vrijdag 22 december 2017

Drie manieren van informatieverwerking


Laatst aangepast op 31/12/2017 om 23:33.



De grote vraag die nu nog over is: hoe komt het dat de alfa's het verhaal van de strongman automatisch wel geneigd zijn te geloven, terwijl de bèta's daar automatisch niets van moeten hebben? Hoe luisteren en lezen alfa's in vergelijking met bèta's?


Hoe verwerken mensen informatie?

Om die vraag te beantwoorden, kijk ik eerst naar het begrijpen van taal in het algemeen. Wat gebeurt er precies bij het luisteren naar een toespraak of het lezen van een artikel of boek? Algemener geformuleerd: hoe verwerken mensen informatie?

Wat gebeurt er als mensen luisteren of lezen? Natuurlijk zijn luisteren en lezen op punten belangrijk verschillend, maar de basisprincipes zijn hetzelfde.

Taaluitingen worden -- uitgaande van de empirisch gefundeerde principes van de gedragsanalyse -- op twee verschillende niveau's verwerkt.

Het eerste niveau is automatisch, het gebeurt of men wil of niet, en is volledig gebaseerd op emoties. De basis voor dit niveau is het mechanisme van klassieke conditionering. Dit mechanisme is ontdekt en beschreven door Ivan Pavlov in de beginjaren van de vorige eeuw.

Het tweede niveau vereist bewust gedrag: het is actieve informatieverwerking. De basis voor dit niveau is het mechanisme van operante conditionering. Dit mechanisme is in kaart gebracht en beschreven door Burrhus Frederic Skinner in de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw.

Bij de verwerking op het tweede niveau -- het bewuste gedrag -- zijn er vervolgens twee verschillende mogelijkheden om de informatie te verwerken.

Die twee verschillende mogelijkheden ontstaan doordat de feedback over het succes van het gedrag dat men ontwikkelt, op twee verschillende manieren kunnen ontstaan. De eerste manier is dat de 'harde' natuur de feedback levert. De tweede manier is dat 'zachte' mensen de feedback leveren.

De basis van het Skinneriaanse behaviorisme is de Skinnner-box. De harde natuur werd nagebootst in een Skinner-box en een dier ontwikkelt dan, als het traject niet te moeilijk is, in vrijwel geen tijd dat gedrag dat eten oplevert, hoe bizar dat gedrag ook is. Op die manier leerden duiven pingpong, maar ook het besturen van raketten. Iets waar ze uiteindelijk door de snel oprukkende electronica niet voor werden ingezet.

Skinner had zich echter al snel gerealiseerd dat ook taalgedrag bewust gedrag is en dat het derhalve hetzelfde mechanisme moest gebruiken. Een idee dat op dat moment zo bizar en revolutionair was, dat het vrijwel niet viel uit te leggen. Hij werkte vanaf 1934 aan dit idee dat in 1957 resulteerde in het boek Verbal Behavior.

Tegelijkertijd leek taalgedrag ook belangrijk anders dan het gedrag in een Skinner-box. Waar zat het verschil? Een Skinnerbox kan op twee manieren gebruikt worden. De mechanische optie is dat een mechaniek het gedrag van het dier omzet in de beloning. De andere optie is handbediening. De onderzoeker bepaalt zelf of er op een bepaald moment wel of niet beloond wordt.

Nu blijkt een belangrijk verschil. Een mechanisme werkt star. Wat de duif ook doet, het mechanisme reageert onveranderlijk. Het gedrag moet precies aan de ingestelde regel voldoen. Bij bediening door mensen blijkt dat niet te lukken. Mensen zijn geen machines, althans geen simpele. Aan de ene kant gaf handbediening extra mogelijkheden, aan de andere kant minder.

Skinner realiseerde zich dat taalgedrag en ander sociaal gedrag ontstaat in interactie met mensen en niet met machines. De feedback over het succes van 'verbaal' gedrag (in gedragsanalytische termen: de consequenties) is daardoor totaal anders dan indien die van de harde natuur komt. In het geval van de natuur gaat het om objectieve, harde feedback; in het geval van mensen om subjectieve, zachte feedback.

Dit levert in totaal drie manieren van informatieverwerking op: passief, hard actief en zacht actief. Kortheidshalve noem ik de laatste twee respectievelijk: harde en zachte informatieverwerking.


Passieve informatieverwerking

De eerste manier van informatieverwerking is passief. Men zou dit ook 'consumptief' kunnen noemen. De toehoorder hoort de toespraak, maar probeert daar verder niet actief iets mee te doen. Het valt te vergelijken met het kijken naar een film of het lezen van een spannend boek.

Het resultaat van het luisteren, lezen of kijken is dat de persoon subtiel veranderd is. Bepaalde zaken hebben een andere gevoelswaarde gekregen. Er zijn nieuwe associaties aangebracht.

Dit mechanisme berust op klassieke conditionering en werd al door Pavlov rond 1920 beschreven. Hij legde ook de koppeling met woorden  en taal (naar beweerd wordt: 1927, Lecture 23).

Woorden roepen emoties op. Hierdoor kunnen neutrale woorden gekoppeld worden aan emotioneel geladen woorden, waarna de voorheen neutrale woorden een emotionele lading hebben gekregen. Luisteren naar een toespraak legt op deze manier nieuwe emotionele associaties.

Door herhaald en nadrukkelijk te beweren dat de X niet deugen en uitschot zijn, dat vernietigd moet worden, blijft er bij de toehoorder iets hangen. De associatie die gelegd wordt, is dat de X gekoppeld zijn aan gevaar en ellende. De term X roept daarna een negatieve emotie op.

Reclame is bedoeld op dezelfde manier te werken, in dat geval probeert men doorgaans een positief gevoel te koppelen aan de merknaam. Het basisidee is dat er aan de ene kant emoties worden opgeroepen, die vervolgens gekoppeld worden -- of de toehoorder wil of niet -- aan andere zaken.

Voorbeelden. De massabijeenkomsten waar Hitler een toespraak gaf. De propagandafilm Triumph des Willens uit 1935 van Leni Riefenstahl. Trump die arriveert in een gigantisch vliegtuig, terwijl zijn publiek staat te wachten. De Pepsi-commercial: We Will Rock You. Parfumreclames (voorbeeld: hier). 

Uit de bijbel stamt de spreuk: aan de vruchten kent men de (vrucht)boom. Bij het beoordelen van een vruchtboom moet men niet afgaan op het fraaie uiterlijk, maar op de opbrengst: de hoeveelheid en de kwaliteit van de geproduceerde vruchten.

Een soortgelijke latijnse spreuk luidt: non teneas aurum totem quod splendet ut aurum. Neem niet als goud, alles dat blinkt als goud. Met andere woorden: de eerste indruk kan misleidend zijn.

Passieve informatieverwerking negeert deze waarschuwingen. De emotionele koppelingen die de informatie levert, worden automatisch geaccepteerd, zonder daar verder bewust over na te denken.

De bijbelse (rationele) remedie tegen passieve informatieverwerking, was: beoordelen op de vruchten. Bedenken waar het precies om gaat, wat precies het doel is en vervolgens daarop beoordelen. Dit levert de hard-actieve informatieverwerking op, die ik hierna bespreek. 


Harde informatieverwerking

De tweede manier is hard actieve informatieverwerking. Kortweg: harde informatieverwerking.

Bij actieve informatieverwerking produceert de toehoorder zelf iets nieuws via bewust gedrag dat men zelf kan sturen. Bij hard actieve informatieverwerking moet of wil de toehoorder iets produceren dat aan harde, objectieve eisen voldoet.

Een voorbeeld is een recept om cake te bakken. Het recept kan er nog zo mooi uitzien, als de resulterende cake uiteindelijk niet te eten valt, kan men er weinig mee.

Men ziet de informatie in de tekst als gereedschap: de informatie stelt in staat iets te doen. De vorm van de informatie is niet relevant, zo lang de informatie maar juist en bruikbaar is.

Een ander voorbeeld is een wiskunde-boek met een som. De tekst van de som moet vertaald worden in een reeks handelingen die tenslotte resulteren in het juiste antwoord. Het antwoord is objectief juist of onjuist. Het kan bijvoorbeeld machinaal (via de computer) beoordeeld worden.

Een ander voorbeeld is het in elkaar zetten van een IKEA-meubelstuk met behulp van de handleiding. Hoewel de handleiding gebaseerd is op tekeningen, doet dit aan het principe niets af. Bij het juist volgen van de handleiding ontstaat het meubelstuk zoals door de ontwerper bedoeld.

De feedback of consequenties worden uiteindelijk gekregen door de informatie toe te passen en te kijken of het werkt: de harde natuur levert de uiteindelijke feedback.

In minder gestructureerde gevallen zoals het in deze blog gerapporteerde onderzoek, zoekt de auteur informatie om een bepaald probleem op te lossen en noteert die informatie vervolgens zo begrijpelijk en helder mogelijk. Het uiteindelijke doel blijft echter een oplossing te vinden die werkt en toepasbaar is voor het probleem in kwestie.

Een ander voorbeeld van deze werkwijze is de ontwikkeling van het eerste vliegtuig door de gebroeders Wright. Men stelde zichzelf een concreet probleem, zocht vervolgens de benodigde informatie bij elkaar, evalueerde die, corrigeerde die, vulde die aan en testte vervolgens voortdurend zijn conclusies aan de harde natuur (in de eerste, zelfgebouwde windtunnel en op het strand).

Harde informatieverwerking begint dus met een duidelijke probleemstelling. Zodra de persoon de informatie gevonden denkt te hebben, probeert hij die te selecteren, te bewaren, veilig te stellen en te scheiden van de irrelevante informatie.

Vervolgens zal hij de betrouwbaarheid van de informatie en de bruikbaarheid van de informatie proberen te beoordelen. Tenslotte probeert hij de informatie toe te passen en beoordeelt het uiteindelijke resultaat op bruikbaarheid.

Harde informatieverwerking vergt dus veel activiteit, veel tijd, veel energie, een bepaalde instelling en een bepaalde aanleg.

Dit is de werkwijze van rationele landbouwers en empirische wetenschappers. Het is de double-low manier van informatieverwerking. Informatie wordt gezien als een stuk gereedschap, het stelt in staat iets te doen, dat men anders niet zou kunnen doen.

Men zoekt gericht informatie voor een bepaald doel, sloopt die uit de tekst, checkt die op juistheid en bruikbaarheid en neemt men tenslotte de proef op de som door de informatie toe te passen of in een testsituatie of in een praktijksituatie.

Als publicatie-medium is online, zonder betaalmuur of andere verplichtingen, favoriet. Deze manier is snel, goedkoop, gemakkelijk en men bereikt in beginsel een groot publiek.

In beginsel is publicatie echter niet noodzakelijk. Empirische wetenschappers maken in de praktijk aantekeningen, noteren wat ze gevonden en gedaan hebben en het opschrijven helpt de gedachten te ordenen.

Een empirisch wetenschapper, maar ook een technicus of een boer, kan een belangrijke ontdekking doen en die vervolgens meenemen in het graf. De waarde van de ontdekking wordt niet bepaald door de waarde die het publiek er aan toekent, maar door de juistheid en de toepasbaarheid. De natuur levert het harde oordeel, niet het 'zachte' publiek.

Deze manier van informatieverwerking werd in de bijbel samengevat als: aan de vruchten kent men de (vrucht)boom. De boom moet niet gevoelsmatig beoordeeld worden op basis van het uiterlijk, maar men moet kijken naar de werkelijke opbrengst. 


Zachte informatieverwerking

Trump die een nacht tv kijkt en vervolgens een serie woedende Twitter-berichten de wereld instuurt, waarin hij dubieuze informatie uit die programma's gebruikt om zijn tegenstanders uit te maken voor rotte vis, is een voorbeeld van zacht actieve informatieverwerking. Kortweg: zachte informatieverwerking.

Het is niet zo, dat hij zorgvuldig voor een bepaald doel de relevante informatie uit de bekeken programma's heeft gesloopt, die zorgvuldig op juistheid heeft gecheckt en ook nog de bruikbaarheid getest heeft om een empirisch probleem op te lossen. Het is dus geen harde informatieverwerking.

Wat Trump wel heeft gedaan, is selectief items uit de bekeken tv-programma's pakken, die eventueel nog wat aandikken en bewerken en vervolgens tweets produceren om zijn tegenstanders te besmeuren en zichzelf te promoten.

Het doel is niet de werkelijkheid zo goed mogelijk te beschrijven, maar zo'n groot mogelijk effect te sorteren bij zijn publiek. Hij produceert niet een tact (een feitelijke beschrijving), maar een mand (propaganda/reclame).

In het geval van harde informatieverwerking gaat het om de feitelijke juistheid en bruikbaarheid van de verkregen informatie (tacts). Het doel is kennis te produceren, die klopt met de bekende waarnemingen en die bruikbaar is voor het probleem dat men wil oplossen. De harde natuur levert uiteindelijk het antwoord.

In het geval van zachte informatieverwerking gaat het om het produceren van propaganda/reclame (mands). Het doel is een bepaald effect te bereiken bij de doelgroep. Of dat inderdaad lukt en hoe goed dat lukt, wordt uiteindelijk bepaald door de doelgroep. Een groep mensen levert via hun reacties het antwoord.

Hitler placht in koffiehuizen kranten door te nemen, op zoek naar berichten en beweringen die hij in zijn toespraken kon verwerken. Om het succes van zijn toespraken te bepalen, keek hij naar het aantal nieuwe aanmeldingen voor zijn partij, de NSDAP.

Totaal verschillende boodschappen
Een ander voorbeeld van zachte informatieverwerking is de bekende foto St Paul's Survives (hier) die in de nacht van 29 op 30 december 1940 tijdens een Duits bombardement gemaakt werd van St. Paul's Cathedral door Herbert Mason (hier). De foto verscheen in de Daily Mail van 31 december 1940.

Volgens de Engelstalige Wikipedia (op 29/12/2017) werd de foto:  . . . a symbol of British resilience and courage [ . . .]  It became "instantly famous", and turned the Cathedral into "a symbol of togetherness, survival and suffering."  De kathedraal die midden in de vlammenzee overeind bleef staan, werd een symbool van Britse weerstand en moed.

De Duitse nazi-propaganda maakte van dezelfde foto echter iets totaal anders. De foto verscheen op het cover van het januari-nummer 1941 van de Berliner Illustrierte Zeitung met de tekst: 'Die City von London brennt!'  De foto vormde het bewijs dat de Duitse bombardementen op Londen resultaat hadden.

Bij zachte informatieverwerking kan dezelfde basisinformatie (de foto van de kathedraal) resulteren in totaal verschillende boodschappen. In het eerste geval is de foto een bewijs van de Britse moed, in het tweede geval is de foto het bewijs van Duitse effectiviteit. Van hetzelfde basisgegeven worden totaal verschillende boodschappen gemaakt door de verschillende partijen.

Onbedoelde uitkomsten
In extreme gevallen van zachte informatieverwerking neemt men simpelweg een bestaande tekst over en presenteert die als eigen werk. Het doel is immers het beïnvloeden van de doelgroep. De herkomst van de tekst is voor de 'auteur' bij gebruik als mand niet relevant.

Andere mensen kunnen daar -- wanneer het plagiaat uitkomt -- anders over denken en dit zien als diefstal. Bij zachte informatieverwerking kan het dus gebeuren dat het effect in eerste instantie was zoals de bron voor ogen had, maar dat het effect in tweede instantie averechts is. In plaats dat de 'auteur' erkenning krijgt, koppelt hij uiteindelijk negatieve associaties aan zichzelf.

Een beroemd voorbeeld van zachte informatieverwerking die uiteindelijk verkeerd uitpakte, was de nazi-propaganda over de Luftwaffe. De Duitsers wisten deze propaganda uitermate goed te organiseren. Men stelde de Luftwaffe als onoverwinnelijk voor. De Messerschmidt Me 209 brak voor dit doel het wereldsnelheidsrecord, terwijl men het vliegtuig aanduidde als Me 109R. Men wekte daarmee de indruk dat het om een variant van de normale standaardjager van de Luftwaffe, de Me 109 ging.

De uitermate succesvolle propaganda had echter twee onbedoelde neveneffecten. Allereerst raakte men in Engeland zo zeer onder de indruk, dat de ontwikkeling en de productie van de Spitfire absolute prioriteit kreeg. Ten tweede raakte Herman Göring, de opperbevelhebber van de Luftwaffe, door de propaganda overtuigd van de eigen onoverwinnelijkheid. Hij liet daardoor voor en tijdens de Slag om Engeland na elementaire maatregelen te treffen, zoals bijvoorbeeld extra brandstoftanks voor de jagers. Beide kwesties speelden een grote rol in de voor de nazi's negatieve afloop van de Slag om Engeland, iets dat van grote invloed was op het verdere verloop van de oorlog.

Een ander voorbeeld van de onbedoelde neveneffecten van propaganda is het rampzalige verloop van de strijd van de nazi's aan het Oostfront. In de nazipropaganda waren de Sovjets voorgesteld als smerige, minderwaardige, domme wezens. Men onderschatte daardoor allereerst zelf de omvang van het project. Vervolgens maakte men daardoor de fout een 'vuile' oorlog te willen voeren. In plaats van massaal over te lopen en zich over te geven, bleef de Sovjets daardoor geen andere optie over dan zich dood te vechten.

Doordat zachte informatieverwerking propaganda produceert die van invloed is op de eigen groep, maar ook op de tegenpartij en doordat een misleidend beeld wordt verspreid, kan het dus grote onbedoelde neveneffecten opleveren. Men wordt slachtoffer van de eigen irrationaliteit.

Indrukwekkend en fraai uiterlijk
Mensen die zachte informatieverwerking hanteren, hebben een voorkeur voor indrukwekkende, fraai gedrukte publicaties. De folders van Dior zijn een lust voor het oog. Studenten in alfa-studierichtingen laten soms hun scripties, hoewel ze niets gevonden of ontdekt hebben, inbinden, zodat op het oog een indrukwekkend boekwerk ontstaat.

In beide gevallen van actieve informatieverwerking speelt feedback (in gedragsanalytisch termen: de consequenties) een doorslaggevende rol. In het eerste geval wordt die echter door de harde natuur geleverd, het resultaat moet kloppen en bruikbaar zijn. In het tweede geval wordt de feedback geleverd door mensen die zich vooral laten leiden door het gevoel dat de informatie bij hen oproept.

De doelgroep bij zachte informatieverwerking hanteert niet het rationele en empirisch wetenschappelijke principe van: aan de vruchten kent men de boom. In plaats daarvan laat de doelgroep zich leiden door het uiterlijk, de vorm, door de autoriteit van de spreker en andere bijkomstige zaken die niet gerelateerd zijn aan de feitelijke juistheid en toepasbaarheid van de informatie.

Zachte informatieverwerking is alleen zinvol wanneer de doelgroep de informatie overwegend passief verwerkt. Daar double-lows of bèta's informatie bij voorkeur hard verwerken (indien mogelijk qua tijd), gaat het kennelijk om mensen die vooral behoren tot de alfacultuur. 


Conclusie 

Bij passieve informatieverwerking beoordelen we de vruchtboom op het prachtige uiterlijk. Bij harde informatieverwerking kijken we naar de opbrengst. Bij zachte informatieverwerking produceert men een 'mooi' verhaal waarmee men de doelgroep ervan overtuigt dat het een geweldige boom is, die best wat mag kosten.

Zachte en passieve informatieverwerking horen bij elkaar en behoren tot het domein van de alfacultuur. Harde informatieverwerking is het favoriete domein van de bèta's. De twee culturen hanteren totaal verschillende manieren van informatieverwerking.

De vraag waar deze blogpost mee begon, kan nu ook beantwoord worden. Het verhaal van de strongman is het resultaat van zachte informatieverwerking. Het verhaal is bestemd voor mensen in de alfacultuur (de elite van de strongman en zijn aanhang) die informatie passief, of eventueel zacht, verwerken, maar nooit hard.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten