor verdere informatie ook: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8167921/.








Hoe komt het, dat de IAT niet werkt? Bij discriminatie gaat het om expliciete vooroordelen

 

Hoe komt het, dat de IAT (Implicit Association Test) niet werkt? Waarom meet die test niet de geneigdheid tot discrimineren bij mensen?

Stel je bent opgegroeid in een omgeving met louter blanke mensen. Dan belt er opeens iemand aan en staat er een gitzwart iemand voor je deur. Dat verwacht je niet, dat is vreemd, dat heb je nog nooit meegemaakt, je wist niet eens dat dat soort mensen bestond.

In die omstandigheden zal je automatisch werkende emotionele systeem 1 reageren. Dit is vreemd, dit is ook wel een beetje eng, klopt dit wel allemaal?

Maar is dat discriminatie? Of is het een normale reactie op een onbekende situatie?

 

Wat wij in werkelijkheid weten over discriminatie is een totaal ander verhaal. Hitler droomt van een Groot-Duitsland met zichzelf als de Grote Leider. Maar Duitsland ligt in puin. Wie zijn schuld is dat? Waardoor heeft Duitsland de Eerste Wereldoorlog verloren?

De Joden in Duitsland wijken op een of andere manier vaak wat af en ze doen het vaak opmerkelijk goed. Veel mensen voelen iets van jaloezie op de Joden die sociaal geslaagd zijn en rijk zijn geworden. De Joden zijn dus een ideale zondebok. Het komt allemaal door die rot Joden. Het is een verhaal dat veel Duitsers, maar lang niet allemaal, maar wat graag geloven.

Dankzij Hitler krijgen we in Duitsland dus twee groepen. De ene groep, een belangrijke minderheid, gelooft het verhaal van Hitler en denkt dat alles de schuld van die rot Joden moet zijn. De grootste groep, veel meer dan de helft, gelooft het verhaal van Hitler niet en denkt dat hij gevaarlijk is.

Aan die belangrijke minderheid van Duitsers die hem steunen, heeft Hitler echter genoeg. De grote meerderheid is onderling verdeeld en is het over van alles en nog wat oneens. Daardoor kan Hitler aan de macht komen. Daarna rekent hij snel af met iedereen die anders denkt. Hij wordt de Grote Leider, de onbetwiste dictator.

Bij discriminatie gaat het dus niet om onbewuste vooroordelen, maar om expliciete vooroordelen die uitgekraamd worden door mensen die zichzelf willen opwerpen als Grote Leider. De mensen die het verhaal van de Grote Leider klakkeloos geloven en overnemen, zijn de mensen die met zijn toestemming de minderheden gaan vervolgen. 

Maar je opwerpen als gelovige en volgeling van de Grote Leider kun je niet impliciet doen. Je kunt het niet stilletjes doen, je moet het luidkeels doen. De Grote Leider wil je zien marcheren, wil je zien groeten, wil je zien schreeuwen: Heil Hitler!

Bij discriminatie gaat het dus niet om impliciete vooroordelen, maar om expliciete vooroordelen. Wilde, op niets gebaseerde beweringen, waarvan de aanhangers van de strongman heilig overtuigd zijn.

Kunnen we die expliciete vooroordelen meten? Ja, dat kan al heel lang zonder veel problemen. Wanneer mensen een lijst krijgen met allerhande populaire uitspraken over minderheden en die moeten beoordelen, krijgen we een betrouwbare en valide score voor bevooroordeeldheid (generalized prejudice).

Betrouwbaar wil zeggen dat we bij een volgende afname een soortgelijke waarde vinden. Valide wil zeggen dat die score inderdaad aangeeft dat men de strongman wil volgen en bereid is (voor hem) geweld te gebruiken (jegens minderheden).

Bevooroordeeldheid is dus ook de maat voor agressie.






 



Waarom de Implicit Association Test (IAT) niet deugt!

 

Veel mensen die het over discriminatie hebben, denken dat de IAT (Implicit Association Test) een betrouwbare en valide maat is om de (onbewuste) neiging op bepaalde manieren te discrimineren, te meten en in kaart te brengen.

Wel, dat is IAT niet!

Waarom deugt de IAT niet?

Dat is hier te vinden: https://www.heritage.org/science-policy/report/the-implicit-association-test-flawed-science-tricks-americans-believing-they.

 
De belangrijkste conclusies van het hierboven gelinkte artikel:

"1. Proponents of the IAT have not shown that it unequivocally measures unconscious racism and have failed to rule out alternative explanations.
2. The IAT has not been shown to correlate with other established measures of prejudice and discrimination or to predict discriminatory behavior.
3. There are high rates of false positives and false negatives associated with the test. The IAT has not been shown to apply to real-world settings."

Korter geformuleerd: de IAT is niet betrouwbaar en niet valide.

Betrouwbaar wil zeggen dat de test bij een nieuwe afname op dezelfde personen ongeveer weer dezelfde resultaten oplevert.

Valide wil zeggen dat de test inderdaad meet, wat hij bedoeld is te meten. In dit geval dus imliciete (onbewuste) associaties waardoor men zou discrimineren. Je ziet iemand met een donkere huidskleur en weet dan automatisch en onbewust: oh, die deugt niet!

De IAT is dus niet betrouwbaar en het kleine stukje wel betrouwbare variantie dat ze bevat, blijkt vervolgens ook nog eens niets te zeggen over de geneigdheid te discrimineren.

Vergelijk het met een politieman die je snelheid meet met een kapot lasergun. Als zijn apparaat een getal oplevert dat vrijwel helemaal niets zegt over je werkelijke snelheid, kan hij beter opkrassen.

Maar als je heel goed kijkt, zie je dat zijn apparaat toch nog iets meet. Het getal dat het apparaat oplevert, blijkt niet volledig bepaald te worden door toeval. Helaas: het weinige dat het apparaat wel meet, blijkt niets met je snelheid te maken hebben. Het is bijvoorbeeld de kleur van je auto die gemeten wordt.










Door gevaarlijke gekken omringd - 1

 

 

De titel van het boek is Door gevaarlijke gekken omringd. De auteur is Willem Frederik Hermans. Het gaat om een bundel met columns en dergelijke. Het boek bevat ook een interview met de auteur.

Ik moet bekennen dat de titel me onweerstaanbaar aantrok. Het gevoel omringd te worden door gevaarlijke gekken bekruipt me in deze samenleving zo af en toe. Als er dus iemand anders was, die dat gevoel van tijd tot tijd ook had . . . De bundel bleek antiquarisch nog verkrijgbaar.

Ik ontving een nog keurig uitziend exemplaar, maar zo af en toe had de eerdere lezer met potlood iets bijgeschreven. Commentaren waar ik me vaak wel in kon vinden.

Hermans geeft een eenvoudige rechtvaardiging voor de titel. Neem het verkeer. Wat is het probleem met het moderne verkeer? Je weet nooit helemaal zeker, wat die andere weggebruiker voor vreemds gaat doen.

Gisteren kwamen mijn vrouw en jongste dochter thuis van een uitstapje. Ze reden op de vierbaans, natuurlijk niet harder dan de 100 km die is toegestaan tegenwoordig. De vierbaans was rustig, op de linkerbaan was geen verkeer. Mijn dochter stuurde, mijn vrouw zat op de passagiersstoel.

Opeens werd mijn vrouw opgeschrikt. Een auto rechts, die met hoge snelheid inhaalde over de vluchtstrook. In de auto vier jongens van ongeveer 20, die heel erg grappig leken te vinden, wat ze aan het doen waren.








Na een fout kun je op twee totaal verschillende manieren reageren via systeem 2

 

In een eerdere blogpost (https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2023/01/alleen-fascisten-geloven-in-foute_16.html) besteedde ik aandacht aan een stukje in de NRC van 7 en 8 januari 2023 onder het kopje Racisme en de titel We houden ons niet stil.

De schrijfster van dat stukje maakt zich druk over de teksten die rond de jaarwisseling op de Erasmusbrug in Rotterdam werden geprojecteerd. Wat die teksten precies waren, bleef onduidelijk, maar volgens de schrijfster waren ze uitermate kwalijk en gevaarlijk en moesten ze uit alle macht bestreden worden. Niet alleen het land was in gevaar, maar heel Europa.

Wat maakte dat de schrijfster gemotiveerd werd zich druk te maken over deze teksten?

De ene optie is dat ze deze teksten daadwerkelijk zag (uit haar stuk blijkt dat niet) en dat haar automatisch werkende emotionele systeem 1 aansloeg op deze teksten. Het systeem reageerde dan in de trant van: dit zijn foute teksten, dit zijn gevaarlijke teksten. Alarm!

Een andere mogelijkheid is dat ze via de media hoorde over de 'foute' teksten en zich vervolgens onmiddellijk realiseerde, dat hier een kans lag sociaal te scoren. Uit de conformiteitsexperimenten van Asch weten we, dat de zich conformerende deelnemers vaak niet de moeite namen om echt te kijken, maar volledig focusten op wat de andere 'deelnemers' zeiden. Wat ze hoorden, vonden ze relevanter dan wat ze zagen.

Ook in dat geval verwacht je een reactie van het automatisch werkende emotionele systeem 1, maar dan zou het gaan om een positieve emotie.

Hoe de motivatie om te reageren in dit geval precies tot stand kwam, doet voor het vervolg van mijn verhaal verder vermoedelijk niet ter zake.  De schrijfster werd op een of andere manier gemotiveerd en deed daarna haar oproep in de NRC ten strijde te trekken. Heel Nederland moest weten, hoe gevaarlijk dit was.

Die oproep betrof natuurlijk bewust gedrag. Het ging dus om operant gedrag, gedrag dat aangedreven wordt door de verwachting op bekrachtiging. Met andere woorden: het ging om een systeem 2 reactie.

 

Laten we nu kijken naar mijn gedrag op haar bijdrage. Mijn reactie op haar stuk was in eerste instantie natuurlijk ook een systeem 1 reactie. Mijn automatische systeem sloeg aan en ik kreeg zoiets als de melding: dit is fout, dit klopt niet.

Maar wat deed ik vervolgens? Ik bestudeerde haar bijdrage en probeerde mijn emotie te rationaliseren. Haar stuk leek niet te kloppen, maar waarom dan niet? En ik probeerde het geheel in een kader te plaatsen: de eerder vermelde blogpost begint met een relatief lange inleiding waarom alleen 'fascisten' denken in foute woorden, termen, begrippen, uitspraken, teksten en boeken.

Als je beide reacties vergelijkt, zijn ze nogal verschillend. Ik roep niet op tot de strijd, maar probeer te begrijpen, waarom zij denkt zoals ze denkt en ga daarbij vooral uit van haar stuk. Zij besteedt geen enkele aandacht aan de foute  teksten, maar roept vervolgens wel fanatiek op, die te bestrijden.

Dat verschil in manier van reageren doet erg denken aan wat we zagen bij de TAVAN-studenten. De studenten die snel leerden, trokken veel tijd uit om het juiste antwoord te lezen en te analyseren. De studenten die niet of heel traag leerden, trokken geen tijd uit om zich het juiste antwoord eigen te maken, maar probeerden zo snel mogelijk verder te gaan met het volgende item.

De ene soort studenten wilde na een negatief resultaat zo snel mogelijk doorgaan en geen tijd verspillen aan de aangeboden informatie. De andere soort studenten wilde na een negatief resultaat begrijpen waarom het resultaat negatief was en trok geruime tijd uit om dat na te zoeken.

 

Kennelijk zijn er dus twee totaal verschillende manieren om te reageren op iets dat fout gevonden wordt. De ene reactie (alfa) is supersnel, zit vol boosheid en agressie, ziet dat wat fout gevonden wordt als uiterst bedreigend en roept anderen op tot strijd, terwijl de leersnelheid vrijwel nul is. De andere reactie (bèta)  is juist tijd nemen om goed te kijken en na te gaan: waarom is het fout? Die reactie is niet agressief, maar juist analytisch en leidt tot een maximale leersnelheid.

De ene persoon staat niet open voor nieuwe informatie, de andere persoon staat volledig open voor nieuwe informatie. De ene persoon reageert snel, emotioneel en agressief. De andere persoon reageert langzaam (neemt de tijd om de beschikbare informatie nauwkeurig te onderzoeken), rustig en niet-agressief.

Maar in beide gevallen slaat systeem 1 aan en levert dat de emotie/conclusie dat er iets fout zit. Het verschil zit dus kennelijk niet in systeem 1, maar in systeem 2. De persoon met de bèta-reactie schakelt systeem 2 in om te onderzoeken, de persoon met de alfa-reactie schakelt systeem 2 (operant/bewust gedrag) in om andere mensen op te roepen tot de strijd.

Het grote verschil zit dan dus niet tussen wel of niet systeem 2 inschakelen, beide personen schakelen over naar bewuste actie (operant behavior), maar dat bewuste gedrag is afgestemd op totaal verschillende soorten bekrachtiging. De alfa zoekt het in oproepen tot strijd, de bèta zoekt het in nagaan wat er precies gebeurt en waarom.

Het idee dat alfa's geen goed ontwikkelde systeem 2 reactie hebben, klopt dan dus niet. Die hebben ze wel degelijk. Het grote verschil is dat alfa's focussen op sociale feedback/erkenning, terwijl bèta focussen op feedback/erkenning van de harde natuur. Het grote verschil is de bekrachtiging waarnaar men streeft met systeem 2.

 

 

 

 

 

 




A chat with CHATGPT about discrimination

 

 

 

mikvanes@gmail.com
What causes discrimination?

Discrimination can be caused by a variety of factors, including prejudice, stereotypes, and bias. These can be based on characteristics such as race, ethnicity, gender, sexual orientation, and socioeconomic status. Additionally, discrimination can be perpetuated and reinforced by societal power structures, such as institutions and systems that discriminate against certain groups.

mikvanes@gmail.com
Do all people discriminate equally?

No, not all people discriminate equally. Discrimination can occur at an individual level as well as at a societal level. Some individuals may hold more discriminatory attitudes and beliefs than others, while certain societal power structures may be designed to discriminate against certain groups of people. Additionally, some people may not be aware of their own biases and may not realize that their actions and attitudes are discriminatory.

It's also important to note that people can also be victims of discrimination, regardless of their personal beliefs or actions.

mikvanes@gmail.com
Is it possible to measure the attitude of people to discriminate others?

Yes, it is possible to measure people's attitudes towards discrimination. There are a variety of methods that can be used to assess discriminatory attitudes, including self-report surveys, implicit bias tests, and behavioral measures.

Self-report surveys are one of the most common methods used to measure discriminatory attitudes. These surveys typically ask people to respond to questions about their attitudes towards certain groups of people, such as people of different races or ethnicities.

Implicit bias tests are another method used to measure discriminatory attitudes. These tests measure the unconscious biases that people may hold towards certain groups of people. They can be in the form of Implicit Association Test (IAT) or Single Category Implicit Association Test (SC-IAT)

Behavioral measures are also used to assess discriminatory attitudes, which measure the discriminatory behavior of people. For example, field experiments can be used to assess discrimination in areas such as hiring, housing, and lending.

It's important to note that these measures have limitations and should be used in conjunction with other measures and methods to get a comprehensive understanding of discriminatory attitudes.

mikvanes@gmail.com
What is the reliability of the IAT?

The Implicit Association Test (IAT) is a measure of implicit bias that has been widely used to assess attitudes towards different social groups. The IAT has been found to have good test-retest reliability, meaning that when the same person takes the test multiple times, their scores tend to be consistent. However, the IAT's criterion-related validity, which is the extent to which the test measures what it is supposed to measure, is more controversial.

Some studies have found a moderate to strong correlation between IAT scores and discriminatory behavior, while other studies have found little or no correlation. Additionally, some researchers have raised concerns about the IAT's construct validity, which is the extent to which the test measures a specific construct or trait, such as prejudice or bias.

It's important to note that the IAT is just one measure of implicit bias and should be used in conjunction with other measures and methods to get a comprehensive understanding of discriminatory attitudes. It's also important to consider the context and demographics of the sample being tested, as well as researcher's interpretation of the results.

mikvanes@gmail.com
Where can a find a report about the reliability of the IAT?

There are several sources where you can find reports about the reliability of the Implicit Association Test (IAT).

One way to find these reports is to search for research studies that have been published in academic journals. You can use search engines like Google Scholar or PubMed to find studies that have investigated the reliability of the IAT. You can also search for reviews or meta-analyses of research on the IAT, which can provide an overview of the reliability findings from multiple studies.

Another way to find information about the reliability of the IAT is to look at reports from organizations that have used the IAT in their research. For example, the Project Implicit website (https://implicit.harvard.edu/) has a lot of information about the IAT, including technical reports and publications about the reliability of the test.

Additionally, you can also find some reports from the developers of the IAT, such as from researchers from Harvard University and the University of Washington, which also have more detailed information about the reliability of the test.

It's important to keep in mind that the reliability of the IAT may vary depending on the specific version of the test, the sample being tested, and the context in which the test is administered.

mikvanes@gmail.com
I think your idea about the reliability of th IAT is not quite correct. Can you give a test-retest correlation for scores acquired with the IAT?

I apologize if my previous statement was not entirely accurate. The Implicit Association Test (IAT) has been found to have moderate test-retest reliability, which means that when the same person takes the test multiple times, their scores tend to be consistent to some extent, but not completely. The test-retest correlation coefficient for the IAT scores varies depending on the specific version of the test and the group of people being tested. Generally, the test-retest correlation for IAT scores ranges from 0.4 to 0.6.

It's important to note that test-retest reliability is just one aspect of the IAT's reliability and that the overall reliability of the IAT is a complex issue that has been debated in the scientific literature.

Additionally, it's also important to keep in mind that the IAT is just one measure of implicit bias and should be used in conjunction with other measures and methods to get a comprehensive understanding of discriminatory attitudes. The IAT has some limitations, such as the fact that it measures only one aspect of implicit bias, which is the association between concepts (e.g. black-good or white-good) and evaluative dimensions (e.g. good-bad).

mikvanes@gmail.com
Well, let us assume that test-retest reliability for the IAT is in the range of 0.4 to 0.6. That is well below the test reliability that is considered minimal sufficient for research purposes.

You are correct that a test-retest correlation coefficient of 0.4 to 0.6 for the IAT is lower than what is typically considered sufficient for research purposes. Test-retest reliability is generally considered good if the correlation coefficient is above 0.7, and acceptable if it is between 0.5 and 0.7.

It's also important to note that test-retest reliability is just one aspect of the IAT's reliability and that the overall reliability of the IAT is a complex issue that has been debated in the scientific literature. While the IAT has moderate test-retest reliability, it has been found to have good internal consistency, which means that the items on the test are measuring the same construct. It also has been found that the IAT scores have been found to be consistent across different versions of the test, different languages, and different cultures.

Additionally, as I mentioned before, it's important to keep in mind that the IAT is just one measure of implicit bias and should be used in conjunction with other measures and methods to get a comprehensive understanding of discriminatory attitudes. The IAT has some limitations, such as the fact that it measures only one aspect of implicit bias, which is the association between concepts (e.g. black-good or white-good) and evaluative dimensions (e.g. good-bad).

mikvanes@gmail.com
Your statement that test-retest reliability is just one aspect of the IAT's reliability sounds great, but is bullshit.

I apologize if my previous statement seemed dismissive of the importance of test-retest reliability. Test-retest reliability is a crucial aspect of the IAT's reliability, as it indicates the consistency of scores over time and it is a key factor in determining whether a test is suitable for research purposes.

It's also important to note that test-retest reliability is just one aspect of the IAT's reliability and that the overall reliability of the IAT is a complex issue that has been debated in the scientific literature. While the IAT has moderate test-retest reliability, other aspects of the test's reliability, such as internal consistency, criterion-related validity and construct validity, should also be taken into account when interpreting the results of the IAT.

It is important to consider the limitations of the IAT and the need for additional methods and measures to get a comprehensive understanding of discriminatory attitudes.

Again, I apologize if my previous statement was not clear and caused confusion. I strive to provide accurate and helpful information to the best of my ability.

mikvanes@gmail.com
Thanks for the interaction. I wish you well.

You're welcome, I'm glad I could help clarify the information. I apologize if my previous statement caused confusion and I hope I was able to provide you with the information you needed. If you have any other questions, please feel free to ask. Have a great day!

 

 

 

 

 

 

 

 

 

vrijdag 20 januari 2023

Zijn de propagandisten van Poetin inderdaad vooral alfa's?

 

Op 30 september 1938 keerde de Britse minister-president Neville Chamberlain per vliegtuig in Londen terug. Hij had in Munchen onderhandeld met 'Herr Hitler'. Hitler had van hem toestemming gekregen het Tsjecho-Slowaakse Sudetenland te bezetten, in ruil voor de toezegging van blijvende vrede.

Chamberlain sprak na zijn aankomst later op de dag voor de deur van Downing Street 10 de verzamelde menigte als volgt toe:

'My good friends, for the second time in our history, a British Prime Minister has returned from Germany bringing peace with honour. I believe it is peace for our time. We thank you from the bottom of our hearts. Go home and get a nice quiet sleep.'

Op 3 september 1939, minder dan een jaar laten (2 dagen na de invasie van Polen door Duitsland), verklaarde hij Duitsland officieel de oorlog. Zijn geloof dat het 'peace for our time' zou zijn, was niet uitgekomen.

Op 19 december 2022 deed in Nederland de zogenaamde Golfgroep samen met andere prominenten een oproep (https://golfgroep.blogspot.com/2022/12/oekraine-oorlog-oproep-tot-onderhandelen.html). Oekraïne en Rusland moeten onderhandelen en op die manier de oorlog stoppen.

Je hebt te maken met een dictator die zich niets aantrekt van andere landen en lak heeft aan regels en afspraken. Die trekt je land binnen en schuwt daarbij geen enkel middel, hoe wreed en vernietigend ook, om zijn zin door te drijven. Je zou denken dat je dan weinig keus hebt: het enige dat je kunt doen is vechten voor je vrijheid. Maar de Golfgroep ziet het anders: je gaat gewoon onderhandelen met die man en het probleem is opgelost.

 

Ook veel anderen hadden problemen met deze oproep.

 

Hubert Smeets drukte het in de NRC van 12 januari 2023 (https://www.nrc.nl/nieuws/2023/01/12/wie-wil-onderhandelen-is-dienstbaar-aan-poetin-a4153990#/krant/2023/01/12/#118) als volgt uit:

 'Wie wil onderhandelen is dienstbaar aan Poetin'.

 

Jeroen van der Starre drukte het op Socialisme.nu (https://socialisme.nu/petitie-voor-onderhandelingen-is-vileine-pro-poetinpropaganda/) als volgt uit:

"Petitie ‘voor onderhandelingen’ is vileine pro-Poetinpropaganda".

 

Heleen Mees drukte het in de Volkskrant van 17 januari 2023 (https://www.volkskrant.nl/columns-van-de-dag/westerse-escalatie-die-is-er-pas-als-oekraine-westerse-wapens-gebruikt-om-russisch-grondgebied-aan-te-vallen~b62a42fd/) als volgt uit: 

"Dat de ondertekenaars van de petitie dwaallichten zijn, mag blijken uit de slotzin van de petitie: ‘Hoe eerder de wapens zwijgen, hoe beter dat voor alle betrokkenen is – voor de Oekraïners, de Russen en de rest van de wereld.’ Je vraagt je af wat voor paddestoelen ze hebben gegeten. Concessies doen zou betekenen dat Poetin een strategische pauze krijgt om de Russische wapens, munitie en troepen aan te vullen om het conflict over een paar jaar weer te hervatten."

 

Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog zag je dezelfde wereldvreemdheid. Men wilde dolgraag vrede en kreeg daardoor oorlog. Soms moet je bereid zijn even na te denken en bereid zijn tot harde actie om te krijgen, wat je graag wilt hebben. Dat systeem 2 denken was aan het begin van de Tweede Wereldoorlog het grote probleem. En het is nu kennelijk, meer dan 80 jaar later, weer een groot probleem.

Maar wie precies zijn deze dwaallichten, deze pro-Poetin propagandisten, deze mensen die dienstbaar zijn aan Poetin?


Wat we uit het empirische onderzoek naar discriminatie/agressie weten, is dat de mensen die de strongman steunen extreem bevooroordeeld zijn. Het zijn mensen die veel meer denken vanuit hun geloof en overtuiging dan vanuit de uit harde feiten. Anders geformuleerd: je verwacht dat het vooral om alfa's gaat en dat er weinig of geen echte bèta's tussen zullen zitten.

Ik ben zo vrij geweest de lijst met ondertekenaars te copiëren en de ondertekenaars in te delen op basis van wat er achter hun naam vermeld staat als A (alfa) of B (bèta). Soms ontbrak die informatie of was die informatie voor mijn idee onbevredigend. In die gevallen heb ik een vraagteken geplaatst en heb daarna  op internet gezocht naar meer gegevens over die persoon. Vervolgens heb ik zo'n persoon alsnog zo goed mogelijk ingedeeld.

Hier komt de lijst met ondertekenaars, die ik genummerd heb. Met een A is aangegeven dat het volgens mij om een alfa gaat. Met een B dat het volgens mij om een bèta gaat. Uiteraard steeds uitgaande van de beperkte informatie die vermeld stond of die ik op internet vond. Met een vraagteken geef ik aan dat ik op internet gezocht heb.


