zaterdag 3 augustus 2019

Wat te doen bij koyaanisqatsi? De oplossing die niet werkt


Laatst bijgewerkt: 3-8-2019 om 15.56



'Koyaanisqatsi' komt uit het Hopi en betekent letterlijk 'corrupt leven'. Door de toegenomen welvaart is op het laatst iedereen druk bezig met het doen van leuke dingen. Werken vindt men niet langer nodig. Ook elkaar correct behandelen is er niet langer bij. Ondertussen staat een eindje verderop de wereld in brand en is het slechts een kwestie van tijd of de brand zal ook ons veilige dorpje bereikt hebben.

In een eerdere blogpost (hier) vroeg ik me af of we koyaanisqatsi bereikt hadden. Gelet op onze manier van doen en de problemen in de buitenwereld, die zich opstapelen, dacht ik van wel. Ik was niet de enige die dat dacht. Het treffende woord 'koyaanisqatsi', dat zo perfect de essentie van de alfa-bètafactor uitdrukt, kwam tot mij via een column van Asha ten Broeke in de Volkskrant (hier).


Geloven in vooroordelen

Wat is de essentie van de alfa-bètafactor? Wie zich verdiept in het bestaan van jagers/verzamelaars kan zien dat ze twee manieren van bestaan hebben. Tijdens de jacht en het verzamelen zijn ze geconcentreerd, zakelijk, doelgericht, rationeel en volledig gericht op hun omgeving. Tijdens het samen nuttigen van de buit willen ze lol hebben, genieten en de onderlinge band versterken. Want alleen kun je in het oerwoud niet overleven. Het is dus belangrijk dat de leden van de groep zich verbonden voelen.

Na de uitvinding van de landbouw verandert dit echter allemaal. Boeren moeten grote voorraden aanhouden voor het geval het een paar jaar tegenzit. Daardoor komen strongmen op (krijgsheren), die met hun legertje van gelijkgestemde en gelovige aanhangers de dienst uitmaken en belasting heffen.

In deze situatie kunnen mensen overleven door of productief te zijn (ze worden boer of ambachtsman) of ze treden in dienst van de krijgsheer. In dat geval focussen ze op gezelligheid, een leven in rijkdom, je niet onnodig inspannen met hard werken, maar krijgen wat je wilt door het uitoefenen van macht en agressie.

Anders geformuleerd: na de uitvinding van de landbouw kun je kiezen voor een eerlijk, maar gevaarlijk bestaan (hard werken, weinig verdienen en scherp nadenken in een gevaarlijke wereld) of je kunt kiezen voor een mooi, maar in essentie corrupt bestaan. Je treedt in dienst van de Heer.

Het leven in dienst van de Heer heeft echter zijn prijs. Het denken wordt aangepast aan wat de sociale omgeving wil horen. Het vermogen tot rationeel denken neemt af, terwijl het denken steeds irrationeler, emotioneler en agressiever wordt. Het vermogen om problemen in de harde natuur aan te pakken en op te lossen gaat daardoor steeds verder verloren.

Het verschil tussen de mensen die geschikt zijn voor het harde bestaan versus het bestaan in dienst van de Heer meten we als bevooroordeeldheid. Bèta's (boeren en ambachtslieden) proberen onbevooroordeeld in het leven te staan, omdat ze  hun productie willen maximaliseren. Het is niet belangrijk wie het doet, maar dat het gedaan wordt en dat het goed gedaan wordt. Alfa's en mensen in de alfacultuur (in dienst van de Heer) proberen juist te denken, zoals van hen verwacht wordt. Wie verder wil komen op weg naar de top van de apenrots, komt verder door 'politiek correct' te denken.

Bèta's focussen op empirische juistheid. Wat iemand zegt, moet kloppen met hoe het werkelijk is. De waarnemingen zijn hun God. De mensen in de alfacultuur focussen op sociale juistheid. Het gaat er niet om of de uitspraak klopt met iets vreemds als 'waarnemingen', het gaat erom dat de uitspraak helpt je hoger te komen op de apenrots. Wanneer iedereen denkt dat de X niet deugen, dan deugen ze met zekerheid echt helemaal niet! Het bewijs is niet moeilijk: anders zou nooit iedereen dat denken! De groep bepaalt hun waarheid en is hun God.

Het resultaat van het geloof in vooroordelen (bevooroordeeldheid) is dat het denken niet langer overeenstemt met de realiteit. De groep, de sociale realiteit, heeft het denken overgenomen. Dat betekent dat, zodra zich in de buitenwereld een probleem voordoet, de mensen in de alfacultuur niet langer in staat zijn dat probleem via rationeel denken op te lossen. Groepen hebben geen bewustzijn, ze kunnen niet gericht, kritisch nadenken.


'Denken' via het emotionele systeem

Een andere manier om hetzelfde uit te drukken, is te focussen op het systeem dat men hanteert. Om te denken (om woorden te produceren), beschikken mensen over twee verschillende systemen.  Systeem 1 is het automatisch werkende babbelpraat-systeem. We praten voor de gezelligheid. Het is niet belangrijk of wat we zeggen, precies klopt. Het is belangrijk hoe, wat we zeggen, overkomt? Het doel is bij de ander een positieve emotie op te roepen. Dat positieve gevoel wordt door systeem 1 automatisch gekoppeld aan de persoon die het opriep. Handig babbelen is een manier om zelf hoger in de pikorde te komen.

Systeem 2 is het systeem voor het trage, kritische denken. Wie in het oerwoud aan het jagen is, moet zijn zintuigen en zijn brein gebruiken. Wat hij vervolgens doet, bepaalt of hij die dag wel of geen eten heeft. De taal die we in deze situatie gebruiken, is beschrijvend en voorspellend. 'Daar zit een ree. Als jij zo gaat en ik blijf hier, komt hij deze kant uit en hebben we te eten.' Op zulke momenten proberen we even niet langer de leukste van de groep te zijn.

Bij systeem 1 gaat het om snel, zonder lang nadenken, reageren op wat je hoort, op zo'n manier dat het bij de groepsleden positieve emoties oproept. Bij systeem 2 gaat het om scherp nadenken. Reageren op wat je ziet en hoort op zo'n manier dat de harde natuur je levert, wat je hebben wilt. De belangrijke factor die verschilt, is de feedback waarop we focussen. In gedragsanalytische termen: de bekrachtiging is totaal verschillend. In het ene geval levert de reactie van een mens de bekrachtiging op voor wat we zeiden, in het andere geval is het de vaak veel tragere reactie van de harde natuur. Na dertig jaar bleek de brug toch niet zo stevig, terwijl we die eerst zo prachtig vonden.

Mensen beschikken in beginsel over beide systemen. Door aanleg en ervaring zijn sommige mensen echter vooral getraind in het hanteren van systeem 1, terwijl anderen veel beter zijn met systeem 2. Bevooroordeeldheid meet precies dat verschil.

Wat gebeurt er nu wanneer een samenleving te ver opgeschoven is in de alfa-richting, zodat vrijwel iedereen voortdurend systeem 1 hanteert? Op een bepaald moment doet zich een extern probleem voor dat dringend zo goed mogelijk aangepakt en opgelost moet worden. Mensen vallen dan terug op hun systeem 1. Het systeem dat effectief was om mede-groepsleden een aai over de bol te geven. Maar in confrontatie met een hard probleem, werkt dat natuurlijk niet. Je kunt bijvoorbeeld heel hard roepen dat de brand moet stoppen, maar de brand trekt zich daar niets van aan. In confrontatie met een hard probleem valt de samenleving dus terug op emotionele bezweringen en andere emotionele reacties, die niet effectief zijn. 


Een heerlijke wereld met voor iedereen genoeg

Wat moet je doen, zodra een samenleving koyaanisqatsi bereikt heeft. Wanneer de meerderheid in de samenleving alleen nog maar oog heeft voor macht, rijkdom, status, genot en strijd? En vrijwel alleen nog denkt via het automatisch werkende, emotionele systeem 1? Volgens de Hopi-legende valt er dan niet veel meer te doen. Alleen een ramp, de vernietiging van het dorp of samenleving, kan de zaak nog in het reine brengen.

In een nieuwe column buigt Ten Broeke (Volkskrant, 26 juli 2019) zich over dit probleem (hier). De online titel: "Wat we nodig hebben is een wereld die niet draait om groei, maar om genoeg".

Ze schrijft: "Laten we dromen over een samenleving waarin iedereen privé genoeg heeft: een betaalbaar huis, gezond eten, een basisinkomen waar je zonder kopzorgen van kunt leven, ook als je niet kunt werken. We moeten wat opgeven, zoals vaak vliegen en vlees eten, en dat is misschien sober en moeilijk. Maar in plaats daarvan komt een andere rijkdom, die openbaar en gratis is. Er zijn geen miljardairs meer, maar er is goede zorg en levenslang onderwijs. Er zijn prachtige musea en goed gevulde bibliotheken, bloeiende sportclubs, en grote stukken verwilderde natuur tussen de steden, waar we heen reizen met de fiets of gratis openbaar vervoer."

"Omdat we minder kopen, kunnen de mensen die dat willen minder werken. We hebben tijd om ons te ontwikkelen, te ontspannen, en voor elkaar." En: "Laten we opnieuw beginnen met revolutionaire dromen: dat we onze verslaving aan economische groei kunnen inruilen voor immateriële bloei. Dat we hebzucht kunnen vervangen door ontwikkeling. Stijgende aandelenkoersen door natuur. Zelfvernietiging door geborgenheid. De langzame verwoesting van de aarde door de rijkdom van het genoeg."

Het is bevlogen taal met veel abstracte begrippen. Het doet me denken aan het verhaal van een strongman. We hoeven hem slechts te geloven en blindelings te volgen en een heerlijk bestaan zal ons deel worden. Maar is het werkelijk zo dat wanneer we met zijn allen deze oplossing volgen, alles goed zal komen?

De oorzaak van koyaanisqatsi is niet dat we met zijn allen te weinig hebben, maar te veel. De toestand in het Hopi-dorp loopt volledig uit de hand, nadat men rijke voorraden heeft weten aan te leggen. Het probleem was niet dat men dagelijks een paar uur stevig moest werken en daarna kon feestvieren, het probleem was dat men helemaal niet meer hoefde te werken en voortdurend begon feest te vieren.

Wat gebeurt er, wanneer iemand genoeg heeft? Mensen beschikken slechts over die twee eerder besproken denk- en gedragssystemen. Of we bevinden ons in het oerwoud, of we zijn samen de buit aan het nuttigen. In het oerwoud is het levensgevaarlijk. Wie zijn ogen en oren niet goed de kost geeft, leeft niet lang. Wie buit wil bemachtigen, moet in de eerste plaats zijn brein gebruiken en pas daarna trefzeker toeslaan. Zodra we genoeg hebben, schakelen we om naar het andere gedragssysteem. We willen genieten, we willen proeven, we willen lol hebben, we willen vermaakt worden, we willen luieren. Het leven is goed, maar kort, laat ons er dus met volle teugen van genieten!

De voorgestelde oplossing zal dus niet werken en zal het probleem alleen maar erger maken. Terwijl in de buitenwereld de brand snel nadert, geven wij ons over aan dromen over een prachtige wereld, waarin iedereen genoeg zal hebben.

Zijn er meer mensen die deze oplossing aanbevelen? "Wat we nodig hebben is [...] een wereld die niet draait om groei, maar om genoeg," vat de boodschap samen van Kate Raworth in Donuteconomie. Ten Broeke noemt John Stuart Mill, die al in 1848 een rooskleurig beeld wist te schetsen van een toekomst zonder economische groei. Ze verwijst naar de schrijver George Monbiot, die in een artikel stelt: we hebben de keuze hebben tussen de huidige toestand van 'private luxe voor sommigen' of 'publieke luxe voor iedereen'.

Het idee dat onze huidige crisis op te lossen is door te zorgen dat iedereen genoeg heeft, wordt dus kennelijk behoorlijk breed gedeeld. Maar wanneer hebben we genoeg? Iemand die volop te eten heeft en het ook verder goed heeft, schakelt terug naar systeem 1. Hij of zij wil genieten. Als je wilt genieten, wil je maximaal genieten. Om aan je eerlijke deel te komen, moet je wel bereid zijn, dat te pakken. Anders doen anderen dat. Je moet dus bereid zijn om te vechten voor je eerlijke deel. Deze mooie oplossing resulteert uiteindelijk, vrees ik, in strijd en oorlog.

Deze 'oplossing' heeft nog een interessant aspect. Het is een 'mooie' oplossing. We vluchten in onze droomwereld. Laten we eens fijn gaan nadenken over de heerlijke, nieuwe wereld zoals die zou kunnen zijn. Met andere woorden: de oplossing is gebaseerd op denken via systeem 1 en niet op systeem 2.

Het ogenschijnlijke probleem was dat er zich in de buitenwereld een ramp aan het voltrekken was. Maar het echte probleem is, dat mensen zo verslingerd zijn geraakt aan de leuke dingen in het leven, dat ze helemaal niet meer naar buiten willen kijken. Laat staan in actie komen. Deze 'oplossing' suggereert dat we inderdaad koyaanisqatsi bereikt hebben. In confrontatie met een hard probleem vallen we terug op wat we graag willen.















Geen opmerkingen:

Een reactie posten