Onregelmatig periodiek over empirisch onderzoek naar discriminatie en agressie
Onze missie: -- "To boldly go where no man has gone before!" --
Onderwerpen: discriminatie, meten van fascisme, F-schaal, rechts autoritarisme (RWA), sociale dominantie (SDO), bevooroordeeldheid (prejudice), systeem 1 vs systeem 2 denken (snel denken vs langzaam denken)
Dr. Mik van Es -- psycholoog, psychometricus
dinsdag 11 september 2018
Wereldwijde verrechtsing?
Laatst bijgewerkt op 12-9-2018 om 2.49
Wat me deze maandag opvalt in de Volkskrant is het grote aantal artikelen dat op een of andere manier te maken heeft met de verrechtsing. Op een of andere manier lijken de mensen steeds rechtser te worden. Ik denk dat te merken op straat, in de buurt. Ik hoor verhalen van anderen waarin ik dat denk te herkennen. Maar het valt ook in de krant te lezen voor wie weet, waar hij op moet letten.
Te schuine auto
Laat ik eerst een voorbeeld geven uit eigen ervaring. Ik laat onze hond vaak uit in een natuurgebied en heb dan de gewoonte de auto in de berm te parkeren. Soms komt daar de boer langs met een grote landbouwmachine. Het is dus verstandig de weg volledig vrij te laten en de auto goed in de berm te zetten. Daar zit echter een ondiepe greppel, zodat de auto behoorlijk schuin komt te staan.
Wie dus nadenkt, kan weten dat de chauffeur van de auto van het vooruitziende type is. Ik bedoel dat niet als borstklopperij. Wie een auto parkeert, behoort eerst even na te denken. Niet iedereen blijkt dat echter te doen. Ik heb daar dus ook wel eens meegemaakt dat iemand zijn auto geparkeerd had precies voor het hek van het weiland even verderop. Het was vroeg, zo'n vijf uur in de ochtend en de bestuurder dacht kennelijk: om dit tijdstip is er toch nog niemand. Behalve dus die boer, die met zijn trekker die een pak hooi moest halen.
Die mevrouw maakte het echter op het gebied van 'niet en wild denken' zo mogelijk nog bonter. Zij liet haar hond uit en ik mijn hond. Ik zag al van ver dat ze nogal paniekerig was. Een hond is maar een hond, het is dus belangrijk dat het baasje een bepaalde rust uitstraalt. Maar dit baasje straalde vooral paniek uit. Gelukkig ging alles tussen de honden goed en we maakten een praatje. Al snel kwam het gesprek op die vreemde auto. Die auto stond zo schuin geparkeerd, daar moest wel iets mee aan de hand zijn. Dat kon geen zuivere koffie zijn. Vast een crimineel of een terrorist. Ze had het nummer alvast van buiten geleerd, zodat ze de politie niet met lege handen tegemoet hoefde te treden. Of ik die auto ook had gezien?
Waarom denk ik dat deze aardige en sympathieke mevrouw 'rechts' is? Ze is overdreven angstig. Ze overziet zaken niet. Ze trekt ongefundeerde conclusies en gelooft die vervolgens als absolute waarheden. Ze is als het ware het contact met de realiteit wat kwijt. Ze leeft in de virtuele wereld van haar eigen verhalen. In plaats van rustig en logisch te denken, springt ze naar ongefundeerde conclusies, die ze vervolgens niet relativeert, maar zelf als absolute waarheid gelooft.
Dit is slechts een enkel voorbeeld, maar de laatste tijd lijken dit soort voorvallen steeds vaker voor te komen en hoor ik ze ook van anderen.
Might makes right
Wat denk ik op het punt van verrechtsing in de Volkskrant van 10 september 2018 te zien? De Volkskrant opent met een mooie foto van Howick en Lili, die er dolgelukkig uitzien. De kop luidt: "Ineens mochten ze toch blijven". De subkop luidt: "Na ellenlang getouwtrek mogen Lili en Howick in Nederland blijven. Staatssecretaris Mark Harbers zwichtte op het allerlaatste moment voor maatschappelijke druk en 'actuele ontwikkelingen'. Reconstructie van een bloedstollend slot van een jarenlange asielprocedure."
Ik vind het heel mooi dat Howick en Lili mogen blijven. Ik begrijp ook niet goed, waarom ze niet zouden mogen blijven. Wat ik echter niet begrijp, is waarom eerst -- bij wijze van spreken -- 128 keer gesteld wordt dat ze niet mogen blijven en dat ze vervolgens, op het laatste moment op grond van 'maatschappelijke druk en actuele ontwikkelingen,' opeens wel mogen blijven. Dit is bezwijken voor maatschappelijke druk en bedreiging. Dit is een typisch verhaal van: wij als machthebbers, hebben het recht om te doen wat we willen doen. De strongman beslist, en in dit geval is die strongman: Mark Harbers.
Is het plausibel dat Mark Harbers rechts is en het met harde regels niet al te nauw neemt? Ik geloof niet dat je bij voorbaat iedere VVD'er moet uitmaken voor 'rechts'. Net zo min als dat je PvdA'ers bij voorbaat moet beschouwen als 'links'. Maar het lijkt onmiskenbaar dat de huidige VVD-top die belangrijke posities vervult in de partij en het bestuur van het land, het met de regeltjes vaak niet al te nauw neemt. Wat dat betreft, past het dus in het plaatje. En je niet houden aan regels is iets dat toch echt vooral hoort bij double-highs, alfa's en rechts. Het credo is: 'Might makes right.' Omdat we de macht hebben, staat het ons vrij om te doen wat we willen doen.
Arabische Lente
Op pagina 2 van de Volkskrant staat deze maandag een artikel over Idlib: "Syrië opent samen met Rusland aanval op Idlib." De subkop, die in dit geval boven de kop staat, luidt: "Provincie is laatste enclave in handen van opstandelingen." In Syrië woedt een burgeroorlog, die ooit begonnen is met de Arabische Lente. In feite is het een strijd om de macht. Die strijd in Syrië heeft inmiddels volgens Wikipedia.nl (hier) meer dan 220.000 doden gekost.
Zou de situatie in Syrië echt verbeteren als de opstandelingen zouden winnen? In het Westen is dat lang gedacht. Het land moest democratisch worden en de opstandelingen beweerden dat na te streven. Persoonlijk geloof ik dat niet zo. Een wisseling van de macht is precies dat. Er komen nieuwe machthebbers, maar uiteindelijk verandert er niet veel. Vaak gaat zo'n machtswisseling gepaard met strijd, geweld en oorlog en veroorzaakt dat een giga chaos en veel doden. Daarna is iedereen blij dat er tenminste weer een stabiel regiem is.
Oorlog, geweld en strijd om de macht zijn typisch zaken van alfa's en van rechts. Alfa's voeren bende-oorlogen en vechten voortdurend om de macht. Wat zijn de oorzaken van de Arabische Lente? Dat valt natuurlijk nooit met zekerheid te zeggen. Wie zich echter enigszins verdiept in de Arabische cultuur, ziet dat men uitermate hoog scoort op de alfa-bètafactor. Men denkt veel vaker in termen van macht en status, dan in termen van productie en het oplossen van problemen. Men gelooft veel meer in het recht van de sterkste, dan in het recht van de Wet.
Als die veronderstelling klopt, zou je verwachten dat men geen democratisch staatsbestel heeft, dat de productie tegenvalt en dat er veel corruptie en geweld is. Men is meer bezig elkaar te bestrijden dan dat iedereen bezig is met produceren en het oplossen van problemen. De link hiervoor leidt naar een tabel op Wikipedia.nl, die precies dat laat zien.
De 'revolutie' van 1968
De Arabische Lente doet me denken aan het revolutiejaar 1968 in het Westen (hier). Wij waren overwegend na de oorlog geboren. Wat we hadden meegemaakt, was dat het ieder jaar beter werd. We hadden nog nooit gewerkt, maar we hoefden onze bekjes maar luid krijsend open te sperren en ze werden gevuld. We dachten ook zeker te weten, dat we belangrijk beter opgeleid waren dan onze ouders, die vaak niet of amper een formele schoolopleiding hadden. Wat ze wisten en geleerd hadden, hadden ze zichzelf en via avondstudie eigen gemaakt. Iets waar je in onze ogen niet echt mee kon scoren.
De oorlog was achter de rug, het ging ieder jaar automatisch beter en we wisten zeker dat we nooit weer de fouten zouden maken die onze ouders eerder altijd gemaakt hadden. Dankzij ons superieure verstand en onze geweldige opleiding zouden we vanaf nu alles veel beter gaan aanpakken. De vooruitgang lachte ons toe, dachten we.
Handige jongens wisten met gladde praatjes op die gevoelens in te spelen. Het revolutiejaar leidde uiteindelijk tot niets, maar de handige jongens zaten een tijdje later in de Tweede Kamer of waren hoogleraar. Hun verhalen bleken hol, maar zelf waren ze er belangrijk beter van geworden.
Ging het daarna echt beter? Ik geloof dat niet zo. De welvaartsgroei is nog even doorgegaan, maar niet meer zoals eerst. Mijn vader werkte en onderhield het gezin. We hadden een auto, een huis. Nu zijn beide ouders hoogopgeleid, maar ze moeten beide werken. We hebben een auto, een soortgelijk huis. We hebben het zeker niet slecht, maar op een vreemde manier moet er nu langer gewerkt worden om hetzelfde resultaat te boeken, terwijl de uitvoerenden belangrijk hoger zijn opgeleid. Kennelijk is het systeem dus belangrijk inefficiënter geworden. Ondanks al die huishoudelijke apparaten, ondanks de inzet van automatisering en computers, moet er nu langer gewerkt worden om hetzelfde resultaat te boeken.
In feite is het nog erger. In die tijd was het heel normaal als je rond je zestigste werd afgekeurd. Je kreeg dan een goed vervroegd pensioen dat ook nog eens waardevast was. En iedereen kreeg met 65 de volle AOW. Dat is allemaal verleden tijd.
De technologische en wetenschappelijke vooruitgang heeft er op een of andere manier alleen maar toegeleid dat sommige mensen langer en harder moeten werken. De maatschappelijke verschillen zijn niet kleiner geworden, maar groter. De samenleving is niet minder hard geworden, maar juist harder. De samenleving is niet democratischer geworden, maar juist minder democratisch. De samenleving is ongelijker en rechtser geworden.
Fascistische Zweden
Terug naar de Volkskrant. Op pagina 4 en 5 een groot stuk over de uitslag van de verkiezingen in Zweden. De kop luidt: "Sociaaldemocraten blijven grootste partij in Zweden". De subkop luidt: "De rechts-radicale Zweden Democraten boekten zondag de grootste verkiezingswinst, maar eindigden toch als tweede partij. De formatie zal lastig worden, want links noch rechts lijkt een meerderheid te hebben gehaald."
Ook Zweden heeft last van de 'rise of the right'. De opkomst van rechts. Wat zegt (volgens het artikel) Henry Hansen (78), gepensioneerd ingenieur, daarover. "De politici in Zweden hadden al lang geleden de grenzen moesten sluiten. Dat klinkt misschien gek uit de mond van iemand die zelf ooit naar Zweden is gevlucht. Maar toen ik in 1968 vanuit het toenmalige Tsjechoslowakije naar Zweden kwam, was dit een ander land. In mijn land van oorsprong was er een communistische dictatuur. Hier vond ik de echte sociaal-democratie in een vrij land waarin iedereen het ongeveer even goed had. Dat land is verdwenen. Ik zie hier nieuwe armoede en nieuwe ongelijkheden ontstaan. Zelf heb ik het als gepensioneerde nog redelijk goed met een pensioen van 22 duizend kronen (ruim 2.000 euro) in de maand. Maar ik spreek ook gepensioneerden die moeten rondkomen van maar 7.000 kronen (ongeveer 650 euro). Tegelijk spendeert de regering belastinggeld aan laaggeletterde immigranten uit Afrika. Velen van hen zullen hier nooit aan het werk komen en nooit bijdragen aan de welvaartsstaat. Dat vind ik krom."
Volgens het soortenmodel bestaat een moderne landbouw-samenleving uit twee tegenstrijdige culturen. De bètacultuur produceert en vormt de basis onder de samenleving. De alfacultuur exploiteert de macht die ze heeft, door belasting te heffen en geweld uit te oefenen. Die alfacultuur bestaat in beginsel uit drie lagen: de elite (de 'men of words'), de uitvoerders die na de elite komen (de 'men of action') en aan de basis het leger van de volgelingen/gelovigen (de 'fanatics'). Revoluties beginnen altijd doordat 'men of words' volgelingen/gelovigen proberen te mobiliseren, zodat ze macht krijgen. Door die macht trekken ze vervolgens begaafde 'halve bèta's' aan (de 'men of action'), die maar één zwak hebben: ze willen, koste wat het kost, de top bereiken.
Het doel van de machtige groep is dus niet het land optimaal besturen, maar macht. Die macht wordt vervolgens vertaald in willekeur, geld, vrije tijd en seks. Het doel van de machtige groep is dus nooit het grote leger van volgelingen/gelovigen te dienen of het totale land gelukkig te houden. Het doel is altijd er zelf op een handige manier beter van te worden. Werken is voor de dommen. Iedere machtige groep krijgt daardoor vroeg of laat problemen met haar basis waaraan ze haar macht ontleent. Het leger van de systematisch ontevredenen.
Volgens de kritiek van Hansen functioneert de machtige groep niet meer goed. Zweden is een rijk land, dat stevige belastingen heft, maar vervolgens verdwijnt alles in een bodemloze put. Het resultaat is dat een kleine groep in extreme weelde leeft, terwijl de basis van de machtige groep op een houtje moet bijten. Dat zet kwaad bloed.
De kritiek van Hansen doet denken aan de kritiek van Trump-aanhangers op Obama en Clinton. De blanke middenklasse, die het financieel in doorsnee niet zo slecht heeft, ziet allerhande programma's waarbij zwarte Amerikanen bevoordeeld worden. Doordat ze niet onafhankelijk zijn, maar afhankelijk van hun werkgever of van de overheid, zien ze dat als extreem oneerlijk.
Ik denk dat hetzelfde probleem ook in Nederland speelt. De Nederlandse overheid legt een groot beslag op het nationaal inkomen en verdeelt dat vervolgens op een manier die haar goeddunkt. Het gevolg is dat steeds meer mensen afhankelijk worden van de overheid en dat iedereen steeds bozer wordt, omdat men bij voorbaat zeker weet, minder te krijgen dan anderen.
Dit is dus een typisch probleem van alfaculturen. Ze kunnen alleen bestaan door geld af te romen en dat vervolgens weer uit te delen. Verder hebben overheden altijd de neiging te groeien. Hoe meer geld men afroomt, hoe meer er valt te verdelen. En daarmee groeit de woede, de ontevredenheid en de maatschappelijke ontwrichting. Het gevecht om de buit wordt steeds belangrijker, terwijl het gevecht tegen de natuur om maximaal te produceren naar de achtergrond schuift.
Fascistische Duitsers
Op pagina 10 en 11 vervolgens een groot stuk over de onlusten in Chemnitz. Het spandoek op de foto stelt over de volle breedte: "WIR SIND DAS VOLK!" De titel van het artikel luidt: "Ongemakken over een nieuw racisme". De subtitel luidt: "De onrust in Chemnitz gaat allang niet meer over de dodelijke steekpartij waarvan migranten worden verdacht. 'Rechts' en 'links' staan tegenover elkaar. Hoe reageert het politieke midden?
Wat ik me meen te herinneren uit de boeken van Karl May was dat het in deze streek ook al voor 1900 een vrij moeilijke bevolking was. Sommige streken hebben dat nu eenmaal. Men voelt zich snel tekortgedaan. Men is snel boos. Men denkt vaker negatief, dan positief. Men denkt meer in termen van strijd en macht dan in termen van gelijkheid en productie. Ook in de eerdere blogpost over Chemnitz kwam dat al aan de orde (hier).
Een punt dat me opvalt in het artikel, is dat het in Chemnitz helemaal niet slecht gaat op het moment. De welvaart lijkt na de Wende juist toegenomen te zijn. Een verschijnsel dat ook al in de Bijbel werd beschreven: naarmate men het beter kreeg, werd men ontevredener en agressiever. Ook in het revolutiejaar 1968 had men het in het Westen uitermate goed. De zaken gingen niet slechter, maar juist steeds beter.
Hoe valt dat verschijnsel te begrijpen? De onderlaag van de alfacultuur bestaat uit volgelingen/gelovigen. Mensen die zelf niet nadenken, maar wel agressief zijn. Althans veel agressiever dan de allerlaagsten die met scherp nadenken de productie verzorgen en de zaak draaiende houden. Op het moment dat de zaken steeds beter gaan, wordt dat gedrag van de volgelingen/gelovigen versterkt. Hun agressieve gebabbel lijkt te resulteren in vooruitgang. Het resultaat is dat ze nog harder gaan schreeuwen en nog meer overtuigd raken van hun bijzonderheid.
Op het moment dat de zaken steeds slechter beginnen te gaan, reageren de volgelingen/gelovigen met de omgekeerde reactie. Het gaat slecht, dat is niet hun schuld, maar iets dat over hen komt. Ze reageren dus met depressieve gevoelens. Ze zien het niet meer zitten. Ze worden passief. Er is een strongman nodig om ze weer in beweging te krijgen, als dat al lukt. Want door hun sterke alfaresponse kan die negatieve, agressieve emotie ook hen zelf treffen.
Jesse Klaver als strongman
Op pagina 14 en 15 een artikel over Jesse Klaver. De kop luidt: "'Investeer miljarden in publieke sector.'" De subkop luidt: "Tijdens de afsluiting van zijn kantinetour roept Klaver op tot actie tegen afschaffing van dividendbelasting."
