zaterdag 2 december 2017

Kunnen anti-racisten racistisch zijn?


Het kritische tv-programma 'Zondag met Lubach' besteedde aandacht aan het Zwarte-Piet-probleem. Dat is een heikel onderwerp. Je kunt het vermoedelijk veiliger hebben over de Holocaust dan over Zwarte Piet.

In werkelijkheid liggen die twee natuurlijk in elkaars verlengde, maar de Holocaust was toen,  verder waren het foute Duitsers en het zal natuurlijk nooit weer gebeuren. Bovendien is het geweest en praten we liever over iets anders.

Zwarte Piet is echter iets dat we iedere decembermaand tegenkomen en soms al eerder. Zwarte Piet is dus nu en het is van ons!

Lubach deed het magistraal. Hij kegelde rustig ieder tegenargument omver en wist het ook nog leuk en onderhoudend vorm te geven.

Ik zou de uitzending echter nooit gezien hebben zonder de column van Asha ten Broeke in de Volkskrant van 1/12.

Ten Broeke had een ander standpunt dan de vele Nederlanders die enthousiast over het programma waren. 'Dit is hoe witheid werkt,' was de titel van haar column en dat vat de inhoud wel aardig samen.

Lubach zou zoveel positieve waardering hebben gekregen via bijvoorbeeld Twitter omdat hij wit was. Als hij zwart was geweest, hadden we er geen goed woord voor over gehad.

Zwarte anti-racisten verkondigden al lang wat hij in zijn uitzending beweerde. Het was dus allemaal niets nieuws, maar de zwarte anti-racisten hadden geen erkenning gekregen. Integendeel, ze hadden ellende en serieuze bedreigingen ontvangen.

Ten Broeke verwijst als bron naar de 'immer scherpzinnige anti-racist Arzu Aslan' op Twitter. Bij nazoeken kon ik weinig scherpzinnigs vinden.

Van andere anti-racisten heb ik tot nu toe eigenlijk alleen maar vrij irrationele betogen gehoord die erop neerkomen dat ze als gekleurde mensen systematisch gediscrimineerd worden, terwijl witte mensen door hun witheid 'wit privilege' zouden bezitten.

In feite zeggen ze daarmee dat ze jaloers zijn op de witheid van witte mensen. Dat verschaft in het leven als het ware een voordeel, dat zij ook graag gehad zouden willen hebben. Ik begrijp dat standpunt wel, maar het is ook nogal beperkt.


Discriminatie hoort bij wie ik ben

Om te beginnen ben ik inderdaad wit, maar ik sta/stond ook bekend als 'travestiet'. Je zou kunnen zeggen dat dat mijn eigen schuld was, maar voor 1970 was de cultuur veel vrijer en liberaler. Ik overzag op dat moment dus niet de gigantische consequenties van dat als 'travestiet' naar buiten stappen.

Ook andere jongens in die tijd, die zich aangetrokken voelden tot het vrouwelijke plaatje, stapten in die tijd nog wel eens naar buiten en ook zij overzagen de consequenties daarvan niet.

We hadden in die tijd ook geen informatie op basis waarvan je een realistische inschatting van de consequenties kon maken. We waren op de hoogte met de Holocaust, maar dat leek iets totaal anders.

De meeste van die andere jongens zijn er niet meer. De wereld is hard en voor openlijke travestieten geldt en gold dat het leven vaak kort is.

Ondanks mijn witheid geldt voor mij dus, dat je mijn leven niet kunt begrijpen als je niet weet dat ik bekend stond/sta als 'travestiet'. Mijn leven is volledig getekend en bepaald door dat simpele gegeven en de bijhorende discriminatie.

Doordat mensen weten wat je bent, word je net even anders behandeld dan anders. Uiteindelijk telt dat net even anders behandeld worden dan anderen, stevig op. Dat is ook de reden dat de meeste van mijn lotgenoten er niet meer zijn.

Ik zou dus al na die jaren heel erg boos kunnen zijn op al die bevoorrechte 'normale' mensen, die al die problemen niet kennen en zich die problemen ook niet kunnen voorstellen. Zij hebben het voordeel van 'normaliteit' dat ik door mijn keuze, aanleg of geaardheid, al die tientallen jaren nooit gehad heb.

Verder is het ook zo, dat als ik iets bijzonders ontdek of iets bijzonders presteer, dat een grote club van Nederlanders er als de kippen bij is om die prestatie voor te stellen als volstrekt fout, verdacht en minderwaardig.

De wilde en kwalijke beweringen in de pers en op internet over het dubbele proefschrift van mijn vrouw en mij laten op dit punt geen enkele twijfel over. Echter ook een proefschrift waarin we een historische doorbraak op het gebied van taalonderwijs als eersten konden publiceren naast een hele reeks kleinere ontdekkingen.

De systematische smaad- en lastercampagne die daarna vanuit de Rijksuniversitet Groningen jegens mijn vrouw en mij gevoerd werd en wordt, onder leiding en verantwoordelijkheid van de voorzitter van het College van Bestuur, heb ik -- tot een bepaald moment uiteraard -- precies gedocumenteerd, beschreven en gepubliceerd.

Nadat ik dit gepubliceerd had, meende de NRC de universiteit bij deze systematische discriminatie te hulp te moeten komen, hoewel men volledig op de hoogte was van het kwalijke karakter van het geheel.

Ik twijfel dus niet aan het bestaan van (systematische) discriminatie. Ik twijfel ook niet aan de gigantische impact die dat kan hebben.

Maar moet ik nu jaloers zijn op al die 'normale' mensen die het op veel punten vaak zo veel gemakkelijker hadden? In mijn optiek niet.


Het mooie van discriminatie

Mijn eerste reden is dat die jalouzie/boosheid niets oplevert. Het kost wel tijd en energie, maar leidt uiteindelijk tot niets of tot ellende.

Mijn tweede reden ligt in het verlengde hiervan. 'The world is a dangerous place to live,' merkte Einstein ooit op. Voor Joden, zwarte mensen, homo's, travo's en andere minderheidsgroepen geldt dat in het bijzonder. De manier om daarmee om te gaan, is niet boosheid of agressie, maar jezelf zo nuttig mogelijk maken.

Mijn derde reden heb ik afgekeken van Viktor Frankl. Die discriminatie was niet leuk om het zachtjes te zeggen en natuurlijk hebben veel van mijn lotgenoten het niet al te lang volgehouden, maar in mijn geval heeft het ook veel gebracht.

Dankzij die langdurige discriminatie ontwikkel je een bepaalde instelling. Vergelijk het met een polio-patiënt. Je krijgt een andere instelling, een andere mentaliteit. Problemen die je overleeft, maken je sterker.

Zonder dat stigmatiserende etiket van 'travestiet' zou het bijvoorbeeld nooit gelukt zijn een onderzoek van in totaal zo'n 40.000 uur samen met mijn vrouw te realiseren en voor het grootste deel zelf te bekostigen. Zoiets vereist een bepaalde instelling die je niet zomaar ontwikkelt.

En vervolgens was de universiteit zo 'aardig' me onbedoeld een schat van materiaal aan te leveren. Aan de ene kant ging het met wetenschappelijke zekerheid om discriminatie, aan de andere kant was het duidelijk dat er met het denken van de betrokkenen systematisch iets mis was.

Zoals Frankl het concentratiekamp zag als een prachtige kans om menselijk gedrag onder extreme omstandigheden te bestuderen, zo kreeg ik de unieke kans om in het hoofd te mogen kijken van mensen die extreem geneigd zijn tot discriminatie.

Hij zag slechts hun gedrag, maar ik kon zien hoe ze dachten. Wat ik zag, leek onvoorstelbaar. Ik zag eeen donkere wereld van borrelende, duistere emoties en wilde associaties. Wat ik zag, had ik me als empirisch wetenschapper niet kunnen voorstellen.

De resulterende jarenlange en koortsachtige speurtocht naar de wortels van discriminatie had nooit plaatsgevonden zonder al die eigen ervaringen op dit gebied. Het is het bestuderen van het kwaad in de mens, de donkere kant van de menselijke persoonlijkheid. Dat is niet altijd leuk. Dat vereist een bepaalde gedrevenheid.

In feite heeft die zoektocht naar de wortels van discriminatie nog belangrijk meer gebracht. Iets dat in de wetenschap bekend staat als serendipity. Som struikel je over iets en dan blijkt het een diamant te zijn. Maar dat gaat verder dan in dit verband misschien relevant is.

Het punt waar het mij om gaat, is dat er op discriminatie twee totaal verschillende reacties mogelijk zijn. De ene reactie is boosheid, verbale agressie en uiteindelijk geweld. Wij worden gediscrimineerd, dat is niet eerlijk, dat is iets om heel pissig van te worden. Uiteindelijk leidt dat vaak tot geweld. In feite reageert men op discriminatie met discriminatie en agressie.

De andere reactie is dat discriminatie een gegeven is. Ondanks die discriminatie moet je er toch het beste van zien te maken. En dat doe je door rationeel en constructief te denken, door productie, door nuttig bezig te zijn.

Die twee verschillende soorten reacties op discriminatie zijn volledig overeenkomstig het soortenmodel. In deze blog staat dat wel ergens beschreven. De ene optie is die van de double-highs, de andere die van de double-lows. De double-highs zitten volledig aan de irrationele kant van de discriminatie-as en vinden dat ze onterecht behandeld worden en niet genoeg hebben, de double-lows zitten volledig aan de rationele kant. Ze weten niet beter of het leven is oneerlijk, maar ondanks dat, proberen ze er het beste van te maken. En soms lukt dat wonderwel.

Wat ik vaak bij de anti-racisten denk te zien, is dat ze aan de kant zitten die discriminatie omarmt. Dus de irrationele kant. Het enige probleem is in hun optiek dat zij de macht of de meerderheid (nog) niet hebben.

Kan dat? Anti-racisten die geloven in discriminatie/racisme? Volgens het soortenmodel wel en de waarnemingen lijken dat te bevestigen.





---

De 11 Twitter-berichten

Hieronder  de 11 Twitter-berichten die aanleiding waren voor bovenstaand stukje.


1/11 Asha ten Broeke schrijft in VK 1/12 over het Zwarte-Piet-item in Zondag met Lubach: "Toch was niet iedereen bereid om Lubach onmiddellijk tot het heldendom te verheffen." https://www.volkskrant.nl/opinie/asha-ten-broeke-uit-de-mond-van-lubach-werden-feiten-over-zwarte-pietendiscussie-eyeopeners-waarom~a4542466/

2/11 Mijns inziens mis je dan het punt waar het om gaat. Lubach benadert de kwestie puur rationeel, maakt zijn punt en zorgt dat zijn punt overkomt. Asha ten Broeke trekt de kwestie echter onmiddellijk in het persoonlijke vlak. Ze speelt niet op de bal, maar op de man. - MvE

3/11 Ander voorbeeld van op de man spelen. Bij de relativiteitstheorie van Einstein was belangrijk dat zijn voorspelling uitkwam. Voor de nazi's was dat niet relevant, Einstein was Jood en dus deugde hij en zijn theorie niet.

4/11 Op de man spelen, is dus sterk gekoppeld aan racisme en discriminatie. #discriminatie #racisme

5/11 Het argument tegen Lubach is dat hij wit is. Ja, en hij is ook nog Fries, net als ik. Dat maakt hem uiterst verdacht. Wit en Fries, moeten we nog meer weten? Weg ermee! Laten we in Godsnaam proberen ons land zuiver te houden! Dit is gajes van het ergste soort!

6/11 Asha ten Broeke: "Zo kwam de immer scherpzinnige anti-racist Arzu Aslan op Twitter met een kritische analyse van Lubachs bewieroking." Hier speelt AtB opnieuw op de man. Het gaat om de juistheid van het verhaal, de veronderstelde scherpzinnigheid van AA doet er niet toe.

7/11 Wat me verder opvalt in het citaat is de term 'bewieroking'. De reden voor de kritiek/boosheid is dat Lubach waardering oogst met zijn prestatie. Hij krijgt waardering, terwijl ik die zo graag had willen hebben. Met andere woorden: AA is jaloers op Lubach.

8/11 Jalouzie is echter een typerende emotie van mensen die sterk geneigd zijn tot discriminatie, racisten dus. Mensen die gemakkelijk naar op emoties gebaseerde conclusies springen en zich snel tekort gedaan voelen en dat wijten aan anderen.

9/11 Bevooroordeeldheid of de geneigdheid tot discrimineren komt in alle landbouw-samenlevingen voor en zeker ook bij gekleurde mensen. Gelukkig niet bij iedereen in dezelfde mate. De mensen die heel zakelijk en rationeel denken, mensen zoals Lubach, hebben er de minste last van.

10/11 Ik durf wel een voorspelling te doen na #ZML. Ik weet niet zoveel van Doutzen Kroes, behalve dan dat ze vrouw, Fries en mooi is. Dat heeft echter weinig te maken met mijn voorspelling: ze is goed in logisch, helder, zakelijk, rationeel denken! - MvE

11/11 Soms ben ik stiekem geneigd te denken dat Friezen iets bijzonders hebben met nuchter denken, maar helaas gaat dat lang niet altijd op. - MvE





Geen opmerkingen:

Een reactie posten