dinsdag 4 december 2018

Nepnieuws, 'mooie' verhalen, vooroordelen en genocide



Abel Herzberg realiseerde zich het verband tussen 'mooie' verhalen en vervolging en genocide (hier). Hij schreef:
"Het verhaal van de kindermoord te Bethlehem wordt door miljoenen mensen als waarheid aanvaard, omdat zij daarvoor ontvankelijk zijn. Wij vinden een verhaal 'mooi', ja wij geloven aan een verhaal, indien het in spanningen, welke in ons leven, weerklank vindt. Een goed gerichte propaganda kan er daardoor in slagen, als onweersprekelijke waarheid ingang te doen vinden, wat volkomen uit de lucht gegrepen, of zelfs in strijd is met het objectief waarneembare. De heksenvervolging, die miljoenen mensen het leven gekost heeft, of de Jodenvervolging van Hitler, zijn daarvan de meest bekende voorbeelden. En de hemel mag weten, aan welke 'waarheden' wij geloven, zonder er ook maar de flauwste notie van te hebben dat hier slechts van subjectieve, niet van objectieve waarheid sprake is. In elk geval doen wij er goed aan jegens onszelf en onze zekerheden enigszins wantrouwend te staan."

Als uitgangspunt neemt Herzberg het Bijbels verhaal over de kindermoord te Bethlehem door koning Herodus. Dat verhaal is een heel verschrikkelijk verhaal. Herzberg veronderstelt door die diep emotionele lading, dat het om een 'mooi' verhaal moet gaan. Het is een verhaal gemaakt om de toehoorder diep te raken.

Voldoet het verhaal van de kindermoord aan mijn omschrijving van 'mooi' verhaal? Het verhaal is volgens historici vermoedelijk niet echt gebeurd. Verder heeft het verhaal betrekking op koning Herodus. Het gaat dus inderdaad over een mens en niet over een dood ding. Ook het volgende punt wordt bevestigd: het bevat emotie en niet zo'n klein beetje ook. Ook het vierde punt klopt: de emotie is gericht. Herodus deugt niet! Het is een vreselijke man! Weg met Herodus! Het verhaal bezit dus inderdaad alle kenmerken van een 'mooi' verhaal.

Wie de passage van Herzberg zorgvuldig naloopt, ziet dat deze een aantal belangrijke elementen bevat:
1. Het 'mooie' verhaal wordt verspreid als propaganda, dus door een propagandist. Iemand die belang heeft de massa op te jutten, een alfa dus.
2. Het 'mooie' verhaal is met opzet zo geconstrueerd dat het de massa diep raakt. Het roept veel emotie op en koppelt die aan de foute X.
3. Veel mensen geloven het 'mooie' verhaal, maar sommigen trappen er niet in.
4. Het resultaat van het 'mooie' verhaal is vervolging en genocide.
5. Het verschil tussen de gelovigen en de ongelovigen is het soort waarheid dat men hanteert. De gelovigen hanteren subjectieve waarheid, de ongelovigen objectieve waarheid.

Herzberg heeft kennelijk uitgebreid nagedacht over de gang van zaken bij iets als de Holocaust en de heksenvervolging. In het tekstfragment komen vrijwel alle belangrijke bestanddelen van het 'fascistische systeem' aan bod: de propagandist of alfa, de gelovigen die zijn verhaal blindelings voor waar aannemen, de ongelovigen die er doorheen kijken en het resultaat: vervolging van de slachtoffers. Het middel voor de alfa om dat allemaal te realiseren is het 'mooie' verhaal. Maar zonder 'gelovigen' die er blindelings intrappen, zou zijn verhaal geen zin hebben.

Het probleem, de wortel van het kwaad, is dus de bereidheid 'mooie' verhalen te geloven. Het probleem is niet dat de patiënt komt met het verhaal dat hij Napoleon is. Het probleem is dat andere mensen dat verhaal geloven -- hoe onvoorstelbaar dat misschien ook klinkt -- en vervolgens vanuit dat geloof gaan handelen. Nu is dit specifieke verhaal toevallig niet een verhaal, dat we graag geloven. We geloven immers liever dat iemand heel slecht is, dan heel bijzonder. De 'patiënt' die het wat handiger aanpakt, wordt echter door veel mensen wel geloofd.

Met betrekking tot dat probleem -- mensen geloven verhalen die ze rationeel gezien niet zouden moeten geloven -- heeft het empirische onderzoek naar discriminatie en agressie enkele resultaten opgeleverd:
1. het gaat niet om een specifiek 'mooi' verhaal, maar om 'mooie' verhalen in het algemeen;
2. het gaat niet om alle mensen, maar om een bepaalde groep mensen, die geneigd zijn dit soort verhalen te geloven;
3. de mensen die deze neiging bezitten scoren hoog op bevooroordeeldheid (de alfa-bètafactor): het zijn alfa's;
4. behalve dat alfa's hoog scoren op de alfa-bètafactor scoren ze ook hoog op autoritarisme en sociale dominantie. Ze willen en moeten lid van een machtige groep zijn en ze willen in die groep -- koste wat het kost -- qua status zo hoog mogelijk komen. Ze willen tot iedere prijs de top van de piramide bereiken.

De wortel van het kwaad meten we door een vragenlijst te laten invullen. We meten goedgelovigheid als (algemene) bevooroordeeldheid (generalized prejudice). De bereidheid om vooroordelen ten opzichte van verschillende minderheidsgroepen te omarmen. Het gaat er niet om, wie je gelooft te zijn, maar het gaat erom, hoe je reageert op irrationele, emotioneel geladen uitspraken over mensen behorend tot minderheidsgroepen.

Een aspirant 'sterke man' op een zeepkist in Hyde Park, is slechts een roeptoeter op een kist, zoals je er daar wel meer hebt. Zo lang iedereen rustig doorloopt, is er geen enkel probleem. De man schreeuwt maar wat. We leven in een vrije samenleving: dat moet kunnen. Helaas blijkt het niet te kunnen. Sommige mensen in het publiek worden geraakt door de woorden die de man schreeuwt. Wat hij zegt, klinkt goed voor hun gevoel. Hij belooft een betere toekomst. Wie wil dat nu niet. Hij geeft aan waar alle problemen vandaan komen. Dat zijn de slechte en gevaarlijke X. Hij vertelt zijn publiek dat het behoort tot een superieur ras. Stel dat dat nu eens waar zou zijn. Dat zou toch best leuk zijn.

Willen we dus verder komen, dan moeten we duidelijk krijgen waarom alfa's de neiging hebben voor het verhaal van de sterke man te vallen, terwijl bèta's er niets van moeten hebben. Wat maakt dat bèta's hun schouders ophalen bij het verhaal van de sterke man, terwijl alfa's de roep van de sterke man vaak niet kunnen weerstaan? Wat drijft de gelovige?


De opbrengst van het Comprova-artikel tot nu toe

Toen kwam in de Volkskrant het artikel over de strijd van Comprova tegen nepnieuws langs (hier). Waarom geloven mensen nepnieuws? Konden we uit het Comprova-verhaal  iets leren over nepnieuws?

Wat me na bestudering van het verhaal opviel, was dat het verhaal zelf ook weer een 'mooi' verhaal was. De feitelijke basis ontbrak. Men streed tegen 'mooie' verhalen, stelde men, maar produceerde vervolgens zelf een nieuw 'mooi' verhaal. Het ene 'mooie' verhaal zag men als goed, het andere 'mooie' verhaal als fout.

Maar bèta's zouden al die 'mooie' verhalen gewoon beschouwen als 'mooie' verhalen. De feitelijke basis is niet in orde waardoor het uiteindelijk allemaal gebakken lucht is. Kennelijk hadden we hier dus van doen met alfa's en het bijzondere was dat die onderscheid zagen tussen twee verhalen, waar bèta's dat onderscheid niet zagen.

Wat het Comprova-verhaal duidelijk leek te maken, was dat alfa's verhalen op een totaal ander criterium beoordelen dan bèta's. Bèta's focussen op de feitelijke juistheid van een verhaal, terwijl alfa's focussen op het sociale effect van het verhaal.

Een tweede punt dat naar voren kwam, was dat alfa's verhalen onderverdelen in 'goed' en 'fout'. Een verhaal dat voor alfa's bijdraagt aan een betere plaats in de rangorde is goed. Omgekeerd zal een verhaal dat die plaats bedreigt, fout zijn. Verder kunnen ook verhalen bestreden worden om zichzelf op die manier te profileren. De nadruk in dat geval ligt echter steeds op verhaalproductie en strijd, niet op informatie en onderzoek.

Deze dubbele tweedeling leidt in totaal tot het bestaan van vier soorten verhalen:
1. 'goede' feitelijk kloppende verhalen (ware verhalen die een alfa niet bestrijdt);
2. 'foute' feitelijk kloppende verhalen (ware verhalen die een alfa bestrijdt);
3. 'goede' 'mooie' verhalen (onware verhalen die een alfa uitdraagt);
4. 'foute' 'mooie' verhalen (onware verhalen die een alfa bestrijdt).
Bij deze indeling is het voor bèta's verleidelijk zich vooral te richten op categorie 1. Op die manier voorkomt men problemen met alfa's. Alfa's zullen zich vooral richten op categorie 3: 'mooie' verhalen om uit te dragen. In deze twee categorieën zullen dus naar verwachting de meeste verhalen zitten.

Verhalen in categorie 2 zien we later als wetenschappelijke doorbraken. De empirie dwong de alfa's uiteindelijk het 'foute' idee toch te accepteren. In het geval van Galilei en de Kerk zijn er nog steeds alfa's te vinden, die geloven dat de man toch ongelijk had. Acceptatie door alfa's moeten we dus meer zien als het geleidelijk uitsterven van de desbetreffende alfa's. De jongere alfa's zien het probleem tenslotte niet meer.

De clash tussen verhalen in categorie 3 en categorie 4 bestaat vooral voor de betrokken alfa's. Het gaat om de strijd tussen geloven, religies, ideologieën. Een bekend voorbeeld is de strijd tussen het fascisme en het communisme. De ene groep bestrijdt de andere groep en daarmee ook het verhaal van die groep. Beide verhalen ogen belangrijk anders, maar leveren in de praktijk hetzelfde op: een totalitaire samenleving.

Het gegeven dat alfa's verhalen onderverdelen in 'goed' en 'fout' leidde vervolgens tot het bijstellen van de definitie van vooroordeel en 'mooi' verhaal (hier). Een 'mooi' verhaal of vooroordeel heeft in de nieuwe formulering vier bestanddelen:
1. het is niet goed gebaseerd op feiten (irrationeel geloof);
2. het gaat over mensen of sterk aan mensen gerelateerde zaken;
3. het bevat emotie;
4. de emotie is gericht ('wij zijn goed', 'zij zijn slecht').

Maar wanneer vooroordelen zowel positief ('wij zijn goed') als negatief kunnen zijn ('zij zijn slecht'), zijn positieve vooroordelen ook een vorm van discriminatie en agressie. Zaken als medailles en het toekennen van prijzen zijn daar voorbeelden van (hier).

Het reduceren van informatie tot emoties verklaart ook waarom alfa's hun eigen vooroordelen niet zien. Het vooroordeel heeft voor de alfa een positieve lading, terwijl de term 'vooroordeel' een negatieve lading heeft. De positieve emotie is niet verenigbaar met de negatieve emotie (hier).

Al met al lijkt dat geen slechte opbrengst voor een enkel artikel. Ik denk echter dat het Comprova-artikel misschien ook kan verduidelijken, hoe nepnieuws werkt, doordat het een aantal voorbeelden geeft en een aantal kenmerken noemt. Ik ga daar in de volgende post verder op in.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten