Onregelmatig periodiek over empirisch onderzoek naar discriminatie en agressie
Onze missie: -- "To boldly go where no man has gone before!" --
Onderwerpen: discriminatie, meten van fascisme, F-schaal, rechts autoritarisme (RWA), sociale dominantie (SDO), bevooroordeeldheid (prejudice), systeem 1 vs systeem 2 denken (snel denken vs langzaam denken)
Dr. Mik van Es -- psycholoog, psychometricus
zaterdag 20 oktober 2018
Hoe tonen we de twee verschillende soorten informatieverwerking aan?
Laatst bijgewerkt op 21-10-2018 om 2.59
De vorige blogpost gaf ik de titel mee: Bestaan er echt twee totaal verschillende soorten verhalen? Ik probeerde in die post een overzicht van de voorgaande posten te geven.
Al die voorgaande posten draaien om het verschijnsel dat er kennelijk twee totaal verschillende soorten verhalen ('mooie' verhalen en feitelijk juiste verhalen) bestaan en dat er kennelijk twee totaal verschillende manieren (systemen) bestaan om verhalen (en andere informatie) te verwerken.
Verder lijkt duidelijk dat beide soorten verhalen hun eigen favoriete verwerkingssysteem hebben. Je moet bij wijze van spreken een roman niet gaan lezen als een feitelijk juist verhaal. En een academisch proefschrift behoor je niet te lezen als een roman. Afgaande op mijn eigen ervaringen stel je in het laatste geval misschien wel veel te hoge eisen aan veel hoogleraren Letteren, maar dat terzijde.
Foute vraag
Bij herlezing van de vorige blogpost denk ik echter dat de titel fout is geformuleerd. Het probleem is niet dat we moeten aantonen dat er twee soorten verhalen bestaan, want dat is iets dat we vaak nog wel zullen willen geloven. Bovendien valt dat simpel duidelijk te maken door bijvoorbeeld nieuws en nepnieuws naast elkaar te zetten, of een roman naast een serieus proefschrift.
Die toevoeging 'serieus' is helaas noodzakelijk doordat veel proefschriften die ik onder ogen krijg, wel bedoeld zijn om op te promoveren, maar in termen van Richard Feynman vooral 'cargo cult science' vormen. Het ziet er heel wetenschappelijk uit, maar met empirische wetenschap heeft het weinig van doen. Het proefschrift is een 'mooi' verhaal, maar niet een feitelijk juist verhaal.
Dit 'voorbeeld' maakt echter meteen ook duidelijk, dat het onderscheid voor veel mensen (waaronder hoogleraren) een brug te ver is. Soms is het onderscheid maken tussen beide soorten verhalen dus lastig.
Dat doet echter niets af aan het basisprincipe. Aan de ene kant hebben we 'mooie' verhalen, waar we graag van genieten en die we graag geloven. Aan de andere hebben we feitelijk juiste verhalen, die we vaak niet zo leuk vinden om te horen en liever niet geloven, maar die voor praktische zaken toch belangrijk kunnen zijn.
Het probleem is dus niet zo zeer om aan te tonen dat er twee verschillende soorten verhalen bestaan, maar het probleem is vooral om die twee verschillende soorten verwerking aan te tonen en eventueel de relatie met het soort verhaal. We geloven vermoedelijk wel dat er twee soorten verhalen bestaan, maar we realiseren ons normaal niet dat er ook twee soorten verwerking bestaan. Dat laatste is ook begrijpelijk, omdat je de verwerking van informatie normaal niet ziet.
Hoe kun je die verwerking zichtbaar maken? Hoe kun je daar informatie over krijgen? In het voorbeeld van het aapje dat nepnieuws produceert door de kreet voor 'gevaar op de grond' te slaken, zijn er beginsel twee verschillende reacties mogelijk. De standaard reactie is zonder nadenken een boom in te vluchten. De kreet houdt in, dat er gevaar dreigt. Je moet dan niet te lang gaan piekeren, maar snel reageren. Misschien is het een keer vals alarm, maar je kunt beter het zekere voor het onzekere nemen.
De andere -- in beginsel -- mogelijke reactie, is het nieuws te gaan checken. Volgens de kreet moet er iets gevaarlijks op de grond zijn. Waar is dat gevaar precies? Is daar echt een slang of een schorpioen? Of is de kreet een truc om te zorgen dat je een lekker hapje misloopt?
Ik weet niet zeker, hoe dit bij apen precies werkt, maar bij onze Duitse herder lijken beide verschillende reacties goed waarneembaar te zijn. In bepaalde gevallen wordt er onmiddellijk en emotioneel gereageerd zonder eerst als het ware na te denken. Dat doet ze vooral als ze andere honden tegenkomt en wanneer ze denkt het huis te moeten bewaken tegen mogelijke indringers. Er wordt zonder echt te kijken, onmiddellijk overgegaan tot agressief getinte actie.
In andere gevallen waarin er iets gebeurt dat afwijkt van het normale patroon en dat ze interessant vindt, wordt de aandacht gericht. De blik wordt gefocust, de oren gespitst, de kop wat scheef, het liefst gaat ze in dit soort gevallen erbij zitten. Hier gebeurt iets vreemds, wat is er precies aan de hand, hoe moet ik dit begrijpen? Ik wil hier graag meer van weten, maar ik bekijk het eerst grondig. Althans zo komt het over.
De verwerking van de informatie wordt dus zichtbaar via het gedrag in reactie op die informatie. Het is dus niet nodig ingewikkelde technieken te hanteren om de werking van het brein zichtbaar te maken. Het is in beginsel voldoende om te kijken naar de reactie op de informatie.
Uitgaande van het voorbeeld van onze hond, ligt de focus in het ene geval op de waarneming en het begrijpen van de waarnemingen en in het andere geval vooral op actie. Verder lijkt duidelijk dat het snelle systeem, vooral gebruikt wordt in sociale situaties. Namelijk als ze een andere hond ziet of als ze een vermeende indringer ziet. Ten derde lijkt onmiskenbaar dat dit snelle reactie-systeem gekoppeld is aan agressie, status en het verdedigen van het eigen gebied. Deze drie punten lijken te kloppen met wat er bekend is over beide systemen bij mensen, maar dat terzijde.
Er is in dit verband misschien nog een aardig punt om te vermelden. Duitse herders staan bekend om hun slimheid. Het waren ooit vooral werkhonden. Door het fokken is dus een ras ontstaan dat snel snapt wat de bedoeling is. Ook een ras dat heel zelfstandig kan werken. Onze hond is in dat opzicht geen uitzondering. We gebruiken normaal bijvoorbeeld vrijwel nooit commando's, omdat ze toch wel begrijpt wat de bedoeling is.
Op het moment dat ze echter overgaat tot snelle actie, is ze -- althans zo lijkt het -- allesbehalve slim. Het lijkt dan meer een dom, ongeleid projectiel. Ook dat punt lijkt te kloppen met wat er bekend is over systeem 1-reacties bij mensen. Men handelt wel en men handelt liefst stevig en zelfverzekerd, maar inhoudelijk is er een grote leegte.
Waar het dus om gaat, is de vraag: hoe kunnen we die twee verschillende soorten informatieverwerking bij mensen aantonen?
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten