zondag 3 november 2019

De weg naar de hel is geplaveid met grote verwachtingen


Laatst bijgewerkt: 3-11-2019 om 22.49


In de Volkskrant van zaterdag, 2 november 2019, een groot interview (2,5 pagina's) met Geert Mak over zijn nieuwe boek: Grote verwachtingen -- In Europa 1999-2019.

Het boek is een vervolg op zijn bestseller In Europa, reizen door de twintigste eeuw. In dat laatste boek beschrijft hij de geschiedenis van Europa in de twintigste eeuw door een jaar lang door Europa te reizen en die plaatsen te bezoeken die in die eeuw een grote rol speelden. Vooral slagvelden dus.

De Volkskrant (Peter Giesen) omschrijft dit laatste boek als volgt: 'een kroniek van een 20ste eeuw van oorlog en genocide die niettemin optimistisch eindigde in 1999. De Muur was gevallen, het totalitaire communisme was verslagen, de wereld wachtte een periode van vrede, democratie en economische bloei.' Volgens Mak was men in 1999 heel optimistisch, maar het zou anders lopen.

Voor zijn nieuwe boek reisde Mak opnieuw door Europa. De Volkskrant: 'Overal ontmoette hij vervreemding, het gevoel niet meer thuis te zijn in een wereld die zo snel is veranderd.' Mak: 'Mensen voelen zich vervreemd in hun bestaan. En dat heeft te maken met veel meer dingen dan alleen met migratie.'

Mak: 'Ik was in Wigan, in Engeland, waar mensen voor de Brexit hebben gestemd, rechtstreeks tegen hun objectieve belangen in. Er staat daar een geweldige soep- en witten bonen-fabriek van Heinz. Die fabriek gaat het zwaar krijgen na de Brexit. In zulke steden zijn de oude industrieën weggevallen. Gemeenschappen zijn als het ware verdoofd. Ik gebruik het begrip cultureel trauma. Het hele sociale systeem is totaal uit elkaar gevallen. De mensen verlangen verschrikkelijk terug naar het oude Engeland, waar ze iets betekenden, waar ze een rol hadden. In de fabrieken, met de vakbonden, de politieke partij. Zulke verhalen komen de hele tijd terug, ook in Frankrijk of de vroegere DDR.'

Mak: 'nieuwe banen zijn vaak laagbetaald en niet vast. Mensen zijn ontzettend onzeker geworden. Ze hebben het gevoel zo afgedankt te kunnen worden. De loyaliteit tussen bedrijf en werknemer is verbroken. Dat zie je in veel sectoren, ook in het onderwijs en de zorg. De mensen in die sectoren zijn te netjes om op de populisten te stemmen. Maar de gevoelens van onvrede en vernedering bestaan.'

Het verhaal van Mak doet me in eerste instantie denken aan het revolutiejaar 1968. Als na-oorlogse generatie hadden we alleen maar meegemaakt, dat het allemaal steeds beter werd. Echte ellende was een ver van ons bed show. We hadden nog nooit echt iets gepresteerd, maar we wisten zeker dat de generatie voor ons er een zooi van had gemaakt. En dat wij het allemaal onvoorstelbaar veel beter zouden gaan doen.

We waren kortom, ideologisch bevlogen, maar weinig realistisch. Mede studenten droomden van de revolutie. Eén van die dromende studenten kende ik. Zijn vader was tandarts en ze bewoonden een gigantisch huis. Niet bepaald de zoon van een fabrieksarbeider.

Wat onze protest-acties precies moesten opleveren, wist geen kip. Maar toen ze niets opleverden, eindigden de idealen -- volgens het Historisch Nieuwsblad (hier) -- in een bloedbad. Sommige protesteerders zagen geweld als een toegestaan middel om hun vage eisen kracht bij te zetten.

Wanneer je het artikel in het Historisch Nieuwsblad leest, zie je ook dat de jeugdige rebellen duidelijk ultra-rechtse sympathieën hadden. Het feitelijke doel was dus slechts: macht. Dat verklaart ook het grijpen naar geweld, het overdadig gebruik van genotsmiddelen en de gerichtheid op seks.

In termen van het soortenmodel moeten de jeugdige rebellen van 1968 vooral alfa's geweest zijn. Het waren systeem 1-denkers. De harde natuur bestond niet, men was opgegroeid in een wereld van overvloed en nu was het zaak zo'n groot mogelijk deel van de koek te bemachtigen.

In tweede instantie doet het verhaal van Mak me denken aan de Amerikanen die op Trump gestemd hebben. Ze hebben het vaak niet slecht, maar voelen zich wel benadeeld. Andere mensen, vooral zwarten, krijgen meer dan zij, vinden ze. Wat bij de volgelingen van Trump opvalt, is dat ze vaak tegen hun belangen in stemmen. Dat komt doordat ze zich laten leiden door hun emoties. Ze checken het verhaal van hun leider niet aan de feiten, maar aan het oordeel van hun mede gelovigen.

Het gaat allemaal om en over gevoel. Lees de opmerkingen van Mak opnieuw. Overal ontmoet hij vervreemding: het gevoel niet meer thuis te zijn. Gemeenschappen zijn niet actief bezig, nee, ze zijn verdoofd. De mensen verlangen terug. Ze willen iemand zijn. Ze voelen zich onzeker en onveilig. Een typisch kenmerk van autoritaristen (ware gelovigen en alfa's).

De loyaliteit tussen bedrijf en werknemer is verdwenen, stelt Mak. In een alfacultuur bestaat geen solidariteit. Uiteindelijk is het ieder voor zich en God voor ons allen. De strongman gebruikt zijn volgelingen, maar voelt zich niet aan hen verplicht. De volgelingen hanteren dezelfde attitude tegenover alles dat ze als lager in status zien. Ieder moment kan in een dergelijke cultuur je laatste zijn.

Mak stelt: de gevoelens van onvrede en vernedering bestaan. Weer die focus op gevoel. Men voelt zich ontevreden. Het typische kenmerk van alfa's. Het huis is nooit groot genoeg. De auto kan altijd duurder. En men voelt zich vernederd. Men denkt in termen van status. Men wil dolgraag iemand zijn, maar in werkelijkheid is men iemand die niets te melden heeft. Het innerlijk is een gapende leegte.

De beschrijving die Mak geeft, zou zo ontleend kunnen zijn aan het soortenmodel. Ik denk dat Mak een goed vermogen heeft om de tijdgeest aan te voelen en te beschrijven.

In het interview zie ik echter ook een opmerking staan, die wel 'mooi' klinkt, maar me niet lijkt te kloppen. Het gaat over het dorp Jorwerd, waar Mak eerder het boek over schreef: Hoe God verdween uit Jorwerd. In het dorp was een Syrisch vluchtelingengezin gearriveerd.

Mak: 'Er was een zeer klein groepje in het dorp dat moeite had met deze vreemdelingen. Het begon met kinderruzies. Normaal gesproken praten ouders het dan uit. Maar nu escaleerde het. Dat leidde tot een paar nare incidenten, iemand die een mes trok en naar binnen wilde stormen.' Na deze bedreiging ging het Syrische vluchtelingengezin weg. Ze zijn verhuisd.

Mak maakt dan de opmerking, na aangegeven te hebben, dat hij die verhuizing als een nederlaag voelt: 'Want de meeste mensen zijn niet racistisch.' Het klinkt mooi, maar het klopt niet met de harde meetresultaten.

Wat we via het meten van bevooroordeeldheid weten, is als volgt. Er is slechts een kleine groep, die niet of amper discrimineert. De zogenaamde 'double-lows' of 'bèta's'. Dan krijgen we een groep die wel discrimineert, maar niet heel extreem. Deze groep omschrijf ik als 'ware gelovigen'. Ze zijn autoritaristisch, maar niet sociaal dominant. Pas als hun leider opdracht geeft, gaan ze fanatiek over tot actie. Zij zijn in het leger van de Heer het voetvolk, dat het vuile werk moet opknappen.

Daarna komt een groep die stevig discrimineert, maar nog niet maximaal. Dit zijn -- wat Eric Hoffer noemt -- de 'men of action'. Dit zijn de sociaal-dominante generaals en officieren van de strongman.

Tenslotte komt de groep die maximaal discrimineert. De strongman met zijn elite. Deze groep krijgt -- wat Bob Altemeyer noemt -- de gouden medaille voor discriminatie en agressie. Dit zijn 'double-highs': de mensen die en sociaal-dominant zijn en autoritaristisch. De mensen die ik aanduid als: 'alfa's.

Wanneer je het slagveld overziet, is dus minimaal iets van drie vierde geneigd tot discriminatie en agressie. Mak schildert hier een fraai plaatje, dat we graag willen geloven, maar dat niet klopt.

Een punt dat Mak echter vermoedelijk wel goed gezien en verwoord heeft, is de titel van zijn boek: Grote verwachtingen. Wanneer je de ruk naar rechts wilt begrijpen, dan moet je focussen op de manier van denken.

Mensen in een alfa-cultuur denken in termen van wat ze graag zouden willen geloven en hebben. Bèta's denken in termen van wat is en kan. De ene groep focust op een geïdealiseerde toekomst, die men ziet door een virtuele, roze bril. De andere groep denkt in nuchtere termen: wat is er en wat kan er? De val voor het populisme begint met grote verwachtingen. Het begint allemaal met het geloof in een prachtige, nieuwe wereld.

Mijn moeder placht vroeger te zeggen: 'De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens.' Misschien moeten we zeggen: de weg naar geweld, oorlog, genocide en dictatuur begint met prachtige verwachtingen. Het enige dat we slechts wilden, was gelukkig worden. Helaas liep het vervolgens totaal anders.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten