Laatst bijgewerkt: 11-4-2021 om 22.18
Uit de kranten en via diverse sites krijg ik mee dat premier en
fractieleider Rutte ernstig gehavend uit het debat is gekomen over het
werk van de verkenners. In de Tweede Kamer is net niet een motie van
wantrouwen tegen de heer Rutte aangenomen, maar wel een motie van
afkeuring. Hij zou dus laakbaar gehandeld hebben.
Volgens de vele
kranten die ik onder ogen kreeg en ook volgens Nu.nl en Nos.nl zou hij
gelogen hebben. Hij zou gezegd hebben, dat er voor kamerlid Omzigt een
functie elders moet worden gezocht. Maar hij heeft eerder aangegeven
helemaal niet over Omzigt gesproken te hebben, althans niet op die
manier. De conclusie die men vervolgens trekt, is dat hij dus gelogen
moet hebben. Foei!, foei!
Nu heb ik er geen moeite mee om te
accepteren dat Rutte van tijd tot tijd wel eens een leugentje zou kunnen
vertellen. En misschien soms wel heel grote leugens. Mensen zijn bekend
onbetrouwbaar en je kunt de premier op dit punt niet automatisch
uitzonderen.
Maar heeft hij inderdaad die opmerking over Omzigt
gemaakt? Ik wil het graag geloven, maar zou toch graag eerst de
evidentie willen zien. Ik wil graag de videoband zien, de geluidsopname
horen en het woordelijke verslag dat door de drie verschillende
stenografen is gemaakt, checken. En ik zou graag duidelijke
getuigenverklaringen willen horen.
Wel, laat ik niet overdrijven.
In de wetenschap geldt dat twee onafhankelijke waarnemers die
onafhankelijk van elkaar hetzelfde waarnemen, iets hebben waargenomen
dat we daarna als 'feit' beschouwen. Waar zijn die twee betrouwbare,
onafhankelijke waarnemers?
Die zijn er niet. Waar zijn de
geluidsopnames? Die zijn er niet. Waar zijn de video's? Die zijn er
niet. Waar zijn de getuigenverklaringen? Die zijn er niet.
Pardon,
wat is er dan wel? Er is een ambtelijk verslag. Is dat verslag
goedgekeurd door de aanwezigen? Ik begrijp van niet. Op het werk van
hoeveel stenografen is dat verslag gebaseerd? En hoe hebben ze dan
onderling de verschillen beslecht? Oh, er is geen stenografisch verslag.
Ik
wil het nog steeds graag allemaal geloven, maar ik zou toch graag wat
overtuigende evidentie willen zien. Is die er? Nee, dus.
Het is allemaal geleuter, mensen die elkaar naar de mond praten. Mensen die het zeker weten op grond van hun gevoel.
Kortom, wat ik denk te zien, is een 'mooi' verhaal. Het is een 'prachtig' verhaal. Maar het verhaal klopt niet.
Als
ik beweer dat er tussen Mars en Venus een koffiepot in een baan rond de
Zon draait, is het aan mij om aan te tonen, dat het echt zo is. Dat is
helemaal nog niet zo gemakkelijk, zelfs als het waar zou zijn. Maar ik
zou zeggen, ga je gang.
Ben ik op dit punt in de war? Zie ik het verkeerd? Wel, ik zag dat iemand anders op precies hetzelfde idee was gekomen (hier). Twee onafhankelijke waarnemers die onafhankelijk van elkaar tot de conclusie komen dat de evidentie niet overtuigend is.
Wat schrijft deze persoon?
"Ik
geloof dat ik een van de weinige ben die het verhaal van Rutte gelooft.
Ik denk dat hier een overijverige ambtenaar iets te snelle conclusies
heeft getrokken. Het is toch volstrekt logisch dat bij de bespreking van
coalitie partners ook de stabiliteit van het CDA wordt besproken. En ik
kan me voorstellen dat Omtzigt dan ter loops ter sprake komt, zonder
dat dit een echt discussie punt wordt. Ook andere politici zijn bij naam
genoemd in de stukken, het is toch logisch dat je daar op ingaat in
zo'n gesprek omdat persoonlijke verhoudingen ook belangrijk zijn. Als je
ziet wat er nu in het gespreksverslag staat "Je moet wat met Omtzigt,
minister maken", dan is dat toch niet iets waarover je voor de camera
gaat liegen, dat is zeker na de opmerking van Hoekstra toch gewoon uit
te leggen. Dus ja ik geloof Rutte daar, dat hij zich dat niet
herinnerde. En de "via-via" bron is volgens mij de vrouw van Koolmees.
Tijdstechnisch kan dat en ik kan me voorstellen dat Rutte dat niet wil
vertellen."
Maar als we hier te maken
hebben met een 'mooi' verhaal (dat dus voor Rutte vrij vernietigend
was), wie heeft dat 'mooie' verhaal dan bedacht en de omstandigheden zo
weten te plooien, dat het als 'mooi' verhaal naar buiten kwam? Kortom:
wie heeft het opzetje bedacht?
Wat ik merkwaardig vond in de
verkenning was dat er beslist iemand van D'66 bij aanwezig moest zijn.
Normaal krijgt de grootste partij als eerste de kans een kabinet te
formeren. Die gebruikelijke regel moest nu opeens met voeten worden
getreden.
En hoe is dat verslag eigenlijk naar buiten gekomen? Toevallig alweer iemand van D'66? Wow! Je zou er bijna wat van gaan denken.
Waren
er mensen die belang hadden bij deze gang van zaken? Ik denk dat dat in
alle redelijkheid niet valt te ontkennen. Sommige politici willen nu
eenmaal erg graag premier worden en hebben dat soms al laten weten ook.
Wat
leert dit verhaal in het kader van deze blog? Een groot deel van de
Nederlanders is kennelijk veel te goedgelovig. Zonder deugdelijke
evidentie wordt alles tot feit opgewaardeerd. Maar wat men opwaardeert,
blijft een slecht onderbouwde mening. Een gevoel. Men voelt het
zo en dus moet het wel zo zijn.
Met andere woorden: het gaat
kennelijk om volgelingen/gelovigen. Rechtse autoritaristen (RWA+) die
zodra ze een 'mooi' verhaal horen, dat klakkeloos overnemen, want van
nadenken word je maar moe en wat beweerd wordt door je autoriteiten
(mensen die ze zien als hoger in status) is ongetwijfeld waar. Zelfs
wanneer je met eigen ogen kunt zien, dat het niet waar is (weten we uit het onderzoek van Asch).
Waar
zitten die goedgelovige fantasten vooral? Wel, dat lijkt me duidelijk.
Bij de pers, bij de media, in de politiek, bij de 'talking heads'.
Kortom, het gaat kennelijk om typische alfa's. Mensen waarvan we weten
dat ze in doorsnee torenhoog scoren op bevooroordeeldheid, rechts
autoritarisme (RWA) en sociale dominantie (SDO).
Maar het blijkt
nog gekker te kunnen. In de NRC van 3 april 2021 wordt de Groningse
'geheugenprofessor' Douwe Draaisma in een interview opgevoerd door
journalist Bart Funnekotter. Als rechtse autoritaristen een
twijfelachtige mening graag bevestigd willen, wenden ze zich tot iemand
die doorgaans zo aardig is dat wel te doen en die ze bovendien zien als
'autoriteit'.
Nu bestempel ik Funnekotter nogal automatisch tot
'rechtse autoritarist'. Dat is natuurlijk verleidelijk als je een stukje
aan het schrijven bent, maar is het terecht? Als ik even zoek op
internet is er eerst natuurlijk zijn beroep. Hij is journalist en
schrijver. Dan is er zijn studie: geschiedenis. Als je op grond van die
twee aanwijzingen gokt, zul je meestal al goed zitten (want standaard is je kans op succes al iets van 50 procent).
Maar er blijkt
nog meer te zijn. Ik vind een artikel dat een boek van hem bespreekt
(hier). De bespreking laat van het boek weinig heel. Het is een
beschamende vertoning, vindt de schrijver. Het zit mudvol slordigheden
en onjuistheden. En hij heeft kennelijk gemakshalve stukken geplagieerd.
Op
basis van wat we dus nu weten, is Funnekotter vermoedelijk niet alleen
rechts autoritaristisch, maar ook nog sociaal dominant. The worst of the
lot.
Terug naar het interview met de geheugenprofessor. Douwe
Draaisma schrijft ongetwijfeld bestsellers, maar ik kon er nooit
doorheen komen. In mijn optiek is het allemaal vrijblijvend geneuzel.
Iemand die 'mooie' verhalen vertelt, die helaas vaak niet kloppen. Maar
goed, ik heb me nooit langdurig in zijn boeken kunnen en willen
verdiepen, dus ik zou me kunnen vergissen.
Laten we naar het
interview kijken. De website van de NRC heeft haar beperkingen. Het lukt
me niet de versie van de papieren krant voortdurend in beeld te houden,
ik hanteer dus de online versie van het artikel (gedateerd: 2-4-2021).
Laten
we beginnen met het openingsstatement. "Niet gek dat je na een paar
dagen delen van een gesprek vergeet, zegt psycholoog Douwe Draaisma".
Dat suggereert dat je een gesprek wel een paar dagen onthoudt.
Wel, dat
lijkt me gebakken lucht. Veel mensen weten onmiddellijk daarna al niet
meer wat ze precies gezegd hebben. Dus als je iets weet van hoe het
'geheugen' (dat niet bestaat) werkt, dan weet je dat dit flauwekul
is.
Dan komt het tweede deel van die opening. Het is een letterlijk citaat. "'Maar het bekend worden van de tekst over Omtzigt had als trigger voor
Ruttes geheugen moeten dienen.'"
Dat lijkt me nogal een hachelijke uitspraak. Draaisma veronderstelt dat de opmerking in het geheugen van Rutte zit en dat Rutte bij het horen van die passage, het zich weer moet herinneren. Maar dan ga je dus al bij voorbaat van de veronderstelling uit dat Rutte die opmerking inderdaad in zijn geheugen heeft. Maar dat was nu net het punt dat aangetoond moest worden.
Het doet denken aan de verbaal zeer begaafde leerling die een prachtig wiskundebewijs levert, maar onderweg terloops even als veronderstelling invoert, dat wat bewezen moest worden. En tot hun grote consternatie rekenen ouderwetse wiskunde-leraren zo'n antwoord niet goed.
Het klinkt me ook in de oren alsof Rutte, als die informatie niet in zijn geheugen zat, hij het er later maar gewoon in had moeten stoppen. De bekende techniek om mensen 'hervonden
herinneringen' aan te praten, die door Elizabeth Loftus (
hier) als eerste experimenteel aangetoond werd.
Die
techniek werd door studenten van mij verwerkt in een vragenlijst over
een tekst die de proefpersonen hadden moeten bestuderen. Bij vraag 3 in
de lijst geef je terloops extra informatie in een bijzin. Zeg dat
het stukje ging over een diefstal. In de bijzin wordt gesteld dat de dader
een zwarte muts droeg.
Die informatie zien mensen niet bewust, omdat
de vraag over iets totaal anders gaat. Even later vraag je in bedekte termen naar de eerder gegeven foute informatie. Droeg de dader ook iets van een hoofddeksel?
En inderdaad: veel weten het zich nog te herinneren.
Alleen stond die informatie niet in de eerder bestudeerde tekst.
Wat zie je in
deze twee zinnen? Draaisma heeft kennelijk weinig idee over hoe het
geheugen precies werkt en hij lijkt ook niet op de hoogte te zijn
met wat er op dit gebied al tientallen jaren bekend is. Dat is nog niet
alles.
Want wat je uit deze twee zinnen kunt afleiden, is dat
Draaisma bevooroordeeld is. Hij gaat er bij voorbaat van uit dat
Rutte het inderdaad gezegd heeft en het zich herinnert. Maar dat laatste was nu net, wat nog boven alle
twijfel aangetoond moest worden.
Dat klopt ook met de inhoud van
de twee zinnen. De inhoud van de eerste zin klinkt 'mooi', maar is misleidend. De inhoud van de tweede zin draait de wereld
op zijn kop. Rutte herinnert het zich niet, dat is dus een duidelijk
bewijs dat hij het wel gezegd heeft.
Ik laat hier de hele eerste alinea van het stuk volgen.
"Hoogleraar psychologie Douwe Draaisma zat donderdag vol spanning voor
de tv. Wat zou de verdedigingslinie worden van Mark Rutte? Waarom had
hij beweerd dat hij niet met de verkenners over Pieter Omtzigt had
gesproken, terwijl later uit de notulen bleek dat hij dat wél gedaan
had. Draaisma: 'Ik kon mijn oren niet geloven toen Rutte verklaarde dat
hij zich écht niet kon herinneren dat hij het over Omtzigt had gehad. Ik
zei tegen mijn vrouw: ik ben bij heel wat alzheimercafé’s te gast
geweest, maar zo zout heb ik het nog nooit gegeten.'"
Hoe weet
Draaisma zo volstrekt zeker wat Rutte gezegd heeft? Dit is ongeveer
het toppunt van bevooroordeeldheid. Veel gekker kun je het niet maken.
En natuurlijk weet hij alles volstrekt zeker.
Dan krijgt Draaisma de volgende vraag: "Hoe werkt het geheugen bij het opslaan van een gesprek?"
Als je het over 'geheugen' hebt een volstrekt foute vraag. Want
allereerst is het geheugen, als het er al is, niet iets dat werkt. Maar
in ieder geval is er geen evidentie dat er bij een gesprek altijd iets wordt
opgeslagen.
Laat ik me beperken tot de voorbeelden in deze blog.
Veel volgelingen/gelovigen schrijven dingen zonder zichzelf te
realiseren, wat ze precies schrijven. Het artikel van Janice Deul dat ik
eerder besprak, is een voorbeeld. De tekst wekt de indruk dat ze zelf in de verste
verte niet weet, wat ze precies beweert. De woorden vloeien er als het ware automatisch uit, zonder dat de betekenis gecheckt is.
Wat antwoordt Draaisma
op deze misleidende vraag? Hij doet geen enkele moeite
duidelijk te maken, dat dit een onjuiste voorstelling is. In plaats daarvan
veronderstelt hij, dat je gedurende het gesprek associaties maakt en
daar herinneringen aan koppelt.
Wat hij bedoelt, is dat je iets
nodig hebt om een eventuele opgeslagen herinnering weer boven water te
krijgen. Misschien zit in je herinnering nog een bepaald Franse woordje,
dat je ooit met veel moeite geleerd hebt. Maar hoe moet je dat testen?
Door te vragen: wat is vader in het Frans? Eh ..., ja, dat weet
ik nog wel, dat is toch: père? Met andere woorden: je hebt altijd een trigger
nodig om iets uit het 'geheugen' te kunnen opdiepen.
Maar dat
zegt natuurlijk helemaal niets over wat er wel en niet door iemand wordt opgeslagen tijdens een gesprek. Draaisma veronderstelt, dat als Rutte getriggerd wordt
met 'Positie Omtzigt: functie elders' hij het zich allemaal weer zou moeten
kunnen herinneren. 'O ja, ik weet het weer.'
Alleen is er in dit geval een probleem:
Rutte herinnert het zich niet. De oplossing: wel dan moet Rutte
jokken, want de theorie van Draaisma kan natuurlijk nooit fout
zijn. Rutte herinnert het zich dus wel, maar zegt slechts, dat hij het zich niet
herinnert. Althans als we Draaisma geloven. Iets dat ik voorlopig niet
zou aanbevelen.
Maar dan wordt het allemaal nog gekker.
Uit het vervolg van het NRC-artikel blijkt namelijk dat ook de twee
aanwezige verkenners, Ollongren en Jorritsma, zich de bewering niet herinneren. Zelfs niet, nadat hun geheugen 'getriggerd' is door die
bewuste passage.
Drie mensen voeren een gesprek. Geen van die drie
kan zich een bepaalde opmerking herinneren. Zelfs niet, nadat ze
op weg geholpen zijn met de desbetreffende tekst. Zodra ze dus zeggen 'ja, ik herinner het me weer' bewijst dat strikt genomen nog helemaal niets. Dat kan immers puur zijn om van het gezeur af te zijn.
Voor een feit heb je in de empirische wetenschap aan
twee onafhankelijke waarnemers voldoende. Maar Draaisma weet het beter. Voor het vaststellen
van een feit heeft hij genoeg aan een volstrekt onbekende bron en doet de
getuigenis van de drie aanwezigen niet ter zake.
Wat is de conclusie van Draaisma?
"Honderd
procent zeker weet je het natuurlijk nooit, maar de geheugenwetten zijn
in Ruttes nadeel. Het meest waarschijnlijke scenario is dat hij heeft
gejokt, ook donderdag in het debat in de Tweede Kamer."
Dat
is wel een hele mooie: 'geheugenwetten'. Het is volstrekt onduidelijk
dat er iets bestaat als een geheugen. Zelfs als je aanneemt dat het wel
bestaat, wordt er vaak niets in opgeslagen, terwijl er op andere
momenten juist stiekem wel weer iets in wordt opgeslagen.
Je ziet ook hier weer dat dogmatische redeneren. Eerst veronderstellen dat Rutte gejokt moet hebben en dat vervolgens bij hoog en laag volhouden.
Als je gelooft dat Rutte
jokte, moet je dat ook hard maken. En niet aankomen met een hoop slap geleuter. In dit geval
kun je natuurlijk nooit aantonen dat Rutte jokte, omdat het heel goed
kan zijn, dat hij zich die opmerking inderdaad niet herinnert.
Ook weet je niet of die opmerking echt gemaakt? Ik wil het graag geloven, maar pas als ik overtuigende evidentie gezien heb. In het Engels: show
me the evidence. Laat me de data zien.
Voorlopig is de situatie
dus dat drie aanwezigen zich niets van die beweerde opmerking
herinneren. Als je dan wilt aantonen, dat de opmerking inderdaad gemaakt is, moet je iets zeer overtuigends hebben als een bandopname. En dan een bandopname, waarvan je met zekerheid
kunt stellen dat er niet mee geknoeid kan zijn. Dat is nogal wat. Dat zie ik voorlopig niet gebeuren.
Kortom, dit lijkt me een gigantisch broodje aap
verhaal dat kennelijk door elkaar napratende mensen, die
niet al te kritisch zijn, automatisch geloofd wordt. Met andere woorden:
in Nederland zit op belangrijke posities een grote collectie
volgelingen/gelovigen. Mensen die kennelijk hoog scoren op rechts
autoritarisme (RWA). Mensen die nooit geleerd hebben, kritisch na te
denken.
Dat doet het ergste vrezen voor de toekomst.