dinsdag 19 maart 2024

De rest van Amerika heeft zijn verstand verloren

 

Het artikel waar Google News me op attendeert, is getiteld: "Joe Biden’s Superfans Think the Rest of America Has Lost Its Mind" (https://www.nytimes.com/2024/03/04/us/politics/biden-voters-democrats.html).

Het is nogal een zuur artikel. De mensen die pro Biden zijn, als je moet kiezen tussen hem en Trump niet zo'n moeilijke keuze, worden weggezet als een stel wereldvreemde, oude zakken. Ik ben het echter helemaal met die 'oude zakken' eens. De mensen die voor Trump zijn, hebben hun verstand verloren!

Ik denk zelfs dat niet alleen de rest van Amerika zijn verstand verloren heeft, maar dat het een wereldwijd verschijnsel is. In Nederland zitten we met het probleem. Zweden heeft het probleem. Frankrijk heeft het probleem. Italië heeft het probleem. Turkije heeft het probleem. Israël heeft het probleem. Gaza had het probleem en misschien nog wel. Libanon heeft het probleem. De Britten hebben het probleem. Haïti heeft het probleem al heel lang. En zo kan ik nog wel even doorgaan.

Kan ik mijn bewering hard maken? Ik beperk me even tot Amerika. Dan hebben we een concreet geval.

 

In eerste instantie focus ik op bevooroordeeldheid. Door het laatste grote onderzoek van wijlen Bob Altemeyer weten we dat bevooroordeeldheid de variabele is die het enthousiasme voor Trump het best voorspelt en ook behoorlijk goed voorspelt (r>0.80).

Maar daarna verzink ik in een soort moeras. Ik kan (na een nacht zoeken via Google) geen directe bevestiging vinden voor een relatie tussen bevooroordeeldheid en slecht denken.

Als je erover nadenkt, misschien ook niet zo vreemd. Bevooroordeeldheid wordt al heel lang gemeten en dat schijnt altijd goed te lukken, maar verder lijkt er nog veel onbekend over te zijn.

Er is geen duidelijke inhoudelijke definitie zoals die je voor RWA wel hebt. Bij RWA heb je dankzij Altemeyer uitgebreid valideringsonderzoek, maar dat lijkt bij 'prejudice' vooral te ontbreken. RWA is gestandaardiseerd via een vaste reeks items, maar ook dat ontbreekt bij bevooroordeeldheid.

Vervolgens is er een probleem met de tweede poot van de vergelijking: het 'slechte denken'. Helemaal maagdelijk terrein, lijkt het. Er bestaat tot nu toe geen geaccepteerde maat voor iets als 'goed denken'. Intelligentie heeft er misschien wel mee te maken, maar is toch niet precies hetzelfde.

 

In tweede instantie blijkt het echter simpel. Met Trump-stemmers is iets merkwaardigs aan de hand. Ze geloven op grote schaal dat Trump de verkiezingen gewonnen heeft, terwijl hij die in werkelijkheid verloren heeft. Dat percentage ligt tegenwoordig op maar liefst 69 procent (https://www.washingtonpost.com/dc-md-va/2024/01/02/jan-6-poll-post-trump/). Meer dan twee derde van alle Trump-enthousiasten gelooft in iets, dat duidelijk onwaar is.

Dat bevestigt een voorspelling van het soortenmodel. De hoge cultuur (de cultuur van de strongman) hanteert sociale waarheid en niet feitelijke waarheid. Wat de leider en leiders beweren, blaten de volgelingen/gelovigen en de 'men of action' slaafs na en accepteren ze vervolgens als absolute waarheid.

Maar als je sociale waarheid hanteert om je status in de groep in stand te houden en zo mogelijk te verhogen, dan hanteer je normaal systeem 1 en niet systeem 2. Met andere woorden: bevooroordeelde geesten hanteren inderdaad als manier van denken: systeem 1 (het snelle 'denken', het babbelen).

 

In dit kader is er nog een tweede soortgelijk punt. De inwoners van de staten die overwegend op Trump stemmen, stemmen nogal eens tegen hun belang in. Of ze handelen tegen hun belang in. Men overziet als het ware de situatie niet goed, laat zich leiden door zijn gevoel en door wat de groep beweert en kiest vervolgens het verkeerde alternatief.

Een concreet voorbeeld hiervan is het zich niet laten inenten tegen COVID. In Trump-country zijn daardoor in verhouding veel meer slachtoffers gevallen dan in de democratische VS-staten. Dat laat zien, dat het denken van de Trump-stemmers in doorsnee inderdaad niet is afgestemd op de harde werkelijkheid.

 

Conclusie?

Wat we hier gevonden hebben, is dat bevooroordeeldheid gekoppeld blijkt te zijn aan niet feitelijk denken (aan babbelen, aan systeem 1 'denken'). Bevooroordeelde personen hanteren sociale waarheid, in plaats van feitelijke waarheid, precies zoals het soortenmodel voorspelt.

Dankzij het zure bericht op de website van de New-York Times weten we nu, dat bevooroordeeldheid inderdaad gekoppeld is aan de manier van denken. Bevooroordeelde personen hanteren systeem 1 (het snelle 'denken', ze babbelen). Het zijn extreem bevooroordeelde mensen, die harde problemen denken te kunnen oplossen met borrelpraat.

Ik veronderstelde dat verband al eerder, maar hier hebben we een concreet voorbeeld, dat het laat zien en bevestigt.


Mag je dit niet feitelijke 'denken' (systeem 1 denken, babbelen/leuteren, snel 'denken') aan duiden als 'slecht denken'?

Je moet je eigenlijk realiseren waar die twee manieren van denken oorspronkelijk voor bedoeld waren. Wat de functie was.

Jagers/verzamelaars hebben twee belangrijke manieren van bestaan. Om voedsel te bemachtigen moeten ze interacteren met de harde natuur. Ze moeten dan hun systeem 2 optimaal benutten. Ze moeten in die omstandigheden hun brein overuren laten maken, omdat ze te maken hebben met de harde natuur.

Maar bij het nuttigen van de buit in het relatief veilige dorp of nederzetting, is het belangrijk dat je de onderlinge band versterkt. Alleen kun je in het oerwoud niet overleven en ben je ten dode opgeschreven. Het doel is, dat je je als gemeenschap samen, als het moet, je verdedigt en de strijd aangaat. Wat je dus doet, is samen plezier maken, lol maken, samen eten, samen drinken en sociaal de juiste dingen zeggen.

Dingen die wij nu ook nog volop doen en misschien wel te vaak en te veel. Maar ook dingen waar in beginsel niets mis mee is, zo lang we het mate doen en begrijpen, waarom we het doen.

Iemand die echter alleen maar borrelpraat produceert, moet vervolgens niet gek opkijken als het in het gevaarlijke oerwoud mis gaat.

Wij hoeven gelukkig geen voedsel meer te bemachtigen in dat gevaarlijke oerwoud, maar ook wij zijn uiteindelijk nog steeds volledig afhankelijk van die harde, externe wereld.

Als dus het zeewater in 2100 vijf meter of meer gestegen is, zoals sommige klimaatwetenschappers zich nu soms laten ontvallen, gaat het niet lukken om met borrelpraat dat water terug te duwen.

En als de mannetjes van Poetin straks voor de deur staat, gaat het niet lukken om zijn troepen met borrelpraat terug te krijgen naar dat grote land waar ze vandaan komen.

De mensen die oprecht denken dat ze in dat soort gevallen met borrelpraat de wereld naar hun hand kunnen zetten . . .

Ik denk, dat je die moet noemen, wat ze zijn: knettergek, volkomen mesjokke. Of om het wat aardiger te formuleren: ze zijn de weg kwijt. Ze weten niet meer precies waar ze zijn en wat ze aan het doen zijn. 

Dat is dus, wat we met bevooroordeeldheid meten. 


 

 

 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten