vrijdag 19 maart 2021

De les van 'Openlijk racisme'


Kort geleden besteedde ik aandacht aan het opinie-artikel van Janice Deul. De blogpost daarover titelde ik: Openlijk racisme: de nieuwe mode (hier). De vraag waar het me vandaag om gaat, is: wat kunnen we uit het verhaal van Deul en mijn blogpost daarover leren?

De leidende vraag van deze blog op dit moment is nog steeds: hoe denken volgelingen/gelovigen precies? Volgelingen/gelovigen (mensen die hoog scoren op rechts autoritarisme, RWA+ dus) vormen de basis van het discriminerende systeem. Het geheel dat wel wordt aangeduid als de 'dodelijke vereniging'. (In het Engels: 'lethal union'.)

Die ''dodelijke vereniging' (je zou het ook de 'fascistische club' kunnen noemen) is gebaseerd op twee basisvariabelen die de leden motiveert. Die twee basisvariabelen zijn: sociale dominantie (het streven naar macht) en rechts autoritarisme (het streven veiligheid te vinden in een groep). De eerste meten we met de SDO-vragenlijst, de laatste met de RWA-vragenlijst.

Die twee basisvariabelen sturen samen de output-variabele aan. Dat wat de fascistische club zo dodelijk maakt: bevooroordeeldheid. De maat voor geneigdheid tot discriminatie en agressie.

Dat betekent dat je in een fascistische club drie soorten mensen kunt vinden. De basis wordt gevormd door de 'gewone' volgelingen/gelovigen (SDO-, RWA+), die niet sociaal dominant zijn, maar wel rechts autoritaristisch.

Verder heb je de groep die de strongman en de leidende elite levert: de zogenaamde double highs (SDO+, RWA+). Deze mensen zijn zowel sociaal dominant (ze willen ten koste van alles maximale macht) en ze zijn rechts autoritaristisch. Dus ook volgeling/gelovige.

Tussen die twee uitersten in zitten de zogenaamde 'men of action' (SDO+, RWA-). Dit zijn de officieren en generaals van de strongman, die zorgen dat er in de praktijk echt dingen bereikt worden (lees: veroverd worden). Deze men of action spelen het sociale spel zo goed mogelijk mee. Ze hebben echter een belangrijke handicap en een belangrijk voordeel: ze kunnen ook goed feitelijk denken.

De basis van de fascistische club wordt gevormd door de gewone gelovigen. Deze mensen leveren de strongman zijn macht. Deze mensen vormen het leger van de Heer. Door die macht trekt de strongman vervolgens ook 'men of action' aan. Zonder dat middenkader komt hij uiteindelijk niet ver.

Dat mensen gemotiveerd worden door macht, valt goed te begrijpen. Macht levert iemand veel voordelen op. Sociale dominantie is dus in dat opzicht een heel begrijpelijke variabele. Je kunt mensen moeilijk kwalijk nemen dat ze streven naar macht.

De enige groep in het fascistische systeem die niet gemotiveerd wordt door het streven naar macht zijn de 'gewone' volgelingen/gelovigen. Dit is de groep waarop de strongman zijn verhaal afstemt, want zonder die volgelingen/gelovigen is hij slechts een idioot die op een zeepkist staat te schreeuwen. Alles draait dus om het 'denken' (eigenlijk: het niet-denken) van de gewone volgelingen/gelovigen.

Maar hoe kun je daar informatie over krijgen? Op dit punt helpt de Natuur ons een handje. Sociale dominantie (SDO) en rechts autoritarisme (RWA) zijn normaal niet of amper gecorreleerd. Het zijn twee totaal verschillende variabelen die als we kijken naar hun effect op bevooroordeeldheid niet interacteren. Dus sociale dominantie heeft een bepaald effect, rechts autoritarisme heeft een bepaald effect en die twee effecten tellen gewoon keurig bij elkaar op. Ze versterken elkaar niet en ze verzwakken elkaar niet.

Dat betekent dus, dat als we grip willen krijgen op het denken van 'gewone' volgelingen/gelovigen, we gewoon kunnen kijken naar wat er bekend is over alle volgelingen/gelovigen. Het enige verschil is, dat de 'gewone' volgelingen/gelovigen niet sociaal dominant zijn. Maar op hun rechts autoritarisme heeft dat verder geen invloed.

Nu terug naar het verhaal van Deul. Ze discrimineert openlijk. Het is dus duidelijk dat ze zeer hoog moet scoren op bevooroordeeldheid. Verder publiceert ze dat verhaal om aandacht te krijgen en zichzelf te profileren. Dat betekent dat ze sociaal dominant is. Aan de manier van redeneren die ze in haar verhaal bezigt, kun je zien dat ze ook rechts autoritaristisch is. Ze is dus ook volgeling/gelovige. Dat betekent dat ze 'double high' is. Ze scoort kennelijk op beide aansturende variabelen hoog.

Haar verhaal is dus in feite het verhaal van een strongman bedoeld voor de 'gewone' volgelingen/gelovigen. Die 'gewone' volgelingen/gelovigen denken net zoals zij (even slordig, irrationeel en gevoelsmatig), maar zijn niet sociaal dominant. Ze voelen niet die brandende behoefte om zich te profileren.

De reacties van de 'gewone' volgelingen/gelovigen op haar verhaal zien we niet. Maar haar verhaal heeft duidelijk veel los gemaakt en veroorzaakt. Dat betekent dus dat het verhaal bij volgelingen/gelovigen veel effect heeft gehad.

Als je haar verhaal leest op de automatische piloot ben je dus kennelijk al snel geneigd te denken: ach ja, daar zit ook wel wat in.

Vergelijk het met zoals de Hitler-aanhangers Mein Kampf lazen. Dat deden ze natuurlijk niet (volgelingen/gelovigen lezen nooit echt, ze zeggen alleen dat ze lezen), maar er bleef wel hangen dat Hitler een boek geschreven had en Duitsland weer groot wilde maken. De mensen die wel de moeite namen Mein Kampf te lezen, schrokken zich een hoedje. Winston Churchill was er een van.

Mijn reactie op haar artikel kun je daarmee vergelijken. Ik weet natuurlijk dat er een probleem is en dat het een groot probleem is, dat steeds verder lijkt te groeien. En toch, ondanks dat: ik schrok me een hoedje. En ik was bepaald de enige niet, merkte ik later.

Wat me trof in haar artikel, was dat ze openlijk en onbeschaamd racisme predikte. Het gedicht in kwestie moest vertaald worden door een 'zwart' iemand. Een 'wit' iemand voldeed niet.

Wat voor argumenten draagt iemand voor zo'n standpunt aan, vroeg ik me af. Het doorwerken van haar artikel leverde op, dat ze eigenlijk geen argumenten had. Wat ze gaf als argument, was de volgende passage: ''Een onbegrijpelijke keuze, in mijn optiek en die van vele anderen die via de sociale media uiting gaven aan hun pijn, frustratie, woede en teleurstelling." Kortom: zij en veel anderen voelden het zo.

Ik denk dat ik nog 100.000 van je krijg. Waarom denk je dat? Nou, dat voel ik zo. In zulke gevallen heeft de ander vaak geen zin te betalen. Daarom gold in het Romeinse recht dat de bewijslast ligt bij de eiser. Degene die claimt, moet aantonen. Degene die iets beweert, moet die bewering hard maken via getuigen of bewijsstukken.

Maar in de wereld van Deul en haar soortgenoten is het niet nodig, iets aan te tonen of hard te maken. Het is genoeg dat je iets voelt.

Dat is best behoorlijk eng, want die gevoelens worden aangeleerd (geconditioneerd) door het automatisch werkende emotionele systeem. Het systeem dat we kortweg benoemen als systeem 1. Het systeem van het snelle 'denken', maar de term 'denken' op die plek is nogal ongelukkig. Het is meer babbelen. Zonder nadenken luisteren en woorden produceren via de automatische piloot. Eigenlijk gaat het dus om borrelpraat.

Wat betekent dat, als je je gevoelens ziet als voldoende basis voor beslissingen?

Dat betekent -- ik formuleer het even neutraal -- dat de X hun leven niet zeker zijn. Zodra je immers voelt, dat de X niet deugen, weet je het zeker. De X moeten vernietigd worden, want het zijn vijanden van het Volk. De X zijn meestal een of andere minderheidsgroep.

Of het is een persoon die op een of andere manier een klein beetje afwijkt. Iemand met een handicap misschien. Ja, hij kijkt je zo raar aan. Ik voel, dat hij niet deugt. Even later is er iemand dood. Vaak doen de autoriteiten vervolgens niets, want tja, het was toch eigenlijk die man zijn eigen schuld. Hij keek ook wel wat vreemd uit zijn ogen. De moordenaars valt dus niet echt iets kwalijk te nemen. Zo hoeft het misschien niet te gaan, maar in de praktijk gaat het vaak wel zo.

Wat kunnen we leren van dit openlijke racisme? Allereerst dat er kennelijk in de Nederlandse samenleving een grote groep mensen is, die informatie niet (meer) verwerkt via systeem 2. Men heeft nooit geleerd te denken via het rationele systeem. Men babbelt er vrolijk op los en ziet zijn eigen gebabbel aan voor diepzinnige gedachten. Men luistert en leest niet actief, maar passief. Men zet de automatische piloot aan en laat die het werk doen. Wij kijken ondertussen naar de bewegende beelden en proppen snacks naar binnen. Liefst met de voeten op de bank.

Die conclusie wordt ook ondersteund door wat er aan onderzoek is. Bij eigen data-analyses op het materiaal van hbo-studenten zag ik dat het maken van onderscheid tussen feit en mening een gemiddelde oplevert dat op of zelfs onder het toevalsniveau ligt. Met andere woorden: ze hebben geen idee waar het precies over gaat. En aan de onbetrouwbaarheid van de toets kan het niet liggen, want die bleek uitermate betrouwbaar te meten.

De schrijfster van het artikel heeft Nederlands ('Neerlandistiek') gestudeerd, maar heeft geen idee van zindelijk denken. Dat stemt overeen met de bevindingen uit mijn data. Met andere woorden: het Nederlandse onderwijssysteem schiet op dit punt kennelijk ernstig tekort. Men gaat er kennelijk vanuit dat ze niet meer hoeven leren denken en lezen. Want tussen denken en lezen ligt natuurlijk een duidelijke koppeling. Net als tussen lezen en schrijven.

Maar in zekere zin zijn dit allemaal zaken die we wel wisten. Er is een grote groep Nederlanders die wel babbelt, maar niet echt denkt. En dat ook niet meer goed kan. En dat kan alleen als het onderwijs op dit punt tekort schiet. En dat klopt dus met ongeveer alle mogelijke andere bronnen.

Maar wat gaat er nu precies op micro-niveau fout? Vallen de problemen in het 'denken' van volgelingen/gelovigen te herleiden tot één enkel principe? Tot één enkel onderscheid? Die vragen bewaar ik voor een volgende blogpost.

 





 

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten