donderdag 14 maart 2019

Fout pulpnieuws?


De Volkskrant van maandag, 11 maart 2019, biedt nog meer interessants voor deze blog. Op pagina 17 doet de krant verslag van een gesprek met twee 'makers van pulpnieuws'.

Wanneer je even daarvoor in dezelfde krant een groot interview tegengekomen bent dat thuis hoort in de categorie 'mooie' verhalen, wekt die term 'pulpnieuws' bij mij enige bevreemding. Het idee is kennelijk dat de verhalen die de krant brengt 'waar' nieuws vormen, terwijl verhalen die andere media brengen 'fout' nieuws zijn. Geloof ons, maar niet die foute anderen!

Als sceptische lezer geloof ik echter liever niet, maar hoor ik graag wat iedereen te vertellen heeft. Wat ik vervolgens op grond van het vertelde geloof, bepaal ik graag zelf. Ik geloof dus niet bij voorbaat al die verhalen. Het hanteren van emotioneel geladen termen als 'pulpnieuws' maakt het er daarbij niet beter op.

De eerste zin van de column overwint echter al mijn bezwaren: "'Mensen in groepsverband', zegt Bob, 'kunnen heel dom zijn.'" (Het eerste enkele aanhalingsteken in de krant is bij de opmaak weggelaten, ik heb het toegevoegd.)

Dat is precies zoals het is, denk ik. Het empirische onderzoek naar discriminatie en agressie levert de alfa-bètafactor (bevooroordeeldheid) op. De essentie van die factor is dat de mensen in de alfacultuur onderdeel uitmaken van de machtige groep, die in hun veiligheid en bestaan voorziet, terwijl de bèta's zelf hun kostje bij elkaar moeten scharrelen in een gevaarlijke wereld. Mensen in de alfacultuur leven in de groep, worden onderdeel van die groep en verliezen daardoor hun verstand, hun ratio. Ze denken zelf niet meer na, maar zijn onderdeel geworden van de groep. Ze worden daardoor uitermate dom. Misschien niet in beginsel, maar wel in de praktijk.

De tweede zin van de column is al even waar. "'Daar helpen geen wetten tegen of algoritmes', zegt Dennis. 'Het begint ermee dat ze zelf [moeten] leren denken.'" Daar komt het inderdaad op neer, denk ik. Zo simpel is het. Het medicijn tegen irrationeel geloof is leren zelfstandig na te denken.

De Volkskrant praat met de mensen van Texelvrienden.nl (hier), een sociaal platform. Dennis omschrijft hun vak als bereik maken. Zijn kennis komt niet uit boeken, maar het is: "'doen, doen, doen'".

Vervolgens wordt 'pulpnieuws' ter sprake gebracht. De column meldt: ''Pulpnieuws is zo groot geworden constateerden de Leidse onderzoekers Alexander Pleijter en Peter Burger, dat het serieuze journalistiek wegdrukt uit de sociale media en berooft van advertentiegeld."

Als je die zin oppervlakkig leest, staat er: pulpnieuws is fout nieuws. Als je die zin sceptisch leest, staat er: de auteur hanteert een emotioneel geladen term en beroept zich vervolgens op dubieuze autoriteiten. Vervolgens komt er een emotioneel geladen adjectief en een emotioneel geladen werkwoord en alsof dat allemaal nog niet genoeg is, volgt er dan nog: 'berooft van advertentiegeld'. Er wordt dus een forse uitspraak gedaan, die sterke emoties oproept, zonder feitelijke onderbouwing. Wie had het ook alweer over 'pulpnieuws'?

Dennis reageert met: wij maken geen pulpnieuws, maar wij maken entertainment. Wow, nu zitten we in een meningsverschil over termen. Dat komt ervan, als je in het wilde weg met emotioneel geladen termen begint te smijten.

De Nederlandstalige Wikipedia vermeldt: "Pulp (ook wel pulp fiction of triviaallectuur genoemd) is de benaming voor een reeks goedkope fictie-tijdschriften die werden gepubliceerd van de jaren 20 tot de jaren 50 van de 20e eeuw. Tegenwoordig wordt de term ook gebruikt voor de massale print van paperbacks in de jaren 50." De term 'pulpnieuws' betekent dus kennelijk zoveel als: goedkoop nieuws, dat bedoeld is als entertainment. Verder suggereert de term 'pulp' dat dat nieuws ook fictie mag zijn.

Wie dus kijkt naar de gebruikelijke betekenis van de termen, moet concluderen dat Dennis gelijk heeft en de zogenaamde onderzoekers er een potje van gemaakt hebben. Ze wilden kennelijk vooral een 'mooi' verhaal produceren om zichzelf te promoten en bedachten in dat kader een nieuwe term voor nepnieuws: 'pulpnieuws'. Kennelijk bedoelde men 'nepnieuws', maar wilde men daar een nieuw onbekend woord voor hanteren.

Dit steeds weer bedenken van nieuwe termen is een bekend verschijnsel in autoritaristische kringen. Door het hanteren van een term roept die geleidelijk minder emoties op. In gedragstheoretische termen: er treedt extinctie op. Het emotionele effect van de term gaat verloren. Maar 'men of words' willen via taal juist sterke emoties oproepen. Verder moeten ze aandacht, want zonder aandacht van hun publiek heeft hun propaganda geen effect. Dat probleem wordt opgelost door steeds weer nieuwe termen voor hetzelfde begrip te bedenken.

Een hedendaags voorbeeld op het gebied van discriminatie/agressie is het vervangen van de term 'fascisme' door 'populisme'. Fascisme heeft een sterk negatieve gevoelswaarde. Iemand die het woord hanteert, komt daardoor gemakkelijk negatief over. Het is een fout woord geworden. De nieuwe term 'populisme' mist die negatieve lading en heeft als voordeel dat niemand precies weet wat het betekent. Dat wekt interesse, want andere mensen in de groep willen wel graag mee kunnen blijven kletsen. Pardon: discussiëren.

Waarom produceren 'onderzoekers' liever een 'mooi' verhaal dan een feitelijk verhaal? Het produceren van 'mooie' verhalen gaat vele malen sneller dan het produceren van goed en degelijk onderzoek. Of zoals Bob Altemeyer ooit opmerkte tijdens zijn veertigjarige zoektocht naar een deugdelijke operationalisatie voor autoritarisme: toen pas leerde ik de betekenis van het woord 're-search'. Het is letterlijk: 'opnieuw zoeken'.

Maar sociaal gezien levert dat eindeloze zoeken doorgaans weinig erkenning op. Altemeyer kan met smaak vertellen over de voortdurend brieven van de universiteit die hij kreeg met voorstellen voor 'early retirement'. Ook vermeldt hij dat al zijn promovendi inmiddels belangrijk meer carrière hebben gemaakt dan hij. Serieus onderzoek doen in de sociale wetenschappen vergt dus een hoge tol. Al die problemen vermijdt men, door zich te beperken tot de productie van 'mooie' verhalen. Het doel is niet langer uit te zoeken, hoe iets precies werkt, maar het doel is te scoren met een indrukwekkend artikel of een 'mooi' verhaal.

Terug naar pulpnieuws. Dennis omschrijft de activiteiten van Texelvrienden.nl. als volgt. De berichten schrijf jezelf of laat je schrijven door ingehuurde freelancers. Of door eigen personeel. Vervolgens gaat het erom, hoe je die berichten onder de aandacht krijgt. Je bent de hele tijd op zoek naar proppers, mensen die op een pleintje staan en mensen het restaurant induwen. Facebook is zo'n propper. Zo zoek je voortdurend proppers. Vervolgens maken de kliks die het bericht genereert, het mogelijk advertenties te slijten en onder de aandacht te brengen.

Deze handelswijze lijkt me precies overeen te komen met wat kranten doen. Vroeger vormden de advertentie-inkomsten een groot deel van hun omzet. Tegenwoordig hebben ze op die manier veel minder advertenties en gaat het dus om een kleiner deel van de totale inkomsten. Daarbij valt me op dat moderne kranten wel erg vaak redactionele artikelen plaatsen, die in feite advertorials zijn. Boekbesprekingen zijn een voorbeeld, ronkende interviews met auteurs, maar ik ken ook voorbeelden dat instellingen ronkend in het zonnetje worden gezet. De normen zijn in dit opzicht bepaald niet meer, wat ze vroeger waren.

Verder geldt voor de verhalen die de krant wel plaatst, dat tegenwoordig een zeer groot deel opinie is. Men beperkt zich dus al lang niet meer tot harde informatie, maar produceert hele verhalen over wat men allemaal denkt, gelooft en vindt. Een groot deel van de moderne kranten bestaat uit gebabbel. Wanneer men harde informatie brengt, klopt die ook nog eens vaak niet, maar zelf schijnt men daar een blinde vlek voor te hebben.

Terug naar de column. De auteur kan het idee dat 'pulpnieuws' fout nieuws is, echter niet meer uit zijn hoofd krijgen. Dat idee (of 'mooie' verhaal) zit er nu eenmaal in, en zoals bekend, laat het zich dan vrijwel niet meer verwijderen. Hij belt de 'Leidse onderzoeker' Peter Burger om een weerwoord te horen op dit relaas.

"Alles wat pulpnieuwsmakers doen is het maximaliseren van clicks, zegt Peter Burger als ik hem bel, en hoe dat precies gaat blijft duister. 'Wij zien een onderscheid tussen de echte nare types, en types als Dennis, die vrij open is. Maar hij heeft zich wel verrijkt door werk van anderen te gebruiken.'"

Wow, er blijft iets 'duister' voor deze zogenaamde onderzoeker. Mijn idee als onderzoeker is dat we maar heel weinig weten. We leven dus in grote duisternis, maar om het etiket 'duister' te koppelen aan een persoon, heeft niets meer met onderzoek te maken. Wel, met leuteren, babbelen en kletsen. Allemaal dingen die haaks staan op serieus onderzoek doen.

De VK voert vervolgens 'de minister van desinformatie' op. Ik moet bekennen dat dat voor mij ook nieuw was. Ik wist niet dat we al een speciale minister voor dat 'probleem' hadden. Hij blijkt Kasja Ollongren (D66) te bedoelen, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Iemand die niet altijd even doordachte standpunten ventileert, naar ik mij meen te herinneren.

Is het inderdaad de taak van de minister van Binnenlandse Zaken om iets te doen aan het nepnieuwsprobleem, voor zover dat bestaat? Is het de bedoeling de binnenlandse pers volledig aan banden te leggen? In Rusland schijnt men op dit punt al belangrijk verder te zijn, dus mogelijk kan Ollongren daar horen, hoe dat moet.

Wat zouden de mensen van Texelvrienden.nl de minister adviseren? "Dennis: 'Begin op de basisschool. Wat leren de kinderen daar nou over internet? Leer ze onderscheid maken, bronnen herkennen.' Bob: 'Dan kunnen mensen zelf besluiten: geloof ik dit, of niet.'"

Dat lijkt me opnieuw een verstandige uitspraak. Het probleem is niet nepnieuws, maar het feit dat mensen niet langer kunnen omgaan met nepnieuws. En dat probleem moet niet opgelost worden door de minister van Binnenlandse Zaken, maar vormt een taak voor het onderwijs.

Dus een taak waar de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de voorzet voor zou moeten geven. En dan formuleer ik het aardig, want strikt genomen had het natuurlijk nooit zover mogen komen met het Nederlandse Onderwijs-Systeem. Dat het wel zover gekomen is, suggereert dat opeenvolgende ministers van Onderwijs uit hun neus hebben zitten eten. Ze zijn kennelijk vooral politiek druk geweest, maar hebben het Nederlandse Onderwijs-Systeem op dit punt vergaand laten versloffen.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten