dinsdag 30 maart 2021

Het denken van volgelingen/gelovigen versus het denken van ongelovige individualisten

 

Laatst bijgewerkt: 31-3-2021 om 1.52

 

In mijn vorige blogpost (hier) vroeg ik me af, wat we kunnen leren van het opinie-artikel van Janice Deul. Dat artikel besprak ik al eerder (hier).

Het artikel had duidelijk impact op een grote groep volgelingen/gelovigen. Mensen die vatbaar zijn voor dit soort publicaties. Mensen die vermoedelijk hoog scoren op rechts autoritarisme (RWA+). In die zin was het artikel heel succesvol.

Het verontrustende aan het artikel is echter dat de auteur openlijk discrimineert en daartoe in feite ook oproept. Gegeven een groot publiek waarbij dergelijke oproepen kennelijk goed vallen, betekent dat vroeg of laat vervolging van minderheidsgroepen. In dat opzicht lijkt de huidige situatie dus sterk op de situatie in Duitsland voordat Hitler aan de macht kwam.

Waardoor ontstaat die situatie en is het in beginsel mogelijk om daar iets tegen te doen?

De verklaring die ik aandroeg in mijn laatste blogpost (hier) was dat men op grote schaal niet meer leert denken via systeem 2, het systeem van traag en rationeel denken. Men babbelt (systeem 1) als de beste, maar slaagt er niet in om taken die systeem 2 vereisen, goed uit te voeren. Men heeft nooit geleerd om zindelijk te denken.

Die verklaring lijkt ook te kloppen met wat er verder bekend is. Het falen van ons onderwijssysteem op dit punt kunnen we dan aanwijzen als de grote boosdoener. In het Duitsland voordat Hitler aan de macht kwam, speelde naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde probleem. Het onderwijssysteem leerde wel napraten en gehoorzamen, maar niet zelfstandig, kritisch denken.

Dat blijft echter een wat globale omschrijving, omdat we niet precies duidelijk hebben hoe je via onderwijs mensen leert zindelijk te denken. Ik eindigde mijn vorige blogpost daarom met de vraag: wat gaat er nu precies op micro-niveau fout met het denken van volgelingen/gelovigen? Dus met mensen die hoog scoren op rechts autoritarisme scoren (RWA+). Bob Altemeyer betitelt deze mensen als 'authoritarian followers'.

Dit lijkt misschien een makkelijke vraag, maar is het niet. Wat we weten over volgelingen/gelovigen is overwegend afkomstig van Bob Altemeyer. Hoewel hij zich altijd baseert op empirisch onderzoek, wisselt zijn beschrijving qua aantal punten. Een nog groter probleem is echter, dat zijn beschrijving niet handzaam is. In zijn laatste publicatie (Authoritarian Nightmare), die hij samen met John Dean schreef, had hij twee hoofdstukken nodig om de eigenschappen van volgelingen/gelovigen te beschrijven. Zelfs wanneer je je beperkt tot de punten betreffende hun denken, wordt het nog steeds een lange lijst.

Een verdere complicatie is dat Altemeyer ondertussen niet langer de enige bron van kennis is op dit punt. De persoonsvariabele die Asch mat met zijn conformiteitsexperimenten, is vrijwel zeker bevooroordeeldheid. Dat betekent dat we ook de informatie uit die experimenten kunnen gebruiken voor dit probleem.

Een volgend punt is dat je de vraagstelling kunt omdraaien. Je kunt immers redeneren dat Janice Deul in dit geval heel succesvol was met haar artikel. Ze kreeg vermoedelijk, wat ze wilde. De mensen die zich realiseerden, dat ze openlijk zat te discrimineren, trokken sociaal gezien aan het kortste eind.

Als je grip wilt krijgen op het denken van volgelingen/gelovigen kan dat alleen als we tegelijkertijd ook duidelijk formuleren, hoe niet-volgelingen/ongelovigen denken. Met die laatste groep bedoel ik in beginsel mensen die laag scoren op rechts autoritarisme (RWA-), maar omdat sociale dominantie dan de boel nog kan verstoren, zijn double lows (RWA-, SDO-) een nog betere optie.

We hebben dus te maken met twee verschillende soorten mensen en met twee verschillende manieren van denken. Aan de ene kant volgelingen/gelovigen die doorgaans 'snel denken' (in termen van Kahneman). Aan de andere kant niet-volgelingen/ongelovigen die vaak 'traag denken'.

Kahneman gebruikt de term 'denken' echter heel wijd. Ik bedoel er vooral mee: woorden produceren. En dan is 'snel denken' voor het produceren van borrelpraat nogal overdreven. Ik noem het daarom liever 'babbelen'.

We hebben dus twee verschillende manieren van 'denken', dat wil zeggen van: woorden produceren. Alle mensen hadden in beginsel beschikking over beide manieren. Het ene systeem hanteerden we in het dorp, nadat er voldoende voedsel was bemachtigd en diende om de groepsband te versterken. Het tweede systeem hanteerden we in het gevaarlijke oerwoud om voedsel te bemachtigen en gevaren het hoofd te bieden. Althans zo deden mensen het vroeger, toen ze nog jagers/verzamelaars waren.

Beide woordproductie-systemen hebben dus totaal verschillende functies. De problemen ontstaan pas op het moment dat we het eerste systeem (babbelen) gaan hanteren voor voedselproductie en gevaarvermijding. Of als we in een sociale setting zitten, waarin de feitelijke juistheid van opmerkingen er niet echt toe doet, hardnekkig blijven vasthouden aan systeem 2 (traag denken).

Dat laatste euvel benoemen we doorgaans als 'autistisch' doen. Als tegenhanger van 'autisme' wordt wel Williams Syndroom genoemd. Een aandoening waarbij het slachtoffer heel sociaal overkomt en volop woorden produceert, maar volstrekt niet snapt wat die woorden betekenen.

Bekend is dat volgelingen/gelovigen ernstige problemen hebben met systeem 2 denken (traag denken of analytisch denken), maar dat ongelovige, individualistische double lows (RWA-, SDO-) normaal geen echte problemen hebben met systeem 1 denken (babbelen). Dat is ook begrijpelijk: iedereen hanteert in beginsel systeem 1. Het is evolutionair gezien een oud systeem. We beheersen het in beginsel allemaal. Systeem 2 wordt echter niet door iedereen beheerst. Het is evolutionair gezien een veel jonger systeem.

Het lastige in dit geval is dus dat het denken via beide systemen zo sterk van elkaar verschilt, dat je als het ware niet goed weet waar je moet beginnen. Er is niet een enkel verschil, maar er zijn legio verschillen.

De oplossing is volgens mij het ABC-model van B.F. Skinner. Gedrag (Behavior) wordt altijd bepaald door Antecedents (dat wat vooraf gaat, de situatie) en door wat er vervolgens doorgaans gebeurt (de Consequences). Mensen en dieren doen niet in het wilde weg iets, maar met de bedoeling iets te krijgen. Met de bedoeling hun lot te verbeteren.

De formule van het ABC-model luidt simpel: A--> B --> C. Gedrag begint met een bepaalde situatie, met bepaalde omstandigheden. Je opent de deur van de koelkast niet als er geen koelkast is. Verder blijf je de deur van de koelkast niet openen, als er nooit wat in zit. Als McDonald's voortdurend nee verkocht, was het met ons bezoek snel afgelopen. Ook de gevolgen van het gedrag spelen dus een belangrijke rol.

Als het ABC-model ook in dit geval opgaat, is het dus voldoende zijn om vast te leggen wat aan het gedrag vooraf gaat (de Antecedents) en wat er gebeurt na het gedrag (de Consequences).

Laten we eerst kijken naar volgelingen/gelovigen. Afgaande op wat we weten, zijn dit typische groepsmensen. Mensen in een groep willen in die groep opgaan (onderdeel blijven) en in die groep qua status zo hoog mogelijk komen. Mensen in groepen babbelen dus en dat babbelen heeft een dubbele sociale functie. Aan de ene kant laat je zien, dat je het geloof van de groep omarmt. Aan de andere kant gebruik je die vlotte babbel om jezelf te verkopen en in status te stijgen.

Wat betekent dat? Je kunt deze manier van 'denken' het beste vergelijken met borrelpraat. Iemand zegt iets, iemand anders haakt daar snel bij aan. Wil je scoren, dan moet je snel reageren en iets zeggen, dat goed valt.

We kunnen Adolf Hitler als voorbeeld gebruiken. Hij haalde uit de populaire kranten van die tijd berichten die hij dacht te kunnen gebruiken. Vervolgens verwerkte hij die items in zijn toespraken. Het doel van zo'n toespraak was simpel: zo veel mogelijk nieuwe aanmeldingen voor de NSDAP. Hij hanteerde dus het aantal nieuwe aanmeldingen expliciet als maat voor het succes voor zijn toespraak.

Het doel van de opmerking of het verhaal is dus bij de toehoorders positieve emoties op te wekken en die te koppelen aan de persoon van de spreker. Het is vergelijkbaar met een toespraak van Trump.

Uitgaande van het ABC-model zijn er dan twee belangrijke punten. Het gaat om een sociale situatie. Mensen luisteren of babbelen. Het doel is iets te zeggen, dat de toehoorders activeert en positief motiveert ten opzichte van de spreker. 'Geweldige kerel, wat heeft hij het weer mooi gezegd.'

De feitelijke juistheid of onjuistheid van wat de spreker beweerde, doet er in deze situatie in beginsel niet toe. Als je in de kroeg zit, begrijp je dat iemand wel eens een wat sterk verhaal vertelt. Dat geeft niet, als het maar gezellig is.

Laten we nu kijken naar de individualisten, dus naar de niet-volgelingen/ongelovigen. Wat verstaan zij onder 'denken'? De meest extreme groep in dit opzicht zijn ongetwijfeld de double lows (RWA-, SDO-).

Double lows denken graag vanuit een probleemstelling. Ze zitten in een bepaalde situatie, waarin de externe werkelijkheid niet precies is, zoals ze die willen hebben. Dat leidt tot een probleemstelling. De probleemstelling van deze blog staat vermeld in de titel: Stop discriminatie! Maar hoe?

De volgende stap is dat double lows informatie zoeken. Wat is er over het probleem bekend? Wat is het probleem precies? Wat zijn de mogelijke oplossingen? Hoe goed werken die oplossingen? De blik is dus naar buiten gericht. Men kijkt, men zoekt, men observeert.

Vervolgens formuleert men iets van een oplossing of iets van een veronderstelling. Kan het zo zijn, dat ...? Zou het een oplossing zijn als we dit gingen doen?

Wat zijn nu de Consequences? Wat zijn de gevolgen? Wel, die gevolgen zijn hard en lang niet altijd, wat men graag wil. Het kan zijn dat het kozijn vervangen moet worden. We meten het oude kozijn en formuleren de uitkomst. We bestellen op grond van die uitkomst een nieuw kozijn. En dan past het niet. Als je dus ergens in het proces iets fout doet, gaat het daarna ook vaak stevig fout. Dat maakt een mens voorzichtig. De werkelijkheid is helaas vaak weerbarstig.

Het is dus gemakkelijk om snel en overtuigend iets stellig te beweren, maar bij focussen op harde feedback blijkt dat geroep achteraf vaak onzin te zijn.

Wat is nu het grote verschil tussen beide manieren van 'denken'? Als je volgelingen/gelovigen probeert te beïnvloeden, focus je op softe feedback. Daarmee bedoel ik: op reacties van mensen. De reacties van het publiek bepalen of je verhaal effectief was. Het gaat dus om propaganda/reclame. Je probeert mensen over de streep te trekken. Je probeert hun mening te beïnvloeden.

Als je de harde werkelijkheid probeert te beïnvloeden (of te voorspellen of te begrijpen), focus je op harde feedback. Einstein had niet gelijk omdat zijn collega's hem zo'n toffe peer vonden, maar omdat zijn vreemde voorspellingen bleken te kloppen. Omdat de harde werkelijkheid zo 'aardig' was te doen, wat hij voorspeld had.

Trump aan de andere kant beweerde meestal onzin, althans als je het feitelijk zag. Maar zijn aanhangers vonden die onzin prachtig en zagen die onzin als diepe waarheid. Trump had het gezegd, dan moest het wel zo zijn.

Het grote verschil tussen beide manieren van denken zit hem dus in het criterium voor succes. Focussen we op de harde natuur of op het 'zachte' oordeel van mensen? Trump focuste op zijn aanhangers, Einstein focuste op de harde natuur.


------------------------------------------------------------

Willen we een 'mooi' verhaal òf willen we een kloppend verhaal?

------------------------------------------------------------


Maar als dat het punt van onderscheid is, klopt dat dan voor het artikel van Janice Deul? Allereerst zal duidelijk zijn dat haar artikel inderdaad veel invloed had. De beoogde witte vertaalster trok zich terug. Verder genereerde ze een hoop aandacht voor zichzelf.

Hoe zit het dan met mijn kritiek? De strekking van mijn kritiek is simpel. Als we allemaal op die foute manier gaan denken, rijden er binnenkort weer goederentreinen met in de wagons mensen. Je hoeft alleen maar 1 en 1 bij elkaar op te tellen en dan weet je dat er 2 uit zal komen. Ik zie openlijke discriminatie die massaal omarmd wordt. Dan kun je het vervolg in beginsel ruwweg voorspellen. Daar komt ellende ('zooi') van en doorgaans meer en eerder dan je ooit voor mogelijk had gehouden.

Het is misschien goed nog een ander voorbeeld te geven van hetzelfde verschijnsel. Het mooie van dit voorbeeld is dat duidelijk wordt, hoe gevaarlijk die manier van snel 'denken' ook is voor de betrokkene zelf.

Op CNN vond ik net een interview met Trump-aanhangers die inenten tegen COVID-19 zien als onzin (hier). Natuurwetenschappers denken via systeem 2: het inenten beschermt tegen ziekte en dood, althans als je afgaat op de feiten. De Trump-aanhangers in de clip zijn duidelijk aan het babbelen. Het is gezellig, ze weten het volstrekt zeker. Kortom: het is daar een dolle boel. Alleen heb je in dit geval wel te maken met een dodelijk virus dat lak heeft aan jouw 'mooie' babbel.

In de clip is er één Trump-aanhanger die er anders over denkt. Hij is zijn moeder mede door het virus kwijtgeraakt en is bang dat ook zijn oude vader slachtoffer van de ziekte zal worden. Hij laat zich daarom wel inenten.

Hij ziet de mening van de andere Trumpisten als voortkomend uit woede. Een bekende eigenschap van volgelingen/gelovigen. Het zijn bevooroordeelde, agressieve mensen. Ze zijn sterk geneigd tot discriminatie en agressie.

Bij deze Trump-aanhangers zie je dus dat ze gevaarlijke onzin geloven doordat die in de groep goed valt. De groep vindt het virus en inenten daartegen onzin. De volgelingen/gelovigen zien de externe werkelijkheid niet langer en laten hun denken bepalen door de vooroordelen van de groep. Dit verschijnsel konden we ook in de experimenten van Asch zien en heb ik toen benoemd als 'dubbel gestoorde waarneming'. We zien bij deze mensen de zooifactor in actie.

Wat er dus gebeurt, is dat de Trump-aanhangers hun eigen babbel (het virus is fake) geloven. Het gezellige geklets bepaalt hun denken en omdat ze het denken en zo voelen, moet het wel zo zijn, denken ze. In werkelijkheid is het virus natuurlijk allerminst fake en kan hun geloof grote negatieve gevolgen hebben voor henzelf.

Het doorslaggevende verschil tussen beide manieren van 'denken' (woorden produceren), is dus het criterium. In het ene geval optimaliseert men de opmerking in sociaal opzicht. Men zegt, wat andere mensen graag willen horen. Men zegt wat sociaal het handigst is.

Bij de andere manier van denken probeert men de opmerking in feitelijk opzicht te optimaliseren. Men probeert te zorgen dat de opmerking klopt met de harde werkelijkheid. Van Einstein wordt wel beweerd dat de man slapeloze nachten had van het idee er misschien toch naast te zitten. Je hebt het allemaal fantastisch uitgedacht. Op papier klopt het allemaal. En dan zul je net zien dat de werkelijkheid toch net even anders beschikt. Iedereen die regelmatig worstelt met de harde natuur kent die angst.

Het probleem bij volgelingen/gelovigen is dus dat ze streven naar een maximaal sociaal effect van hun woorden en daardoor feitelijke juistheid niet langer zien als relevant of bestaand.

Terug naar het verhaal van Janice Deul. Hoe valt het openlijke racisme in haar verhaal nu te verklaren? De verklaring voor dat openlijke, onverhulde racisme is als volgt. 

Volgelingen/gelovigen zien de externe realiteit niet of vinden die niet relevant. Ze leven in de sociale werkelijkheid van de groep. Ze zijn druk bezig met het produceren van borrelpraat, met leuteren, met proberen sociaal indruk te maken. Dat is een inspannende taak en daardoor hebben ze geen aandacht voor iets 'onbenulligs' als de harde werkelijkheid.

Zelf behoren ze natuurlijk ook tot die harde werkelijkheid. Ze kijken dus ook niet naar zichzelf. Het gebabbel neemt hen volledig in beslag. Ze hebben daardoor geen idee wat ze precies aan het doen zijn. Ze begrijpen ook niet, wat ze precies beweren.

Racisme is een populair babbel-onderwerp. Daarover gaan ze druk babbelen. Maar omdat hun babbelen voortdurend niet getoetst wordt aan harde feiten, maar alleen gestuurd wordt door de reacties van andere groepsleden -- waarbij de leiders van de groep de meeste invloed hebben --, ontstaat er een racistisch geloof, dat ze zelf zien als anti-racistische theorie.

Het is niet zo dat het criterium het enige verschil is tussen beide manieren van 'denken' (woorden produceren). Ook de 'antecedents' verschillen natuurlijk. Maar het 'criterium voor succes' vormt het essentiële verschil, lijkt me. Dat wat we nastreven met ons geleuter, maakt het verschil. Willen we graag waardering van de mensen om ons heen òf foccussen we op bevestiging door die harde, niets ontziende werkelijkheid? Willen we een 'mooi' verhaal òf willen we een kloppend verhaal?



 

 

 




 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten