zondag 5 november 2023

"Er is een feest in de hemel, als jij op Gods uitnodiging ingaat!"

 

Laatst bijgewerkt: 7-11-2023 om 9.36


In het bushokje hangt een poster met de tekst:  "Er is een feest in de hemel, als jij op Gods uitnodiging ingaat!"  Ik zie de poster en vraag me af: maar als ik niet op Gods uitnodiging inga, is er dan geen feest?

In eerste instantie veronderstel ik, dat er dan geen feest is. In dat geval kan ik bepalen of het wel of niet feest is in de hemel. Een gedachte die ik wel aantrekkelijk vind. Maar als ik het nazoek, zie ik, dat mijn conclusie niet klopt. De uitspraak 'als p dan q' betekent alleen dat als p waar is, q ook waar moet zijn, Een implicatie mag je niet omdraaien.

Toch blijf ik het een merkwaardige uitspraak vinden. Om te beginnen: wat houdt die uitnodiging van God precies in? Is het een uitnodiging om dat feest bij te wonen? Hoe moet ik me dat voorstellen?

Ook het andere deel vind ik vreemd: een feest in de hemel. Hoe moet ik me dat voorstellen? Misschien speelt mee dat ik een hekel heb aan feesten, ik ben er tenminste niet dol op.

Hoe komen deze gelovigen eigenlijk bij deze uitspraak? Waar is deze uitspraak op gebaseerd? De uitspraak blijkt gebaseerd te zijn op Lucas 15, vers 10. Maar als je moeite neemt dat hele Bijbelverhaal (Lucas 15) te lezen, staat er eigenlijk iets totaal anders.

Wat daar staat (volgens de Statenvertaling), is dit:

"1 En al de tollenaars en de zondaars naderden tot Hem, om Hem te horen.

2 En de Farizeën en de Schriftgeleerden murmureerden, zeggende: Deze ontvangt de zondaars, en eet met hen.

3 En Hij sprak tot hen deze gelijkenis, zeggende:

4 Wat mens onder u, hebbende honderd schapen; en een van die verliezende, verlaat niet de negen en negentig in de woestijn, en gaat naar het verlorene, totdat hij hetzelve vinde?

5 En als hij het gevonden heeft, legt hij het op zijn schouders, verblijd zijnde.

6 En te huis komende, roept hij de vrienden en de geburen samen, zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was.

7 Ik zeg ulieden, dat er alzo blijdschap zal zijn in den hemel over een zondaar, die zich bekeert, meer dan over negen en negentig rechtvaardigen, die de bekering niet van node hebben.

8 Of wat vrouw, hebbende tien penningen, indien zij een penning verliest, ontsteekt niet een kaars, en keert het huis met bezemen, en zoekt naarstiglijk, totdat zij dien vindt?

9 En als zij dien gevonden heeft, roept zij de vriendinnen en de geburinnen samen, zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning gevonden, dien ik verloren had.

10 Alzo, zeg Ik ulieden, is er blijdschap voor de engelen Gods over een zondaar, die zich bekeert.

11 En Hij zeide: Een zeker mens had twee zonen.

12 En de jongste van hen zeide tot den vader: Vader, geef mij het deel des goeds, dat mij toekomt. En hij deelde hun het goed.
schilderij van Rembrandt Harmensz. van Rijn: De verloren zoon verkwist zijn erfdeel

13 En niet vele dagen daarna, de jongste zoon, alles bijeenvergaderd hebbende, is weggereisd in een ver gelegen land, en heeft aldaar zijn goed doorgebracht, levende overdadiglijk.

14 En als hij het alles verteerd had, werd er een grote hongersnood in datzelve land, en hij begon gebrek te lijden.

15 En hij ging heen, en voegde zich bij een van de burgers deszelven lands; en die zond hem op zijn land om de zwijnen te weiden.

16 En hij begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien.
schilderij van Rembrandt Harmensz. van Rijn: De verloren zoon als varkenshoeder
» meer

17 En tot zichzelven gekomen zijnde, zeide hij: Hoe vele huurlingen mijns vaders hebben overvloed van brood, en ik verga van honger!

18 Ik zal opstaan en tot mijn vader gaan, en ik zal tot hem zeggen: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u;

19 En ik ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden; maak mij als een van uw huurlingen.

20 En opstaande ging hij naar zijn vader. En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen; en toe lopende, viel hem om zijn hals, en kuste hem.
schilderij van Rembrandt Harmensz. van Rijn: De terugkeer van de verloren zoon (1668)
» meer

21 En de zoon zeide tot hem: Vader, ik heb gezondigd tegen den Hemel, en voor u, en ben niet meer waardig uw zoon genaamd te worden.

22 Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten;

23 En brengt het gemeste kalf, en slacht het; en laat ons eten en vrolijk zijn.

24 Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn.

25 En zijn oudste zoon was in het veld; en als hij kwam, en het huis genaakte, hoorde hij het gezang en het gerei,

26 En tot zich geroepen hebbende een van de knechten, vraagde, wat dat mocht zijn.

27 En deze zeide tot hem: Uw broeder is gekomen, en uw vader heeft het gemeste kalf geslacht, omdat hij hem gezond weder ontvangen heeft.

28 Maar hij werd toornig, en wilde niet ingaan. Zo ging dan zijn vader uit, en bad hem.

29 Doch hij, antwoordende, zeide tot den vader: Zie, ik dien u nu zo vele jaren, en heb nooit uw gebod overtreden, en gij hebt mij nooit een bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk zijn.

30 Maar als deze uw zoon gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft, zo hebt gij hem het gemeste kalf geslacht.

31 En hij zeide tot hem: Kind, gij zijt altijd bij mij, en al het mijne is uwe.

32 Men behoorde dan vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden."

 

Dit verhaal staat bekend als de gelijkenis van De verloren zoon. Maar wat betekent dit verhaal precies? Ogenschijnlijk is het simpel. De verloren zoon keert onverwachts terug en dat leidt tot grote blijdschap bij de vader. Een begrijpelijke reactie. Maar wat bedoelt Jezus hier over te brengen? Een verloren ziel die gered wordt, is iets om je over te verheugen.

Er zit natuurlijk nog een belangrijk punt in dit verhaal. Het ging om tollenaars en zondaars, in de ogen van de heersende klasse minderwaardige figuren. Verder wordt Jezus door die heersende klasse bedekt aangevallen: jij richt je op het tuig van de wereld in plaats van op ons, belangrijke mensen.

In dit verhaal van Lucas maakt Jezus duidelijk, dat hij dat tollenaar en zondaar zijn, ziet als een aanbeveling. Want juist zulke verloren zielen, moet je proberen te redden. Over de zielen die al gered zijn, hoef je je niet meer druk te maken, stelt hij, je moet je richten op de verloren zielen.

De situatie van het verhaal is dat Jezus als prediker tollenaars en gewone mensen aantrok. De heersende klasse vond dat maar zo zo. In reactie op hun gemor komt hij vervolgens met deze gelijkenis. Eigenlijk is de strekking dus: als prediker moet je je juist richten op de verloren zielen. Want daar valt winst te halen.

Het voorgaande, zou je kunnen zeggen, is slechts mijn interpretatie. Over wat een tekst precies betekent, kun je vaak eindeloos twisten zonder een stap verder te komen.

Maar mag je dit verhaal samenvatten als: "Er is een feest in de hemel, als jij op Gods uitnodiging ingaat"? Dan breng je nog al wat nieuwe elementen in. De blijdschap en vreugde worden vertaald in een hemels feest. En opeens is er sprake van een Goddelijke uitnodiging. Ik denk dat die interpretatie nog al wat toevoegt, dat niet in het oorspronkelijke verhaal zit.

Op internet is een podcast te vinden over deze poster (https://www.gelukkigdemens.nl/106-feest-in-de-hemel/). Ook de mevrouw van deze podcast, kennelijk theologisch geschoold, ziet de tekst van de poster als een nogal vrije interpretatie van het Bijbelverhaal.

Wat is het punt, waar het me hier omgaat?

Wat je hier ziet, is dat gelovigen hun eigen verhaal maken, van een op zich heel begrijpelijk verhaal uit de Bijbel. Jezus zegt A, zij zeggen daarna B. En omdat A waar moet zijn in hun opinie, moet ook hun interpretatie B dan wel waar zijn. Ook de mevrouw in de podcast verdedigt, dat iedereen zijn eigen interpretatie van een tekst mag hebben.

Maar dat is natuurlijk volstrekt wilde logica. Als een recept voorschrijft dat je 10 gram oploskoffie moet gebruiken om iets te bakken, kun je daar niet automatisch uit afleiden dat 10 gram allesreiniger ook wel kan.

Het idee van de gelovigen en de mevrouw in de podcast is, dat iedere interpretatie verdedigbaar is en dus goed. Maar als empirisch wetenschapper denk je anders. Als een uitspraak klopt, dan moet die toetsbaar zijn. Als de uitspraak niet toetsbaar is, dan is het gelul. Of duurder gezegd: metafysica.

Stel, dat je oprecht gelooft dat zo'n drastische vervanging in een recept prima kan. Als empirisch wetenschapper heb je dan een simpele oplossing: doen! Bak de cake eerst op de ene manier en daarna op de andere manier en kijk of het resultaat nog steeds voldoet.

Het probleem bij dit Bijbelverhaal is natuurlijk dat het lastig toetsbaar is. Maar is dat een vrijbrief om er maar op los te interpreteren? Is iedere interpretatie goed? Dan zeg je eigenlijk: dit verhaal klinkt misschien leuk, maar het betekent helemaal niets. Het is volstrekte onzin. In mijn optiek draaf je dan door, want dat verhaal is wel degelijk ooit opgetekend door een bepaald iemand met een bepaalde bedoeling.

Wat ik denk te zien in de postertekst, is dat gelovigen er vrolijk op losleuteren. Jezus heeft het volgens het verhaal van Lucas nooit gehad over een feest in de hemel. En volgens dat verhaal was er ook niet zoiets als een uitnodiging van God.

Als je zo'n Bijbelverhaal serieus probeert te begrijpen, moet je je om te beginnen niet beperken tot een enkel vers, maar moet je het hele verhaal nemen. Verder moet je dat verhaal in de context van die tijd en cultuur plaatsen. En je moet het verhaal in de context van de Bijbel als geheel plaatsen. Vervolgens moet je niet zelf allerhande zaken gaan toevoegen.

Wat je bij deze postertekst  ziet, is dat gelovigen uit een stukje Bijbel hun eigen verhaal maken. Als groep vinden ze dat nieuwe verhaal oké en dus is het zo! Maar dan zet je de deur voor discriminatie wagenwijd open. Als het criterium wordt: wij vinden het en dus is het zo, dan heb je als groep altijd gelijk. Totdat de Natuur (de harde werkelijkheid) duidelijk maakt, dat zij lak heeft aan dat gelijk.

Wat je hier ziet, is dat gelovigen de Bijbel opvatten als een soort grabbelton. Je graait erin en haalt eruit, wat je goed denkt te kunnen gebruiken. Het achterliggende idee is: het is toch allemaal geleuter, wat maakt het uit. Als ik er maar mijn voordeel mee kan doen! Je gebruikt de oorspronkelijke tekst om mee te zwaaien, om indruk te maken en om een mooi verhaal neer te zetten. Ze maken zich niet druk over wat er ooit precies met de tekst bedoeld is, maar grijpen een stukje en proberen daar hun voordeel mee te doen.

Ze hebben een blijde boodschap voor de wereld. Geen gezeik, iedereen rijk! God is met ons! Maar wat God beweert of verondersteld wordt te beweren, interesseert ze geen zak.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten