Via Blendle krijg ik uit het blad de Kanttekening (van 23/12/2025) een interview door Ewout Klei met Aart Aarsbergen over zijn boek:
Het verdwijnen van de waarheid.
De ondertitel van dat boek luidt:
De actualiteit van George Orwell
Het boek is uitgegeven door Uitgeverij Kleine Uil te Groningen (2025) en kost 19,50. Daar komt nog 4,10 bij voor verzending.
Naar aanleiding van dat interview vroeg ik me af: wat is precies de bijdrage van Orwell op het gebied van fascisme? Natuurlijk hebben we zijn twee beroemde boeken Animal Farm en 1984.
Als je Orwell vergelijkt met Johan Huizinga dan is vooral opvallend dat Orwell pas komt als de oorlog eigenlijk voorbij is. Huizinga publiceerde In de schaduwen van morgen in 1935, Zo'n vijf jaar voordat de Tweede Wereldoorlog ons land meesleurde. Je zou kunnen zeggen daarmee: Huizinga was veel meer een ziener. Hij zag de dingen fout gaan. Hij zag de dreiging en observeerde scherp en kon daardoor het wezen van het fascisme akelig raak treffen.
Als ik de bijdrage van Orwell nazoek, kom ik uit bij een kort essay van hem (hier: https://www.orwell.ru/library/articles/As_I_Please/english/efasc):
What is Fascism?
Wat ik goed vind aan dat stuk is allereerst dat het grootste deel van het essay handelt over het feit dat 'fascism' zo'n vage term is, dat niemand precies weet, wat het is. En zo is het ook.
Maar als je dan toch probeert te omschrijven wat 'fascisme' inhoudt, zegt Orwell, kom je uit bij de Engelse term bully. De stier, de schreewlelijk, de jongen die op het schoolplein de grootste bek heeft en anderen terroriseert.
En ook dat klopt eigenlijk helemaal met wat we weten. Fascisme moet je zien als enthousiasme voor de strongman. De mensen die achter de bully aanlopen, de meelopers, zijn schare volgelingen, zijn machtsbasis.
Het onderzoek van TAP (The Authoritarian Personality, 1950) had als doel maten te vinden om vast te stellen wie de strongman zouden steunen. De autuers vonden, zonder zich dat te realiseren, drie maal dezelfde variabele. Wij zouden die nu vermoedelijk omschrijven als bevooroordeeldheid (prejudice).
Het onderzoek dat tenslotte na 1950 moeizaam van de grond kwam, heeft eigenlijk alleen maar de 'wortels' van bevooroordeeldheid blootgelegd. Rechts autoritarisme (RWA) en Sociale Dominantie Orientatie (SDO). Dat zijn twee totaal verschillende (vrijwel ongecorreleerde) maten die samen bevooroordeeldheid voor meer dan de helft voorspellen.
Als je dan door redeneert kom je uit bij het soortenmodel: er bestaan in beginsel vier verschillende soorten mensen. Drie van die soorten zoeken elkaar op en gaan klitten. En vormen samen een machtige groep die de overblijvende soort als goedkope werkkrachten ziet. Als een soort slaven dus. Als mensen die onderdrukt en vervolgd moeten worden.
Wat is bevooroordeeldheid dan? Aan de ene kant is dat het geloof in de prietpraat van de strongman. Aan de andere kant zegt de strongman niet zo maar wat, maar probeert hij vooral zijn volgelingen te paaien met mooie verhalen. Of die verhalen kloppen of niet, zal hem worst zijn.
De strongman speelt dus bij voorkeur in op de vooroordelen die de volgelingen al hadden en komt met verhalen, die ze mooi vinden om te geloven. De strongman komt als het ware met geestelijk brood voor de grote massa, dat die massa precies vertelt, wat ze graag wil horen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten