zaterdag 19 september 2020

Wat is 'rechter vleugel autoritarisme' (RWA) precies?

 

Laatst bijgewerkt op 24-09-2020 om 2.24

 

Mijn voorlaatste blogpost eindigde met:

"Kortom, als je de geneigdheid tot irrationeel geloven meet via bevooroordeeldheid, wat meet Altemeyer dan precies met zijn 'rechter vleugel autoritarisme'?"


Het empirische discriminatie- en agressie-onderzoek draait om drie variabelen. Allereerst hebben we bevooroordeeldheid. Het instemmen met populaire vooroordelen. De standaard maat voor agressie en discriminatie. Ook de maat die door de auteurs van The Authoritarian Personality (1950) met drie verschillende vragenlijsten om 'fascisme' te meten drie keer gevonden werd, zonder dat ze dat zelf door hadden.

Vervolgens hebben we twee variabelen die het grootste deel van bevooroordeeldheid verklaren, dat wil zeggen: voorspellen. Die twee verklarende variabelen zijn: sociale dominantie (SDO) en rechter vleugel autoritarisme (RWA). Ook wel benoemd als: 'rechts autoritarisme'.

Wat sociale dominantie inhoudt, lijkt duidelijk te zijn. Iemand is ervan overtuigd dat de wereld uitermate ongelijk is, en dat het zaak is om zelf, koste wat het kost, de top te bereiken. Men zoekt voor alles en ten koste van alles: status en macht.

Maar wat is 'rechts autoritarisme' precies? Bob Altemeyer, de geestelijke vader van deze maat, betitelt mensen die hoog scoren op deze maat als 'volgelingen'. Dit zijn de volgelingen van de strongman. Maar een kenmerk van volgelingen is dat ze geloven wat de goeroe vertelt. Ik maakte daar van: 'volgelingen/gelovigen'. Daarmee lijkt behoorlijk duidelijk, waar deze maat voor staat, zou je denken.

Maar dan wordt duidelijk dat je bevooroordeeldheid moet zien als de maat voor geneigdheid tot irrationeel geloven. Maar als dat de maat voor irrationeel geloof is, hoe kun je dan mensen die hoog scoren op RWA betitelen als 'volgeling/gelovige'? Dat suggereert dat RWA de maat voor geloof is. In werkelijkheid halen deze mensen echter slechts de derde plaats qua bevooroordeeldheid. Wat Altemeyer betitelt als: de 'bronzen medaille'. Kennelijk wringt er dus iets. Dat bracht me tot de vraag: wat meet RWA dan precies?

Je bent geneigd te denken dat die vraag ondertussen geen probleem meer kan zijn. Maar wanneer je het laatste boek (Authoritarian Nightmare, 2020) van Bob Altemeyer, de vader van RWA, leest, dan zie je dat hij maar liefst twee hoofdstukken nodig heeft om uit te leggen wat een 'rechter vleugel autoritarist' is.

Het probleem is niet dat de maat onduidelijk gedefinieerd is. We hebben de RWA-vragenlijst, dus de maat is operationeel gedefinieerd. Het probleem is ook niet, dat de maat niet betrouwbaar zou zijn, want dat is de maat wel. Het probleem is ook niet, dat de maat niet valide zou zijn, want alles dat we weten, wijst erop dat de maat dat wel is.

Het probleem is dat de maat zo veelomvattend is, dat hij niet meer eenvoudig valt samen te vatten. Wanneer je twee hoofdstukken nodig hebt om een maat te beschrijven, mag dat heel indrukwekkend lijken, maar empirisch wetenschappelijk gezien betekent het, dat je niet goed weet, wat je precies meet. Je hebt geen beknopte, heldere theorie, die alles wat je hebt aan feiten handzaam samenvat.

De beste oplossing voor dat probleem is, denk ik, het soortenmodel. Allereerst is het soortenmodel volledig gebaseerd op wat we tot nu toe weten via hard onderzoek over de drie variabelen waar alles in het discriminatie- en agressie-onderzoek om draait. Ten tweede schetst het een logisch kader. Het verklaart de vreemde samenhang tussen die drie variabelen. Wat zegt het soortenmodel over 'rechts autoritarisme'?

Na de uitvinding van de landbouw wordt geleidelijk aan duidelijk dat niet iedereen geschikt is om te boeren. Als boer moet je hard werken en lange dagen maken, terwijl de beloning -- als die al komt -- maanden later komt. Als boer moet je dus heel erg op de lange termijn denken en ook aan het werk gaan op momenten, dat dat nog niet urgent lijkt te zijn. Op momenten dat er nog volop voedsel is.

Er ontstaat dus een klasse van mensen die niet boeren. Maar boeren hebben doorgaans rijke voorraden, omdat de oogst makkelijk een reeks jaren kan mislukken. In een samenleving met overvloedig voedsel doe je natuurlijk niet moeilijk als mensen daar van mee willen eten. Het resultaat is dus een verzameling klaplopers, die wel eet, maar niets uitvoert.

Vervolgens is er slechts een slimme en doortrapte geest nodig, die de klaplopers organiseert. Het zijn niet zij, de klaplopers die niet deugen, nee, het zijn die stinkend rijke boeren. Ze hoeven alleen maar naar hem te luisteren en te doen, wat hij zegt en ze krijgen allemaal een prachtige toekomst.

De strongman organiseert de klaplopers en grijpt de macht. Nu zijn de rollen omgedraaid. De rijke boeren hebben opeens niets meer te vertellen. Het is de strongman die de absolute macht heeft over de klaplopers en de voorheen rijke boeren.

Het duurt natuurlijk niet lang of er zijn veel meer mensen die zich realiseren, dat het werk voor de dommen is (althans zo zien zij dat) en dat als je vooruit wilt komen in het leven, je vooral macht nodig hebt. We kunnen dus begrijpen, dat er een variabele als sociale dominantie ontstaat. Want macht biedt veel voordelen, dus wie gaat voor macht, zit uiteindelijk vaak prima.

Verder hadden we natuurlijk al dat verschil tussen de mensen die aanleg hadden om te boeren en de mensen die dat helemaal niks vonden. Die liever gezellig onder elkaar wat kletsten, een goed glas dronken en zich specialiseerden in borrelpraat.

Nu formuleer ik het misschien wat ongelukkig. Om te boeren heb je een bepaalde aanleg nodig. Je moet denken en werken op de lange termijn. Je hebt te maken met de harde natuur. In beginsel hebben alle mensen die aanleg, maar moet je die aanleg ook ontwikkelen. Bij de mensen die boer werden, ging dat beter dan bij de klaplopers. Het waren dus vermoedelijk niet de klaplopers die vooral een bepaalde aanleg ontwikkelden, maar de boeren. De klaplopers ontwikkelden zich op dat punt juist niet.

Een tweede eigenschap van de klaplopers was dat de strongman ze met een 'mooi' verhaal kon overhalen. Het zijn dus mensen die geneigd zijn, het 'mooie' verhaal van een beginnende strongman te geloven. En bij dat geloof uiteindelijk misschien ook nog vaak baat hebben.

Als het soortenmodel klopt, verwacht je dus dat 'rechts autoritarisme' de maat is die het verschil meet tussen de rationeel denkende en op productie gerichte 'boeren' en de mensen die vallen voor het 'mooie' verhaal van de strongman. De eerste groep moet niets hebben van het 'mooie' verhaal van de strongman. De tweede groep valt er massaal voor en ziet de strongman als de man die hen naar een gouden toekomst leidt.

Is het plausibel dat de strongman zijn aanhang in eerste instantie vooral zoekt onder de niet sociaal dominante mensen? Ja, want in eerste instantie zijn er natuurlijk niet zo veel extreem sociaal dominante mensen. Verder zijn die sociaal dominante mensen ook nog eens mensen die precies hetzelfde willen als de strongman. Het valt dus te begrijpen dat een beginnende strongman zijn aanhang vooral zoekt onder de 'gewone' (niet sociaal dominante) mensen.

Volgens het soortenmodel blijven er dan slechts twee soorten mensen over: de double lows (de boeren of bèta's) en de 'gewone' (niet sociaal dominante) volgelingen/gelovigen. Deze laatste groep mensen bestaat dus uit personen, die hoog op RWA scoren, maar laag op SDO.  De eerste groep moet niets hebben van het 'mooie' verhaal van de strongman, want een 'mooi' verhaal kun je niet eten. Maar voor de tweede groep ligt dat totaal anders.

Hoe moet je 'rechts autoritarisme' dan omschrijven? Als vallen voor het 'mooie' verhaal van de strongman op het moment dat hij nog niet echt macht heeft. Zodra de strongman macht heeft, gaat hij door die macht sociaal dominante personen aantrekken. In eerste instantie begint de opmars van de strongman met de 'gewone' (niet sociaal dominante) volgelingen/gelovigen. Mensen die dus hoog op RWA scoren, maar laag op SDO.

 

Hoe moet je 'rechts autoritarisme' omschrijven? Als vallen voor het 'mooie' verhaal van de strongman op het moment dat hij nog niet echt macht heeft.

 

Hoe kan het dan dat de gewone (niet sociaal dominante) volgelingen/gelovigen niet het hoogst scoren op bevooroordeeldheid? Bevooroordeeldheid is het instemmen en omarmen van de vooroordelen die in de groep leven. De ene reden om dat te doen is 'rechts autoritarisme', de andere reden is 'sociale dominantie'. Als je dichter bij de strongman wilt komen, moet je actiever en fanatieker zijn evangelie omarmen en uitdragen. Dat is echter niet wat de gewone volgelingen/gelovigen willen. Die willen voor alles een veilig onderkomen in de groep en verder vooral: brood en spelen.

De gewone rechtse autoritaristen hebben slechts één reden om bevooroordeeld te zijn, om irrationeel te geloven. De sociaal dominanten hebben ook een reden om bevooroordeeld te zijn, maar een totaal andere. De double highs tenslotte hebben beide redenen om bevooroordeeld te zijn en halen dan ook inderdaad voortdurend de toppositie qua bevooroordeeldheid.

Wanneer je bevooroordeeldheid wilt begrijpen, dan zijn de gewone volgelingen/gelovigen van groot belang. Want dat is de groep waar de aspirant strongman met zijn 'mooie' verhaal grip op moet krijgen. Hij moet een verhaal produceren en zo presenteren dat hij deze groep als eerste over de streep trekt. Zodra dat gelukt is, komen de sociaal dominanten ook wel.

Het voorgaande verklaart misschien waarom we 'rechts autoritarisme' zo'n moeilijk te begrijpen variabele vinden. Het gaat misschien om klaplopers, maar het zijn wel klaplopers met macht. Het zijn de soldaten, dienaren en ambtenaren van de strongman (of koning). Bovendien is die strongman (of koning) zelf natuurlijk ook meestal een 'rechtse autoritarist'. Alleen op die manier voelt hij perfect aan wat zijn gewone volgelingen/gelovigen willen horen.

Dus, kijk uit met wat je zegt, voor je het weet kan zo'n foute opmerking veel problemen opleveren. Met andere woorden: we hebben een soort ingebouwd instinct om 'rechts autoritarisme' vooral niet te zien. Het is veiliger om het gewoon helemaal niet te zien. Het is sociaal gezien een volledig 'foute' variabele, omdat de consequentie uiteindelijk is dat de strongman (of koning) niet deugt.

Klopt dit verhaal over rechts autoritarisme? Ik ben uitgegaan van het soortenmodel. Dat is volledig gebaseerd op dat merkwaardige verband tussen bevooroordeeldheid en die twee aansturende variabelen (SDO en RWA) en wat we verder via validiteitsonderzoek over die variabelen weten. Als het goed is, is het verhaal dus stevig gefundeerd.

Voor een eerste check kunnen we kijken naar de definitie van RWA zoals die door Altemeyer is geformuleerd. Een tweede check is te kijken naar naar de conformiteits-experimenten van Asch. Hij liet immers via zijn experimenten zien, hoe bevooroordeeldheid precies ontstaat en werkt. Een derde check is te kijken naar wat er verder bekend is over mensen die hoog scoren op RWA. Die drie checks bewaar ik voor volgende blogposts.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten