zaterdag 21 juli 2018

Nog meer 'fascisten' die schrijven over fascisme?


Laatst bijgewerkt op 21-07-2018 om 14.15


Op zaterdag 7 juli publiceerde ik de blogpost: Een fascist die waarschuwt voor fascisme? (hier). Ik ging in die blogpost in op het boek Fascisme. Een waarschuwing van Madeleine Albright. Een krasse, goed verzorgde dame die haar woordje wel klaar heeft.

Op basis van haar opmerkingen, het eerste deel van haar boek en op basis van wat andere mensen over haar en dat boek opmerkten, leek het me allemaal geleuter. Een verhaal om te scoren bij haar publiek, maar ook een verhaal dat niets toevoegt en -- inhoudelijk gezien -- de verwarring alleen maar groter maakt.

Als mijn idee over dat boek klopt, is Albright iemand die er lustig op los babbelt, zonder zich druk te maken over de juistheid en relevantie van haar opmerkingen. Adolf Hitler deed eerder precies hetzelfde en dat resulteerde in zaken die zo afschuwelijk en onvoorstelbaar zijn, dat mensen die graag ontkennen en wegduwen. Dat was toen, dat was daar, maar dat zal nooit weer gebeuren, weten ze zeker. 


Fascisme en psychoses

Kortom, ik dacht dat Albright dezelfde sociale betoogtrant hanteerde die mijnheer Hitler eerder al met enig succes gehanteerd had. Iemand die dacht en sprak als een fascist, maar ondertussen waarschuwde tegen fascisme. Dat lijkt vreemd en onmogelijk, maar wie de karakteristieke betoogtrant van strongman kent, ziet dat het wel degelijk kan.

Het vervelende in zo'n geval is echter dat je denkt het te zien. Dat je er argumenten voor kunt aandragen, maar dat je uiteindelijk toch kunt vergissen. Wanneer je een weegschaal afleest, is het goed om een paar keer te wegen en vooral niet te onthouden, wat de eerdere uitkomsten waren. Die moet je opschrijven. Op die manier check je en de weegschaal en je procedure. Vervolgens kan de weegschaal ook nog eens niet kloppen. Dus het is verstandig die ook nog eens te vergelijken met een waarvan je zeker denkt te weten, dat die goed moet zijn.

Ik rapporteerde dus wat ik dacht te zien en de zaken die me tot die conclusie brachten. Maar zelfs dan zou je graag een onafhankelijke bevestiging willen, althans ik wel.

Ik realiseer me op dit punt dat die manier van denken volledig omgekeerd is aan de patiënt die bij de psychiater komt en stelt stemmen te horen, die hem instructies geven. Vervolgens weet hij zeker die instructies te moeten uitvoeren.

Ik ben blij als ik stemmen kan horen, want dat betekent dat je niet doof bent. Maar deze patiënten weten automatisch -- zonder enig onderzoek te plegen -- dat alleen zij die stemmen kunnen horen. Dat komt op mij vreemd over. Hoe kun je daar zo zeker van zijn? Maar stel dat je inderdaad een stem hoort, die je instructies geeft, terwijl die stem verder door niemand anders gehoord wordt. In dat geval is er geen enkele zinnige reden om die instructies uit te voeren. Die stem is misschien hinderlijk, maar veel zaken in het leven zijn lastig. Er is dus geen echt probleem, althans dat zou ik denken.

Het verhaal van zulke patiënten vertelt dus veel over het soort mensen dat ze zijn. Ze plegen geen onderzoek, maar weten -- wat ze zeggen te denken -- wel volstrekt zeker. Ze gaan er vanuit dat ze orders automatisch moeten opvolgen. Mijn inschatting zou dus zijn dat we in dit soort gevallen te maken hebben met alfa's. Aan de ene produceren ze erg gemakkelijk ontoetsbare verhalen, aan de andere kant nemen ze die ontoetsbare verhalen aan voor absolute waarheid.

Dit 'ziektebeeld' staat bekend als psychose en iemand die het vertoont, wordt aangeduid als 'psychoticus'. Mensen die irrationele zaken geloven, kun je dus aanduiden als 'psychotici'.

Afgaande op het heilige drietal variabelen van het discriminatie-onderzoek en de gevonden verbanden daartussen, moet dan ruwweg 75% van de bevolking een meer dan gemiddelde aanleg voor psychoticisme hebben. In dat geval is de Holocaust dus vermoedelijk niet iets zeldzaams, maar iets dat op andere manieren en onder andere benamingen veel vaker moet plaatsvinden. Althans, dat zou je verwachten. Mensen bezitten kennelijk een griezelig vermogen verhalen te verzinnen en die heilig te geloven.

Ik ben ook niet de eerste die wijst op het vreemde vermogen van mensen om van alles te verzinnen, dat luidkeels rond te bazuinen en daar vervolgens heilig in te gaan geloven en dat te hanteren als rechtvaardiging voor discriminatie en agressie.

Eerder noemde ik dat het 'ijsbeerprobleem'. Een hongerige ijsbeer verzint geen malse zeehond om met die virtuele zeehond vervolgens zijn maag te vullen. Mensen lijken iets dergelijks echter wel te doen. De vraag is dan: waarom hebben ijsberen niet op grote schaal last van psychoses, maar mensen wel?

De verklaring is natuurlijk dat de psychose dient als rechtvaardiging voor discriminatie en agressie. Wanneer je met zijn tweeën een cake moet verdelen, loont het om zeker te weten dat die ene cake helemaal voor jou bestemd is. Dat idee klopt misschien niet, maar tegen de tijd dat dat duidelijk wordt, heb je de cake al lang op. Waandenkbeelden kunnen dus uitermate nuttig zijn.

Wie op dit punt twijfelt, doet er verstandig aan naar Trump te kijken. Hij debiteert de ene onwaarheid na de andere, maar doet dat zo overtuigend en handig, dat het hem bepaald geen windeieren legt. Jan Schaefer zei vroeger: 'In gelul kun je niet wonen.' Donald Trump laat zien, dat je door overtuigend te lullen, prachtig kunt wonen, althans zelf.

Wat voor de ijsbeer niet werkt, een 'mooi' verhaal ophangen dat op niets gebaseerd is om eten te krijgen, werkt voor mensen in een rijke samenleving kennelijk wel. Het 'mooie' verhaal levert vaak belangrijk meer op dan hard werken. Dit bleek ook bij het boek van Albright, het stond nummer een in de lijst van bestsellers. 


Evans over het boek van Albright

Het zwakke punt in mijn verhaal blijft natuurlijk dat ik denk te hebben waargenomen dat Albright een 'mooi' verhaal aan het ophangen was, maar dat ik graag bevestiging zou willen door iemand anders. Die bevestiging bewijst natuurlijk nog steeds niet, dat ik het juist gezien heb, maar het laat in ieder geval zien dat ik kennelijk niet de enige was die een probleem zag met haar boek.

Op de website van The Guardian kwam ik vervolgens deze boekbespreking tegen (hier) van Richard J. Evans. In zijn review wordt eerst het boek van Albright besproken en daarna het boek The Road to Unfreedom: Russia, Europe, America van Timothy Snyder.

Wat zegt Evans over het boek van Albright? Onder andere dit: "At this point, if it hasn’t been clear earlier in the book, it becomes apparent that Albright doesn’t really know what fascism is." Op dit punt in haar boek wordt het duidelijk dat Albright niet echt weet wat fascisme is, stelt hij.

Ik kan me wel voorstellen dat je die reactie bij het boek van Albright krijgt, maar ik weet niet of dat argument wel helemaal klopt. Uiteindelijk vond ik, dat ze 'fascisme' definieerde als een bully met een leger. Die definitie op zichzelf niet slecht, denk ik. Fascisme gaat over bully's met macht. Ook  George Orwell gebruikte al de term 'bully' om duidelijk te maken, waar het in het fascisme uiteindelijk om draait. Het punt is meer, denk ik, dat Albrigt onbekommerd heen en weer fladdert, zo dat het voor de lezer een zee van woorden wordt. Als lezer zie je door de bomen al snel het bos niet meer.

Een volgend punt dat hij opmerkt, is: "There’s a vast literature on its history and politics, but this might as well not exist as far as she is concerned." Ze heeft zich niet verdiept in de uitgebreide literatuur over fascisme. Ik begrijp dat argument wel, de auteur is historicus, maar Umberto Eco verdiepte zich kennelijk ook niet in de literatuur over fascisme en schreef er toch een uitermate helder stuk over.

Maar dan zegt Evans iets, dat kennelijk hout snijdt: "Her account of fascism’s history is shot through with errors, great and small. The German inflation of 1923 did not destroy the middle classes. German surplus capital did not all go to pay reparations, which in any case were suspended well before the Nazis came to power. The Nazi flag was designed in the colours not of the German republic but of the German empire. Oswald Mosley did not have a toothbrush moustache. And so on." In haar verhaal zitten veel fouten, klein en groot.

Het niet al te nauw nemen met de waarheid is een onmiskenbaar teken van fascisme, lijkt me. In de hiërarchische alfacultuur is 'empirische waarheid' een niet bestaand begrip. En voor zover het wel bestaat, ziet men het als irrelevant.

Evans ziet die koppeling tussen onwaarheid en fascisme echter niet. (Iets wat Albright overigens wel zag.) Hij gebruikt een totaal ander argument om te pleiten voor waarheid: "Why does any of this matter? If we fail to identify how the threat to democracy operates or why it succeeds in some places and not in others, we won’t be able to offer any effective opposition to it." In zijn algemeenheid is dat argument natuurlijk correct. Bèta's willen waarheid, omdat ze in een harde wereld leven, waarin onwaarheid de dood kan betekenen.

Misschien is Evans die koppeling nog nooit opgevallen. Vervolgens merkt hij iets heel verontrustends op: "Fascism, as Albright correctly notes, used mass violence against its opponents to bludgeon them into submission as a means of overcoming them."

Die opmerking lijkt juist, maar is dat in dit verband niet. Hitler kwam democratisch aan de macht. Het probleem was dus niet dat hij iedereen opsloot of liet vermoorden die niet op hem stemde. Het probleem was de 37% die wel op hem stemde.

Evans stelt echter iets heel anders: "Today’s threat to democracy, surely, is more insidious, involving, as a start, a populist appeal to voters that produces the kind of overwhelming electoral dominance that Hitler, who never secured more than 37.4% of the vote in a free national election, failed to achieve." Hij zegt dat Hitler geen electoraal succes had, omdat hij slechts 37% van de stemmen wist te verzamelen.

In een democratie met meerdere kleine partijen die allemaal wat anders willen, is dat echter veel te veel. Binnen het empirische discriminatie-onderzoek (of fascisme-onderzoek, kies maar) is dat punt al zeker sinds 1950 bekend. Evans springt dus zelf ook nogal losjes met de feiten om. Het 'mooie' verhaal is kennelijk ook bij hem belangrijker dan de irritante feiten.

Vervolgens maakt hij een vreemde opmerking. "True, racism was at the heart of German nazism and, though in a different way, Italian fascism, but it’s not the core ideology of late-communist regimes such as those in North Korea, Cuba or Venezuela. In Europe and the US at the moment, to paraphrase the famous declaration of a democratic politician in the Weimar republic, “the enemy stands on the right”, not on the left."

Hij onderscheidt hier linkse bewegingen en rechtse bewegingen. Communistische en socialistische bewegingen zouden links zijn en fascisme zou rechts zijn. Dat vage onderscheid werd vaak aangenomen en heeft ook binnen het empirische discriminatie-onderzoek lang een rol gespeeld.

Het autoritarisme dat Bob Altemeyer mat met zijn RWA-schaal werd verondersteld rechts autoritarisme te zijn. Het ging om het zich onderwerpen aan de erkende autoriteiten. Er moest dus, zo veronderstelde men, ook links autoritarisme bestaan. Mensen die de gevestigde orde omver wilden werpen om een betere wereld te scheppen. Alle pogingen om dat linkse autoritarisme aan te tonen, zijn tot nu toe echter mislukt. De RWA-schaal blijkt het in communistische landen net zo goed te doen als in de VS en Nederland. Mensen die echt voor gelijkheid en vrijheid zijn, zijn simpelweg niet autoritaristisch en onderwerpen zich niet aan welke groep dan ook.

Ook eerder al hadden veel mensen gewezen op de grote overeenkomsten tussen nazi's en communisten. Dus zo klakkeloos dat links-rechts onderscheid hanteren, zonder deugdelijke evidentie, getuigt van weinig ontzag voor de harde, irritante feiten, lijkt mij. Het laat ook zien dat Evans niet op de hoogte is met het autoritarisme-onderzoek.


Evans over het boek van Snyder

Hij bespreekt daarna het boek van Snyder. Hij merkt daarover op: "The effectiveness of Snyder’s thoughts on the 'road to unfreedom' isn’t helped by the strangely declamatory, often obscure style in which they are expressed. One dubious generalisation follows another, as the author never troubles to support any of them with serious evidence." Hij vindt de zinnen obscuur en hij vindt dat de auteur veel beweert, zonder evidentie aan te dragen.

Ik weet niet of zijn opmerkingen over dat boek terecht zijn, maar indien wel, dan lijkt ook dat te betekenen dat Snyder vooral sociaal wilde scoren met zijn boek. In dat geval zou mijn beschuldiging aan het adres van Albright, je betoogtrant is typisch die van een fascist, ook voor hem gelden. Het doel is niet de zaak helder te krijgen, maar bij het publiek te scoren. 


Conclusie

Samenlevingen schuiven geleidelijk de alfakant uit. Iedereen zit op laatst op een apenrots en het doel is door gekwetter en getwitter zo hoog mogelijk op die rots te komen, zodat men het zo goed mogelijk krijgt. Zowel het boek van Albright, de review van Evans en het boek van Snyder lijken qua stijl precies in dit soort samenleving te passen.

De harde, irritante realiteit, waar jagers/verzamelaars dagelijks mee te maken hebben evenals boeren na de uitvinding van de landbouw, lijkt heel ver weg te zijn. Het doel is door luidkeels te babbelen de aandacht te trekken van andere mensen en op die manier hoger in de pikorde te komen.

Of dat gebabbel, getwitter en gekwaak enige koppeling heeft met de harde realiteit, doet er voor het grootste deel van het publiek al lang niet meer toe. Het moet leuk zijn, het moet spannend zijn. We moeten onze verontwaardiging kunnen uiten. We willen shows, we willen spelen, we willen brood, we willen vertier en verder geen geouwehoer.

Het probleem is niet Trump, Putin en Erdogan. Het probleem zijn de meer dan 40% van de stemgerechtigden die achter Trump, Putin en Erdogan staan. Het probleem is niet de strongman, want die zijn altijd overal, maar het probleem is dat een veel te groot deel van het publiek zich op sleeptouw laat nemen door het geklets en gelul van de strongman zonder dat men door de leegte van zijn verhaal heenkijkt.

Het probleem is dat een veel te groot deel van het publiek informatie verwerkt op de automatische piloot, via systeem 1, via emoties en niet meer de moeite neemt en in staat is informatie kritisch, gericht en actief te verwerken. Het lukt niet meer om systeem 2 in te schakelen. Dat wat de mens ooit een unieke positie verschafte in het dierenrijk, zijn bewuste denken, lukt steeds slechter.

Doordat het publiek informatie verwerkt op de automatische piloot, komen deze auteurs en journalist vervolgens met interessant klinkend gebabbel op de proppen. Wat de strongman kan en zo goed afgaat, kunnen zij ook.

Deze twee boeken en deze boekbespreking getuigen van een bepaalde oppervlakkigheid, denk ik. Het doel is te scoren bij een publiek dat kennelijk geen zin heeft wat langer, wat gerichter en wat diepergaand naar een tekst te kijken. Deze drie teksten getuigen op die manier van een bepaalde cultuur. Zoals afbeeldingen op oude Egyptische vaas ons iets vertellen over de cultuur in die tijd.

Wat deze drie teksten vertellen, is dat ze geschreven zijn in een cultuur is van snelheid, gemakzucht en oppervlakkigheid. Een cultuur die ideaal is voor het aan de macht komen van strongmen. Tenminste als ik gelijk heb.








 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten