zondag 5 juli 2020

Deugen de meeste mensen?


Laatst bijgewerkt: 30-9-2020 om 23.35


In de Gulliver-bijlage van het Nederlands Dagblad van vrijdag, 3 juli 2020, kom ik een essay tegen van Pieter van Os. De titel is: 'Deugen de meeste mensen? Dat is een zinloze vraag'. Het stuk is inderdaad geschreven in reactie op de bestseller van Rutger Bregman: De meeste mensen deugen.

Pieter van Os heeft zelf het bekroonde boek Liever dier dan mens geschreven. Het verhaal van de Joodse Mala Rivka Kizel. Ze wist de oorlog te overleven door zich eerst voor te doen als katholieke Pool en later als 'Volksduitse'. In een eerdere blogpost besteedde ik al even aandacht aan dat boek en het contrast met de boodschap van Bregman (hier).


Manifestaties van het kwaad

Het essay begint heftig. Van Os beschrijft eerst hoe in het najaar van 1939 in het Poolse stadje Zamosc orthodoxe Joden die door de Duitsers bijeen zijn gedreven, sadistische spelletjes moeten ondergaan. Hoe de soldaten van alles fotootjes maken voor het thuisfront. Hoe een jongen zijn vader van het paard ziet vallen. Hoe de vader zijn botten breekt en een paar dagen later overlijdt aan zijn verwondingen. Hoe Duitse soldaten Joodse vrouwen verkrachten die gevlucht zijn naar de synagoge. Dan stelt hij de vraag: deugen deze mensen?

'Rutger Bregman gaat in zijn bestseller niet in op dergelijke, gedetailleerde manifestaties van het kwaad', schrijft Van Os. Wel schrijft hij over de Holocaust. Ja, dat moorden was vreselijk, maar dat is geen bewijs voor de 'vernistheorie'. De gedachte dat beschaving slechts een dun laagje vernis is, waaronder het kwaad verborgen gaat. Mensen zijn geneigd tot het goede, aldus Bregman. (Ik volg nog steeds de tekst van Van Os.)

Hoe verklaart Bregman zo'n kwalijke gebeurtenis dan? Mensen zijn geneigd tot het goede, tot vruchtbare samenwerking, juist in situaties van tegenslag en crisis. De Duitse soldaten waren, volgens Bregman, zo geïndoctrineerd door de nazi-propaganda, dat ze dachten het goede te doen als ze Joodse vrouwen en kinderen vermoordden. Ze waren dus niet slecht, of kwaadaardig. Ze waren slechts misleid, aldus Van Os.


Een 'mooi' verhaal

Valt het verhaal van Bregman goed? Ja, want er zijn inmiddels zo'n 250.000 exemplaren van het boek verkocht en dat aantal loopt nog verder op, aldus Van Os. Het boek van Van Os over de niet altijd even prettige belevenissen van dit Joodse meisje verkocht daarentegen -- ondanks de onderscheiding die het kreeg -- belangrijk minder goed. Uit de tekst kan ik opmaken dat er minder dan 7000 exemplaren van verkocht zijn. Volgens Van Os scheelt het een factor 40. We lezen liever iets leuks, dan iets vreselijks.

De populariteit van Bregmans boek bevestigt een idee dat ik al lang heb. Het boek van Bregman is vooral een 'mooi' verhaal. Het is een verhaal dat we graag willen geloven. Dat ons een goed gevoel bezorgt. Hij preekt wat zijn volgelingen/gelovigen graag willen horen.

Van Os is het op dit punt met me eens. Hij schrijft: 'Bregman schreef een lekker geschreven hoopgevend boek zonder enige waarde voor het samenleven van mensen.' Het is een 'mooi' verhaal, maar je hebt er verder niets aan.


Een zinloze vraag?

Van Os stelt dat de vraag 'De meeste mensen deugen?' zinloos is. Stel, dat het inderdaad zo zou zijn. Dan nog geldt, dat als de minderheid aan de macht komt, die minderheid de wereld in korte tijd kan veranderen in een totale hel. Dus ook al zou de meerheid deugen, in de praktijk koop je daar weinig voor.

Daar zit iets in, maar toch ben ik het op dit punt niet helemaal met hem eens. Laten we die vraag eens stellen en proberen te beantwoorden.

Allereerst zitten we met het probleem, wat bedoelen we precies met 'deugen'? Hoe gaan we dat meten? In het kader van de Holocaust lijkt me daar zo langzamerhand weinig twijfel meer over mogelijk. We meten het kwaad (de aanleg voor 'fascisme') met bevooroordeeldheid. Andere termen voor hetzelfde: etnocentrisme, generalized prejudice en zooifactor.

Een factor die op veel manieren gemeten kan worden en ook bepaald kan worden door simpelweg een stuk tekst of een taaluiting van iemand te analyseren. Bevooroordeeldheid is ook de maat die gebruikt wordt om geneigdheid tot discriminatie en agressie te meten. En het is de maat die aangeeft via welk systeem mensen denken. Hoe ze hun taal hanteren.

De tweede stap is dat we iets van een norm nodig hebben. Wanneer zit je te hoog op bevooroordeeldheid? Wanneer wordt het een probleem? In de praktijk wordt het een probleem, zodra je door je score min of meer voorbestemd bent te dienen in het leger van de Grote Leider. Dat is dus zeker het geval als je hoger dan gemiddeld scoort op 'rechter vleugel autoritarisme' (RWA) of als je hoger dan gemiddeld scoort op sociale dominantie (SDO). Daar beide variabelen amper gecorreleerd zijn, betekent dat, dat zo'n 75% van de mensheid op dit punt niet echt deugt.

Ik vrees dat we dan nog wat te optimistisch zijn. We leven in een uiterst rijke samenleving, waarin de alfaïsering al tientallen jaren in hoog tempo doorgaat. Op basis daarvan zou je verwachten dat we al een heel stuk voorbij die theoretische 75 procent moeten zitten. Een tijdje geleden zag ik cijfers over het discrimineren op grond van sekse. Het ging om een wereldwijd onderzoek. Slechts iets meer dan 10% van de respondenten bleek dan volledig niet te discrimineren. Zeg dat het 12 of 13 procent was.

Wanneer we dus kijken naar de beschikbare gegevens op dit punt is de conclusie niet opwekkend. De overgrote meerderheid van de mensheid deugt, zo bekeken, niet.


Wat betekent 'een overgrote meerderheid van niet deugende mensen'?

Maar wat bedoelen we daar precies mee? Anti-racisme demonstranten claimden kort geleden dat iedereen discrimineert. Max Pam in de Volkskrant reageerde toen met een tegengeluid. Als iedereen discrimineert dan heeft het niet langer zin ons druk te maken over discriminatie. Dan is het kennelijk een vaste menselijke eigenschap. Hij dacht dat dat standpunt te extreem was en niet goed houdbaar.

Als je je verdiept in de 'zooifactor' (in bevooroordeeldheid), dan zie je dat mensen van origine beschikken over twee denksystemen: snel denken (systeem 1) en traag denken (systeem 2). Wat wij bevooroordeeldheid noemen, is in werkelijkheid denken via systeem 1. Dat systeem is vrijwel aangeboren, hoeft amper geleerd te worden. Is snel, kost weinig energie en is het systeem dat in een sociale omgeving perfect functioneert.

Als je het op die manier bekijkt, zijn we van nature en in beginsel allemaal bevooroordeeld. Hoe kan het dan, dat sommige mensen scoren als onbevooroordeeld? Dat kan zodra systeem 2 geleerd wordt en ontwikkeld wordt. Zodra mensen vooral systeem 2 gaan hanteren. Voor een deel is die vaardigheid natuurlijk ook een kwestie van aanleg.

Het is dus niet zo dat mensen van nature niet deugen. In beginsel beschikken alle mensen over beide systemen. Het probleem is alleen dat in een moderne, rijke samenleving systeem 2 niet langer automatisch goed geleerd wordt.

Ik denk dus dat die vraag 'Deugen de meeste mensen?' op deze manier toch zinvol kan zijn. Het niet-deugen van veel mensen wordt gereduceerd tot een ontwikkelingsprobleem. Tot iets dat mensen onvoldoende geleerd hebben.

Helaas lijkt het ook zo te zijn, dat de evolutie hier een kwalijke rol speelt. Moderne mensen lijken steeds meer problemen te krijgen met systeem 2 denken. Ze lijken erfelijk minder goed toegerust zijn om systeem 2 te ontwikkelen. Na de uitvinding van de landbouw is de mensheid kennelijk op een hellend vlak, richting afgrond, beland.

Mijn verhaal wordt nog minder 'mooi'. Natuurlijk moet systeem 2 denken geleerd worden en heb je vermoedelijk ook een bepaalde aanleg nodig. Maar de belangrijkste factor is toch motivatie. Wie dus gefocust is op mensen en sociale relaties, zal in een rijke samenleving veel moeite moeten investeren, terwijl dat uiteindelijk weinig oplevert. De meeste mensen zijn liever Epstein in zijn goeie dagen dan Spinoza. Het is niet alleen een leerprobleem, maar ook een motivatieprobleem.

Nu terug naar Bregman. Hij gelooft dat de mens van nature deugt en dat de vernis-theorie niet klopt. De beschaving is niet slechts een dun laagje, waaronder een niet deugend mens schuil gaat, aldus Bregman.

De werkelijkheid is helaas precies omgekeerd. In beginsel zijn we allemaal niet deugende wezens die zich laten leiden door hun blinde emoties. Maar door de omgang met de harde natuur en door vakken als wiskunde en dergelijke ontwikkelen we ons systeem 2 denken. We krijgen een rationele bolster waardoor we niet langer onze diepe emoties volgen, maar proberen na te denken, voordat we iets gaan doen. Zodra die bolster wegvalt of er niet meer is, reduceren we tot een borrelend vat vol agressie die er bij het minste of geringste uitspuit.

Het enige dat we dus hoeven te doen om te zorgen dat we allemaal voortaan wel deugen, is te zorgen dat iedereen zo'n rationele bolster ontwikkelt. Is dat te veel gevraagd?

Wel, wees ervan overtuigd: dit is een 'solve it or perish'-probleem (zie hier). Of we lossen het op of we gaan als mensheid uiteindelijk collectief ten onder. Op dit punt hebben we geen keus. Of we lossen het probleem tijdig op of het probleem lost ons op.

















Geen opmerkingen:

Een reactie posten