zondag 21 juli 2019

Koyaanisqatsi en het klimaatprobleem


'Koyaanisqatsi' is een Hopi-woord en betekent zoveel als: foute manier van leven. In een normaal bestaan moeten we eten zoeken en dergelijke (rationeel denken om te produceren en te overleven) en willen we samen genieten van de vruchten van ons werk (irrationeel babbelen tijdens de consumptie om de onderlinge band te versterken).

Volgens de Hopi-legende (en volgens het -- volledig op empirisch onderzoek gebaseerde -- soortenmodel) zitten er aan koyaanisqatsi drie aspecten:
1. het treft uiteindelijk de hele samenleving;
2. het leidt tot zelf-vernietiging;
3. voorbij het punt van no return, is het niet meer mogelijk zonder ramp terug te keren naar een normaal bestaan.

Hebben we als samenleving inderdaad koyaanisqatsi bereikt? Is onze blik zo naar binnen gekeerd, dat we externe bedreigingen niet langer zien? Is onze systeem 1 reactie zo sterk geworden, dat het in confrontatie met externe bedreigingen niet langer lukt over te schakelen op de systeem 2 reactie? Anders geformuleerd: reageren we via het snelle, emotionele systeem op externe bedreigingen of via het trage, rationele systeem?

Asha ten Broeke stelde naar aanleiding van onze reactie op het klimaatprobleem in de Volkskrant van 12 juli 2019 dat ze dacht, dat we koyaanisqatsi bereikt hadden. We zijn zo gericht geraakt op consumptie en status, dat we die verhalen over externe bedreigingen niet langer serieus nemen. We zijn het point of no return gepasseerd.

In mijn vorige blogpost wees ik onder andere op de lange duur. Het CO2-probleem werd al aangekaart door Arrhenius aan het einde van de negentiende eeuw. Inmiddels zitten we al bijna twintig jaar in de eenentwintigste eeuw en is het probleem alleen veel malen groter geworden. We zijn er dus niet in geslaagd effectieve actie te ontwikkelen.

Dat niet in actie kunnen komen, kan echter misschien ook anders verklaard worden. Laten we daarom rechtstreekser kijken. Wat is de mening van de Nederlanders over het klimaatakkoord van het kabinet Rutte?

Volgens I&O-research is 34 procent van de Nederlanders positief en 26 procent negatief (hier). De meeste mensen hebben dus kennelijk geen mening op dit punt. Maar van de mensen die wel een mening heeft, vinden de meesten het klimaatakkoord prima. Het idee is kennelijk: als het maar niet te veel geld gaat kosten. Als we maar gewoon door kunnen gaan.

Geloven de Nederlanders echt dat door het akkoord het klimaatdoel van Parijs (40 procent minder uitstoot in 2030) gehaald zal worden? Slechts 14 procent gelooft dat. Men realiseert zich dus in overgrote meerderheid dat dat doel niet gehaald zal worden, maar men vindt het wel best zo. Men gelooft het wel. Men wil vooral lekker doorgaan op de manier waarop men bezig is. Na ons de zondvloed.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten