woensdag 13 december 2017

Bevooroordeeldheid is het kenmerkende verschil tussen de twee culturen



In de vorige blog bleek dat bevooroordeeldheid de X-factor is: de factor die maakt dat mensen kiezen voor de strongman.


De mate van bevooroordeeldheid bepaalt de cultuur

Bevooroordeeldheid (prejudice) is echter ook de factor die het verschil tussen double-lows en double-highs zuiver weergeeft.

De twee andere variabelen, autoritarisme en sociale dominantie, onderscheiden deze twee groepen wel, maar niet zuiver. Wie mensen indeelt op basis van hun sociale dominantie krijgt uiteindelijk ook de double-lows aan een kant en de double-highs aan de andere kant, maar daarnaast krijgt hij aan beide kanten veel bijvangst. Mensen die bijvoorbeeld wel laag sociaal dominant zijn, maar niet double-low. Voor autoritarisme geldt precies hetzelfde.

Hoe kan het, dat bevooroordeeldheid de factor is die double-lows en double-highs zuiver van elkaar onderscheidt? Double-lows zijn gedefinieerd als mensen die laag scoren op sociale dominantie (SDO) en autoritarisme (RWA). Double-highs zijn mensen die hoog scoren op beide variabelen. Beide variabelen blijken echter samen bevooroordeeldheid vrijwel perfect te voorspellen. Bevooroordeeldheid is wat beide variabelen verbindt.

Het is niet wat beide variabelen gemeenschappelijk hebben, want autoritarisme en sociale dominantie zijn vrijwel ongecorreleeerd (rond de 0.20) . De variabelen hebben dus vrijwel niets gemeenschappelijk.

Dat bevooroordeeldheid de factor/variabele is waarop double-lows en double-highs zuiver van elkaar verschillen is dus niet een logisch iets, maar een empirisch iets. We kunnen het vreemd of mooi vinden, maar dat is wat het beschikbare empirische onderzoek oplevert.

Het lijkt inderdaad een vreemd verband: twee variabelen die samen een derde vrijwel perfect voorspellen. Ik heb daar in deze blog wel eerder aandacht aan besteed. Altemeyer heeft ook op het vreemde en belangrijke van dit verband gewezen.

De verklaring voor het verband is dat autoritarisme en sociale dominantie beide nodig zijn om een machtige groep te vormen, die extreem geneigd is tot discriminatie en agressie. Dit empirische verband tussen die drie variabelen vormt de basis voor het soortenmodel.

Uitgaande van het soortenmodel zoals tot nu toe geformuleerd, probeert een sociaal dominante Grote Leider volgelingen/gelovigen aan te trekken. Van die volgelingen/gelovigen is ongeveer de helft sociaal dominant en de andere helft niet. Maar iedereen die zich achter de strongman stelt, zou dus in beginsel autoritaristisch moeten zijn.

Uitgaande van het idee dat de strongman een 'dubbele' aantrekkende werking heeft, is bevooroordeeldheid de zuiverste en eenvoudigste manier om onderscheid te maken, tussen de mensen die zich achter de strongman scharen en de mensen die niets van hem moeten hebben. Iedereen die zich achter de strongman stelt, is bevooroordeeld.

Het verschil tussen beide opvattingen valt als volgt te zien. Wanneer we een scatterdiagram tekenen met horizontaal autoritarisme en verticaal sociale dominantie vormen de mensen van een landbouw-samenleving een cirkelvormige puntenwolk in het midden van het diagram. In het midden is de dichtheid van de punten het grootst, naar de rand van de cirkel neemt die af. De double-lows zitten laag en links, de double-highs zitten hoog en rechts. De strongman als vermoedelijke double-high dus ook.

In de oorspronkelijke opvatting trok de strongman de mensen aan uit de rechterhelft van de cirkel. In de nieuwe opvatting moeten we een diagonale lijn trekken die naar links ('\') overhelt. De strongman trekt dan de mensen aan die rechts en boven deze lijn zitten.

De dimensie waarop de de double-lows verschillen van de double-highs is de diagonaal van linksbeneden naar rechtsboven ('/'). Dit is de bevoooroordeeldheid die door autoritarisme en sociale dominantie vrijwel volledig voorspeld wordt.

Met andere woorden: bevooroordeeldheid is de factor waarop de twee culturen zuiver verschillen. De bèta's moeten niets hebben van vooroordelen, de alfa's omarmen deze als de basis van hun bestaan.


Het voordeel van bevooroordeeldheid

Het voorgaande betekent dat de strongman met zijn verhaal een groep volgelingen aantrekt die belangrijk anders denken dan de double-lows. De double-high strongman trekt niet slechts -- zoals vroeger aangenomen werd -- een groep volgelingen/gelovigen (autoritaristen) aan. Nee, de strongman trekt mensen die bevooroordeeld denken als een magneet aan.

Wie zich de situatie in een beginnende landbouw-samenleving voorstelt, ziet het volgende. Sommige mensen waren op hun manier slim en bereid tot hard werken. Die mensen bezitten op een bepaald moment rijke voedselvoorraden. Andere mensen geloofden het wel. De natuur had altijd voldoende verschaft. Waarom zou je je onnodig inspannen?

Naarmate de bevolking groeit en wanneer de natuur een keer tegenzit, ontstaat echter de situatie dat de boeren rijke voorraden hebben, maar de anderen niet. Boeren zitten echter aan hun grond en vee vast en leven verspreid. Het enige wat nodig was in deze situatie was een strongman die de club hongerige anderen wist te bezielen.

Op basis van wat we nu weten en gevonden hebben, valt zijn verhaal te reconstrueren. Zij deugen niet. Zij zijn gevaarlijk. Wij zijn sterker. Wij zijn superieur. Volg mij, gehoorzaam mij en je hebt te eten, je bent veilig en je bent over hen de baas. De mensen die in staat zijn, dat verhaal zonder enige evidentie te geloven, zijn de mensen die zich enthousiast achter de strongman opstellen.

Kennelijk is het dus simpeler dan iedereen tot nu toe veronderstelde. Er is helemaal geen dieptepsychologie nodig zoals Fromm dacht. Ook sociale dominantie en 'social dominance theory' zijn niet langer nodig. Het is voldoende om te weten of iemand bevooroordeeld is om te kunnen voorspellen of hij valt voor de boodschap van de strongman.

Verder zijn er voor die bevooroordeeldheid twee goede redenen. Enerzijds levert het een veilig en gezellig bestaan (men is onderdeel van de machtige groep), anderzijds levert het macht en rijkdom op. Men offert zijn rationele denken op, maar krijgt daar ook veel voor terug.

Deze 'dubbele' aantrekking door de strongman via enerzijds autoritarisme en anderzijds via sociale dominantie heeft nog een belangrijke consequentie. Altemeyer schatte dat ongeveer 25% van de Amerikanen zo autoritaristisch zouden zijn dat ze op Trump zouden stemmen. Bij 'dubbele' aantrekkingskracht is die schatting natuurlijk veel te laag. Dat lijkt te kloppen met de Gallup-poll (hier). In doorsnee staat nog steeds iets minder dan 40% van de Amerikanen achter Trump.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten