maandag 29 april 2019

Bestaat die filterbubbel echt niet?


Op maandag is de krant doorgaans dun, maar dat betekent nog niet dat er niets instaat. Op deze maandag (29 april 2019) scoort de Volkskrant vijf stukjes, die ik de moeite waard vind om te markeren en te bewaren. De NRC scoort tegenwoordig vaak nul, ook de weekendeditie van de Volkskrant komt bij mij soms niet verder dan één of twee. Dus vijf is geen slechte score.

Deze maandag opent de Volkskrant op pagina 2 met groot nieuws. De column met de intrigerende titel Bubbel meldt: "De filterbubbel bestaat niet. Het stond zaterdag in deze krant, dus is het waar." Dat lijkt me een wat simpele opvatting van het begrip 'waarheid'. Wanneer je uitgaat van empirische waarheid is dat wat je in de krant vindt, vaak niet waar, of op zijn minst, niet toetsbaar. Moderne journalisten zien opinies doorgaans als onbetwistbare feiten.

Wanneer dat verhaal echt in de zaterdagkrant stond, heb ik het niet gezien of er over heen gelezen. Of het beoordeeld als een onzinverhaal. Deze column vergt dus nader onderzoek.

Wat wordt er precies bedoeld met 'filterbubbel'? De column vermeldt dat ook: "Dat mensen hopeloos opgesloten zitten in capsules waarin ze alleen maar nieuws en meningen zouden tegenkomen die het eigen gelijk bevestigen en het eigen wereldbeeld weerkaatsen, waarin alle intellectuele nieuwsgierigheid naar andere perspectieven zou worden gesmoord, waarin ze zich niet zouden kunnen voorstellen dat er mensen zijn die anders over de dingen denken dan zij, met wederzijds onbegrip en polarisatie als gevolg: (...)"

Ja, dat is precies wat meer dan zeventig jaar onderzoek naar discriminatie en agressie lijkt op te leveren. Het citaat gaat echter verder: "het is de zoveelste theorette over hoe mensen informatie verzamelen en verwerken die op weinig bewijs blijkt te steunen. Thuis hadden we al langer zo'n vermoeden (...)".

Wow, zeventig jaar discriminatie- en agressieonderzoek kan de prullenbak in als dit klopt. Zaken die vele malen bevestigd zijn, pfff, weg ermee! Maar klopt het? Dat onderzoek werd beschreven in de zaterdagkrant en ik lees er over heen. Ik vind dat moeilijk voorstelbaar. Hoe veel jaar heeft dat onderzoek eigenlijk gekost? Waaruit blijkt dat 'filterbubbels' helemaal niet bestaan? Waar is dat onderzoek? Wat heeft men precies waargenomen?

Ik ga naar de site van de Volkskrant en zoek het artikel in de zaterdagkrant erbij. Dat staat hier. Op internet is de titel: Die filterbubbel waar u in zou zitten, bevat nog volop gaten. Het is geschreven door Niels Waarlo en Laurens Verhagen. De column vermeldt dat het in de zaterdagkrant stond, op internet is de verschijningsdatum een dag eerder: 26 april. Doordat kranten tegenwoordig stukken vaak en op de site en in de krant publiceren, ontstaat er vaak verschil in de datums. Handig als je iets terugzoekt, maar niet echt.

Volgens de site van de Volkskrant mag ik 13 tot 18 minuten besteden aan het artikel van Waarlo en Verhagen. Vaak is de leestijd die je van de redactie als lezer krijgt, belachelijk kort, maar dit keer is het aanzienlijk meer dan ik nodig heb. In een oogopslag zie ik wat er verkeerd gaat.

Het probleem met het stuk van Waarlo en Verhagen is dat ze uitgaan van een dubieuze vooronderstelling. Sinds Einstein zouden we moeten weten, dat je met allerhande vooronderstellingen die niet gebaseerd zijn op solide onderzoek, moet uitkijken. Waarlo en Verhagen hebben die les kennelijk niet meegekregen.

Hun dubieuze veronderstelling is dat de filterbubbel zou ontstaan door de algoritmen van sociale media. Leuke veronderstelling, maar waar is het empirische onderzoek om die veronderstelling hard te maken. Dat onderzoek is er niet en bestaat niet.

En vervolgens is dat precies de conclusie van hun stuk en het onderzoek dat ze beschrijven. Ik veronderstel dat er een theepot in een baan om de zon tussen Venus en Mars moet zweven. Ik noem die theepot 'God', want anders krijg ik geen geld voor mijn onderzoek. Na tientallen jaren zoeken en vele miljarden uitgegeven te hebben, weten we het tenslotte bijna zeker: die theepot is er niet. Prachtig nieuws voor de weekend-editie van een populaire krant. 'God' bestaat niet!

Eerst komt men met een wilde veronderstelling, die men verkoopt als absolute waarheid. Een tijdje later komt men met 'indrukwekkend' onderzoek waaruit moet blijken dat die wilde veronderstelling niet klopt. Zo krijg je de krant wel vol.

Waarom denk ik dat die 'filterbubbel' wel bestaat? Als het soortenmodel klopt (en dat moet wel kloppen want het is volledig gebaseerd op herhaald empirisch onderzoek) dan ontstaat er in een rijke landbouwsamenleving altijd een machtige groep, die het voor het zeggen heeft. Voor de mensen in die machtige groep doet de externe werkelijkheid er niet langer toe. Men leeft in een sociale werkelijkheid. De objectieve werkelijkheid wordt daardoor weggefilterd.

Dat het inderdaad zo werkt, valt bijvoorbeeld na te lezen bij Bob Altemeyer (The Authoritarians) bij zijn beschrijving van fundamentalistisch gelovigen. Het blijkt ook uit het vele malen herhaalde onderzoek van Asch naar conformiteit. Verder hebben we talloze voorbeelden uit het echte leven. Kortom, als je echt gelooft dat het mechanisme van die filterbubbel niet bestaat, heb je heel wat te verklaren en uit te leggen. Een slap verhaaltje volstaat op dit punt niet, althans niet voor mij.

Valt op een simpele manier aan te tonen dat die filterbubbel bestaat? Als die bubbel niet bestond, zou je maar één manier van interpreteren hebben. Het onderscheid tussen objectief en subjectief zou wegvallen. Het onderscheid tussen feit en mening zou niet bestaan. We zouden geen geloof meer hebben, alleen nog maar feiten.

Het stuk van Waarlo en Verhagen vormt voor de betrokken columnist de onbetwistbare waarheid. Zo moet het wel zijn, want het staat in haar krant. Ik denk echter dat het stuk van Waarlo en Verhagen gebaseerd is op een kolderverhaal.

Die twee verschillende conclusies op basis van hetzelfde stuk, zijn alleen mogelijk als we op een totaal verschillende manier naar dezelfde informatie kijken. De een kijkt naar de sociale werkelijkheid (het wordt beweerd in een gezaghebbend medium), de ander kijkt naar de objectieve werkelijkheid, naar de kille feiten. Als die filterbubbel inderdaad niet bestaat, leg dan eens uit hoe die twee totaal verschillende manieren van kijken en concluderen mogelijk zijn.

Misschien kan ik het nog eenvoudiger formuleren. Als we alleen nog maar feiten hebben, bestaan vooroordelen ook niet langer. Vooroordelen zijn zaken die je gelooft over andere mensen. Wat zou dat mooi zijn. Discriminatie en agressie zouden verleden tijd zijn. En de Holocaust een verzinsel.

Als 'foute' man vind ik dat moeilijk te geloven. Mijn eigen ervaringen zijn nogal tegengesteld. Maar sommige andere mensen geloven oprecht en met veel felheid en fanatisme dat 'feiten' niet bestaan. Het is allemaal slechts subjectief, geloven ze.

De verklaring voor hun opvatting, weten we inmiddels, is dat ze 'feiten' niet zien, niet kunnen waarnemen. Misschien geldt voor de idee van filterbubbel hetzelfde. Sommige mensen geloven als het ware bij voorbaat in het bestaan daarvan. Denk aan iemand als Darwin. Of aan Erich Fromm. Andere mensen vinden dat idee vervelend en komen daarom met hele verhalen dat de filterbubbel niet bestaat.

Maar omdat die mensen feiten niet kunnen zien, bestaat die filterbubbel voor hen ook niet. Ze leven in een bubbel, maar kunnen die bubbel niet zien. Ongeveer zoals we lucht ademen. Die lucht moet er zijn en hebben we nodig, maar normaal realiseren we ons dat niet.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten