maandag 27 december 2021

Iets niet zien, terwijl je het wel zou moeten zien

 


We hebben een tweede autootje. Om precies te zijn: een Mitsubishi Colt. De reden voor de Colt is dat de andere Mitsubishi wat erg veel benzine verbruikt. Bij de huidige benzineprijs een kostbare zaak.

De Colt is oerdegelijk en heeft juist daardoor een eigenschap waar je even aan moet wennen. De zijstijlen aan de voorkant zijn behoorlijk dik. Het hangt er een beetje vanaf, hoe de stoel van de bestuurder staat, maar het kan gebeuren bij een kruising dat er achter die stijl een fietser blijkt schuil te gaan. Een fietser dus, die je als bestuurder niet ziet.

Deze kwaal heeft een simpele oplossing. Even je hoofd bewegen. Even kijken of er iets achter die stijl verborgen zit. Maar in het begin weet je dit niet en kan het dus gebeuren, dat je een fietser van rechts niet ziet en dreigt overhoop te rijden.

Als bestuurder geeft dat je even klamme handen. Je had die fietser moeten zien, maar je zag hem niet.

Is er een woord voor dit euvel? Ik heb ernaar gezocht, maar kon het niet echt vinden.

Het fenomeen waar het me dus vandaag om gaat, is iets niet zien, terwijl je het wel zou moeten zien. Als je het wat algemener stelt, krijg je: informatie niet zien, terwijl je die wel zou moeten zien.

Op het moment zitten we nog in een corona-golf. De snelste manier om informatie te krijgen over hoe corona zicht ontwikkelt in ons land, is te kijken naar het aantal positieve tests. Dat is vrij simpel, dankzij het corona-dashboard dat de overheid online beschikbaar stelt (hier: https://coronadashboard.rijksoverheid.nl/landelijk/positief-geteste-mensen).

We zijn nu 27 december 2021. In de grafiek zie je, als je alles meetelt, dat dit de zesde golf is. De hoogte van de eerste golf klopt niet helemaal, omdat toen nog maar amper getest werd. Deze zesde golf bereikte -- kijkend naar het 7-daags gemiddelde -- haar hoogtepunt rond 28 november met afgerond een gemiddelde van ongeveer 22.500 positieve tests per dag.

Wanneer je nog wat lager scrolt, zie je daar een figuur die de laatste 7 dagen van dat moment vergelijkt met de 7 dagen daarvoor. Die twee periodes volgen elkaar wel op, maar zijn verder onafhankelijk. Wat je in de eerste periode vindt, zegt niet automatisch iets over de tweede periode. Verder gaat het steeds om 7 dagen. Dat is behoorlijk lang, je hebt dus geen last meer van dagfluctuaties.

In deze grafiek kon je eerder prachtig zien dat de stijging van het aantal besmettingen voortdurend verder terugliep. Het aantal besmettingen steeg nog wel, maar het steeg steeds minder snel. Voordat deze golf haar hoogtepunt bereikte, kon ik daardoor al voorspellen dat deze golf haar hoogtepunt naderde. Die voortdurende systematische afname van het aantal besmettingen kon geen toeval meer zijn.

Maar goed, dat was een voorspelling. En ik mailde die voorspelling rond naar wat bekenden, maar het blijft een voorspelling. Het zou dus kunnen zijn, dat de natuur opeens anders beslist. Je weet het strikt genomen nooit honderd procent zeker. In dit geval kreeg ik echter helemaal gelijk.

We kunnen nu nog zien in de huidige grafiek dat het aantal besmettingen op 1 december inderdaad terugliep.

Daarna werd deze laatste grafiek systematisch blauw. Het aantal besmettingen liep terug. Eerst ging het niet snel, maar tenslotte ging het steeds sneller.

Nu constateerde ik echter iets vreemds. De kranten en overige media bleven rapporteren hoe vreselijk en onheilspellend de epidemie zich ontwikkelde. De cijfers waren duidelijk, maar de media zagen het totaal anders. Ze wisten het volstrekt zeker: het was heel erg en het werd steeds erger.

Pas op 6 en 7 december kwam er verandering. Die verandering kwam doordat Ernst Kuipers aan de media meedeelde dat volgens hem de instroom van corona-patiënten in ziekenhuizen over de piek heen was. De media brachten dat nieuws in de trant van 'Ernst Kuipers zegt ...' (hier: https://nos.nl/artikel/2408462-instroom-van-coronapatienten-in-ziekenhuizen-over-piek-heen). Men keek dus nog steeds zelf niet naar de grafieken. En Kuipers zegde dat wel, maar andere deskundigen zegden dat nog niet en vonden het nog te vroeg. 

Met andere woorden: de media berichten zogenaamd over de corona-cijfers. Maar in werkelijkheid negeren ze de grafieken. Ze maken kennelijk een verhaaltje dat er soepel inglijdt bij het niet al te kritische publiek dat toch nooit de moeite neemt zelf iets te checken. Maar dat je zelf als journalist naar de cijfers zou kijken of naar de grafiek, dat bleek toch echt een brug te ver. Men vaart dus volledig blind op wat 'deskundigen' (of wat men als deskundig ziet) zeggen. Wat de grafiek ook zegt, de gemiddelde journalist ziet het niet en negeert het. Je zou het moeten zien als journalist, maar je ziet het niet. En dat geldt niet voor een enkele journalist, maar in feite voor de hele meute.

Dat ik in onze oude Mitsubishi op een kwade dag een fietser overhoop zou rijden, God verhoede het, valt misschien te begrijpen. We maken allemaal van tijd tot tijd fouten en soms hebben die vreselijke gevolgen. Maar dat een hele beroepsgroep collectief die naderende fietser niet ziet, dat kun je je als mens eigenlijk niet meer voorstellen. Wie de moeite neemt de berichten in de pers vanaf 1 december na te trekken, zal echter precies dat vinden. Het is er, het is er levensgroot, maar men ziet het niet. Men heeft ogen, maar men ziet het niet. Ergens in het brein gaat het mis. Ergens in het brein wordt de visuele informatie weggefilterd.

Onlangs zag ik de film Don't look up. Twee astronomen ontdekken een komeet. Dat is een moment van vreugde, maar die vreugde is van korte duur. De baan van de komeet blijkt de baan van de Aarde te kruisen en wel zodanig dat ze op hetzelfde moment op dezelfde plaats zijn. Een botsing is dus op handen en het moment valt nauwkeurig uit te rekenen. Groot alarm dus. Alleen hoe moet je die boodschap brengen? Of sterker nog: wie heeft er zin in zo'n akelige boodschap? Je wilt lekker tv-kijken, je wilt herkozen worden als president, er is de drukte van iedere dag. Vervolgens zijn er mensen die de naderende komeet willen ontginnen. Het ding bevat zoveel kostbare grondstoffen, het zou eeuwig zonde zijn om dat niet te doen. Mensen moeten de naderende komeet zien en stevig op de rem trappen. Maar ze zijn zo druk met van alles en nog wat, dat ze eigenlijk die hele komeet niet willen zien of niet op de rem willen trappen. De fietser nadert, maar we zien hem niet of we vergeten te remmen.

In mijn vorige blogpost had ik het over wat de auteurs van The Authoritarian Personality in feite hebben gevonden, zonder dat zichzelf te realiseren. Maar in feite is het probleem nog groter. Dat boek verscheen in 1950. Als je nu op Wikipedia gaat kijken, zie je dat we nog steeds niet weten, wat er toen precies gevonden is. Maar inmiddels zijn we meer dan 70 jaar verder! Ondertussen hebben hele collecties wetenschappers de tijd gehad om dat boek volledig te fileren. Als je dan na 70 jaar nog steeds geen stap verder bent, gaat er iets heel erg mis. Er is een fietser, die fietser zit wat verstopt achter heel veel wollige taal, maar verdorie. Na zeventig jaar zou je toch in staat moeten zijn die fietser te zien.

We zijn kennelijk heel erg druk met van alles en nog wat. We zijn zo druk, dat we ons helemaal niet meer druk maken over iets ingrijpends als de Holocaust. Dat was toen, dat was daar, dat was uniek. En we geloven graag, dat het nooit weer zal gebeuren. De zeldzame mensen die de kampen hebben overleefd, wisten wel beter: het kan zo weer gebeuren, het kan overal gebeuren. Maar voor de grote meute geldt: het is er, maar we zien het niet. Misschien moet je wel zeggen: we zien het liever niet.

Dan een volgend punt. Dit is kennelijk een heel algemeen verschijnsel. Er is iets dat we behoren te zien, maar we zien het niet. Dus je zou verwachten dat daar een naam voor is. Dat daar onderzoek naar gedaan wordt. Maar het verschijnsel heeft niets eens een naam. Voor ons idee bestaat het hele verschijnsel niet.

In werkelijkheid is het verschijnsel experimenteel aangetoond. Ash gaf zijn proefpersonen expliciete instructies om te rapporteren, wat ze zagen. Vervolgens deden 3 van de 4 proefpersonen dat soms niet. Drie van de vier zagen soms niet, wat ze wel moesten zien.

Voor het resultaat van Ash is een term: conformity-bias. Je conformeert je aan het standpunt van de groep. Maar door het zo te omschrijven, geef je er een positieve draai aan. Je volgt de groep. Maar dat is strikt genomen niet het probleem. Het probleem is dat je niet ziet, wat er voor je ogen zichtbaar is. Het probleem is niet dat je aardig gevonden wilt worden door de groep. Het probleem is dat je niet doet, wat je zou moeten doen.

Er is iets, en je ziet het niet. Als je gaat zoeken, is er voor dat verschijnsel niet echt een term. Kennelijk is het dus iets, dat we niet willen zien. Onze waarneming faalt volledig, maar wij vinden dat zo moeilijk, wij vinden dat zo akelig, het strijdt zo met ons geloof, dat we liever snel overgaan tot de orde van de dag. Het verschijnsel is er, maar we zien het niet.




 

 

 

 

 

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten