zondag 21 februari 2021

De Bijbel die men dagelijks zegt te lezen, maar niet kent

 

Laatst bijgewerkt: 26-2-2021 om 1.25

 

Volgelingen/gelovigen vormen de basis van ieder 'fascistisch systeem'. Het zijn de 'vechthonden van de strongman'. Zij vormen de basis voor de discriminerende groep. Wanneer we discriminatie willen begrijpen, moeten we helder hebben, hoe volgelingen/gelovigen denken. Uit onderzoek weten we dat er met dat denken nogal wat mis gaat.

In de NRC van 10/2/2021 kom ik in de rubriek met ingezonden brieven een reactie tegen, die in dit verband mijn aandacht trekt. De reactie heeft betrekking op een artikel in de NRC van 6 februari 2021 (hier) over de Leidse hoogleraar rechtsfilosofie Kinneging (Encyclopedie van de rechtswetenschap en rechtsfilosofie). Ik heb dat artikel indertijd wel gezien, maar vond het niet nodig om het te lezen. De ingezonden brief

Ik ben zo vrij het epistel hier te laten volgen.

---

Welke Bijbel?

Kinneging "zet zich af tegen de moderne tijd en put uit geschriften van kerkvaders, de Bijbel en de Koran", schrijft NRC. Wat volgt is een opsomming van zijn grensoverschrijdende gedrag en de verdediging van een man- vrouwbeeld waarin de man agressor is en de vrouw passieve volger. Welke Bijbel zou hij lezen, vroeg ik me niet voor het eerst af. In de Bijbel die ik dagelijks lees, begint God met twee vragen aan de mens: "Mens, waar ben je?" en "Kaïn, waar is je broer?". In beide gevallen ging er grensoverschrijdend gedrag aan vooraf: ver doorgevoerd egoïsme en moord. Als waarschuwen daartegen niet lijkt te helpen, komt God met een ander bevel: besnijdenis. Het mes moet erin, in die viriliteit. Letterlijk. Het mij dus een prima idee als Kinneging de Bijbel eens ter hand nam.

Gouda

---

In de laatste zin van deze brief ontbreekt het woordje 'lijkt'. Ik heb de tekst letterlijk overgenomen en dat dus maar zo laten staan. Zitten er nog meer slordigheden in de tekst? Bij 'man- vrouwbeeld' gaat iets mis. Even verderop is de vrouw 'passieve volger'. Zijn er dan ook 'actieve' volgers?

Het eerste dat me in deze tekst opviel, was het ''Welke Bijbel". Meestal ga je er vanuit, dat iedereen dezelfde Bijbel leest, maar de briefschrijfster veronderstelt kennelijk, dat er verschillende bijbels in omloop zijn met een verschillende inhoud. Misschien bedoelt ze het ironisch. En je kunt natuurlijk twisten over de apocriefe boeken.

Bij deze merkwaardige opening blijft het echter niet. De briefschrijfster deelt mee, dat zij dagelijks de Bijbel leest en dat God in die Bijbel begint met twee vragen aan de mens.

Nu denk ik wel eens in de Bijbel gelezen te hebben en daar het nodige over gehoord te hebben, maar ik ben nog nooit een Bijbel tegengekomen die begon met twee vragen van God aan de mens. De Statenvertaling, die ik graag hanteer, begint zo: "In den beginne schiep God den hemel en de aarde." De Bijbel begint dus heel logisch en grondig met het definiëren van het begrip 'God'. God is dat, wat hemel en Aarde veroorzaakt heeft. Punt.

Het idee dat de Bijbel begint met God die vragen stelt aan de mens, klopt dus niet. Onze briefschrijfster leest heel misschien inderdaad dagelijks in de Bijbel, maar ze is kennelijk ziende blind. Dat is ook precies wat we uit onderzoek weten over volgelingen/gelovigen. Ze lijden aan dubbel gestoorde waarneming (DGW). Ze nemen klakkeloos de vooroordelen van hun groep over en zien ondertussen niet, wat er wel te zien valt.

Waar staat die 'eerste' vraag (Mens, waar ben je?) dan, vroeg ik me af. Dus zoeken in de Statenvertaling met de termen 'mens' en 'waar' (hier). Ik heb me beperkt tot het Oude Testament, want het zou in het begin van de Bijbel moeten staan. Die combinatie van termen blijkt daar vier keer in een vers voor te komen. Geen van die vier gevallen houdt een vraag van God in. In het Oude Testament komt die veronderstelde vraag van God aan de mens dus helemaal niet voor.

Zoeken op internet levert op dat hele horden gelovigen geloven en denken, dat de Bijbel begint met die vraag. Alleen staat die vraag dus niet in het Oude Testament. Hoe kon dit wilde verhaal ontstaan?

In Genesis 3 wordt het verhaal van de zondeval verteld en de verdrijving uit het paradijs. In dat verhaal luidt vers 9 aldus: "En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij?" In het verhaal is de vraag dus gericht aan Adam, nadat hij van de verboden vrucht gesnoept heeft. Veel gelovigen hebben daar gemakshalve van gemaakt dat God daarmee aan alle mensen vraagt: waar ben je? Maar dat is natuurlijk niet de strekking van het verhaal.

De strekking van het verhaal is simpel. Mensen leefden in het paradijs en het leven was goed. Maar mensen waren behoorlijk slimme en ondernemende wezens en ze doen dan iets, dat ze -- achteraf gezien -- beter niet hadden kunnen doen. En wat ze doen, is niet omkeerbaar. Het valt, nadat het gedaan is, niet meer ongedaan te maken. Daardoor is het afgelopen met het goede leven, zoals het was en begint de ellende, het kwaad.

De schrijvers van deze Bijbeltekst wisten niet precies, wat er fout was gegaan. Maar ze snapten wel dat er iets heel erg fout was gegaan en dat het niet omkeerbaar was. Het viel niet ongedaan te maken.

Waar op gedoeld wordt, is het begin van de landbouw. Zonder die uitvinding was de Bijbel overbodig geweest en hadden we nooit het probleem gehad, dat in deze blog centraal staat. In zekere zin gaan de Bijbel en deze blog over hetzelfde probleem. Je moet de Bijbel zien als een poging het Kwaad met woorden te bestrijden. Tot nu toe is die Bijbelse strijd op geen enkele manier succesvol geweest. Afgaande op wat we weten, is het 'Kwaad' door de jaren heen alleen maar gegroeid.

Deze blog is een poging het Kwaad via de empirisch wetenschappelijke methode aan te pakken. In dat opzicht is deze blog niet het eerst. De auteurs van TAP (The Authoritarian Personality) hebben als eersten op dit punt onderzoek gedaan. Zij hebben de eerste steen gelegd. Misschien een wankele steen, waar van alles aan mankeerde, maar toch een eerste steen. Mensen als Bob Altemeyer en ook enkele anderen hebben daar verder stenen opgestapeld. Op dat empirische fundament is deze blog gebouwd.

Zal de huidige poging uiteindelijk wel effect sorteren? Laten we realistisch zijn. De vooruitzichten zijn niet gunstig. Mensen zijn druk met hun werk, hun baan, hun huis, hun tuin, hun vakanties, hun auto, hun status en zichzelf. Wetenschap en kennis zijn vieze woorden geworden. Wij willen alles en wij willen het nu, maar wat we vooral niet willen, is ons druk maken en kennis opdoen.

Wat gebeurt er, wanneer we er als mensheid er niet in slagen het Kwaad te beteugelen? Dat klinkt misschien nogal vaag en abstract. Wat ik bedoel, kunnen we meten. We meten het als bevooroordeeldheid (prejudice, etnocentrisme, politiek rechts, de F-schaal). Ik duid het wel aan als de 'zooifactor', want waar bevooroordeeldheid is, ontstaat zooi.

Een andere benadering is de zooifactor te meten via beide componenten. Een oplossing die Bob Altemeyer wel heeft gepropageerd. Dus door sociale dominantie (SDO) en rechts autoritarisme (RWA) te meten. De twee factoren die samen bevooroordeeldheid voor het grootste deel bepalen.

Wat gebeurt er als we er niet in slagen de zooifactor te reduceren? Afgaande op de voortekenen praten we dan mogelijk op termijn over het einde van onze soort. We zitten met een klimaatcrisis en een massa-extinctie. Als je die twee wilt beteugelen, heb je mensen nodig die rationeel kunnen denken. En daar heb je er niet een paar van nodig, maar iedereen of vrijwel iedereen zou die vaardigheid moeten beheersen. Je moet de zooifactor wereldwijd drastisch reduceren. Dat lijkt een vrijwel onmogelijke opgave.

Wat gebeurt er als de opwarming steeds verder doorgaat en wat gebeurt er, als steeds meer soorten verdwijnen? Kunnen menselijke kikkers overleven in een pan kokend water? Kunnen mensen overleven in een dode natuur? Ik denk dat het reduceren van de zooifactor dan nog eenvoudiger is.

Terug naar de ingezonden brief. In het verhaal vraagt God aan Adam: waar ben je? Mag je daar niets uit concluderen? Dat lijkt me overdreven. De auteur (of auteurs) van het Bijbelverhaal realiseerden zich kennelijk dat er tussen 'God' (de Natuur) en de mensheid een soort tweespalt (conflict) is ontstaan.

Klopt dat, met wat we weten? Wij kennen dat probleem nu als de aan de gang zijnde opwarming en massa-extinctie. Voordat de landbouw is uitgevonden, kunnen mensen alleen bestaan bij de gratie van de Natuur. De Schepping levert, wat ze nodig hebben en anders is het afgelopen. Maar na de uitvinding van de landbouw krijgen steeds meer mensen het idee dat die hele Natuur maar lastig is, overbodig is en moet doen, wat zij willen. Opeens heb je Godhaters en Godlovers.

Ook de rest van de Bijbel bevestigt dat punt voortdurend. Van de Tien Geboden gaat de eerste helft over de omgang met 'God', de tweede helft over de omgang met andere mensen. In het Nieuwe Testament vat Jezus de Tien Geboden samen tot twee. Heb 'God' lief boven alles en je medemens als jezelf. De voortdurende conflicten tussen 'God' en mens aan de ene kant en tussen mensen onderling vormen de essentie van de Bijbel. Zodra we de kans krijgen, vernietigen we de Natuur en onze mede mensen.

Ook de tweede vraag van God aan de mens, die de schrijfster signaleert, is een nogal uit zijn verband getrokken tekst.

Het verhaal van de broedermoord levert de aandachtige lezer belangrijke informatie. Na het einde van het paradijs moet er geboerd worden. Abel (Habel) heeft daar slag van, maar Kaïn is daar te ongeduldig voor. Dat Abel succes heeft en hij niet, maakt Kaïn jaloers en hij slaat zijn broer dood.

Als de Heer aardig was geweest, had hij gewoon Kaïn gedood en was het probleem in beginsel opgelost. Maar de Heer doet niets, ziet dat niet als zijn taak, en laat de kwestie over aan de mens zelf. Het gevolg is dat Kaïn een stad opricht. Met andere woorden: hij verzamelt zijn volgelingen/gelovigen en onderwerpt een landbouwgebied. Op die manier werd het Kwaad beloond en verder verspreid.

Vervolgens komt onze briefschrijfster met de conclusie dat in beide gevallen sprake was van 'grensoverschrijdend' gedrag. Maar beide soorten gedrag staan natuurlijk haaks op elkaar. In het ene geval ontdekten mensen een nieuwe manier om voedsel te produceren. In het andere geval sloeg men uit afgunst iemand dood. Wanneer je doet, alsof het in beide gevallen om hetzelfde gaat, mis je de essentie van het probleem. Het probleem is niet dat mensen succes hebben met voedselproductie, het probleem is dat er vervolgens een grote groep klaplopers ontstaat, die onder aanvoering van hun strongman de macht grijpt.

Beide zaken hebben met elkaar te maken, maar zijn niet van dezelfde orde. Dat Abel een succesvolle boer was, nemen we hem niet kwalijk. Dat Kaïn hem vervolgens doodsloeg, is wel problematisch. Het terugkerende probleem na de uitvinding van de landbouw was: roven gaat gemakkelijker en levert meer op dan moeizaam produceren.

Alsof dat allemaal nog niet genoeg zou zijn, komt de briefschrijfster tenslotte met het wilde idee dat besnijdenis een gebod en straf van God zijn. Als ik het zoeken beperk tot het Oude Testament, komt de term 'besnijdenis' precies eenmaal voor en wel in Exodus 4:29. De vrouw van Mozes, Zippora, besnijdt haar zoon en werpt Mozes de voorhuid toe, terwijl ze hem 'bloedbruidegom' noemt. Er is dus geen sprake van een gebod of straf door God.

Wat zie je in zo'n korte brief? Allereerst een heel verhaal dat de schrijfster dagelijks leest in de Bijbel, maar vervolgens blijkt ze geen flauw idee te hebben, wat er precies in staat. Daarna allerhande wilde beweringen, die haar en andere gelovigen kennelijk plausibel in de oren klinken. Men leutert maar een eind weg en neemt niet de moeite te checken, of wat men beweert, grond vindt in de Bijbel. Het is allemaal slechts sociaal geleuter.