maandag 7 september 2020

Hoe moet je geneigdheid tot irrationeel geloven meten? Via bevooroordeeldheid dus

 

Laatst bijgewerkt: 15-9-2020 om 1.49

 

In mijn post over dubbel gestoorde waarneming (DGW) en bevooroordeeldheid (https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2020/08/dubbel-gestoorde-waarneming-is-een.html) formuleerde ik de volgende conclusie.

"Bevooroordeeldheid en DGW zijn een innig koppel. Waar de een is, is ook de ander. Anders geformuleerd: gelovigen (bevooroordeelde mensen) vertellen niet alleen een verhaal, dat niet klopt, ze zien ook niet, wat er is."

In dit citaat heb ik het over 'gelovigen', terwijl het eigenlijk over 'bevooroordeelde mensen' zou moeten gaan. De variabele die Asch meet met zijn experiment (conformiteit) bleek immers na onderzoek (hier: https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2020/08/is-conformiteit-hetzelfde-als.html) hetzelfde te zijn als bevooroordeeldheid.

Tot nu toe, was het zo, dat ik met de term 'volgeling/gelovige' mensen aanduidde, die hoog scoren op (rechter vleugel) autoritarisme (RWA). Nu koppel ik die term echter, misschien min of meer per ongeluk, aan bevooroordeeldheid. De strongman-variabele, de alfa-bètavariabele, de standaard maat voor discriminatie/agressie en een maat voor corruptie en irrationaliteit.

Dus, klopt dat wel? Gaat het hier inderdaad om een verschrijving of zijn er goede argumenten om te denken dat we de geneigdheid tot geloven moeten meten via 'bevooroordeeldheid'?

 

Hoe moeten we de bereidheid tot irrationeel geloven meten: RWA of bevooroordeeldheid?

De vraag is dus: hoe moeten we bereidheid tot geloven meten? Er lijken op basis van het bestaande onderzoek slechts twee antwoorden mogelijk te zijn: RWA aan de ene kant of bevooroordeeldheid (generalized prejudice, etnocentrisme, links-rechts) aan de andere kant.

Beide variabelen zijn gecorreleerd, maar lang niet perfect. De correlatie tussen bevooroordeeldheid en RWA bedraagt doorgaans iets van ongeveer 0.50 tot 0.60, dacht ik. (Altemeyer rapporteert in de online bijlage bij zijn laatste boek [Authoritarian Nightmare, Trump and his Followers, 2020] een correlatie van [afgerond] 0.84, maar die steekproef is tot stand gekomen door zelfselectie en bevat daardoor vermoedelijk vooral veel mensen die fel voor of fel tegen Trump zijn, waardoor de correlatie belangrijk hoger kan zijn uitgevallen.)

De andere onderliggende variabele van bevooroordeeldheid is sociale dominantie, gemeten als SDO. Een alles overheersende zucht naar macht en een heilig geloof in het goede van ongelijkheid. Samen bepalen die twee aansturende variabelen (RWA en SDO) normaal ongeveer twee derde van de totale variantie in bevooroordeeldheid (na correctie voor onbetrouwbaarheid).

Je zou de vraag dus ook anders kunnen formuleren. Bestaat de motivatie om te geloven alleen uit RWA of bevat die motivatie ook SDO? Als de motivatie zowel RWA als SDO bevat, dan verwacht je, dat we het moeten meten met het resultaat van die twee: bevooroordeeldheid. Als de motivatie voor geloof geen SDO bevat, moeten we het meten met RWA.

Laten we eerst nagaan, wat we precies bedoelen met 'geneigdheid tot geloven'. Strikt genomen hebben we twee soorten geloof. Dat morgen de zon vermoedelijk weer opgaat, lijkt niet zo'n problematisch geloof. Tot nu toe klopte dat altijd. Maar je hebt ook geloof als: COVID-19 wordt verspreid door 5G. Voor dat laatste geloof is tot nu toe niet echt evidentie beschikbaar.

We bedoelen dus eigenlijk niet geloof in het algemeen, maar het onderscheid tussen rationeel geloof (gebaseerd op harde feiten) en irrationeel geloof (gebaseerd op opinies, overtuigingen, geleuter en sociale bijval). Maar als het inderdaad gaat om het onderscheid tussen rationeel en irrationeel geloof gaat, dan moet je vrijwel zeker bevooroordeeldheid hebben. Want die variabele kun je ook opvatten als lopend van rationeel naar irrationeel.

De basis van de groep is bevooroordeeldheid. Bevooroordeeldheid is de strongman-variabele. En geloof is wat de groep bij elkaar houdt. Als al die veronderstellingen kloppen, moet je dus verwachten dat bevooroordeeldheid de variabele is, die de geneigdheid tot irrationeel geloven weergeeft. Precies wat ik al opmerkte.

Verder kun je bevooroordeeldheid ook opvatten als het omarmen van vooroordelen. Zo is die variabele gedefinieerd. Leg een hele reeks populaire vooroordelen voor en de mate, waarin men daarmee instemt, levert je 'bevooroordeeldheid'. Maar wat is het instemmen met populaire vooroordelen anders dan het omarmen van het irrationele geloof van een groep?

Een vooroordeel had in mijn opvatting vier kenmerken. Het was niet op feiten (objectieve waarnemingen) gebaseerd. Het had betrekking op één of meer (bepaalde) mensen. Het bevatte emotie. En het was gericht. Het ging om positieve of om negatieve emotie met betrekking tot die persoon of personen.

Het idee achter geloof is vaak dat de mensen met hetzelfde geloof, goede mensen zijn. En dat mensen met een ander geloof dwalen of zelfs bestreden moeten worden. Als je het zo bekijkt, verwacht je dus dat bevooroordeeldheid hetzelfde moet zijn als geneigdheid tot irrationeel geloven.

Wat is irrationeel geloof precies? De basis is dat iemand iets beweert dat niet op feiten of waarnemingen is gebaseerd. Vervolgens neemt de onkritische luisteraar die stelling klakkeloos over. Bij het Asch-experiment viel het mechanisme goed te zien. Iemand verkondigt zichtbare onzin, maar een belangrijk deel van de proefpersonen nam die onzin enthousiast over. Ik overdrijf nu wat, want in dit geval verkondigde de hele overige 'groep' die onzin. Maar aan het basisprincipe doet dat natuurlijk niet af.

De basis van irrationeel geloof is dus napraten om toch maar vooral goed in de groep te passen. De mensen die zich schuldig maakten aan dat napraten van de onzin bleken bij het Asch-experiment volledig op de groep te focussen en niet op hun taak. Ze wisten wel hoe vaak ze het oneens waren geweest met de groep, maar niet hoe vaak ze een onjuist antwoord gegeven hadden.

Wat het Asch-experiment dus duidelijk maakt, is dat we groepsmensen en taakmensen hebben. Het ene soort focust volledig op zijn positie in de groep. Het andere soort focust volledig op de taak die men moet uitvoeren. Het onderscheid tussen beide soorten mensen meten we als conformiteit, maar dat blijkt precies hetzelfde te zijn als bevooroordeeldheid.

Bevooroordeeldheid is dus in dit verband het napraten van anderen om op die manier zelf sociaal te scoren. Maar in andere gevallen kan het natuurlijk ook gaan om het produceren van het 'mooie' verhaal.

Bij het Asch-experiment vonden we precies de drie zelfde groepen terug bij de mensen die 'yielden' als voorspeld wordt door het soortenmodel. Van die drie groepen zijn er volgens het soortenmodel twee sociaal dominant. Dat betekent dus dat een meerderheid van de groepsmensen geneigd is actief 'mooie' verhalen te produceren om op die manier sociaal te scoren.

Voor bijvoorbeeld een double high (denk aan Hitler) is het niet relevant, hoe men precies aan het 'mooie' verhaal komt, maar is relevant of het 'mooie' inderdaad het bedoelde sociale effect heeft. Hitler haalde de inspiratie voor zijn toespraken vaak uit kranten, is bekend.

Voor de duidelijkheid, niet alle religies omarmen altijd een irrationeel geloof. De basis van het Oude Testament wordt gevormd door de Tien Geboden. In die Tien Geboden zit weinig tot niets irrationeels. Het gaat om normale zaken. Je mag niet doodslaan, je mag niet begeren wat van iemand anders is, je mag niet liegen, je mag geen beelden van goden maken. Ook niet de eigen 'God'. Er wordt keurig eerst ook nog een definitie gegeven van 'God'. Het is kortom een behoorlijk rationeel stuk werk.

Ook de essentie van het verhaal van Jezus in het Nieuwe Testament sluit daarbij aan. Iets dat misschien niet zo verwonderlijk is, want in feite was hij geboren en getogen in de Joodse leer. Hij vereenvoudigt de Tien Geboden tot twee. Je moet 'God' liefhebben boven alles en andere mensen als jezelf. Geen aanbevelingen waardoor je rottigheid (zooi) zult gaan produceren. Integendeel.

Het gaat dus echt om niet op feiten gebaseerde opvattingen die tot doel hebben bepaalde mensen op achterstand te zetten en de spreker of gelovige zelf voordeel te geven. Dat is in feite wat we bedoelen met irrationeel geloof. En het zal duidelijk zijn, dat een dergelijk geloof koppelt aan discriminatie en agressie. We brengen verschillen aan tussen mensen, die niet op feiten gebaseerd zijn.


Waarom bevooroordeeldheid de strongman-variabele is

Voor de volledigheid, waaruit blijkt dat bevooroordeeldheid de strongman-variabele is en dat RWA (rechter vleugel autoritarisme) dat niet is? De populariteit van Trump bij zijn achterban wordt niet goed verklaard door alleen autoritarisme. Bevooroordeeldheid verklaart beter welke mensen hem en zijn opvattingen omarmen.

Ook de 'vader' van rechter vleugel autoritarisme (RWA), Bob Altemeyer, rapporteert in zijn eerder vermelde laatste boek (Authoritarian Nightmare) dat bevooroordeeldheid 0.81 correleert met 'Approval of Trump', terwijl RWA niet verder kwam dan 0.74. Dit is echter een sterk geselecteerde steekproef, normaal is het verschil nog belangrijk groter. Van de 223.138 stemgerechtigden die via de mail werden aangeschreven, vulden slechts 990 respondenten de vragenlijst volledig of bijna volledig in. Dat is een response van minder dan een half procent (p. 6 van de online appendix bij het boek).

Dat bevooroordeeldheid inderdaad de strongman-variabele is, blijkt ook uit (mijn samenvatting van) het onderzoek dat in The Authoritarian Personality beschreven staat. Wanneer we de uitkomsten corrigeren voor onbetrouwbaarheid, blijkt de drie variabelen die de auteurs geconstrueerd hebben om 'fascisme' te meten, allemaal precies hetzelfde meten. De drie variabelen waren: etnocentrisme (bevooroordeeldheid), politiek economisch conservatisme (politiek rechts) en de F-schaal, die bedoeld was de aanleg voor 'fascisme' te meten via onderliggende drijfveren. Er lijkt daarmee dus weinig twijfel mogelijk: de geneigdheid tot irrationeel geloven kun je meten via de mate van bevooroordeeldheid.

Maar, hoe is het dan mogelijk dat we tot voor kort RWA (rechter vleugel autoritarisme) hielden voor de variabele die onderscheid maakt tussen rationeel en irrationeel geloven? De bron van dat idee is Bob Altemeyer, de 'vader' van RWA. Altemeyer heeft het echter over 'volgelingen' en niet over 'gelovigen'. Maar volgelingen geloven natuurlijk ook, dus mijn idee dat het dan ook om gelovigen moet gaan, is dan misschien niet zo vreemd.

Kortom, als je de geneigdheid tot irrationeel geloven meet via bevooroordeeldheid, wat meet Altemeyer dan precies met zijn 'rechter vleugel autoritarisme'?





 

 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten