Onregelmatig periodiek over empirisch onderzoek naar discriminatie en agressie
Onze missie: -- "To boldly go where no man has gone before!" --
Onderwerpen: discriminatie, meten van fascisme, F-schaal, rechts autoritarisme (RWA), sociale dominantie (SDO), bevooroordeeldheid (prejudice), systeem 1 vs systeem 2 denken (snel denken vs langzaam denken)
Dr. Mik van Es -- psycholoog, psychometricus
zaterdag 3 februari 2018
Wat is er zo leuk aan racisme?
Laatst bijgewerkt 6/2/2018 om 17:12.
Discriminatie/agressie is niet populair bij empirische wetenschappers
De grote man van het autoritarisme-onderzoek, Bob Altemeyer, werd tegen zijn zin bij dat onderzoek betrokken. Dat hij vervolgens ongeveer veertig jaar bleef doorgaan met dat onderzoek, kwam niet, omdat hij het onderwerp zo inspirerend vond, maar omdat hij graag puzzelde.
Jim Sidanius, een van de bedenkers van het begrip 'sociale dominantie', werd als jonge knul, op uiterst intimiderende wijze door de politie duidelijk gemaakt dat hij als 'zwarte' niet met een wit meisje over straat behoorde te lopen. Toen hij tenslotte op grond van dat soort ervaringen emigreerde, merkte hij echter, dat het elders net zo ging. Het ging misschien om een andere groep, maar iedere samenleving schijnt groepen te hebben, die als kop van Jut fungeren.
Zelf raakte ik na ons proefschrift, waarin we een hele reeks doorbraken konden rapporteren, betrokken bij het discriminatie/agressie-onderzoek door de systematische smeer- en lastercampagne die door en vanuit de RUG tegen mijn vrouw en mij gevoerd werd. Ook ik raakte daardoor zonder dat ik het echt wilde, bij het discriminatie/agressie-onderzoek betrokken.
Kennelijk is het niet een onderwerp dat gemakkelijk onderzoekers trekt en dat onderzoekers bij voorbaat leuk vinden.
Discriminatie/agressie is geen leuk onderwerp
Laten we dan naar het onderwerp zelf kijken. In eerste instantie ontkenden psychologen op alle mogelijke manieren het bestaan van discriminatie/agressie. Er bestonden wel oordelen, maar geen vooroordelen. Vooroordelen waren gewoon terechte oordelen. Ongeveer ieder boekje over zuiver denken en deugdelijk redeneren kan je anders vertellen, maar psychologen geloofden dit echt. Pas na de opkomst van Hitler werd het probleem voor psychologen bespreekbaar en dan nog slechts schoorvoetend.
Het standaard-voorbeeld waar alle empirische discriminatie/agressie-onderzoek uiteindelijk van uitgaat is de Holocaust. Niet iets, waar je echt vrolijk van wordt. Iets dat mensen op alle mogelijke manieren proberen te vermijden en te ontkennen. Wat voor het begrip 'discriminatie' geldt, geldt voor de Holocaust -- bij wijze van spreken -- nog honderd keer sterker.
Ook een term als 'discriminatie' vertelt al iets over de negatieve lading van het onderwerp als je beter kijkt. Die term betekent officieel slechts: 'onderscheid maken'. Maar met het maken van onderscheid is niets mis. Een hond is geen kat. Een stoel is geen tafel. Men hanteert dus een volstrekt neutrale term om iets extreems als de Holocaust aan te duiden.
Die term 'discriminatie' is op twee manieren misleidend. Allereerst gaat het niet om het onderscheid maken, maar om het kapot maken of het dreigen daarmee. Het gaat om agressie en de basis van agressie is dat je de ander wilt beschadigen. De ander moet leren wie de baas en zo nodig moet zijn hoofd eraf, zodat andere mensen weten wie de baas is. Ten tweede wordt de negatieve emotionele lading van agressie weggewerkt.
Aan de ene kant kiest men dus een term die qua feitelijke betekenis niet klopt, aan de andere kant kiest men een term die qua emotionele lading niet klopt. Waarom? Wie doen zulke dingen? De werkelijkheid volledig omdraaien. Begrippen een totaal andere inhoud geven.
Wie op de hoogte is met de inhoud van deze blog, moet dan onwillekeurig aan de alfafactor en alfa's denken. Invloedrijke mensen hebben hier gegoocheld met woorden en op die manier de discussie lam weten te leggen, terwijl het onderzoek daardoor ernstig bemoeilijkt werd. De mensen die discriminatie en agressie als hun broodwinning zien, hadden geen belang bij serieus onderzoek naar het fenomeen.
Het punt waar het mij hier om gaat, is dat discriminatie/agressie, of racisme, niet een leuk onderwerp is. Wie zelf op dit gebied ook maar iets heeft meegemaakt, kan het onmogelijk als 'leuk' zien. Ook wie zich verdiept heeft in het onderwerp, in dat wat er bestudeerd wordt, in de voorbeelden, moet in staat zijn zijn emoties te onderdrukken, want anders drukt het onderwerp je te zeer neer. Kortom, als mens word je er niet echt vrolijk van zou ik denken.
De studie van het Kwaad
Het empirische onderzoek naar discriminatie/agressie kun je omschrijven als het onderzoek naar het Kwaad in de mens. Aan de ene kant is dat tijdens de Tweede Wereldoorlog begonnen in Amerika, aan de andere kant is dat ook begonnen vanaf de andere kant. Wat toen nog achter het IJzeren Gordijn lag: Polen (hier).
De Poolse benadering (politieke ponerologie) is begonnen vanuit de psychiatrie en kreeg vervolgens problemen met de toenmalige machthebbers. Interessant is echter dat beide benaderingen, hoewel totaal verschillend, toch lijken uit te komen op soortgelijke conclusies. Ook bij ponerologie denkt men in soorten mensen en wordt er een link gelegd met bepaalde kwalijke persoonlijkheidskenmerken. Double-highs en psychopaten hebben veel gemeen, ik wees daar al eerder op.
Ook de mensen die zich bezig houden met ponerologie, indien niet gesneuveld onderweg, lijken echter niet echt vrolijk te worden van het onderwerp. Ook daar ziet men het als een blik in de krochten van de menselijke geest. Het is belangrijk om te kijken, maar liever niet. Ook de ponerologen uit het oosten lijken dus niet echt enthousiast over het onderwerp.
Racisten vinden praten over racisme heerlijk
Wanneer ik echter kijk naar de twee pseudo-wetenschappers die ik eerder besprak (hier), Gloria Wekker en Jordan Peterson, krijg ik een totaal andere indruk.
Wekker heeft er duidelijk plezier om overal met opgeheven vingertje duidelijk te maken, dat alle witte mensen last hebben van een koloniaal archief, dat zich tussen hun oren bevindt. Een archief dat niemand kan zien, behalve zij en haar mede gelovigen.
Ter vergelijking, deze blog is in beginsel volledig gebaseerd op hard empirisch onderzoek naar het 'psychische' archief dat mensen meedragen. Dat archief is betrouwbaar meetbaar via twee totaal verschillende routes (aan de ene kant bevooroordeeldheid, aan de andere kant sociale dominantie en autoritarisme).
En wat dat psychische archief oplevert, daar word je dus bepaald niet vrolijk van. Het levert alleen qua resultaten niet op, wat het 'koloniale archief' dat Wekker en haar gelovigen denken te zien, wel oplevert.
Ook Jordan Peterson komt maar wat graag praten, over hoe hij de wereld denkt te zien. Hij kan daar met smaak over vertellen, maar afgaande op wat ik tot nu toe van hem gezien heb, lijkt het me net als bij Wekker, een 'mooi' verhaal, dat men vooral niet al te gemakkelijk moet accepteren, omdat het geen enkele relatie heeft met de harde feiten.
Behalve dat beide personen uitermate slecht geïnformeerd zijn op het gebied van het empirische discriminatie/agressie-onderzoek, zijn ze kennelijk ook begiftigd met een soort predikersgen.
Dat zijn twee indicaties dat ze hoog scoren op de alfafactor. Ook het uitgedragen racisme door Wekker en het oproepen tot strijd door Peterson lijken daarbij te passen. Wie zich verdiept in hun teksten en daar de Basic Five op loslaat, ziet die hoge score op de alfafactor opnieuw bevestigd.
Anders geformuleerd: we hebben hier kennelijk twee racisten die het heerlijk vinden om over racisme te praten, waarbij ze dat praten vervolgens ieder op hun eigen manier invullen.
Tahrim Ramdjan
Nu zijn twee gevallen natuurlijk niet echt veel. In de Volkskrant van 1/2/2018 (hier) vond ik echter een ander betoog waarvan onmiskenbaar lijkt, dat de auteur, Tahrim Ramdjan, zelf een duidelijke neiging tot racisme bezit.
Het is allereerst het opgeheven vingertje van de prediker. Vervolgens de stellige bewering dat andere mensen fouten maken, zonder daar evidentie voor aan te dragen. Dan een volstrekt dogmatisch betoog dat volledig los lijkt te staan van iedere waarneming. Een begrip als 'institutioneel racisme' wordt zo even uit de mouw geschud, zonder dat ook maar duidelijk is, hoe het gemeten zou moeten worden.
In termen van het soortenmodel laat het betoog sociale dominantie, agressiviteit en autoritarisme zien. In termen van de basic five laat het betoog dogmatisch denken zien, subjectieve waarheid, het hanteren van mands in plaats van tacts en tenslotte ook nog: zachte informatieverwerking.
De logica in het betoog valt vooral op door haar afwezigheid. Een andere indicatie voor autoritarisme. De stelling 'verdiep je in de ander en bestrijd zo racisme', klinkt mooi, maar slaat nergens op. Het is holle kretologie.
Kennelijk hebben we ook hier weer een racist, die zichzelf via het onderwerp racisme, als bestrijder van racisme probeert te profileren met het vertellen van grote verhalen.
Ewald Vanvught
Ook het stuk in de Volkskrant dat daarnaast staat (hier), lijkt in dit stramien te passen. Het is een stuk van Ewald Vanvugt gericht tegen de historicus Piet Emmer. Emmer vindt de kritiek op Johan Maurits met -- mijns inziens -- goede argumenten nogal overtrokken.
Vanvugt is het niet met Emmer eens, dat lijkt me geen probleem. Zelf deel ik in dit geval de conclusies van Emmer ook niet, maar ik begrijp wel zijn argumenten en zijn redenering en daar lijkt me in beginsel niks mis mee.
Vanvught komt echter met een verhaal dat bol staat van de kreten en emoties. Emmer wordt -- met een heilig vuur -- uitgemaakt voor ongeveer alles dat kwalijk is.
Neem alleen al de afsluitende zin van Vanvught. 'Propaganda voor het weldoende kolonialisme lijkt tegelijk het schrille licht te willen verzachten op de gruwelijke basiskennis dat het ene volk met veel geweld het andere onderdrukte en voor zich liet werken.' Is het mogelijk nog meer emotioneel geladen termen in een conclusie te stoppen?
Hebben wij, Nederlanders, inderdaad een heel volk onderdrukt en voor ons laten werken? En dan nog wel aan de andere kant van de wereld? Als dat zo is, is het best knap. Het lukte de Romeinen al niet de slaven op hun boerderijen te laten werken. Kennelijk waren de Nederlanders stukken slimmer. Kom nou.
In de Volkskrant van 6 februari 2018 schrijft Emmer in een repliek over Vanvugt: 'Dat brengt zijn verdienmodel, het oproepen van schuldgevoelens bij zijn lezers, in gevaar.' Ik weet niet zeker of het verdienmodel van Vanvught op die manier helemaal correct wordt omschreven, maar het punt lijkt me terecht. Vanvught is niet objectief, maar steekt een emotioneel verhaal af, om daar zelf beter van te worden. Het doel is niet de waarheid te vinden, maar het doel is Vanvught te promoten.
Conclusie
Wat deze vier gevallen dus lijken op te leveren, is dat 'racisme' voor mensen die hoog op de alfafactor scoren, een heerlijk gespreksonderwerp is. Ze hebben er een stellige mening over, ze kunnen anderen de les lezen en ze kunnen zichzelf opwerpen als de grote expert, hoewel ze zich in werkelijkheid nooit in het onderwerp verdiept hebben.
Aan de andere kant hebben we kennelijk de mensen die laag scoren op de alfafactor. Alleen het feit dat je laag scoort, is in de praktijk al voldoende om daadwerkelijk agressie over je heen te krijgen van in de buurt aanwezige alfa's die met hun helpers, hun kans schoon zien. De agressieve aanval van Vanvught op Emmer illustreert dit.
Deze bèta's ploeteren jaren in stilte door, genieten van het oplossen van de puzzels die het leven hun toewerpt en scherpen ondertussen hun denkvermogen, want je weet nooit wat de dag van morgen brengen zal.
Maar dat is precies, wat je op grond van wat er bekend is, over de alfafactor zou verwachten. De mensen die hoog scoren zien het als een prachtige kans het woord te grijpen en zich op die manier te profileren, zonder dat ze er in werkelijkheid iets zinnigs te melden hebben.
De mensen die laag scoren op de alfafactor, hebben vaak zelf ervaring met discriminatie/agressie en zien het als een probleem dat de Natuur hun toewerpt met het verzoek of ze kans zien het op te lossen. Als probleem is het een uitdaging, als onderwerp word je er (als bèta) niet vrolijk van.
Het merkwaardige van de alfafactor is dus dat de mensen die racistisch zijn (hoog scoren op de alfafactor) juist ook de mensen zijn, die andere mensen vertellen dat racisme heel erg slecht is en dat het echt overal aanwezig is.
De mensen die dat kritiekloos geloven, zijn inderdaad racistisch, maar altijd nog in belangrijk mindere mate dan de predikers van de heilige boodschap.
De mensen die het niet geloven en zich afvragen, waar dat hele verhaal nu precies op gebaseerd is, zijn als enigen niet of amper racistisch.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten