woensdag 20 mei 2020

Twee manieren van informatieverwerking, twee soorten intelligentie


Op de site van de BBC vind ik een intrigerend artikel met de kop: Why it’s so hard to be rational about Covid-19 (hier).

De schrijfster, Gaia Vince, ziet in de VS twee verschillende soorten reacties op het corona-virus. Een rationele reactie, die overeenkomt met wat empirische wetenschappers doorgaans beweren. En een irrationele reactie, die overeenkomt met wat mensen als Trump en organisaties als Fox-News beweren. Verder ziet ze dat die reacties gekoppeld zijn aan de politieke voorkeur, die men heeft. De conservatieve Republikeinen geloven dat het wel meevalt met het virus. De niet-conservatieve, liberaal denkende Democraten kiezen het meer wetenschappelijke standpunt.

Wat mij betreft, is dit verband wel bekend. Ze voert echter een volgend interessant punt aan. Het punt zit 'verstopt' in deze alinea.
'Tribal culture affects how people see the world more than facts do. Take human-caused climate change, for which there is near-unanimous global scientific consensus. This, too, divides Americans, but in an unlikely way: the more education that Democrats and Republicans have, the more their beliefs in climate change diverge. Of Republicans with only a high school education, 23% report being very worried about climate change. But among college-educated Republicans, that figure was just 8%.'

Het artikel van Gallup waar ze in haar tekst naar verwijst, staat hier. Het gaat om de eerste tabel. Voor de eenvoud beperk ik me tot de eerste kolom van die tabel.



Uit de tabel blijkt allereerst het verschil in reactie tussen republikeinen en democraten. Wanneer je per politieke voorkeur het gemiddelde berekent van de drie opleidingsniveau's, vind je voor de republikeinen 67% en voor de democraten 20%. Republikeinen kiezen dus overwegend het irrationele antwoord, terwijl democraten het rationele antwoord kiezen. Daarbij is het verschil maar liefst 47 procentpunt. Het gaat dus om een zeer groot verschil.

Dit klopt met wat we weten. Het grote verschil tussen republikeinen en democraten is de mate van bevooroordeeldheid. Maar bevooroordeeldheid is ook een maat voor irrationaliteit. Het verschil in bevooroordeeldheid verklaart het verband dat Vince beschrijft.

Wat laat dit zien? Dit grote verschil levert een harde, kwantitatieve onderbouwing voor het idee dat bevooroordeelde mensen informatie totaal anders verwerken dan onbevooroordeelde geesten.

Wat zijn die twee manieren van informatieverwerking? Ook dat is hier zichtbaar. De onbevooroordeelde geesten volgen het rationele, empirisch-wetenschappelijke standpunt. De bevooroordeelde geesten volgen het standpunt van hun Grote Leider. Die Grote Leider op zijn beurt, probeert weer een boodschap uit te zenden, die zijn volgelingen/gelovigen emotioneel maximaal bevredigt. Beide partijen houden elkaar in een soort dodelijke omarming gevangen, waardoor de koppeling met de externe realiteit verloren gaat. Er ontstaat een irrationeel geloof dat wordt bepaald door groepsbelang en emotie.

Laten we nu kijken naar het volgende punt. Het verschil dat onderwijs maakt. De hoog opgeleide democraten ('college graduate') antwoorden het meest rationeel. Slechts 15% denkt dat de ernst van 'global warming' in het nieuws overdreven wordt. Door minder onderwijs stijgt de hoeveelheid irrationele antwoorden bij de democraten naar 27%. Onderwijs leidt daarmee tot 12 procentpunt minder irrationele antwoorden.

Van de republikeinen met weinig onderwijs kiest 57% het irrationele antwoord. Je zou dan verwachten dat de mensen met een graad, moeten uitkomen op 57 min 12. Dat geeft 45%. In werkelijkheid komen deze hoogopgeleiden echter uit op 74%. Ze scoren niet beter dan hun laag opgeleide medestanders, maar slechter (irrationeler). Ze passen de irrationele manier van informatieverwerking nog enthousiaster toe.

Wanneer we de hoog opgeleide republikeinen (74%) vergelijken met de hoog opgeleide democraten (15%), zien we een verschil van bijna 60 procentpunt. De ene groep kiest bijna voortdurend het irrationele antwoord, de andere groep bijna steeds het rationele antwoord.

Dat kan alleen betekenen dat de manier waarop de twee groepen hoog opgeleiden informatie verwerken, fundamenteel verschilt. Wanneer we 'hoog opgeleid' voor het gemak even gelijk stellen aan 'intelligent' (intelligentie is de maat die voorspelt, hoe goed je het zult doen op school), dan betekent dat, dat er twee verschillende soorten intelligentie moeten zijn. Er moet een 'democratische' en een 'republikeinse' intelligentie zijn. Een rationele en een irrationele intelligentie.

In een eerdere blogpost over intelligentie heb ik wel eens verwezen naar enkele meisjes die deelgenomen hadden aan de wiskunde Olympiade en daar zeer goed gescoord hadden. Op basis van de foto van die dames, kreeg je de indruk dat er een koppeling was met uiterlijk. Ze kwamen aardig en daardoor wat bèta-achtig, over.

Maar we hebben in de wereld ook mensen als Trump. Natuurlijk is het een man en is hij veel ouder, maar ondanks dat: zijn uitstraling is totaal anders. Kun je je Trump voorstellen als een hoog scorende deelnemer aan een wiskunde Olympiade? Ik niet. Het zou me amper verbazen als de man moeite heeft met eenvoudige rekensommen. Het zou natuurlijk dom en kortzichtig zijn, om te denken dat iemand als Trump niet een bepaalde slimheid bezit. Je wordt per slot van rekening niet zo maar president van het machtigste land ter wereld. Met andere woorden: Trump moet hoog scoren op alfa-intelligentie, terwijl de wiskunde-dames hoog scoren op bèta-intelligentie.

Hoe komt het dat de hoog opgeleiden extremer scoren dan de rest van hun groep? De hoog opgeleiden van iedere groep passen de specifieke manier van informatieverwerking die hun groep hanteert, sneller en consequenter toe dan de rest. Ook dit gegeven bevestigt dat er twee soorten intelligentie moeten zijn.

Je kunt goed zijn in de ene manier van informatieverwerking, maar je kunt ook goed zijn in de andere manier van informatieverwerking. Niet iedereen is echter even goed in beide soorten informatieverwerking.

Onbevooroordeelde mensen (bèta's) zijn goed in beschrijvend taalgebruik (zoals getallen), terwijl bevooroordeelde mensen (alfa's) goed zijn in het verzinnen van verhalen die het bij hun publiek goed doen. Door dit verschil in vaardigheden is het mogelijk bevooroordeeldheid te meten via het verschil tussen de score op kwantitatief en verbaal.

Daarbij is het niet zo dat bèta's (onbevooroordeelden) altijd minder goed in taal zijn. Het is precies omgekeerd: alfa's (bevooroordeelden) zijn in verhouding tot hun taalvaardigheid slecht in vakken als rekenen en wiskunde.

Kan het punt van de twee soorten intelligentie eenvoudiger geformuleerd worden? De slimheid van Trump is anders dan de slimheid van Einstein.

Maar als democraten beschikken over een ander soort intelligentie dan de republikeinen, dan zou je ook verwachten dat de beroepen van beide groepen en hun productiviteit in doorsnee moeten verschillen. Zoeken op internet levert een eindeloze reeks links, die dit punt bevestigen. Republikeinenen en democraten leven in totaal verschillende werelden. Ze verschillen qua opleiding, qua inkomens, qua productiviteit, qua woonplaats (landelijk-stedelijk).

Deze bron (hier) stelt bijvoorbeeld:
"Analysis by the Brookings Metropolitan Policy Program documents the gap between them. Residents of districts won by Democrats generate 22% more output per worker, and have a 15% higher median household income".














Geen opmerkingen:

Een reactie posten