zaterdag 17 oktober 2020

Bevooroordeeldheid opnieuw bevestigd als strongman-variabele

Laatst bijgewerkt: 18-10-2020 om 23.55

 

De vraag die in het onderzoek naar fascisme en de opkomst van Hitler centraal stond, was: welke eigenschap leidt ertoe dat mensen voor het verhaal van de strongman vallen? Met andere woorden: welke eigenschap bepaalt het enthousiasme voor de dictator?

Het idee was dat Hitler alleen aan de macht kon komen, doordat bepaalde mensen hem door dik en dun steunden. De beschikbare cijfers bevestigen dat ook. Hitler kwam aan de macht doordat een minderheid van de Duitsers op hem en zijn partij stemden.

Verder was het idee dat je in ieder land mensen zou kunnen vinden met dezelfde mentaliteit. Mensen die een strongman graag op het schild zouden hijsen. Men veronderstelde dus dat het niet een typisch verschijnsel was dat alleen in nazi-Duitsland optrad, maar dat het ging om iets dat overal kon gebeuren. Dat specifieke soort mensen moest overal te vinden zijn.

 

Eerder onderzoek

Het probleem is dan: hoe meet je het enthousiasme voor de strongman? De eerste poging was The Authoritarian Personality (TAP) in 1950. Deze poging begon tijdens de Tweede Wereldoorlog en resulteerde in een dik boek, waarin de lezers en ook de auteurs zelf de draad kwijt raakten.

Wie echter precies weet, waar het om gaat en er ook de nodige tijd aan besteedt, ziet dat de auteurs driemaal dezelfde variabele hebben gevonden. Ze bedachten drie verschillende meetmethodes om het enthousiasme voor de strongman te meten. Deze drie methodes leverden -- na correctie voor onbetrouwbaarheid -- alle drie vrijwel hetzelfde resultaat.

De factor die de auteurs driemaal vonden, was: bevooroordeeldheid. Allereerst maten ze deze factor als etnocentrisme. Daarna maten ze Politiek Economisch Conservatisme (politiek rechts). Tenslotte maten ze met de F-schaal de onderliggende persoonlijkheid. Al die maten blijken na correctie voor onbetrouwbaarheid vrijwel perfect te correleren.

Hoe is dit mogelijk, speciaal in het geval van de F-schaal? De F-schaal bevatte vermoedelijk twee dimensies. De ene dimensie was rechts autoritarisme (RWA). De andere dimensie was vermoedelijk sociale dominantie (SDO). Doordat beide dimensies vrijwel ongecorreleerd zijn, leverde het totaal bevooroordeeldheid op.

Hoe kon het dat de auteurs bij de interpretatie van hun uitkomsten zo volledig de mist ingingen? Allereerst was hun boek veel te dik en niet primair bedoeld hun resultaten kort, simpel en duidelijk te rapporteren. Het boek was sterk bedoeld indruk te maken op de lezers. Dat deed het ook, maar daarbij verdwaalden niet alleen de lezers in het boek, maar ook de auteurs. Uiteindelijk begreep niemand, wat er precies was gevonden.

Ten tweede zagen de auteurs in doorsnee niet goed het belang van betrouwbare en gevalideerde meetinstrumenten. Men knoeide maar wat aan, zou je kunnen zeggen.

Ten derde beheersten de auteurs in doorsnee hun psychometrie en statistiek niet goed. Anders hadden ze de correctie voor onbetrouwbaarheid toegepast en gezien dat ze driemaal dezelfde variabele hadden gemeten. (Nadat ze eerst de alfa-betrouwbaarheden hadden berekend.)

Als je driemaal een bepaald begrip probeert te operationaliseren op verschillende manieren en je vindt driemaal dezelfde factor, dan is dat sterke evidentie dat je meet, wat je wilde meten. Je hebt drie verschillende manieren toegepast en al die manieren leveren hetzelfde op. Dat kan bijna geen toeval meer zijn.

Een tweede reden om te denken dat bevooroordeeldheid de strongman-variabele moet zijn, is het soortenmodel. (Op het moment dat ik dat opstelde, wist ik nog niet wat de auteurs van TAP precies hadden gevonden.) Het doel van het soortenmodel is slechts zo kort en zo simpel mogelijk samen te vatten, wat er via empirisch onderzoek bekend is over bevooroordeeldheid. 

Als je dat doet, lijkt de conclusie onmiskenbaar te zijn. Bevooroordeeldheid is de variabele die het fascistische systeem (de machtige groep, de lethal union) opspant. Het draait allemaal om bevooroordeeldheid. Dat is de factor die de drie soorten mensen die de machtige groep vormen, koppelt en samenbindt.

Een derde bron zijn twee verschillende onderzoeken die na de verkiezing van Trump tot president van de VS onafhankelijk van elkaar opleverden dat bevooroordeeldheid kennelijk de strongman-variabele is.

Er zijn dus goede redenen om te denken dat bevooroordeeldheid de strongman-variabele moet zijn, maar het gaat ook voortdurend om complexe redeneringen en afleidingen. Terwijl wat er is aan concreet onderzoek wat onduidelijk is.

 

Het onderzoek in het kader van Authoritarian Nightmare

Door het laatste boek van Bob Altemeyer, dat hij samen schreef met John W. Dean, Authoritarian Nightmare (2020), wordt echter definitief vrijwel alle twijfel weggenomen. Volgens Altemeyer is de strongman-variabele RWA (rechts autoritarisme) samen met SDO (sociale dominantie oriëntatie). Maar die twee variabelen samen voorspellen voor twee derde bevooroordeeldheid. Dan moet dus bevooroordeeldheid de strongman variabele moet zijn.

De online bijlage van het boek die als pdf op internet te vinden is (mhpbooks/books/authoritarian-nightmare) vermeldt in Table 2 van Appendix VI een serie correlaties voor Approval of Trump (p. 39). De correlatie die het beste Approval voorspelt, is de partij die men heeft of koestert (Dem of GOP). Deze correlatie bedraagt 0.86. De correlatie met Approval die daarna het hoogste is, is Prejudice. Deze bedraagt 0.81. (Wanneer de correlatie beperkt wordt tot alleen de witte respondenten, wordt deze 0.82.)

De auteurs schrijven over dit verband: "With a great deal of preliminary helpt from the Republican Party, and as predicted in chapters 5 and 6, Trump has attracted the most prejudiced white people in America like a magnet attracts metal filings." En even verder: "Nearly the whole barrel [Trump volgelingen] is significantly more prejudiced than average."

 

Hoeveel van de verschillen in bevooroordeeldheid worden verklaard door RWA en SDO?

Hoeveel verklaren SDO en RWA samen van de variantie in Prejudice? De auteurs vermelden in de eerder genoemde bijlage een waarde van 81.1 procent. Dat komt overeen met een (multiple) correlatie van 0.90.

In de praktijk maakt het dus weinig uit, wat men precies gebruikt. Of SDO en RWA samen of alleen Prejudice. Theoretisch gezien maakt het echter heel veel uit. Bevooroordeeldheid (prejudice) staat voor een bepaalde manier van denken, die heel herkenbaar is. Dat maakt dat bevooroordeeldheid de factor is die de mensen van de machtige groep samenbindt. Dat is het geheime teken waaraan men elkaar altijd feilloos herkent.

Terwijl gebrek aan bevooroordeeldheid het teken is, dat men met een bèta of double low van doen heeft. In de VS doorgaans omschreven als 'liberal'. De meest gehate mensensoort die er is, doordat alleen de mensen van de machtige groep haten en zij 'liberals' als de ultieme tegenstanders zien. Vergelijk het met katten en honden. De honden kiezen voor de strongman en hebben een aangeboren reflex om de katten op te jagen en zo mogelijk te doden.

De door Altemeyer gebruikte steekproef (N=990) is bedoeld een dwarsdoorsnede te geven van alle stemgerechtigde Amerikanen. Doordat men echter via e-mail heeft aangeschreven en er niet een vergoeding tegenover stond, was de response nogal laag. Het gevolg is dat vermoedelijk vooral de tegenstanders en de medestanders van Trump de moeite hebben genomen de online vragenlijst in te vullen.

Een reden om dit te denken is de relatief hoge correlatie die gevonden is tussen RWA en SDO (hier). Deze was nu 0.68, terwijl die normaal rond de 0.20 tot 0.30 ligt. De sterke selectie zal echter naar verwachting geen invloed hebben op de verhoudingen tussen de correlaties. De hoogste correlatie zal de hoogste blijven. De op een na hoogste zal de op een na hoogste blijven en zo verder. Deze uitkomst levert dus harde evidentie dat bevooroordeeldheid (prejudice, etnocentrisme) inderdaad de strongman-variabele is. Dat wil zeggen: bevooroordeeldheid is de beste voorspeller voor het steunen van de strongman.

Dat Altemeyer vooral focust op RWA en daarnaast (maar in mindere mate) op SDO als de maten voor 'fascisme' lijkt wel wat begrijpelijk. RWA was en is zijn geesteskind. De maat was bedoeld de F-schaal te vervangen en was bedoeld om fascisme te meten, maar meet in werkelijkheid slechts één van de twee onderliggende componenten.

Hoe goed verklaren die componenten in dit geval bevooroordeeldheid? Op dit punt presenteert Altemeyer (mogelijk onbedoeld) de gegevens op een manier dat het lijkt alsof RWA dat heel goed doet en SDO een stuk slechter. RWA blijkt volgens Altemeyer 0.84 te correleren met bevooroordeeldheid. SDO heeft hij echter opgesplitst in twee stukken. Daardoor valt niet meer goed te zien, hoe hoog SDO in totaal correleert met bevooroordeeldheid, maar vallen de door hem vermelde correlatie relatief laag uit.

De eigenaar van de data (hier) vermeldt echter dat de correlatie tussen SDO en bevooroordeeldheid 0.80 is. SDO correleert dus iets slechter in dit geval met bevooroordeeldheid dan RWA. Eerder werd het omgekeerde doorgaans gevonden.

 

Bevooroordeeldheid is goed meetbaar en levert grote verschillen

Valt bevooroordeeldheid goed te meten? Het antwoord moet 'ja' zijn. Altemeyer vermeldt een alfa-betrouwbaarheid van (afgerond) 0.96. De gebruikte schaal was 24 items lang. Ieder item leverde van 1 tot 9 punten op. De mogelijke score liep van minimaal 24 tot maximaal 216. De gemiddelde score voor deze steekproef was afgerond 93. De standaarddeviatie was afgerond 45.

Gemiddeld werden de items dus beantwoord met 3,9. Het midden van de schaal is 5. Overwegend was men het dus licht oneens met de items. Men zit 1 punt onder het schaalmidden. Wie maximaal negatief antwoordt, haalt 4 punten onder het schaalmidden.

Als je kijkt naar de standaarddeviatie vond men grote verschillen tussen de personen. De laagste score was 24, de hoogste 214. De personen werden over de hele schaal verspreid. Die grote spreiding klopt natuurlijk met de hoge betrouwbaarheid, die men vond. Conclusie: mensen verschillen sterk in de mate van bevooroordeeldheid. Iets dat we eerder al concludeerden op grond van de experimenten van Asch.
















Geen opmerkingen:

Een reactie posten