dinsdag 18 februari 2020

Een racistische 'antiracist'


In Trouw van zaterdag, 15 februari 2020, een interview over twee pagina's met de 'Vlaamse antiracisme-activiste Dallila Hermans'. De titel van het artikel is: Oké met jezelf als zwarte vrouw. Het interview is naar aanleiding van haar eerste theatervoorstelling.

Mijn aandacht in het artikel wordt opgewekt door de uitspraak: 'Maar het ergste dat er kan gebeuren [in reactie op haar toneelvoorstelling], is dat some white dude het niet goed vindt.' De cursivering is van Trouw, niet van mij.

Het beoordelen van een toneelvoorstelling is een subjectief iets. Het kan zijn dat de ene toeschouwer het geweldig vindt, terwijl de andere het helemaal niets vindt. Ik denk dat je dat als uitvoerend kunstenaar te respecteren hebt. Je hoeft je dat niet aan te trekken van mij, maar het is wel een hard gegeven, waar je uiteindelijk als uitvoerend kunstenaar toch mee te maken krijgt.

Waarom je dan bij voorbaat indekken tegen mogelijke kritiek, door die kritiek te koppelen aan een dubbel discriminerende opmerking. Of een toeschouwer die kritiek heeft, wel of niet 'wit' is, zou niet relevant mogen zijn. Of een toeschouwer man of vrouw is, lijkt me ook niet relevant. Maar nee, in dit geval wordt bij voorbaat alle kritiek toegeschreven aan kennelijk minderwaardig geachte blanke mannen.

Het doet denken aan Hitler, die  alle Duitse problemen bij voorbaat herleidde tot de -- in zijn opvatting -- volstrekt minderwaardige Joden. Wanneer je de stelling van Trouw over haar intact wilt laten, hebben we hier dus te maken met een racistische 'antiracisme-activiste'.

Volgens Trouw is relevant dat ze 'Vlaamse' is. Maar haar gekwetter en getjilp valt niet goed te volgen zonder haar huidskleur daarbij te betrekken. Wat mij betreft, doet het er niet toe of ze geel, oranje, paars, blauw, blank, geel, bruin of zwart is. Maar het hele interview gaat bijna volledig over wat haar heel bijzonder zou maken: ze is zwart.

Hitler had het over het Arische ras. Daarmee bedoelde hij West-Europeanen: blanke mensen met liefst blond haar en blauwe ogen van behoorlijke lengte. In zijn optiek waren dat superieure mensen. Alle andere rassen dienden onderworpen te worden en slavenarbeid te verrichten voor hun nieuwe meesters. Nog lager waren die kwalijke en gevaarlijke Joden. In de optiek van Hermans deug je niet als witte man, maar ben je als zwarte vrouw juist heel bijzonder.

Daarbij ziet ze zichzelf als pedagoog en docent. 'Met dit theaterstuk heb ik heel hard geprobeerd om een stuk te maken waarin ik racisme niet uitleg aan witte mensen.' Ze legt racisme uit in haar theaterstuk, maar witte mensen zijn te dom om dat te kunnen volgen. Dat is onbegonnen werk. Die snappen het toch niet.

Nee, de doelgroep bestaat uit 32 zwarte vrouwen, die ze ook nog eens persoonlijk kent. Wanneer je tot haar inner circle behoort, mag je haar wijze woorden in je opzuigen. Maar die kostbare wijsheid is niet bedoeld voor mensen met een foute kleur of een foute sekse.

Ze stelt: 'Het draait allemaal om representatie.' 'Als er geen mensen zijn die op jou lijken en jouw verhaal vertellen, is het heel moeilijk om iemand te worden.'

Het klinkt prachtig, maar als je het nog eens leest, staat er pure onzin. Waarom zouden andere mensen jouw verhaal moeten vertellen? Heb je je spraak verloren? Lijkt me -- zeker in haar geval -- nogal mee te vallen.

Waarom zouden mensen op je moeten lijken? Ik ben Fries en kaal, Einstein was Jood en had een wilde haardos. Toch heb ik van die man -- door zijn werk te bestuderen -- veel kunnen leren. Iemand als Beyoncé is een stuk jonger, is vrouw, is belangrijk knapper en is zwart. Toch hou ik haar streven naar perfectie graag als voorbeeld voor ogen.

En sinds wanneer word je iemand, doordat je een verhaal vertelt? Waarom zou je niet gewoon dingen doen? Iemand als Beyoncé zegt niet, dat ze heel erg goed is. Maar haar optredens zijn volgens haar publiek heel erg goed.

Zeggen en doen zijn totaal verschillende zaken, maar voor Hermans is 'zeggen' een soort optreden geworden. Ze lacht, ze beweegt, ze houdt de aandacht vast. Dat zie je als je clips van haar op internet bekijkt. Maar wat er uit het bekje komt, is helaas -- als je wat beter leest en luistert -- weinig steekhoudend.

Als je het interview beter leest, wemelt het van de tegenstrijdigheden. In Vlaanderen zou niet minder racisme zijn dan vijf jaar geleden (lijkt me te kloppen), maar toch zou er wel degelijk vooruitgang zijn geboekt. Nee, dus. Dan zit je met twee maten te meten.

Hoe is die vooruitgang dan geboekt? Wel, mensen van kleur eisen nu hun plaats op. Lees dat nog een keer! Ik heb kleur X en dus heb ik recht op deze plaats. Racistisch denken ten voeten uit.

Vergis ik me? Zie ik het allemaal te zwart? Op internet vind ik een toespraakje van haar (hier). Voor wie zelf wil kijken: de toespraak duurt minder dan tien minuten. Het is inderdaad een soort optreden. Hermans is een aantrekkelijke vrouw, die druk beweegt, veel lacht en de aandacht goed vast weet te houden.

Maar het toespraakje gaat vooral over haarzelf. Zelfs na een paar keer kijken, blijft de strekking me duister. Ze associeert handig en ongecontroleerd. Maar al die associaties monden niet uit in iets met inhoud.

Op de site van haar uitgever (hier) wordt ze vergeleken met Greta Thunberg. Een bespottelijke en kwalijke vergelijking. Bij Thunberg is ieder woord doordacht. Inhoudelijk klopt alles tot in de perfectie. De boodschap is kort, helder en krachtig. En niet onbelangrijk: feitelijk juist!

Bij Hermans is alles het tegenovergestelde. Ze is misschien goed in wilde associaties, maar qua gericht, kritisch denken is het een volstrekte nul. Het is een brei van woorden zonder inhoud. Slechts bedoeld om indruk te maken op de toehoorder.

Waarom al die racistische opmerkingen? Wat is daar voor leuks aan? Waarom ging Hitler zo tegen de Joden tekeer? De reden was simpel. Hij had geen interesse in Joden, maar wel in macht. Om aanhang te verwerven speelde hij de antisemitische kaart.

Is het bij Hermans echt anders? Natuurlijk hoeven we ons als witte mannen voorlopig nog niet bedreigd te voelen. Maar in wezen is het mechanisme hetzelfde. Om sociaal te scoren, wordt er ingehakt op specifieke bevolkingsgroepen. Terwijl de 'eigen' groep om volstrekt pragmatische redenen op het schild wordt gehesen.

Klopt deze vergelijking? Het bijzondere van Hitler was -- uitgaande van het soortenmodel -- dat hij als strongman double-high was: hij was autoritaristisch en sociaal dominant. Aan het autoritarisme van Hermans kan moeilijk getwijfeld worden, gezien haar manier van denken. Dat ze zichzelf graag ziet in de leidende en centrale positie, lijkt me ook moeilijk te ontkennen.

Neem bijvoorbeeld alleen al de opmerking dat ze racisme moet uitleggen aan het door haar geselecteerde publiek. Je college is niet bedoeld voor iedereen. Nee, het is alleen bestemd voor de bijzondere groep die door de goeroe genodigd is.

Mensen als Hermans zijn tegenwoordig helaas geen uitzondering meer. En natuurlijk zijn ze in zekere zin van alle tijden (althans gerekend na de uitvinding van de landbouw). Wat me echter in dit verband een teken aan de wand lijkt, is dat dit soort mensen zonder enige kritiek of weerwoord twee bladzijden in een landelijke krant als Trouw krijgt om zijn verhaal te doen. Je biedt een royaal platform aan iemand die racistische onzin verkondigt en ziet ondertussen ook nog kans die persoon op alle mogelijke manieren te bewieroken.

Hoe valt zoiets te begrijpen?

Mensen hebben in beginsel twee manieren om naar de wereld te kijken. Om zich in de wereld staande te houden. De onbevooroordeelden (de bèta's) doen dat door te produceren en te presteren. Ze hebben dus te maken met harde feedback; ze hanteren systeem 2. Het trage denksysteem. Einstein, Beyoncé en Thunberg zijn voorbeelden. Daarnaast hanteren ze ook nog steeds systeem 1: hun emotionele systeem. Ook hun emoties spelen soms een leidende rol.

Een groot deel van de moderne samenleving kan echter volstaan met sociaal gebabbel. Als ze maar een 'mooi' verhaal produceren, vindt de sociale omgeving het prima. Ze hebben daardoor nooit het lastige systeem 2 onder de knie gekregen. De harde werkelijkheid bestaat voor hen niet langer. De groep bepaalt hun denken. Ze geloven blindelings wat de andere groepsleden zeggen. Ongeacht of het zinnig of onzinnig is. Met andere woorden: ze geloven en volgen blindelings de vooroordelen van de groep.

Als ik dus gelijk heb, is de verklaring simpel, maar ook verontrustend. De redactie van Trouw (en vermoedelijk: een groot deel van de Nederlandse bevolking) beheerst het systeem-2 denken niet langer. Harde feiten zijn zachte meningen geworden, terwijl zachte meningen opgewaardeerd zijn tot onbetwistbare feiten. Wetenschap is vervangen door geloof.


















Geen opmerkingen:

Een reactie posten