------
1A.     Jan Joost Teunissen (schrijver, directeur van Forum on Debt and Development en filmmaker)
2A.     Henk Overbeek (emeritus hoogleraar internationale betrekkingen VU, en oud-lid van de Eerste Kamer)
3A.     Paul Aarts (politicoloog, UvA)
4A.     Wendela de Vries (onderzoeker wapenhandel en wapenindustrie)
5A.     Harry van Bommel (oud-lid van de Tweede Kamer)
6A.     Hedy D'Ancona (oud-Europarlementariër en oud-minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur)
7A.     Nout Wellink (econoom en voormalig President van De Nederlandsche Bank)
8A.     Aafke Steenhuis (schrijfster en oud-redacteur De Groene Amsterdammer)
9A.     Kiki Amsberg (voormalig VPRO-programmamaker)
10A.   Joost Smiers (emeritus hoogleraar politicologie)
11A.   Tanja Aalberts (hoogleraar Law and Security, VU)
12?A. Rita Hendriks
13A.   Menno Grootveld (vertaler en uitgever bij Starfish Books)
14A.   Bert Wagendorp (columnist en schrijver)
15A.   Jan van der Putten (schrijver en journalist)
16A.   Yvonne Scholten (journalist)
17A.   Rob Simons (journalist)
18A.   Anne-Ruth Wertheim (onderzoeker racisme)
19A.   Rudi Künzel (historicus)
20A.   Adriana Bulnes (historica)
21A.   Berend Vis (jurist, RUG, staats/bestuursrecht)
22A.   Anton Wessels (emeritus hoogleraar godsdientswetenschappen, VU)
23A.   Theo van der Veen (docent en vakontwikkelaar economische vakken)
24?A. Marie Reehorst (beeldend kunstenaar)
25A.   Corry van der Pol (voormalig beleidsfunctionaris GGZ)
26A.   Peter Quentin Reinsch (gepensioneerde sociale onderzoeker)
27?A. Mieke Goudt
28A.   Jesse Bos (oud-gemeenteraadslid Amsterdam en stadsdeelbestuurder)
29A.   Anne van Delft (vertelster, regisseur sociaal-artistieke projecten)
30A.   Liduine J. Michiels van Kessenich (coördinator voormalig Vredesbureau Midden-Amerika, Pax en IKV)
31A.   Pieter Smit (mensenrechten-onderzoeker)
32?A. Marleen Mitzman-Wessel (onderzoekster financieel toezicht, UvA)
33A.   Welmoed Koekebakker (expert mensenrechten en conflict-transformatie)
34A.   Renée Smithuis (schrijfster/kunstintermediair)
35A.   Jan Nederveen Pieterse (Distinguished Professor Global studies & Sociology, University of California, Santa Barbara)
36A.   Jan Breman (emeritus hoogleraar sociologie, UvA)
37A.   Ewald Engelen (hoogleraar financiële geografie, UvA)
38A.   Ineke Jungschleger (oud-redactrice de Volkskrant)
39A.   Elise Koolmees (ecoloog/visionair)
40A.   Sander Hoffer (duurzaam bankier)
41A.   Bram Grandia (emeritus predikant, oud IKON-pastor)
42A.   Gerhard Scholte (predikant PKN)
43A.   Klaas de Jonge (antropoloog en Afrikanist)
44A.   Annette Freyberg-Inan (hoogleraar International Relations Theory, UvA)
45A.   Otto Holman (politicoloog, UvA)
46A.   Said Rezaeiejan (politicoloog, UvA)
47A.   Jeroen Doomernik (politicoloog, UvA)
48A.   Martijn Dekker (docent Conflictstudies, UvA)
49A.   Jan Aart Scholte (Leerstoel Global Transformations and Governance Challenges, Universiteit Leiden)
50A.   Mariwan Kani (docent Midden-Oostenstudies, UvA)
51A.   Peyman Jafari (onderzoeker, Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis)
52A.   Wiert Wiertsema (senior beleidsadviseur Both ENDS)
53A.   Nikolaos van Dam (oud-ambassadeur)
54A.   Bertjan Verbeek (hoogleraar internationale betrekkingen, Radboud Universiteit)
55A.   Duco Hellema (emeritus hoogleraar geschiedenis van de internationale betrekkeingen, Universiteit Utrecht)  
56A.   Mouin Rabbani (Co-Editor, Jadaliyya)
57A.   Max Arian (oud-redacteur De Groene Amsterdammer)
58A.   Maartje Arian-Schönfeld Wichers (lerares Frans)
59A.   Nana de Graaff (hoofddocent internationale betrekkingen, VU)
60A.   Barbara Giannakos-Teunissen (voormalig medewerker Stichting Buitenlandse Werknemers)
61?A. Arie van den Brand (pensionado, landbouwkundig ingenieur)
62?B. Pauline Wertheim-van Dillen (gepensioneerd klinisch viroloog)
63A.   Corrie Oudhoff (secretaris Multicultural Women Peacemakers Network)
64A.   Marjolijn Hohberger (lerares, journaliste)
65A.   Anja Meulenbelt (schrijfster, voormalig Eerste Kamerlid)
--------------------

 

Ik tel 64 keer een A en 1 keer een B. Mijn indeling is natuurlijk wat ruw en beperkt. Je kunt je voorstellen dat iemand anders tot enigszins andere uitkomsten kan komen. De grote lijn lijkt echter onmiskenbaar. Het gaat inderdaad in overgrote meerderheid om alfa's.

De mensen die de strongman steunen zijn inderdaad vrijwel altijd alfa.