Onregelmatig periodiek over empirisch onderzoek naar discriminatie en agressie
Onze missie: -- "To boldly go where no man has gone before!" --
Onderwerpen: discriminatie, meten van fascisme, F-schaal, rechts autoritarisme (RWA), sociale dominantie (SDO), bevooroordeeldheid (prejudice), systeem 1 vs systeem 2 denken (snel denken vs langzaam denken)
Dr. Mik van Es -- psycholoog, psychometricus
vrijdag 20 juli 2018
Terminologie: fascist of autocraat?
Hoe valt het ontstaan van fascistische systemen te begrijpen en te verklaren? Die vraag probeerde ik te beantwoorden in de vorige blogpost: De empirische theorie van fascistische systemen.
Mijn antwoord bestond uit 6 stellingen. Je zou het antwoord kunnen samenvatten als: door de toenemende welvaart en steeds efficiëntere productie schuiven samenlevingen geleidelijk aan steeds verder op naar de alfakant op de bèta-alfa-as. De maat voor het omarmen van irrationele vooroordelen, emoties, discriminatie en geweld.
Wat precies een 'fascistisch systeem' is, heb ik in de vorige blogpost wat in het vage gelaten. Ik noemde alleen de beschrijving van Umberto Eco (hier), die 14 punten geeft. Maar ik voegde daar aan toe, dat we ons niet blind moesten staren op de details. Het ging om het globale idee. Maar wat is dat globale idee dan? Wat is precies een 'fascistisch systeem'?
Wie de 6 stellingen naloopt, kan zien dat de term 'fascistisch systeem' daar niet in voorkomt. De verklaring is gebaseerd aan de ene kant op het complex van drie samenhangende variabelen: autoritarisme, sociale domininantie en bevooroordeeldheid (prejudice). Die laatste variabele bevat als het ware alle relevante informatie over het systeem en kunnen we ook aanduiden als de alfabèta-variabele, omdat alfa's daar kennelijk hoog op scoren en bèta's laag.
De andere kant van de verklaring is dat de alfa's tenslotte winnen, waardoor aan de ene kant de productie instort en aan de andere kant de strijd om de macht en het toenemende geweld het systeem (de samenleving) doen instorten.
Strikt genomen is de term 'fascistisch systeem' dus helemaal niet nodig. Het zou zonder kunnen. Aan de ene kant maakt 'fascistisch systeem' heel goed duidelijk, waar we het over hebben. Aan de andere kant is de term 'fascistisch' emotioneel heel beladen en ook wat beperkt. Mensen denken dan vooral aan Hitler en Mussolini, terwijl ik de term juist veel breder bedoel. Is er een betere term om aan te geven dat de samenleving in haar totaliteit steeds verder opschuift in totalitaire richting?
Wie de 6 stellingen bekijkt, ziet dat de tegenstelling tussen de bèta's en de alfa's de basis vormt van de verklaring. Als die tegenstelling niet bestond, zou het niet mogelijk zijn autoritarisme, sociale dominantie en bevooroordeeldheid betrouwbaar te meten. Dat blijkt echter wel te kunnen en dat betekent dat er kennelijk in de samenleving mensen voorkomen die systematisch hoog scoren op die variabelen en mensen die systematisch laag scoren. Het bestaan van die alfa-bèta tegenstelling is dus een empirisch feit.
Het is dan maar een kleine stap (stelling 3) verder om te denken dat er in de samenleving twee culturen moeten bestaan. Iets waar ook een overvloed van evidentie voor te vinden is.
Het volgende punt in de verklaring (stelling 4) is de bestaanswijze van die twee culturen. De alfacultuur richt zich op macht en agressie. De bètacultuur op productie en informatie.
Wat bij dit punt misschien wat impliciet blijft, is dat de bètacultuur egalitair is: iedereen heeft in beginsel dezelfde rechten. De alfacultuur is hiërarchisch: de status van iemand bepaalt zijn macht en zijn gelijk. Wanneer bèta's laag scoren op sociale dominantie en alfa's hoog, is dit echter een punt dat logisch voortvloeit uit de eerste stelling.
Als het model dus klopt, zou je verwachten dat samenlevingen naarmate ze langer bestaan, steeds hiërarchischer worden. In de bèta-samenleving is iedereen gelijk, in de alfa-samenleving is er één vorst met absolute macht die onbeperkt zijn gang kan gaan. Anders geformuleerd: er is een bully met een leger die het voor het zeggen heeft. De samenleving is niet langer democratisch, maar is 'autocratisch' geworden. (Volgens de Nederlandstalige Wikipedia geldt: 'In het algemeen is een autocratie het tegengestelde van een democratie.')
Facisme op individueel niveau omschreven we eerst als 'angst voor vrijheid', toen als F-score (de F-schaal), vervolgens als autoritarisme (de RWA-schaal) en nu als bevooroordeeldheid of alfabèta-factor. Wanneer we het echter hebben over de totale samenleving, hebben we het over 'democratie' versus 'fascistisch systeem'. Een neutralere en algemenere term is dan 'autocratie'. Voor samenlevingen gaat het dus om de democratie-autocratie as. Proberen we er met zijn allen uit te komen of krijgt de persoon met de grootste bek en de meeste aanhang de absolute macht?
Wanneer we dit onderscheid terug vertalen naar persoonsniveau gaat het om 'democraten' versus 'autocraten'. Als het model klopt, krijg je in een rijke samenleving steeds meer autocraten (alfa's). Mensen die zich bij een vorst met absolute machte het meest op hun gemak denken te voelen.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten