zondag 26 mei 2019

Venezuela als voorbeeld van onvoldoende rationaliteit


Als je problemen moet oplossen, helpt een rationele benadering. Sommige oplossingen werken, andere oplossing werken niet. Waar het om gaat, is uit te zoeken welke oplossingen werken en die toe te passen.

Voor een samenleving geldt hetzelfde. Groepen mensen krijgen vroeg of laat te maken met bepaalde problemen. Wanneer de irrationaliteit in een groep de overhand heeft gekregen, lukt het niet meer die problemen op te lossen en stort de zaak tenslotte in.

In het Dagblad van het Noorden (Drenthe-editie) vond ik vandaag (vrijdag, 24 mei 2019) een stuk van Hans van Zon dat een triest voorbeeld van dit principe beschrijft. Ik laat de kop met de intro volgen.
"Venezuela één groot rampgebied
De socialistische dictatuur van president Nicolás Maduro heeft Venezuela veranderd in één groot rampgebied. Miljoenen mensen leven in een hel."
Iedere dag sterven er honderden mensen of door honger of door gebrek aan medicijnen. Dagelijks worden er 73 mensen vermoord. Er geldt maar één wet: het recht van de sterkste. Als er geen eten meer zit tussen het afval, wordt het gestolen. Hele wijken zijn roofgebieden voor bendes.

Het stuk eindigt met het verhaal van Elizabeth Diaz. Ze klopt bij twee verschillende ziekenhuizen aan om hulp voor haar 19-jarige, ernstig ondervoede dochter. Twee keer klopte ze tevergeefs. 'De ziekenhuizen zaten zonder stroom en de medicijnen waren op. De dochter stierf in de armen van haar moeder.'

Dat soort dingen gebeuren dus uiteindelijk, wanneer een samenleving er niet in slaagt de problemen waarvoor ze gesteld wordt, rationeel aan te pakken. Het gevoel moet ons als het ware in beweging zetten, maar het verstand moet ons leiden. Als dat laatste ontbreekt, gaat het mis en wordt het chaos.

Dat was in het kort de strekking van mijn vorige blogpost. De grote problemen waarvoor we als wereldbevolking gesteld worden, moeten zo rationeel mogelijk aangepakt worden, maar dat lukt alleen als mensen behoorlijk rationeel zijn. En dat laatste is in rijke landbouwsamenlevingen vaak een probleem. Wie dus de grote problemen wil aanpakken, zal eerst dat basisprobleem moeten oplossen.

Er is echter ook goed nieuws. Een eerste belangrijk punt is dat het basisprobleem geformuleerd is. Zo lang een probleem niet geformuleerd is, kun je het niet rationeel oplossen. Een tweede belangrijk punt is dat we het kunnen meten. We kunnen de mate van rationaliteit (bevooroordeeldheid) van een bevolking meten. En dat kan ondertussen zelfs op een groot aantal verschillende manieren.

Een derde belangrijk punt is dat ondertussen duidelijk lijkt te zijn, hoe rationaliteit ontstaat. We lijken duidelijk te hebben, wat onze rationaliteit veroorzaakt en aandrijft. Het is de interactie met de harde natuur, met harde problemen.

Verder beschikken we over voorbeelden van geautomatiseerde trainingsprogramma's (die weliswaar niet zonder toezicht van een docent/manager kunnen) om complexe vaardigheden effectief bij te spijkeren. (Ik denk in dit verband natuurlijk aan TAVAN dat uitermate effectief bleek om studenten vaardiger te maken in het redigeren van hun teksten.)

In beginsel lijkt het derde probleem dus oplosbaar te zijn. Maar iemand die te dik is, weet dat minder eten de oplossing is. Het realiseren van die oplossing in de praktijk is echter vaak helemaal niet zo simpel en lukt vaak niet. En iets soortgelijks zou ook heel goed voor een trainingsprogramma kunnen geld, dat ons rationeler maakt. Het is misschien wel goed, maar vast niet leuk en wordt dan dus gewoon niet toegepast.

Het vierde deelprobleem is dus het kardinale knelpunt. Irrationele mensen krijg je niet eenvoudig zo 'gek' dat ze moeite gaan doen om minder irrationeel te worden.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten