woensdag 18 september 2019

Gevaarlijke gelovigen: niet iedereen ziet bidden als positief


Laatst bijgewerkt: 20-9-2019 om 14.20


Op de website van The Guardian kom ik een merkwaardig artikel tegen (hier). Onderzoekers hebben uitgevonden dat mensen die rampspoed hebben ervaren, bereid zijn te betalen als iemand voor hen wil bidden. Mits ze gelovig zijn. Wanneer ze echter niet gelovig zijn (atheïst of agnost) zijn ze bereid iets te betalen om te bereiken dat er niet gebeden wordt.

Wat is hier vreemd aan? Dat iemand die in (een persoonlijke) God gelooft, ook gelooft in de positieve werking van een gebed, lijkt me plausibel. Het is mooi, wanneer iemand een goed woordje voor je doet bij de Grote Baas. In de Rooms-katholieke Kerk had je vroeger het systeem van aflaten. Door een flink bedrag te betalen aan de Kerk, werd (de straf op) je zonde kwijtgescholden.

Maar dat iemand die zegt niet te geloven, bereid is te betalen om dat goede woordje bij de Grote Baas, die volgens hem niet bestaat, af te wenden lijkt onlogisch.

Omdat de waarde van een gebed lijkt af te hangen van het geloof van de persoon, moest ik aan de zooifactor (bevooroordeeldheid, de alfa-bètafactor) denken. Die factor staat ook voor het verschil tussen irrationeel en rationeel geloven. Was dit misschien een andere manifestatie van die factor, die steeds weer opduikt?

Het originele onderzoek stond gepubliceerd in PNAS (hier) zodat het zonder een enkel probleem viel op te vragen. Uit het artikel werd me niet helemaal duidelijk, hoe de onderzoekers precies aan hun data zijn gekomen. In ieder geval zou het -- zoals altijd -- prettig zijn als er een of andere onafhankelijke check was voor hun intrigerende resultaat. De essentie van hun uitkomsten is samengevat in deze figuur (hier).

Een belangrijk punt om het onderzoek te begrijpen, is dat iedere deelnemer slechts een bepaalde conditie kreeg voorgelegd. Als je de gelovige eerst 4 dollar wilt geven, is het nogal bot om onmiddellijk daarop te verklaren dat je bijvoorbeeld de ongelovige helemaal niets wilt betalen. Maar van al die andere situaties hadden de deelnemers dus geen weet. Ze hoefden slechts aan te geven, wat ze in één van de vier situaties zouden doen.

Wanneer je de figuur bekijkt, zie je onmiddellijk dat de onderzoekers discriminatie zichtbaar hebben gemaakt. De gelovige Christenen waarderen het gebed van een priester hoog. Ze willen gemiddeld iets van 7 dollar betalen voor het goede woordje van zo'n belangrijk iemand bij de Grote Baas.

Een gelovige vreemde krijgt echter voor dezelfde klus al belangrijk minder betaald. Slechts ongeveer 4 dollar. Wanneer die gelovige vreemde niet bidt, maar alleen aan ze denkt, voor mijn idee een belangrijk verschil, willen ze toch nog steeds een 3 dollar betalen voor die oncontroleerbare klus. Kennelijk geloven ze dat voor hun almachtige en alwetende God, het denken van de gelovige al voldoende is om in actie te komen.

Maar dan komt er een niet-gelovige vreemdeling langs, die graag hetzelfde wil doen. Hij kan niet voor hen bidden, maar wil wel aan ze denken. Nu zijn de Christenen duidelijk: scheer je weg man! Sodemieter op! Ze zijn bereid ongeveer 1 dollar te betalen, als de ongelovige zich op geen enkele manier hun lot aantrekt.

Met andere woorden: ze zien de ongelovige als een bedreiging. Ze zitten al in de ellende en dan komt er ook nog zo'n totaal andersdenkende langs. Hoe sneller je zo'n mens kwijt bent, hoe beter.

Hoe doen de ongelovigen het? Zij voelen zich het meest verwant met de ongelovige vreemdeling. Maar echt bereid om hem te betalen voor zijn gedachten zijn ze niet. Het bedrag ligt rond de 0 dollar. Ze geloven niet in de heilzame werking van zijn gedachten, maar ze zijn er ook niet beducht voor.

Vervolgens komt er een gelovige vreemdeling langs, die bereid is om aan ze te denken. De ongelovigen zijn daar niet blij mee. Ze zien die sympathie van de gelovige kennelijk als een gevaarlijk iets. Als de man afziet van zijn sympathieke denken, willen ze daar graag iets voor betalen. Het gemiddelde bedrag dat de man zo kan verdienen met zich te onthouden van alle geestelijke hulp, is maar liefst 2 euro.

Onze gelovige vreemdeling is echter niet op zijn achterhoofd gevallen. Als deze ongelovigen bereid zijn te betalen om niet aan ze te denken, dan willen ze vermoedelijk nog meer betalen als hij dreigt voor ze te gaan bidden.

Dat idee blijkt helemaal te kloppen. Alleen al door te opperen dat hij voor ze kan gaan bidden, levert de gelovige vreemdeling gemiddeld bijna 4 dollar per slachtoffer op, mits hij belooft dat na die betaling niet meer te zullen doen. Zijn God is waarlijk groot! Alleen ermee dreigen, doet al wonderen en levert aardige inkomsten.

Dan gebeurt er iets vreemds. Onze gelovige Christen met zijn hotline naar God komt op het geniale idee zich voor te doen als priester. Wanneer hij als geestelijke een goed woordje voor deze mensen doet bij zijn God, zijn ze vermoedelijk bereid nog meer te betalen om aan die ellende te ontsnappen.

Dat geniale idee wordt in dit onderzoek echter niet bevestigd. De ongelovigen voelen zich door de geestelijke minder bedreigd dan door de gewone gelovige. Ze willen de geestelijke slechts 2 dollar betalen als hij toezegt van alle geestelijke activiteit af te zien.

Hoe je het ook draait of keert: de ongelovigen zien de geestelijke activiteiten van de gelovige vreemden als bedreigend. Naarmate de geestelijke activiteit van de gelovige vreemde intenser wordt, zien ze de bedreiging als groter. Althans, dat ben je geneigd te denken op basis van het bedrag dat ze willen betalen om met rust gelaten te worden.

Het artikel meldt dit vreemde resultaat wel, maar de auteurs geven er geen duidelijke verklaring voor. Uitgaande van het soortenmodel lijkt een dergelijk vreemd gedrag echter goed verklaarbaar.

Mensen die geloven in een persoonlijke God, scoren hoog op bevooroordeeldheid. De maat voor irrationeel geloof, maar ook de zooifactor en de factor die het verschil tussen alfa's en bèta's aangeeft.
De gelovigen zijn dus alfa's of mensen die behoren tot de alfacultuur.

De mensen die niet geloven in een persoonlijke God, verwacht je vooral aan de bètakant van de zooifactor. Ze geloven wel in de Natuur, in waarneembare zaken, in getallen en in feiten, maar niet in esoterie, irrationele zaken en een persoonlijke God.

De factor die discriminatie het sterkste uitlokt, is niet ras, niet huidskleur, en niet sekse. De factor die de meeste discriminatie uitlokt, is: geloof. Een mob komt tot stand, niet doordat allemaal mensen die er precies gelijk uitzien, een mob beginnen. Nee, de mob komt tot stand, doordat uiteenlopende mensen de boodschap van de strongman omarmen. 'Wij zijn geweldig, de anderen deugen niet en verdienen het, een kopje kleiner gemaakt te worden.' Het geloof in de blijde boodschap van de strongman is wat de leden van de mob bindt en wat ze gemeenschappelijk hebben.

Iedereen die ongelovig is (die rationeel gelooft), zit normaal niet in de mob en behoort tot de groep die de mob bij voorkeur onderwerpt, onderdrukt en maar al te vaak: vermoordt. Het gedrag van de ongelovigen valt dan te begrijpen. Je kunt beter proberen zelf je problemen op te lossen dan een beroep doen op iemand van die levensgevaarlijke mob.

Wanneer je doordenkt, lijkt dat ook plausibel. Je huis ligt in puin. Er komt een gelovige langs, die geen vinger uitsteekt, maar wel verklaart voor je te zullen bidden bij zijn machtige God. Daarna trekt de gelovige verder. Overal waar hij komt, dezelfde boodschap vol overtuiging herhalend. Voor jou, het slachtoffer van de ramp, zit er niets anders op, dan met veel moeite en hard werken je huis weer op te bouwen.

Op het moment dat het huis er beter bij ligt dan ooit, komt dezelfde gelovige weer langs. Wow, zijn gebed is niet zonder resultaat gebleven, ziet hij. Met andere woorden: voor al het moois dat zijn Heer heeft afgeleverd, wil hij graag even vangen. En mocht de huiseigenaar al te lang moeilijk doen met betalen: wel de handen van zijn geloofsgenoten jeuken om die ongelovige huiseigenaar een stevig lesje te leren.

De moraal die ongelovigen kennelijk gedurende 12.000 jaar na de uitvinding van de landbouw door discriminatie en onderdrukking in hun genen verankerd hebben gekregen, is: hoed u voor de inspanningen van gelovigen! Want daar komt uiteindelijk niets goeds van.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten