zaterdag 25 januari 2020

Johannes of Jezus: alfa-geloof of bèta-wetenschap?


Laatst bijgewerkt: 25-1-2020 om 15.29


Wanneer mensen zichzelf en hun producten gaan tooien met teksten uit de Bijbel of met het label 'GOD', voorspelt dat weinig goeds. Het laat zien dat associatief denken -- via het automatische systeem -- de norm is geworden. Minderheden: bereid u voor op discriminatie en vervolging, want zo gaan die dingen doorgaans. Dat was kort gezegd de strekking van mijn vorige blogpost. Chips met Bijbeltekst werken als koekjes met hakenkruis.

Maar niemand verplicht je om een Bijbeltekst via dat automatisch werkende systeem te verwerken. Je bent niet gedwongen de tekst slechts automatisch te interpreteren. We beschikken in beginsel ook allemaal over dat -- door God gegeven -- systeem 2, waarmee we de (Goddelijke) natuur kunnen proberen te doorgronden. Laten we dat rationele denksysteem eens inschakelen. Laten we ons eens gaan verdiepen in de tekst die op de snack staat vermeld: Johannes 3, vers 16.


De tekst op de snack: Johannes 3, vers 16

Volgens de Statenvertaling (hier) luidt Johannes 3, vers 16: 'Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.'

Wie die tekst zo hoort, is geneigd te denken: duidelijk. God had de wereld lief. Hij heeft zijn enige zoon geofferd, zodat iedereen die in hem gelooft, niet verloren gaat, maar het eeuwige leven zal hebben. Conclusie: geloof in God (of Jezus) en je hebt het eeuwige leven.

Maar is dat inderdaad de juiste conclusie? Zo ja, wat wordt er dan precies bedoeld met 'geloven in God'?

In het Oude Testament, dat Jezus -- als orthodoxe Jood -- volledig onderschreef, wordt verondersteld dat mensen in te delen zijn in twee groepen: de godhaters en de godlovers (Exodus 20: 5-6, hier). Iemand die God haat, gelooft onmiskenbaar wel in God, maar niet op een positieve manier.

Het in het Oude Testament gehanteerde onderscheid is dus niet of je gelooft, maar de manier waarop je gelooft. Geloof je positief of negatief? Omarm je de almachtige God of haat je hem?

Wanneer je de Bijbeltekst van de snack wilt begrijpen, moet je die bestuderen als onderdeel van de tekst waar die in opgenomen zit: Johannes 3. De vraag wordt dan: wat is de strekking van Johannes 3?


De strekking van Johannes 3

Johannes 3 is vermoedelijk opgeschreven tussen 90 tot 100 na het begin van onze jaartelling (hier). De actieve periode van Jezus liep van het jaar 26 tot maximaal het jaar 33. Dat betekent dat apostel Johannes op het moment van schrijven hoogbejaard was.

En het betekent dat de gebeurtenissen die hij beschreef bijna 60 jaar eerder plaatsvonden, als ze tenminste inderdaad plaatsgevonden hebben. Wanneer je het verslag van een vergadering een week laat liggen, zijn ondertussen al heel wat détails gewist in je geheugen. Johannes liet zijn verslag bijna 60 jaar wachten, voordat hij het opschreef.

Wanneer je Johannes 3 leest als onbevangen lezer, lijkt het nogal een chaotisch en rammelend verhaal. Het springt alle kanten uit. Verder lijkt duidelijk dat Johannes, als die het tenminste inderdaad geschreven heeft, veel eigen inbreng aan het verhaal heeft toegevoegd. Hij beperkt zich bepaald niet tot de kale feiten.

Het begint met een interessant voorval. Een belangrijke Farizeër, Nicodemus, komt stiekem in de nacht naar Jezus toe om van hem te horen en te leren. Jezus zegt dan op een bepaald moment iets in de trant van 'mensen moeten opnieuw geboren worden'. Nicodemus doet alsof hij die opmerking niet begrijpt en zegt: hoe kan dat nu?

Jezus legt dan uit, dat je in zijn optiek uit vlees geboren kunt zijn (uit de buik van je moeder). In dat geval ben je nog steeds gewoon vlees. De andere optie is dat je uit 'geest' geboren wordt. In dat geval ben je 'geest'. De manier van leven die Jezus ziet als de juiste.

Wat bedoelt hij daar precies mee? In vers 8 staat: 'De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en waar hij heen gaat; alzo is een iegelijk, die uit den Geest geboren is.' De wind waait en je hoort het, maar je weet niet in welke richting hij waait. Zo is iedereen die uit de Geest geboren is.

Met andere woorden: je hoort, maar je realiseert je je onwetendheid (mijn interpretatie). Vervolgens ga je op onderzoek uit. De mensen die uit de Geest geboren zijn, realiseren zich hun beperktheid en onwetendheid en de grootsheid van de Goddelijke natuur. De mensen die echter uit vlees geboren zijn, maken zich niet druk over wat er allemaal in die Goddelijke wereld gebeurt, maar willen gewoon -- zonder gezeur -- de goede dingen des levens genieten. De baby wil melk en hij wil die melk nu! En dat zul je horen ook.

Ik ben dus geneigd te denken, dat als Jezus inderdaad zo'n soort opmerking maakte, hij doelde op het onderscheid waar Mozes ook al mee worstelde. Het verschil tussen de godhaters en de godlovers. De godhaters voelen zich tekort gedaan en willen meer en ze willen het nu, of ze worden heel erg boos. De godlovers omarmen informatie en de externe werkelijkheid en willen niet meer consumeren, maar vooral meer produceren. Ze willen zich nuttig maken. Ze willen hun omgeving begrijpen.

Dat verschil in houding meten we vandaag de dag via bevooroordeeldheid of via de manier waarop iemand taal gebruikt. Bevooroordeelde mensen denken dogmatisch, van binnen naar buiten. Onbevooroordeelde mensen denken inductief, van buiten naar binnen. Ze passen hun ideeën aan de werkelijkheid aan. De eerste groep wil de werkelijkheid juist aanpassen aan zijn ideeën.

Is mijn interpretatie inderdaad de juiste? Nicodemus stelt in vers 9 een vraag waaruit blijkt dat hij het nog steeds niet helemaal begrijpt. Jezus plaagt hem dan een beetje door te zeggen in vers 10: ben jij nou een leraar en weet jij dit allemaal niet? Uit die passage blijkt dat Jezus dacht niet echt iets nieuws te vertellen. Jezus veronderstelde dat Nicodemus als schriftgeleerde het onderscheid zou moeten kennen.

Maar als Nicodemus dit onderscheid moest weten, verwacht je dat het in het Oude Testament terug te vinden moet zijn. Je zou dan verwachten dat het om een onderscheid gaat dat de oude Joden vaker maakten. En daar beginnen de problemen.

Wanneer je het namelijk na gaat zoeken in het Oude Testament, vind je helemaal niets. De combinatie van 'geest' en 'geboren' vind je bij Johannes in het Nieuwe Testament, maar niet in het Oude Testament. Hoe ik ook zocht en mijn best deed, ik slaagde er niet in ook maar een greintje bevestiging te vinden voor het verhaal van Johannes.

Met andere woorden: Jezus verwijt Nicodemus iets, hij drijft min of meer de spot met hem, maar menselijkerwijs viel Nicodemus niets te verwijten, want alleen Jezus kende dat bijzondere onderscheid. Maar dan klopt er dus in het verhaal iets niet.

Johannes zit kennelijk vooral een 'mooi' verhaal uit zijn mouw te schudden. Op zich zou dat goed kunnen. Door de tijd waarin hij op dat moment zat, was hij vermoedelijk vooral gemotiveerd zijn volgelingen moed in te spreken. Zijn verhaal is in dat geval vooral propaganda en heeft weinig van doen met de historische realiteit. Dat lijkt ook te kloppen met het chaotische karakter van het verhaal en de veelheid van zaken, die Johannes zelf toevoegde. Het is vooral propaganda en bepaald geen nauwkeurige beschrijving van wat eerder plaatsvond.

Valt er wel bevestiging te vinden voor de persoon Nicodemus? Alleen bij Johannes zelf. Die voert Nicodemus in zijn verhalen enkele keren op. Verder wordt die naam nergens anders in de Bijbel vermeld.

Dat Johannes inderdaad zaken aan zijn verhaal heeft toegevoegd, blijkt bijvoorbeeld uit zijn opmerking dat de Zoon des mensen verhoogd moet worden. Dat was niet de manier waarop Jezus over zichzelf sprak. Het verhaal was nooit Trumpiaans. Het was nooit: ik ben de Grootste, de Geweldigste, de Slimste.

Johannes maakt er dan in vers 15 van: opdat iedereen die in hem gelooft, het eeuwige leven zal hebben en niet tot stof zal vergaan. Maar het lijkt duidelijk dat Jezus nooit op die manier over zichzelf heeft gesproken. Voor Jezus was het punt niet, dat je domweg in hem moest geloven.

Jezus gaf een simpel recept, dat je wel of niet kon volgen. Je moest God (de natuur, Gods schepping) boven alles liefhebben en je naaste zoals jezelf. Het was nooit voldoende om te zeggen, dat je geloofde en al helemaal niet dat je geloofde in een bepaalde persoon. Je moest daadwerkelijk doen.

Je hebt mensen die denken dat zeggen voldoende is. Het is voldoende om te geloven, doen is niet nodig. En je hebt mensen die denken dat zeggen niet voldoende is, je moet ook daadwerkelijk doen wat het geloof voorschrijft. Jezus behoorde duidelijk tot die laatste groep mensen. Lege woorden zeggen was niet genoeg.

Johannes lijkt echter vooral in leeg geleuter te grossieren. Het was kennelijk de manier waarop hij zijn brood verdiende. Een 'mooi', maar rammelend verhaal produceren en er ondertussen vermoedelijk goed van leven.


Opnieuw geboren worden uit geest?

Aan de andere kant kun je natuurlijk ook niet bij voorbaat uitsluiten dat er misschien wel een Nicodemus was en dat Jezus inderdaad een opmerking over geest en geboren worden, gemaakt heeft. In het Oude Testament (OT) vind je vaker het onderscheid tussen 'vlees' en 'geest'. Bij nazoeken -- het aantal verzen waarin beide termen voorkomen -- (hier) 12 keer.

Als essentie van de mens werd de 'geest' gezien. Als de geest geweken is, blijft er een onbezield lichaam achter. De geest werd gezien als dat waar het om gaat, het vlees was slechts een stoffelijk omhulsel met allerhande vervelende beperkingen. De geest werd gezien als de scheppende kracht die het vlees bezielde en levend maakte. Vlees was daarbij verder natuurlijk soms ook nog voedsel, het was iets dat je consumeerde.

In het Nieuwe Testament (NT) komt deze combinatie van termen (in een vers) 22 keer voor. Daar het OT 3,4 keer zo lang is, qua aantal woorden (hier), komt dat na correctie voor lengste overeen met 75 keer. In het NT komt de combinatie 'vlees' en 'geest' daarmee meer dan 6 keer zo vaak voor als in het OT.

Het lijkt dus inderdaad goed mogelijk te zijn, dat in de tijd waarin Jezus leefde de tegenstelling vlees-geest veel gangbaarder is geworden. De tekst van het NT suggereert dat in ieder geval wel.

De boodschap van Jezus werd door hem zelf samengevat in twee punten: liefde voor God en liefde voor de medemens. Een boodschap die dwars stond op de tijdgeest van dat moment, die sterk gefocust was op haat (jegens de Romeinen en onderling) en consumptie. Men voelde zich ernstig tekort gedaan en wilde meer, waarbij men strijd en geweld zag als de belangrijkste optie.

Maar die positieve benadering van Jezus vraagt -- zoals we nu denken te weten -- een belangrijk andere manier van denken. Je moet dus als het ware inderdaad een tweede keer geboren worden. De manier van denken die je van nature meegekregen hebt (manding, dogmatisch willen), moet vervangen worden door bewust rationeel denken (tacting, inductief denken). Je moet het lastige systeem 2 (traag denken) leren en onder de knie krijgen. Iets dat in een rijke landbouw-samenleving veel moeite kost en in veel gevallen nooit lukt.

Jezus ging kortom uit van een bèta-perspectief. Iets dat natuurlijk ook voor de hand ligt, bij iemand die van origine metselaar en timmerman was, terwijl hij verder natuurlijk ook nog onderricht heeft gekregen in de Joodse leer.


Alfa-geloof of bèta-wetenschap?

In feite draait in Johannes 3 dus alles om de vraag of je de wereld moet zien door een alfa-bril of door een bèta-bril. Jezus ging uit van een bèta-bril, Johannes van een alfa-bril. Je bent voor of tegen Jezus, vond hij. Simpel zat.

Het probleem dat Mozes probeerde te bezweren met de Tien Geboden, het probleem dat Jezus probeerde te bezweren met zijn samenvatting in twee geboden, stak via een van de apostelen zestig jaar na de dood van Jezus weer vrijmoedig zijn kop boven de grond.

De alfa-bril van Johannes verklaart ook, waarom hij wel het verhaal over Nicodemus brengt, maar volledig niet ingaat op het interessante onderscheid dat Jezus opwierp. Het punt dat Jezus naar voren bracht, was niet het punt dat Johannes wilde horen. Johannes wilde voor zijn volgelingen een simpele boodschap. Zeggen is dan een stuk eenvoudiger dan daadwerkelijk doen.

Misschien ging de boodschap van Jezus ook zijn denkkader te boven. Wie slechts als alfa denkt, is niet echt in staat de bèta manier van denken te volgen.

Het punt is dus dat wanneer je naar aanleiding van de Bijbeltekst op de snack Johannes 3 gaat bestuderen, de boodschap van Jezus simpel was. Sluit je niet af voor informatie (en de wereld), maar omarm en onderzoek die. Precies het tegenovergestelde van wat vers 16 suggereert: geloof in Jezus en je zult automatisch het eeuwige leven hebben.

Dit roept een volgend punt op. In de optiek van Johannes was het voldoende om in de juiste persoon te geloven. Vervolgens zou het allemaal helemaal goed komen. Het doet denken aan de volgelingen van Trump. Schaar je achter hem en Amerika zal weer groot worden, is de gedachte. Het gaat om het juiste geloof. Verklaar je pro-Trump en je hoort bij de club.

Wanneer je gaat zoeken naar termen waarop het OT en het NT van elkaar verschillen (hier), vind je in dit verband iets belangwekkends. In het NT komt de term 'geloof' 222 keer voor. Na correctie voor de kortere lengte van het NT wordt dat 755 keer. In het OT komt de term slechts 4 keer voor. Met andere woorden: de term 'geloof' komt in het NT bijna twee honderd keer zo vaak voor als in het OT!

Dat is echter nog niet alles. In het OT komt de term 'wetenschap' (in de betekenis: kennis) 82 keer voor. In het NT 5 keer. Na correctie voor lengte wordt dat 17 keer. De term 'wetenschap' komt daarmee in het OT bijna 5 keer zo vaak voor als in het NT.

Tussen NT en OT heeft zich dus een belangrijke verschuiving voorgedaan in de cultuur. In de tijd van het OT geloofde men nog in het belang van wetenschap. Je moest kennis hebben om succesvol te zijn. Kennis was van levensbelang.

In de tijd van het NT focust men echter volledig op geloof. Het gaat er niet langer om wat je precies weet, maar om wat je gelooft. Om dat wat je zegt en beweert. Tegelijkertijd geloof je niet langer in een algemene waarheid over de wereld, maar slechts in de sublieme kwaliteit van een bepaalde persoon. Dat is jouw man, dat is jouw leider, dat is degene die je blindelings volgt.

Wat we dus zien is een vergaande alfaïsering. In de tijd van het NT was de Joodse cultuur drastisch opgeschoven naar de alfa-kant. Dat was blijkens de boodschap van Jezus het kwalijke punt dat hij dacht te zien en signaleerde. Verder realiseerde hij zich de rampzalige gevolgen die dat op termijn moest opleveren.
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten