donderdag 25 mei 2023

What's in a name?

 

 Laatst bewerkt: om 23.40 op 1-10-2023

 

Alles is volgens het meisje perfect aan Romeo, alleen zijn achternaam deugt niet. Je ziet iemand helemaal zitten, maar hij is van de foute clan. Shakespeare vatte dat dilemma samen met zijn beroemde: 'What's in a name?'

Meer uitleg over dat citaat staat hier (https://nosweatshakespeare.com/quotes/soliloquies/whats-in-a-name/). Daar staat ook een video waarin de desbetreffende scene uit zijn stuk te zien is.

Het uitgebreidere citaat luidt:

'What’s in a name? That which we call a rose
By any other name would smell as sweet.'

Door iets anders te noemen, kun je de werkelijkheid niet veranderen. Als je een roos anders noemt, blijft die nog steeds net zo ruiken en er net zo uitzien. Met andere woorden: namen doen er niet toe.


Aan dat 'What's in a name?' moest ik denken bij het lezen van de column (op 24-05-2023) van Stevo Akkerman in Trouw met de titel: Neonazi's. Ik probeer de essentie weer te geven.

Poetin heeft duidelijk fascistische trekken, maar valt zijn buurland binnen met het verhaal dat hij de nazi's daar wil verdrijven. De 'nazi's' aldaar staan onder leiding van een Joodse president, die voortdurend lonkt naar de NATO en de EU. Erg aannemelijk is dat verhaal van Poetin dus niet.

Vervolgens vallen Russen die Poetin willen bestrijden vanuit Oekraïne Rusland binnen. Akkerman wijst erop dat die Rusland binnenvallende Russen ook behoorlijk fascistische ideeën koesteren.

Er dreigt dus een soort grote spraakverwarring te ontstaan.

Hij schrijft:

'Begripsmatig komen we zo wel in een duizelingwekkend spiegelpaleis terecht.'

In zijn opvatting zou het mooier zijn als Oekraïne niet zou samenwerken met fascistische Russische groeperingen.

 

Maar eigenlijk zien we niets bijzonders, vrees ik. Fascisten zijn alfa's en die denken en geloven in voortdurende strijd. Het is dus slechts een kwestie van tijd voordat fascisten elkaar gaan bestrijden en vermoorden. In nazi-Duitsland ging het niet anders.

In dit geval is het dus heel goed mogelijk dat fascistische bewegingen vanuit Oekraïne Rusland zijn binnengedrongen om Poetin het leven zuur te maken. De ene fascist bestrijdt de andere.

Een land in oorlog is doorgaans niet echt kieskeurig bij het zoeken van medestanders. In de Tweede Wereldoorlog omarmde Churchill maar wat graag de Russen. Niet omdat hij hun ideologie deelde, maar omdat ze op dat moment streden tegen Duitsland. In een oorlog moet je soms kwaad met kwaad bestrijden. Nood breekt wet. Als je wilt leven en als je vrij wilt zijn, zul je soms alles moeten grijpen, dat je te pakken kunt krijgen.

In termen van Shakespeare. De naam van de ideologie doet er niet toe. Waar het om gaat, is dat die Russen daadwerkelijk Poetin willen bevechten. Waarom ze dat precies doen, zal de Oekraïners (en ons) worst zijn.

Het idee van Akkerman dat je ook in dit geval niet behoort samen te werken met fascistische groepen, gaat dus volledig uit van ideologie en niet van de realiteit. Jullie zijn de foute club, daar willen we niet mee samenwerken! Maar als die foute club levert, wat je dringend nodig hebt, ben je mal als je daar niet gebruik van zou maken.

Hier zie je mooi, hoe geloof (politieke correctheid) en realisme totaal verschillende zaken zijn. Je ligt in het water. Een fascist gooit je een reddingsboei toe. Maar jij grijpt die niet, want het is een 'fascist' die het levensreddende voorwerp naar je toegooit.










Een rationeel handelende beer!

 

Laatst bijgewerkt: om 0.14 uur op 2-10-2023


De site van The Guardian gaf gisteren een verhaal (https://www.theguardian.com/lifeandstyle/2023/may/23/17-year-old-versus-600lb-grizzly-bear-i-was-going-to-die-alex-messenger-ordeal-wilderness) over een jongeman die samen met anderen per kano een trektocht maakte door de wilde gebieden van Canada. Hij beklimt 's avonds als ze kamp hebben gemaakt, de berg. Op de bergrug heeft hij een prachtig uitzicht.

Maar dan ziet hij opeens iets bruins. Een beer! En de beer ziet hem. Beren zijn grote beesten, die ook nog eens uiterst snel en lenig zijn. En ze zijn vaak behoorlijk slim.

De jongeman probeert zich langzaam te verwijderen, maar de beer voelt zich kennelijk bedreigd en valt aan. De jongeman wordt uiteindelijk neergemept en opengehaald en besluit dan zich zo goed mogelijk dood te houden.

De beer is daarmee kennelijk tevreden en verdwijnt. De jongeman kan met moeite zijn vrienden bereiken en moet per kano een ziekenhuis bereiken. Hij overleeft!

Het bijzondere van dit verhaal is echter de beer. De beer breekt zijn aanval af, nadat de dreiging verdwenen is. Hij gaat niet door met het oppeuzelen van het slachtoffer. Nee, het probleem was dat hij zich bedreigd voelde, die bedreiging ligt nu voor dood op de grond. Daarmee is het probleem opgelost.

Met andere woorden: de beer gedroeg zich rationeel! Hij ging niet emotioneel verder met bijten en openhalen. Kennelijk kunnen beren zich dus rationeel gedragen. Het is niet gesteld, dat ze dat altijd zullen doen. Maar soms doen ze dat dus wel.

Terwijl er van mensen ettelijke verhalen bekend zijn, dat ze het op de grond liggende slachtoffer nog even een trap na moesten geven of erger.

Terugdenkend aan die twee eerdere blogposten over onderwijs en als je het wat pesterig zou formuleren: de beer deed iets, wat heel veel mensen die bij het onderwijs betrokken zijn, kennelijk vaak niet kunnen. 







