maandag 15 juli 2019

Hebben we koyaanisqatsi bereikt?


Laatst bijgewerkt: 3-8-2019 om 13.43


Hebben we koyaanisqatsi bereikt? Asha ten Broeke denkt, in de Volkskrant van 12 juli, van wel. 'Koyaanisqatsi' is een woord uit het Hopi. Het bestaat in feite uit twee delen: 'koyaanis' en 'qatsi'. Het eerste betekent 'corrupt', het tweede 'leven'. Je zou dus ook kunnen zeggen: 'corrupt leven'.

Wat is 'corrupt leven'? In de Bijbel kom je die toestanden ook al tegen. De ene zoon is serieus en werkt hard. De andere maakt er een potje van, maakt al het geld op, wil alleen feest vieren, krijgt verkeerde vrienden en neemt het met de regels niet al te nauw.

Ook het verhaal van Kaïn en Abel illustreert beide uitersten. De een is een succesvolle boer. De ander wordt daardoor jaloers en slaat de bron van zijn 'ellende' dood. Daarna doet hij alsof hij van niets weet.

Het vervolg van die geschiedenis is ook van belang. Kaïn werd niet stevig gestraft voor zijn wandaad, maar sticht later een stad. Lees: hij onderwierp met zijn geleuter en agressie de boeren in een groot gebied en leefde vervolgens als een prins. De corrupte manier van leven bleek in zijn geval een gouden weg naar een mooi leven. Ook de oude Joden kenden het probleem dus al.

In de opvatting van de Hopi-indianen gaat koyaanisqatsi nog een stap verder. Mijn Engelse bron (hier) schrijft er dit over: "[it] engulfs an entire community and constitutes a point of no return, only a new beginning could remedy the situation." De corrupte manier van leven tast de hele samenleving aan. Op het laatst is de rot zo wijd verbreid dat de samenleving ten onder gaat.

De Hopi hebben een legende om de vloek van koyaanisqatsi te beschrijven. De mensen in het dorp hebben het goed en leven in vrede. Maar doordat ze het goed hebben, gaan ze zich vervelen. Dan leren ze een gokspel 'totolospi' kennen. Dat werkt verslavend. Op het laatst speelt vrijwel iedereen het dag en nacht. Ze maken zich niet langer druk over het werk dat gedaan moet worden. Ze behandelen elkaar niet langer met respect. Hun leven en bestaan is corrupt geworden.

In het verhaal gaat de dorpsleider elders hulp zoeken. Dat resulteert in een vuurstorm die over de prairie nadert. De spelers van het gokspel willen echter niet geloven dat er buiten hun 'veilige' vesting een vuurstorm nadert. Het zal wel een smoes zijn om hen te laten stoppen met spelen, denken ze. Tegen de tijd dat ze zich realiseren dat de vuurstorm echt is, is het te laat. Waar vroeger het dorp stond, vind je nu alleen nog de stenen resten.

Wat is de reden voor Ten Broeke om te denken dat we koyaanisqatsi bereikt hebben? De reden is het klimaatprobleem. Eigenlijk niet het klimaatprobleem, maar onze lapzwanzige reactie op het klimaatprobleem. Terwijl de tekenen aan de wand overvloedig zijn, gaan we dapper door met feestvieren en geloven we, dat het allemaal niet zo'n vaart zal lopen. Het lukt niet om tot doeltreffende actie te komen.


Koyaanisqatsi en de alfa-bètafactor

Wat ik mooi vind aan het woord 'koyaanisqatsi' is dat het helder uitdrukt waar de alfa-bètafactor voor staat. De mensen die hoog scoren (bevooroordeelde mensen, alfa's, double-highs), omarmen het corrupte bestaan. Ze focussen op de goede dingen des levens, wat op zich niet altijd verkeerd is, maar de balans is bij hen zoek. 'Koyaanisqatsi' wordt ook wel vertaald als: leven uit balans (hier).

In een gezond bestaan, moeten we produceren en moeten we ook kunnen genieten van de vruchten van onze productie. Bij een 'fout leven' willen we alleen nog maar genieten en zien we productie en het oplossen van problemen als inferieure zaken, waar wij te goed voor zijn. Om de top te bereiken en van het goede leven te kunnen genieten, is alles toegestaan, mits het maar niet normaal, hard werken is.

De Hopi geloven dat koyaanisqatsi de hele samenleving aantast. Ik denk dat dat klopt. Zodra iemand de gouden weg naar een overvloedig bestaan ontdekt heeft, volgt de rest. Daarbij begint de vis altijd aan de kop te rotten en in samenlevingen is dat niet echt anders. (In de Hopi-legende klopt dit punt niet helemaal, omdat daar de dorpsoudste de hulp van de 'goden' inroept.) Het omarmen van fraude en corruptie, het negeren van afspraken en regels, begint aan de top. Zodra die het foute voorbeeld geeft, volgen de lagere regionen.

Het werkt als een besmetting. Zodra de een stopt met werken en zich overgeeft aan alleen maar feestvieren, denkt de volgende: dan ik ook. Uiteindelijk is de volledige samenleving aangetast: iedereen is vooral bezig met het grijpen van de goede dingen van het leven. De zorgen voor de dag van morgen zijn voor wie dan leeft.

De column van Ten Broeke (in de papieren krant) is getiteld: 'De vloek van koyaanisqatsi'. De Hopi koppelen koyaanisqatsi aan zelfvernietiging. Zodra het evenwicht tussen serieus werken en genieten verstoord is, is de samenleving op weg naar zelfvernietiging. De alfa-bètafactor formuleert het wat anders, maar komt tot dezelfde conclusie. Alleen een ramp kan de zaak nog terugdraaien.

Hoe komt die vloek precies tot stand? In de Hopi-legende zie je, dat de blik naar binnen gekeerd is. De spelers gaan zo op in hun spel dat ze geen aandacht meer schenken aan de gevaren in de omringende wereld. Dat is een treffende omschrijving, lijkt me. Het klopt met wat we weten over de alfa-bètafactor.

Alfa's zijn bezig hun emoties en drijfveren uit te dragen en te realiseren en hebben niet langer oog voor de externe werkelijkheid. De externe werkelijkheid is voor hen weggevallen, ze leven in een sociale werkelijkheid. Het gaat erom dat andere mensen doen, wat men wil. Zoals een kind om ijs kan zeuren en niet zal stoppen voor het zijn doel bereikt heeft. 'Ik wil ijs en ik wil het nu!'

Bèta's analyseren wat er allemaal in de wereld gebeurt en proberen daar verstandig mee om te gaan. Ook zij willen ijs, maar het moet wel kunnen en brood op de plank is misschien belangrijker, terwijl veiligheid voor alles gaat.

Het woord 'koyaanisqatsi' is dus niet alleen heel treffend gekozen, maar de Hopi hebben het begrip ook ingebed in een geloof, een theorie. Samengevat, allereerst geloven ze dat het euvel uiteindelijk de hele samenleving aantast. Ten tweede geloven ze dat de foute manier van leven leidt tot zelf-destructie. Alleen een ramp kan de verslaving aan genot, plezier en gezelligheid nog verstoren. (Zelfmoord-goeroes opgelet! De Hopi hebben een werkende theorie over zelfdestructie.) Ten derde geloven de Hopi in een 'point of no return'. Wanneer een samenleving eenmaal te ver heen is, valt ze niet meer te redden. Alleen een ramp kan nog zuiverend werken.

De Hopi-theorie van koyaanisqatsi
------------------------------------------------------------
1. Het tast uiteindelijk de hele samenleving aan.
2. Het leidt uiteindelijk tot zelf-destructie.
3. Voorbij het 'point of no return' valt de samenleving niet meer te redden.
------------------------------------------------------------

De Hopi-theorie komt overeen met wat we op grond van het -- volledig op empirisch onderzoek gebaseerde -- soortenmodel verwachten. Rijke samenlevingen hebben de neiging te alfaïseren: ze schuiven steeds verder op in de alfarichting. Het genieten en consumeren krijgen prioriteit, productie wordt gezien als een probleem voor de lagere klasse. Dat kan alleen als de maatschappelijke verschillen steeds extremer worden. Voorbij een bepaald punt is er geen terugkeer meer mogelijk. Het bestaan is letterlijk corrupt geworden. Men bestaat door andere mensen te onderdrukken, te vertrappen en te discrimineren. Tenslotte is de alfaïsering zo volledig, dat alle opdoemende problemen uit de harde buitenwereld een probleem te veel zijn. De samenleving is ten dode gedoemd.


Na ons de zondvloed!

Heeft Ten Broeke gelijk? Hebben we inderdaad koyaanisqatsi bereikt? Zijn we te lang doorgegaan met onze foute manier van leven waarbij we alleen focussen op welvaart en genot en de problemen van productie overlaten aan de maatschappelijke onderklasse en de harde natuur?

Ik heb net een nieuwe tv geïnstalleerd. In verhouding tot wat er allemaal verkrijgbaar is, een eenvoudig ding. Strikt genomen deed de oude beeldbuiskast het nog prima, maar de tweede retro-spelcomputer liet zich daar niet op aansluiten. Het installeren van een moderne tv blijkt dan geen kleinigheid meer te zijn.

Na aansluiting op internet reageert de tv traag en vreemd. De volgende dag wordt duidelijk waarom. De tv heeft zichzelf geüpdatet, iets dat enkele uren duurde, maar men is vergeten dat even te melden. Dan zijn er iets van 150 of meer tv-zenders die via de kabel binnenkomen, mits het decoder-interface correct aangesloten is. Dat interface moet echter alsnog besteld worden en blijkt daarna verkeerd aangesloten te zijn. Waarom zou je een aansluiting ook zo maken dat een cassette er slechts op één manier inpast?

Ziggo blijkt via interactieve tv een hele reeks HBO-films en -series aan te bieden, die we gratis kunnen bekijken. Uiteraard wil je als modern mens Netflix ook geïnstalleerd hebben op je tv. En natuurlijk moeten we ook clips op YouTube kunnen kijken. Behalve de Super-NES moet er ook nog een Chromecast aangesloten worden. Op die manier kun je de beelden van je smartphone probleemloos op het scherm krijgen. Dan is er ook nog een collectie dvd's met de bijbehorende recorder. Het geheel bleek meer aansluitingspoorten te vragen dan waarover deze moderne tv beschikte. Een switch met haar eigen afstandsbediening blijkt dat probleem op te kunnen lossen, maar moet natuurlijk eerst wel besteld worden. En natuurlijk kan een bedrade koptelefoon echt niet meer en moet die dus vervangen worden door een draadloos exemplaar.

Wat ik tijdens het installeren zie en hoor, is niet mis. Het beeld is fantastisch, het geluid geweldig en je wordt overspoeld met prachtige plaatjes vol beweging, zodat je onbedoeld geboeid blijft kijken. Tegenwoordige mensen leven in een zee van overweldigend mooie, bewegende plaatjes. Je weet soms niet, wat je ziet. Het is begrijpelijk dat mensen daar naar kijken en dat ze daar meer naar kijken, dan misschien verstandig is. Wat levert al dat tv-kijken op, behalve dat het onze aandacht gevangen houdt en veel meer tijd kost, dan gezond lijkt? Leidt het tot meer begrip? Ik betwijfel dat ten zeerste.

Vroeger begrepen we weinig van begrip. Inmiddels weten we dat begrip komt in twee varianten. Je hebt het passieve begrip dat automatisch ontstaat, waar je niets voor hoeft te doen en dat je ongemerkt toch belangrijk verandert. En we hebben wat je het actieve begrip zou kunnen noemen. Je bent op zoek naar een antwoord en je probeert het juiste antwoord te vinden. Actief begrip is traag denken en gaat via het rationele systeem 2. Maar wie tv zit te kijken, hanteert normaal systeem 1: het automatisch werkende emotionele systeem. Je moet dus verwachten dat tv-kijken leidt tot meer emotioneel denken en minder rationeel denken. Door tv-kijken worden we ongemerkt steeds 'rechtser' zou je verwachten.

Wanneer je naar kranten en tijdschriften kijkt en naar nieuwssites, zie je iets soortgelijks. Mensen worden overspoeld met verhalen en geleuter. In de wijk waar ik kranten bezorg, met ruim 400 niet al te goedkope woningen, krijgen slechts ongeveer 20 woningen een 'serieuze' krant. De meeste woningen krijgen niets. Als je je realiseert dat in die woningen een 1200 mensen wonen, ligt het aantal mensen dat een 'serieuze' krant leest vermoedelijk rond de 2 of 3 procent. De meeste mensen hebben kennelijk weinig belangstelling voor wat er precies in de buitenwereld gebeurt. De blik is naar binnen gekeerd. Men wil genieten, men wil lol hebben, men wil een mooi huis, een grote auto, vaak op vakantie en vooral iemand zijn.

Bij resultaten van hbo-studenten zag ik dat dat het vermogen om feiten en meningen te scheiden rond het toevalsniveau ligt of zelfs daaronder. Wanneer je je verdiept in een boek zoals dat van Haidt (zie mijn vorige blogpost), dan zie je dat de meeste lezers van dat boek -- afgaande op de reviews op Amazon.com -- zich niet realiseren dat er het nodige mis is met dat boek.

In de Hopi-legende laten de mensen hun gezamenlijke normen los. Ze worden zo in beslag genomen door hun spel, dat ze de harde werkelijkheid niet langer willen zien. Het werk op de velden dat gedaan zou moeten worden, wordt niet langer gedaan. Men behandelt elkaar onheus. Gaat het bij ons echt anders?

Ten Broeke heeft het over het klimaatprobleem. Maar wie naar de buitenwereld kijkt, ziet dat dat niet het enige probleem is, dat speelt. Er is het probleem van de verdwijnende soorten. Zonder de Natuur zullen mensen uiteindelijk niet kunnen overleven. Wanneer die Natuur in een ongekend tempo aan het uitsterven is, is dat een stevig probleem. Ik hoor zelden iemand die zich er druk over maakt.

Een volgend probleem is de overbevolking. De mensheid lijkt bezeten te zijn door het idee dat de hele planeet propvol mensen moet worden gepropt. Je hoort wel allerhande initiatieven om ziekten uit te roeien en leefomstandigheden te verbeteren, maar een serieuze aanpak van het bevolkingsprobleem is tot nu toe alleen ondernomen in China.

Hoe gaat men om met het klimaatprobleem? Svante Arrhenis berekende in 1896 als eerste dat een verdubbeling van het CO2-gehalte in de Aardse atmosfeer zou leiden tot een opwarming van 4 tot 6 graden Celsius (hier). In 1938 stelde G.S. Calendar dat het CO2-niveau opliep en dat dit leidde tot verhoging van de wereldwijde temperatuur. In 1950 'ontdekten' enkele onderzoekers bij toeval dat de temperatuur op Aarde inderdaad opliep. In de zestiger jaren van de vorige eeuw begon C.D. Keeling het CO2-niveau regelmatig te meten. Wat hij vond, was dat het niveau snel opliep.

In 1988 werd het IPCC (Intergovernmental Panel on Climate Change) opgericht. Inmiddels zijn we 2019. Het CO2-niveau loopt sneller op dan ooit tevoren, evenals de wereldwijde temperatuur. Na meer dan honderd jaar afwachten en leuteren, is men nog steeds niet in staat gebleken om te komen tot effectieve actie.

Hoe is dat mogelijk? De resultaten van het empirische onderzoek naar het Holocaustprobleem zijn samengevat in het soortenmodel. De centrale factor in dat model is de alfa-bètafactor (bevooroordeeldheid). De bètakant van de samenleving focust op productie en het oplossen van problemen. De alfakant focust op consumptie en macht. Wanneer een samenleving te sterk focust op consumptie, macht en strijd, is ze niet langer in staat problemen op te lossen.

Of, zoals de Hopi zeggen: koyaanisqatsi is bereikt. We vieren feest en het verhaal over de wereld die in brand staat, geloven we niet echt. Na ons de zondvloed!












Geen opmerkingen:

Een reactie posten