 

 

 

 

 

 

woensdag 24 mei 2023

Wat is er mis met ons onderwijs?

 

Laatst bijgewerkt: 25-5-2023 om 1:07

 

De vorige blogpost ging over een krantencolumn. Die krantencolumn handelde over de beroerde staat van het leesonderwijs.

Maar als je die krantencolumn scherp las, klopte er iets niet helemaal. Het leesonderwijs op de basisschool levert internationaal vergeleken, steeds slechtere resultaten op.

Hoe komt dat? Waar moet je beginnen zo'n complex probleem aan te pakken? De schrijfster van de column stelde voor te beginnen op de PABO's. Want daar worden de onderwijzers opgeleid. 

Maar als je vandaag begint met het veranderen van het onderwijs op de PABO's kon het nog wel eens heel lang duren, voordat dat echt doorwerkt naar het basisonderwijs. Als zo'n verandering al doorwerkt, wat helemaal niet zeker is. En je weet natuurlijk niet zeker of die verandering die je aanbrengt in het PABO-curriculum (gesteld dat je dat zou kunnen), inderdaad positief uitwerkt en niet negatief op het leesonderwijs op de basisschool.

Het is alsof er in Nederland te veel mensen longkanker krijgen en je dat probleem gaat oplossen door de opleiding van dokters te herzien.

De vraag die de column dus impliciet opwierp was: is er niet een snellere route om het probleem op te lossen?

De column noemde Engeland als lichtend voorbeeld. Een tijdje zoeken op internet leerde dat men daar eigenlijk slechts  één ding echt veranderd had. Men had een test van 40 woordjes (20 bestaande woordjes en 20 onzin-woordjes) nationaal ingevoerd en verplicht gesteld. Die test meet slechts één simpel iets: of de leerling verklankend kan lezen.  Als de leerling dat aan het einde van het eerste lesjaar nog niet kan, moet hij/zij dus worden bijgespijkerd.

Dat was de grote leesrevolutie in de UK. Een simpele verplichte test of de leerling aan het einde van het eerste lesjaar inderdaad verklankend kan lezen.

Maar in mijn voorgaande blogpost kun je nog iets lezen. Als ik met die informatie de krant benader, valt dat niet goed. Die informatie vindt men niet oké. Die informatie voelt niet goed. En dat probleem geldt niet alleen voor de krant, maar voor veel mensen die bij het onderwijs betrokken zijn. En voor taaldocenten geldt het in nog sterkere mate.

Men heeft een bepaalde instelling waardoor simpele oplossingen als het ware niet gezien worden. Van die simpele oplossingen weet men bij voorbaat: dat kan niet kloppen! Zo simpel kan het niet zijn! Het is een uitermate complex probleem! We willen daar nog heel graag heel lang over doorfilosoferen.

Of toegespitst op het lezen. Het leesprobleem valt niet op korte termijn op te lossen! Het leesprobleem vereist experts om een mogelijke oplossing aan te dragen!

Het is alsof je hoort: kom verdomme niet aan ons leesprobleem! Dat is van ons! Blijf er met je kladden vanaf! Dat is onze expertise! Dat is onze broodwinning! Dat laten we ons niet afpakken! Gore klootzak, sodermieter op!

Dit soort reacties van taaldocenten en aanverwanten op onderwijsproblemen is helaas standaard. Effectieve methodes worden nooit omarmd, maar altijd neergesabeld. (Wie op dit punt literatuur zoekt, kan het proefschrift van mijn vrouw en mij hierover raadplegen.) Aan de ene kant ontkent men voortdurend de harde feiten of negeert die. Aan de andere kant wordt men helemaal furieus zodra iemand een effectieve methode demonstreert. Dat kan niet kloppen! Dat mag niet kloppen!

Waardoor worden die negatieve reacties veroorzaakt? Taaldocenten zijn doorgaans alfa's. Als we dat begrip ruim interpreteren gaat het om vooral double highs, wat men of action en een schare gewone gelovigen.

Double highs zijn agressieve, bevooroordeelde mensen, die bekend staan als de gevaarlijkste mensen die er op Gods aardbodem rondlopen. Men of action kunnen scherp denken, maar willen alles doen om sociaal hoger op te komen. De gewone gelovigen geloven bij voorbaat wat hen van hogerhand verteld wordt.

Wat er dus mis is met ons onderwijs, is dat de mensen die daar bij doorgaans betrokken zijn, te hoog scoren op de alfa-bètafactor. Het gaat om een geloofsgemeenschap, mensen die gefocust zijn op status en macht en zich van de harde werkelijkheid niets aantrekken.

Dat is natuurlijk een probleem dat niet alleen geldt voor het Nederlandse onderwijs, maar voor vrijwel alle onderwijs. Men focust niet op de harde realiteit, maar vlucht in de aangename sociale werkelijkheid van het gezamenlijke geloof.


 

 

 

 

 

 

 

 






Falend leesonderwijs

 

Het gaat niet goed met het Nederlandse leesonderwijs. Het gaat zelfs steeds slechter. In de Volkskrant van 23 mei 2023 besteedde Aleid Truijens een column aan dat probleem (https://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-leesramp-waar-in-godsnaam-te-beginnen-toch-maar-bij-de-pabo-s~b811a4d5/). De titel van haar column was: De leesramp: waar in godsnaam te beginnen? Toch maar bij de pabo’s.

 

Naar aanleiding van die column stuurde ik de Volkskrant de volgende reactie.

De leesramp: waar moet je beginnen?

Het gaat niet goed met het Nederlandse leesonderwijs. Het gaat zelfs steeds slechter. Maar waar moet je beginnen? Mevrouw Aleid Truijens stelt die vraag in de VK van dinsdag (23/5) en ze geeft ook antwoord. Ze wil beginnen bij de PABO's, want daar worden de onderwijzers opgeleid. Daar begint het allemaal.
 
Als je huis een rotzooi is, kun je natuurlijk beginnen bij de opleiding voor huishoudelijke hulpen. Maar of dat inderdaad heel snel vruchten afwerpt, betwijfel ik toch een beetje.
 
De column vanTruijens bevat echter -- voor de schaarse lezers die nog wel goed kunnen lezen --  een belangrijke hint. ''Kijk naar Engeland". Een land dat opeens is gaan behoren tot de top op leesgebied.

Wat hebben ze in de UK precies anders gedaan? Dat blijkt een heel klein dingetje te zijn. Aan het einde van het eerste leerjaar worden alle kinderen getest met 40 woordjes. Echte woordjes en onzin woordjes. Die test meet iets heel simpels. Of ze daadwerkelijk verklankend kunnen lezen. Als ze dat niet kunnen, krijgen ze niet op hun kop, maar worden ze bijgespijkerd. Precies wat wij hier vroeger ook deden.
 
Heel soms is het verstandig om te zorgen dat eerst de basis in orde is. Bij het kind dus.
 
En de leerkracht dan? Wel, met wat hulp en ondersteuning wil die ook wel.

 

Maar deze feitelijke informatie over een simpele oplossing van het leesprobleem viel bij de opinie-redacteur van de Volkskrant niet in goede aarde. Iets dat mij niet echt verbaasde. Maar dat is misschien meer iets voor een volgende blogpost.

 

 

 

 

 






 

maandag 15 mei 2023

Verspreiders van het zelfmoord-virus

 

Op NOS.nl lees ik een bericht over een vriendengroep, die iets wil doen tegen zelfdoding door jongeren (https://nos.nl/artikel/2474763-vriendengroep-verliest-twee-leden-door-zelfdoding-genoeg-is-genoeg). 

De aanleiding voor de club om in actie te komen is het verlies door zelfmoord van 2 van de 7 leden. Er zijn er dus nu nog 5 over.

Dat doet me denken aan dat boek van Agatha Christie met die foute titel. Eerst waren er tien. Toen nog negen. Daarna nog acht. En zo gaat het door. Laten we hopen dat dat in dit geval niet gebeurt.

Toch zijn de voortekenen niet gunstig. Het is al heel lang bekend dat zelfmoord besmettelijk is. Als ergens één zelfmoord plaatsvindt, volgen er vaak meer. 

Verder is bekend dat zelfmoord een soort modeverschijnsel lijkt te kunnen zijn. Eén iemand begint er mee, dat verhaal doet de ronde en prompt komt een andere simpele ziel op het geniale idee ook zoiets te proberen.

Dan is er nog iets bekend over zelfmoord. In bepaalde culturen komt het niet voor, in andere culturen komt het juist heel veel voor.

Bij bepaalde jagers/verzamelaars kwam het niet voor. Die vonden het idee dat je jezelf van het leven zou beroven, maar onbegrijpelijk. Het leven was al kort en gevaarlijk genoeg. Ze hadden niet het idee dat ze de dood een handje moesten helpen. Ze hadden meer het idee dat het de kunst was zo lang mogelijk in leven te blijven.

Kennelijk is het dus zo, dat als het leven in balans is (alle mensen beheersen het systeem-2-denken) mensen geen zelfmoord plegen. Het probleem ontstaat doordat mensen uitsluitend via systeem 1 denken. Ze denken met hun onderbuik in plaats van met hun verstand.

Als 'foute' man (transgender zou men nu vermoedelijk zeggen, maar camoufleer je dan het probleem niet?) denk je al jong na over zelfmoord en je doet dat vaak. Ik was op dat punt geen uitzondering.

Wat me op dit punt is opgevallen, is de manier van denken. Klassieke transgenders, zoals ik ze noemde, kwamen laat uit de kast en dachten dan, dat ze terecht zouden komen in een heerlijke, roze wereld. Dat was niet zo, maar dat feit weigerden ze hardnekkig onder ogen te zien.

Vaak waren ze niet in staat hun geloof over de prachtige wereld, die voor hen open zou gaan, op te geven. In werkelijkheid kwamen ze vaak terecht in een wereld vol problemen en vol agressie. Dat conflict tussen geloof en werkelijkheid duurde doorgaans een tijd. Daarna pleegden ze zelfmoord of ze bezweken onder de voortdurende stress. Een ander deel werd slachtoffer van de omringende agressie en werd vermoord.

Ik had het voordeel al jong uit de kast te zijn gekomen. Hoe het in de buitenwereld zou zijn, wist ik niet precies. Maar door schade en schande leerde ik dat het bepaald geen wandeling door het park zou worden.

Wat ik ook leerde, was dat transgenders uit de kast normaal niet erg oud worden. Klassieke transgenders hebben als doel optimaal te genieten. Maar ik realiseerde me, dat ik met die doelstelling niet erg oud zou worden.

Mijn eerste doel was daarom: zo lang mogelijk in leven te blijven. Mijn tweede doel was: zo lang mogelijk gezond te blijven. Mijn derde doel was: voldoende inkomsten te hebben.

Als ik het zo opschrijf, klinkt het simpel. Maar je groeit op met het idee dat je maximaal moet genieten van het leven. Dat is een aantrekkelijk idee, dat is een mooi idee. Dat prachtige idee moet je opeens volledig overboord gooien. Daar gaat het niet langer om.

Je bevindt je bij wijze van spreken in een gevaarlijk oerwoud. Achter iedere boom loert gevaar. Als je wilt blijven leven, zul je het gevaar eerder moeten localiseren, dan dat het gevaar jou localiseert. Je moet je brein voortdurend de omgeving laten aftasten. Je moet je manier van leven volledig omgooien. Het klinkt simpel, maar dat is het niet.

Later bleek ik een tweede voordeel te hebben. Ik ben een geboren probleemoplosser. Ik scoor extreem hoog op coping-vermogen. Niets is mooier dan het oplossen van een probleem. In confrontatie met een probleem kun je uitermate emotioneel reageren of je kunt je emoties proberen uit te stellen en te beheersen. Bij gevaar werd ik vaak ijzig koud.

Je kunt die eigenschap onder andere meten met neuroticisme (de schaal uit de ABV). Hoge scores hebben een slecht copingvermogen. Ik had het geluk minimaal te scoren.

Waarom pleegde ik geen zelfmoord? Het enige dat ik echt had, was mijn leven en gezondheid. En dat heb je slechts tijdelijk. Dus daar moet je toch een beetje zuinig op zijn.

Een tweede reden was heel pragmatisch. Ik wilde mijn tegenstanders geen plezier doen. Ik wist of dacht te weten, dat ze dat prachtig zouden vinden.

Een derde reden was ook pragmatisch. Wat schoot ik er precies mee op? Helemaal niets.

Laten we nu terugkeren naar de resterende groep vrienden. Hoe zijn hun vooruitzichten? Niet goed, vrees ik. Laten we bij het begin beginnen.

1. Het gaat om een groep vrienden. Dat suggereert dat het uiterst sociale mensen zijn (in de zin van groepsmensen). Bepaald geen geboren probleemoplossers dus, eerder verwarde denkers.

2. Ze studeren in Leiden. Dat klinkt mij niet goed in de oren.

3. Wat studeren ze precies? Laten we hopen dat het geen alfa-richting is.

4. Het NOS-bericht vermeldt dan:

'"We wisten niet dat het niet goed met ze ging", zegt Zuidberg. "Aan de buitenkant zie je dat niet."'

Maar als iemand zelfmoord pleegt, hoeft dat niet automatisch te betekenen dat het niet goed met die persoon ging. De spreker springt dus in het wilde weg naar een ongefundeerde conclusie. Dat is geen goed voorteken.

5. Vervolgens lijden ze aan het waanidee dat praten over zelfmoord zou helpen. Ja, dat helpt inderdaad om de daad uit te voeren. Maar is dat echt de bedoeling? Ze zijn kennelijk niet vertrouwd met de moderne gedragsanalyse. Met andere woorden: ze hebben geen idee waar ze precies mee bezig zijn.

6. Dan vind ik de passage:

'"Tijdens een van de eerste vergaderingen voor de stichting, hadden we het eerst een uur over voetbal in plaats van over ons verdriet."'

Het eerste lijkt erop te wijzen, dat hun hoofden merkwaardig leeg zijn en het tweede wijst op een volstrekt foute instelling. Je moet juist niet de emotionele tour opgaan. Wie zijn emoties volgt, denkt via systeem 1. In geval van een probleem probeer je dan te vluchten. Zelfmoord lijkt dan een prima optie.

Wat je moet doen, is je systeem 2 ontwikkelen en versterken. Dus ophouden met babbelen en leuteren en problemen gaan oplossen, die harde feedback leveren.

Deze vriendengroep, althans wat er nog van over is, zit vol goede bedoelingen. Maar de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens, zoals mijn moeder vaak opmerkte.

Ze hebben een stichting opgericht om zelfmoord te bestrijden. Ik moet denken aan die beroemde film van Polanski over vampiers. Op het einde rijdt de succesvolle vampierbestrijder weg in een arrenslee, maar het lief dat hij gered heeft, blijkt al besmet te zijn. Hij ontloopt zijn noodlot niet. Zo werd hij zelf de grote verspreider van het kwaad in Europa.

Als het restant van deze club op de ingeslagen weg voortgaat, worden ze verspreiders van het zelfmoordvirus. Een georganiseerde club van mensen die als doel heeft zelfmoord te bestrijden, maar in werkelijkheid het virus verder verspreidt.



















zondag 14 mei 2023

Alfa's zijn het oneens over God en de Bijbel, bèta's niet

 

Laatst aangepast: 15-5/2023 om 1:06

 

In de vorige blogpost ging het over de column van Bert Keizer in Trouw van 12 mei 2023 getiteld: Geloof ik begrijp het nog steeds niet

In zijn column vraagt hij aandacht voor Heino Falcke. Aan de ene kant astronoom, aan de andere kant lekenprediker.

Keizer vraagt zich af, hoe het kan dat Falcke door de astronomie een steeds groter geloof krijgt in Giod, de Schepper. Bij Keizer wekken de resultaten van die astronomie naast verwondering, vooral angst. Ze kijken naar hetzelfde, maar  komen als het ware tot tegenovergestelde conclusies. Hij vraagt zich af: kijkt de een met de ziel en de ander met het verstand?

Eigenlijk vraagt hij zich af: kijkt Falcke met zijn ziel en ik met mijn verstand? Dat lijkt hem van niet.

Inderdaad, dat lijkt mij ook van niet. Het is precies omgekeerd. Keizer kijkt met zijn ziel en Falcke is een soort handige duizendpoot. Als het over astronomie gaat, kijkt die met zijn rationele verstand. In het geval van astronomie definieert hij God als de Schepper.

Met betrekking tot God en de Bijbel heb je onder volgelingen/gelovigen (bevooroordeelde geesten, 'alfa's') twee tegenstrijdige opvattingen. In de ene opvatting is de Bijbel een heilig boek en God een persoon. In de andere opvatting is de Bijbel een gewoon boek en bestaat God niet. De ene groep zegt de Bijbel te omarmen als Gods Woord (maar doet dat ondertussen niet echt). De andere groep zegt dat de Bijbel een historisch boek is en dat God niet bestaat.

Je zou dan misschien verwachten, dat je een dergelijke tweedeling ook bij de 'bèta's' (de onbevooroordeelde geesten) zou moeten kunnen aantreffen. Maar voor bèta's speelt het probleem niet. Want in de bèta-cultuur geldt: de feiten zijn heilig, de feiten zijn God, de waarnemingen hebben het laatste woord. De God van de bèta's spreekt via de harde Natuur.

Hoe zit het dan met duizendpoot Falcke? Als je 'God' in de ene groep definieert als de Schepper, maar in de andere groep als de persoon Jezus, dan laat je je oordeel afhangen van de groep. Met andere woorden, Falcke volgt de sociale norm van de groep waar hij op dat moment in zit en is daarmee in feite een 'alfa' (bevooroordeelde geest). Iemand die zijn woorden zo kiest, dat ze sociaal de meeste impact hebben.

Dat is, wat ik zou verwachten. Maar bevestigen de waarnemingen ook mijn verwachting? Hoe scoort Falcke op bevooroordeeldheid? Of hangt die score volledig af van de situatie, waar hij zich op dat moment in bevindt? Ik zou verwachten, dat je het laatste niet bij voorbaat kunt uitsluiten.

Dat Keizer geloof niet begrijpt, is dan -- uitgaande van die bevooroordeelde geest -- niet zo vreemd. Bevooroordeelde mensen snappen op feitelijk gebied zelden echt iets. Ze babbelen vooral sociaal uitermate handig.

Falcke ziet als ledenprediker duidelijk het gebod dat we ons volgens de Bijbel geen voorstelling op enigerlei wijze van God moeten maken. Uitgaande van de Tien Geboden mogen we GOD dus niet vermenselijken. Het idee van een persoonlijke God wordt daarmee volledig geblokkeerd, zou je denken. Maar bij Falcke (en andere volgelingen/gelovigen) dus alleen als het zo uitkomt.

Dan is er nog een punt. Volgens het eerste gebod ('Gij zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben') van de Tien Geboden is er één God en niet twee. Maar als je voor 'GOD' twee verschillende definities hanteert, trek je je daar weinig van aan.

Het merkwaardige is dus dat de God van de bèta's (de harde feiten, de waarneembare Natuur) perfect lijkt te passen bij het idee dat de oude Joden hadden van God. Het kan ook geen toeval zijn dat Joden verhoudingsgewijs veruit de meeste Nobelprijzen in de exacte wetenschappen hebben gekregen. Mogelijk helpt hun culturele bagage op dit punt een handje mee.


 

 

 

 

 



Zijn geloof en verstand totaal verschillend?

 

In de Trouw van 12 mei 2023 kom ik op pagina 13 een column tegen van Bert Keizer getiteld: Geloof, ik begrijp het nog steeds niet. In die column draait het om de tegenstelling tussen geloof en verstand. Ik denk dat je de column zo het beste kunt samenvatten.

Keizer begint zijn column zo:

"De Britse filosoof Gilbert Ryle werd eens gevraagd wat het verschil is tussen 'ziel' en 'íntellect'. Hij antwoordde: 'Je intellect is dat deel van jou waarmee je andere boeken dan de Bijbel leest.'"

Dat is een intrigerende bewering, wat mij betreft. Ryle suggereert dus, dat mensen de Bijbel op een andere manier lezen dan andere boeken.

In zijn algemeenheid is die bewering natuurlijk onjuist. Maar wat natuurlijk wel zou kunnen, is dat gelovigen de Bijbel (en andere teksten) totaal anders lezen dan niet-gelovigen zakelijke teksten lezen.

Ik heb geprobeerd te checken of Ryle die opmerking inderdaad gemaakt heeft. Ik kon geen bevestiging vinden, maar ook geen duidelijke weerlegging.

Laten we de column van Keizer verder volgen. Hij schrijft even verder dit:

"Het gaat om het verschil in geesteshouding tussen een type als ik, die de Bijbel leest zonder religieuze vervoering, en een gelovige die eerst knielt en dan pas de Bijbel openslaat om erin te lezen."

Keizer suggereert ook hier weer, dat een gelovige de Bijbel belangrijk anders leest, dan dat hij dat als niet-gelovige doet. Hij stelt impliciet dat hij niet-gelovig is. Maar in het kader van het momenteel bekende onderzoek ben je pas niet-gelovig als je niet-bevooroordeeld bent. Ik het geval van Keizer ben ik daar nog niet zo zeker van. Hij veronderstelt wel erg gemakkelijk zaken en neemt erg gemakkelijk uitspraken voor waar aan.

Maar we moeten het kind niet met het badwater weggooien. Het punt dat hij aan de orde stelt, is dat niet-gelovigen wel eens totaal anders zouden kunnen lezen dan wel-gelovigen.

Wat we uit onderzoek (o.a. van Bob Altemeyer) weten, is dat dat in zekere zin inderdaad helemaal klopt, maar anders dan Keizer denkt. Gelovigen lezen namelijk niet. Het interesseert hen volstrekt niet wat er precies in de Bijbel staat. Dat is niet relevant. Ze pakken een beschikbare spreuk, die op dat moment van pas komt en gaan die verkondigen als diepe waarheid.

Denk even logisch na. Gelovigen willen in hun groep zo hoog mogelijk scoren. Dat doe je niet door uit de Bijbel iets te halen, dat hun groep helemaal niet wil horen. Dat doe je door vol overtuiging je mede gelovigen te vertellen, wat ze wel graag willen horen. Dat waar Adolf Hitler zo goed in was.

Maar Keizer brengt in het voorgaande citaat wel een mooi punt in beeld. De gelovige knielt eerst alvorens de Bijbel open te slaan. Hij of zij erkent de Bijbel als een hogere waarheid. Terwijl Keizer die hogere waarheid van de Bijbel niet erkent.

Dat beeld is leuk bedacht, maar blijkt in werkelijkheid dus niet te kloppen. Gelovigen trekken zich in werkelijkheid niets aan van die hele Bijbel. Ze hebben hun eigen agenda en grijpen uit de Bijbel slechts de teksten, die op dat moment goed van pas komen.

Keizer vraagt vervolgens aandacht voor het 'fascinerende interview' van Arjan Visser (in Trouw) met Heino Falcke, bekend astronoom. Het bijzondere van Falcke is dat hij enerzijds hoogleraar astronomie is (in Nijmegen) en samen met anderen een foto van een zwart gat gemaakt heeft, als eersten. Aan de andere kant is Falcke ook lekenpredikant, dus gelovige. Hoe valt dat te rijmen?

Uit de column van Keizer kon ik verder niet veel wijzer worden, ik moest het interview met Falcke er bij pakken (https://www.trouw.nl/verdieping/heino-falcke-als-sterrenkundige-ontdek-ik-steeds-meer-waardoor-mijn-geloof-in-de-schepper-god-groter-wordt~bf3d4cf2/).

Het probleem met de column van Keizer is dat die vrolijk alles aan elkaar babbelt. Als je van die woordenbrij iets zinnigs wilt maken, heb je akelig veel werk. Bij het interview met Falcke is dit probleem bijna nog groter. Falcke formuleert vlot en gemakkelijk, weet overal een prachtig antwoord op te verzinnen, maar weet ook heel handig om de lastige kwesties heen te manouvreren. 

Als je de moeite neemt, het verhaal van Falcke te fileren, lost hij de tegenstelling op deze manier op. Aan de ene kant definieert hij God als de Schepper. Precies wat Albert Einstein ook deed in navolging van Spinoza en het begin van de Bijbel.

Aan de andere kant hanteert hij een tweede definitie van God: God als Persoon. De manier waarop moderne gelovigen God vooral willen zien. God als superieur mens, God als de Grote Leider. God als iemand die altijd voor je zal zorgen, ongeacht wat je precies doet. God als Vader.

In feite dus een volstrekt fascistische opvatting. Dat klopt ook, de Amerikaans gelovigen stemmen massaal op Trump.

De relevante passage in het interview luidt aldus:

 "'God is voor mij het begin- en het eindpunt van alles. God is eeuwig. Hij staat boven tijd en ruimte. Naast die almachtige schepper is er nog een menselijke verschijning: Jezus. Door Jezus zie ik God in mijn medemensen, maar ook een God die mee-, voor en met me lijdt. Als sterrenkundige ontdek ik steeds meer over het ontzagwekkende heelal waardoor mijn geloof in de Schepper-God groter wordt – maar de persoonlijke God ook een beetje buiten beeld dreigt te raken. Soms is hij er ineens; als ik in de auto zit en in een gebed-achtige stemming kom, in de kerk, als wij zingen, op emotionele momenten of als er iets bijzonders in mijn leven gebeurt. Zodra ik de muur laat zakken, zodra ik me overgeef… ik moet nu denken aan een van de mooiste verhalen uit de Bijbel: Petrus ziet Jezus over het water lopen, stapt uit de boot, raakt in paniek, zinkt en wordt onmiddellijk door hem omhoog getrokken. Dat is precies wat je moet doen: uit de boot stappen. Je gaat kopje-onder, maar God zal je niet laten verdrinken. Geloven is loslaten.""

 

Wie goed kijkt, ziet dat er met de aanhalingstekens iets niet lijkt te kloppen. Aan het begin van het citaat stond een enkel aanhalingsteken, maar aan het einde een dubbel. Als je naar de rest van het interview kijkt, zie je dat dat enkele aanhalingsteken vermoedelijk een slordigheidje was. Maar terwille van de correctheid heb ik het laten staan. De buitenste dubbele aanhalingstekens zijn van mij.

Als astronoom hanteert Falcke de definitie van Einstein: God is de Schepper van alles. Maar in de kerk en in emotionele buien is God er opeens als Persoon. Handig, op die manier kun je iedereen tevreden houden en naar de mond praten.

Maar het fragment legt wel een interessante koppeling. God als de Schepper is gekoppeld aan harde wetenschap. Het is een voortdurend waarneembare God. Maar God als Persoon is gekoppeld aan geloof. Je stapt uit het bootje, omdat iemand zegt dat dat kan en vertrouwt er daarna op, dat het wel goed komt.

Precies, wat de aanhangers van Adolf Hitler deden. Maar het kwam niet goed.

Natuurlijk is het niet zo, dat alle geloof bij voorbaat fout is. Wie gelooft dat morgen vermoedelijk de zon weer zal opkomen, omdat dat tot nu toe altijd gebeurd is, heeft een punt. Maar wie in het wilde weg een of andere strongman of oplichter gelooft, doet dat in feite om sociaal te scoren. Op korte termijn kan dat sociaal handig zijn. Op langere termijn is het vragen om problemen.

Als je die beperking in het achterhoofd houdt, zijn (irrationeel) geloof en (rationeel) verstand dus inderdaad totaal verschillend. In het ene geval volgen we ons systeem 1, het emotionele babbelsysteem. In het andere geval volgens we ons systeem 2 (dat helaas bij moderne mensen vaak vrijwel volledig niet aanwezig is, omdat het nooit ontwikkeld is). Het systeem van het kritische, gerichte nadenken. Het systeem dat ons volgens de oude Joden een beetje gelijk maakte aan God, de Schepper.

Dat wil zeggen: via dat systeem konden we God, de Schepper in beginsel volgen en begrijpen. Wetenschappelijker geformuleerd: we konden de harde natuur een klein beetje voorspellen.













 

 

 







 

woensdag 10 mei 2023

'Links' en 'rechts' zijn lastige begrippen

 

Laatst bijgewerkt: 12-5-2023 om 3:07

 

Wat is 'rechts' precies? Wat bedoel je daar precies mee? Ik herinner me dat ik die vraag ooit stelde aan mijn toenmalige vriend, die het begrip gehanteerd had als een term die iedereen natuurlijk wel kende en begreep.

Ik was toen iets van 15 jaar oud. De uitleg die mijn vriend gaf, vond ik vervolgens niet geheel overtuigend, hoewel die ook niet helemaal fout was.

'Links' en 'rechts' zijn termen die mensen vaak vrij gemakkelijk gebruiken. Zij zijn 'rechts' en de foute mensen zijn 'links'. Of omgekeerd: zij zijn 'links' en de foute mensen zijn 'rechts'.

Maar op basis van welk kenmerk plak je precies dat label 'links' of het label 'rechts' op iemand, vroeg ik me af. Is het alleen een term die we hanteren om het verschil met de tegenpartij aan te geven of is de term ook daadwerkelijk gebaseerd op een waarneembaar onderscheid?

Als ik me goed herinner, legde mijn vriend uit dat het onderscheid terug gaat op de tijd rond de Franse revolutie. De partijen die de koning steunden, zaten rechts van de voorzitter. De partijen die de heerschappij van de koning aanvochten, zaten links.

Daar zit wel iets in, maar die omschrijving stelt je nog steeds niet in staat om voor een specifieke persoon vast te stellen of die 'links' of 'rechts' is. Je kunt het kenmerk nog steeds niet meten.

Recent werd ik opnieuw met die vaagheid van deze begrippen geconfronteerd. Een stuk in de krant beschreef de problemen die de opvang van asielzoekers in de directe omgeving opleveren. Die problemen zijn niet bepaald gering en dat valt natuurlijk ook wel te verwachten. Mensen die zichzelf als 'links' beschouwden, bleken dat stuk 'te rechts' te vinden. Maar klopt dat wel?

Ben je inderdaad 'links' als jezelf denkt dat je 'links' bent, of kun je daar volledig naast zitten? En omgekeerd, ben je inderdaad 'rechts' als je van jezelf denkt, dat je 'rechts' bent, of kun je daar ook volledig naast zitten?

Waar ik aan denk, is de invloed van de twee verschillende denksystemen die mensen gebruiken. Stel je bent een typische systeem 1 denker. Je denkt via je emoties en je kiest onbewust je gedachten zo, dat die in je groep goed vallen.

In je sociale omgeving heb je opgepikt dat 'links' helemaal oké is. De norm in je groep is dus: 'links'. Daardoor ben je dus voor je eigen idee heel erg 'links'.

Maar stel nu, dat de sociale norm in je groep is, dat je 'rechts' moet zijn. Alleen dan ben je echt oké. Als systeem-1-denker geloof je nu oprecht dat je heel erg 'rechts' bent.

Bij systeem 1 denken bepaalt je groep dus of je 'links' of 'rechts' bent. Het label dat je jezelf opplakt, zegt helemaal niets over je persoon.

Wat weten we vanuit het empirische discriminatie-onderzoek? De grondleggers probeerden in The Authoritarian Personality op drie verschillende manieren 'fascisme' te meten. Bij die drie pogingen hielden ze geen rekening met de onbetrouwbaarheid van hun vragenlijsten, daardoor waren hun resultaten onduidelijk. Als je dat echter wel doet, blijken ze driemaal dezelfde variabele gemeten te hebben: bevooroordeeldheid. Wat we nu in het Engels zouden noemen: generalized (social) prejudice.

Het onderzoek dat daarna kwam, leverde tenslotte rechts autoritarisme (RWA) en sociale dominantie (SDO) op als de twee grote 'oorzaken' van bevooroordeeldheid. De maat voor geneigdheid tot discriminatie en agressie. De maat die het enthousiasme voor de strongman meet.

Bevooroordeeldheid (het instemmen met negatieve uitspraken over minderheidsgroepen) is dus de variabele waarmee we meten of iemand rechts is. En dus ook of iemand daadwerkelijk links is.

Maar is het inderdaad altijd nodig een lijst vooroordelen voor te leggen? Vermoedelijk niet, bevooroordeelde mensen denken totaal anders dan onbevooroordeelde geesten. Bevooroordeelde mensen volgen het groepsoordeel, onbevooroordeelde geesten denken zelf, klampen zich vast aan de harde feiten en trekken zich van het groepsoordeel niet al te veel aan.

Op basis van verbale uitingen en korte tekstfragmenten kun je dus al snel vaststellen, wat voor vlees je in de kuip hebt.

Dan is er nog meer. Bevooroordeelde geesten (systeem-1- denkers) geloven en weten zeker. Ze voelen als het ware de waarheid. Dat wil zeggen: hun waarheid. De harde werkelijkheid zien ze niet, of vinden ze niet relevant, want ze focussen op hun groep.

Als je dus een concrete beschrijving van de problemen rond asielzoekers te 'rechts' vindt, ben je dat vermoedelijk zelf.








 

Nederland herdenkt, maar liever niet al te concreet, want dan wordt het akelig

 

Laatst bijgewerkt: 12-5-2023 om 2:35

 

 

Het Dagblad van het Noorden geeft op 4 mei 2023 op de voorpagina onder de kop ''4 mei" de volgende introductie-tekst:

"Nederland herdenkt vandaag de slachtoffers van voorbije oorlogen. In toenemende mate zijn we bevreesd voor een nieuwe, zo blijkt uit onderzoek. Oorlog is ook iets om bang voor te zijn. Dat is de vaststelling bij alle verhalen die nu opnieuw of voor het eerst worden verteld."
Na en naast die tekst vier foto's met daarin de titels/onderwerpen van de vier verhalen die men brengt naar aanleiding van de dodenherdenking.

Het is 4 mei, de nationale dag van de dodenherdenking en dan open je de krant met zo'n tekst. Als je weet waarop je moet letten, lopen de rillingen je over de rug.

Wat is er mis met die tekst? Herdenken we de slachtoffers van alle voorbije oorlogen? Van heel veel oorlogen hebben we geen flauw benul. Of ze liggen veel te ver in het verleden, of ze speelden veraf. Als je je die oorlog niet eens kunt herinneren, hoe kun je je dan die slachtoffers van die onbekende oorlog herinneren? Nee, de dodenherdenking ging over de doden van de Tweede Wereldoorlog. En geloof me, dat waren er meer dan genoeg.

Ging het over alle doden van de Tweede Wereldoorlog? Nee, natuurlijk. Het ging over onze doden. En echt, dat zijn er al meer dan je je als gewoon mens nog kunt voorstellen.

Ik heb het inmiddels over 'doden', maar in de tekst staat 'slachtoffers'. Het aantal gewonden en het aantal ernstig getraumatiseerde mensen was veel groter dan het aantal doden. De mensen die soms voor het leven beschadigd en verminkt waren, waren natuurlijk slachtoffer. Maar ze waren niet dood.

De 'dodenherdenking' was echter specifiek gericht op onze doden van de Tweede Wereldoorlog. Waarom? Dat was niet bedoeld om aan te geven, dat al die gewonden en al die beschadigde en verminkte mensen er niet toe deden. Maar die mensen waren er in eerste instantie nog. De aandacht werd gefocust op de mensen, die gevallen waren, die er niet meer waren.

Waarom? Omdat de doden het eerste uit onze herinnering wegglippen en tegelijkertijd het meest overtuigend de ellende en het wezen van oorlog illustreren.

Neem dan die tweede zin. "In toenemende mate zijn we bevreesd voor een nieuwe [oorlog], zo blijkt uit onderzoek." Uit onderzoek blijkt? Uit welk onderzoek? We zijn steeds banger voor een nieuwe oorlog? Pardon, het is in Europa al oorlog. We hoeven niet langer bang te zijn voor het onweer, want het onweer is er al. Het enige wat ons nu nog rest, is het vege lijf redden.

De conclusie uit al die verhalen in de krant zou zijn: oorlog is iets om bang voor te zijn. Maar klopt die conclusie wel? Angst is een slechte raadgever. Angst maakt dat je wegkijkt, angst is een emotie die je verlamt.

Wie geen oorlog wil of de negatieve gevolgen van oorlog zo beperkt mogelijk wil houden, moet zijn verstand gebruiken.

Vergelijk het met auto rijden. Er kan altijd iets mis gaan. Maar met angst achter het stuur gaan zitten, helpt niet. Wat je moet doen, is de risico's opsporen en die vervolgens zo klein mogelijk maken. Daarvoor moet je je angst overboord gooien, maar je verstand in overdrive zetten.

Die korte tekst waarmee de krant opent, is dus op vrijwel ieder punt een aanfluiting. Als moderne Nederlanders zo denken, kun je er vergif op innemen dat de rottigheid nabij is. En dat klopt ook, want het is in Europa al oorlog.

 

Laten we rationeel naar de Tweede Wereldoorlog kijken. In die oorlog vielen naar schatting meer dan 65 miljoen doden (https://nl.wikipedia.org/wiki/Slachtoffers_in_de_Tweede_Wereldoorlog). Volgens Churchill was die oorlog een volstrekt onnodige oorlog. En hij was niet de enige die daar zo over dacht.

Die oorlog ontstond in feite doordat sommige landen het zochten in bewapening en strijd, terwijl andere landen geloofden dat ontwapening eeuwige vrede zou brengen. Een simpel recept voor een vernietigende oorlog.

Je buurman verzamelt zware knuppels en jij gooit demonstratief alle knuppels weg. Die buurman ziet dat en denkt dan, dat het weinig moeite zal kosten om de baas over je te spelen.

Als we onze doden willen herdenken, moeten we vooral het Nederlandse geloof in het gebroken geweertje van de jaren dertig herdenken. Onze doden zijn het vredesdividend van dat prachtige geloof, dat we toen koesterden.

Maar die simpele waarheid kon ik vandaag niet in het Dagblad ontdekken.

We herdenken op 4 mei enthousiast, maar liever niet al te concreet, want dan wordt het akelig. En daar houden we niet van.

We voelen dat oorlog iets vreselijks is, iets dat we nooit weer willen. We geven onze emoties ruim baan en kijken daardoor continu weg van de oorlog, die in alle heftigheid woedt. Een oorlog waar Nederland op alle mogelijke manieren bij betrokken is. Een oorlog waarvan de afloop Nederland diepgaand zal beïnvloeden.

Wie agressie, discriminatie en oorlog wil overleven, moet niet zijn emoties volgen, maar zijn verstand. Dat is in het kort wat het empirisch onderzoek ons leert.

 











 


donderdag 4 mei 2023

Door gevaarlijke gekken omringd. 23. Gevaarlijk inhalen op de Horst

 

Het is mooi weer en ik rij over de Horst in westelijke richting. De Horst is een smalle, bochtige weg in de kop van Drenthe. Wat de smalle weg zo bijzonder maakt en zo gevaarlijk, zijn de dikke bomen die dicht op elkaar staan en ook nog eens vlak langs de rand van het wegdek.

Op de Horst mag je, volgens de belijning, maximaal 60 km per uur rijden. Ik rij ruim 60, want ik heb liever geen onnodig mij inhalende auto's.

Maar deze middag is het raak. Ik zie de inhaalpoging niet echt aankomen. Pas als de man (of vrouw, maar dat lijkt me weinig plausibel) me al bijna ingehaald heeft, realiseer ik me, dat het gebeurt. De passerende auto gaf geen richting aan, zie ik nog.

Omdat de Horst een akelig smalle weg is, bleef ik voortdurend goed rechts rijden. Ik liet slechts een kleine ruimte tussen mijn auto en de rand van het wegdek en die gevaarlijke bomen. Als je dat niet doet, heb je kans dat je bij een tegenligger nog op het laatste moment de rand van de weg moet opzoeken. Als zo'n zijwaartse uitwijkpoging fout gaat, gaat het ook goed fout. Dus, dat liever niet.

Ik blijf keurig rechts rijden en alles gaat goed.

Maar stel nu eens, dat ik per ongeluk even iets naar links was uitgeweken. Onbewust van het feit dat ik ingehaald werd. Dan heeft de inhalende auto twee opties. De ene is, de berm insturen en tegen een boom knallen. Ongeveer het laatste wat je zou willen. De andere optie is niets doen. In dat geval krijgt de inhalende auto een stoot naar links. En vliegt dus vervolgens ook weer op een boom.

Is er nog een derde optie? De passerende automobilist zou kunnen proberen tegenstuur te geven. Ik kom naar links, hij/zij stuurt naar rechts om de klap op te vangen. Maar op dat moment krijgt mijn auto een stoot naar rechts tegen de achterkant. Het gevolg is dat ik links de berm inschiet en tegen een boom knal.

Maar door dat te doen, komt mijn auto in de baan van de passerende auto en gaan vermoedelijk beide auto's links de berm in en knallen tegen de daar staande bomen.

Als je er over nadenkt, blijft inhalen op deze weg een levensgevaarlijke actie. Over de kans dat men toch niet helemaal goed heeft gekeken en dat er ondertussen te snel een tegenligger opdoemt, heb ik het dan nog niet gehad.

Helaas, is gepasseerd worden op de Horst niet echt bijzonder. Gelukkig doet lang niet iedereen het, maar van tijd tot tijd kom je weer iemand tegen, die moet laten zien, toch net nog even iets sneller te willen.

Kortom, mijn verhaal is op geen enkele manier bijzonder. Dit gebeurt niet voortdurend, maar wel vaak. Maar iemand die het doet, kan niet echt inhalen. Hij (of zij) kan niet echt autorijden. Het is iemand, die het verstand op nul heeft staan en ondertussen denkt, heel geweldig te zijn.