Een propaganda-verhaal van iemand die de emoties van zijn doelgroep probeert te bespelen. Een typisch strongman-verhaal dus. Weinig links aan, behoorlijk rechts. Allereerst gaat het in verhouding om een vrij pietluttig bedrag. Wat echter het meeste opvalt, is dat de bezwaren tegen afschaffing voortdurend volstrekt emotioneel zijn. Kennelijk vindt men het niet nodig serieus en onbevangen over het probleem na te denken. Een bewijs van verrechtsing.
Het verhaal van Klaver om miljarden extra in de publieke sector te investeren, is: geloof me, volg me, dan komt alles goed. Zodra men echter aan de macht is, gaan wel de belastingen omhoog, maar is vervolgens al snel onduidelijk wat er precies met dat geld gebeurt en hoe effectief en efficiënt dat wordt ingezet. Geld heeft de merkwaardige eigenschap te verdwijnen. En dat zal dus ook hier gebeuren. Hoe groter de machtige groep wordt, hoe moeilijker het wordt iedereen binnen die groep in bedwang te houden.
Het is een typisch strongman verhaal van iemand die zichzelf uitgeeft als 'links'. Het vergroten van de publieke sector leidt onvermijdelijk tot een verdere verrechtsing. Het Zweedse probleem ligt ook hier levensgroot op de loer.
Een Nederlandse goeroe
Op pagina 16 in de rubriek Het eeuwige leven een necrologie over Frea Janssen-Vos. De titel luidt: "Goeroe van het Nederlandse kleuteronderwijs." De intro luidt: "Zij was een praktische idealist met charisma, die dingen voor elkaar kreeg: ze maakte school in het kleuteronderwijs met haar 'spelend leren'."
Op onderwijsgebied bestaat veel religie en weinig harde wetenschap. Onderwijzers schijnen vaak iets te hebben met 'mooie' verhalen. Wie onderwijs op een empirisch wetenschappelijke manier benadert, krijgt bakken vol woede, kritiek en onwaarheden over zich heen. Ik ben op dit punt helaas ervaringsdeskundige. We geloven in onderwijs en we zien onderwijzers als een soort dominees. Dus een 'goeroe' van het Nederlandse kleuteronderwijs, doet het allerergste vermoeden.
Wanneer die goeroe dan ook nog 'idealist' is, en 'charisma' heeft en tenslotte nog een vrij belachelijk concept als 'spelend leren' aan de man probeert te brengen, is men geneigd te denken dat het om een alfa moet gaan. Iemand die vol overtuiging gebakken-lucht verhalen aan de man weet te brengen. Ook iemand die vrijwel zeker niet in staat is, tot het doen van serieus wetenschappelijk onderzoek.
Klopt mijn inschatting? Ze blijkt een boek geschreven te hebben (in 2012) dat getiteld was: "Baanbrekers en boekhouders, herinneringen aan 50 jaar kleuters." De necrologie vermeldt dat zij koos voor 'baanbrekers.' "Mensen die wilden vernieuwen. Boekhouders waren in haar ogen mensen die werkten volgens de regels en de instructies."
Wie de moeite neemt de necrologie wat preciezer te lezen, ziet dat ze kennelijk slechts enkele jaren als kleuterleidster gewerkt heeft, daarna had ze er genoeg van en ging ze anderen vertellen hoe het moest. Haar ervaringen met kleuters waren dus nogal beperkt. Voor alfa's een niet ongebruikelijke strategie. Ze hebben een missie de wereld kond te doen van een blijde boodschap die de Heer alleen aan hen verstrekt heeft.
Een beschrijving van haar geweldige idee, Ontwikkelingsgericht onderwijs, valt hier te vinden. Is er evidentie dat haar 'methode' overdraagbaar is? Nee. Is er evidentie dat haar 'methode' werkt? Nee, want als die er was, zou dat wel vermeld staan en zou men bovendien eerst dat probleem van de overdraagbaarheid moeten oplossen. In onderwijsland zijn vrijwel geen methodes te vinden die daadwerkelijk overdraagbaar zijn en die daadwerkelijk effectief zijn. Interessant genoeg zien onderwijzers dat echter niet als een probleem, maar als iets moois. Onderwijs is iets ongrijpbaars, dat alleen zij begrepen denken te hebben.
Deze Nederlandse goeroe van het Nederlandse kleuteronderwijs betitelde zichzelf als: 'onderwijspedagoog'. Wat was echter haar voornaamste interesse? Volgens haar Linked-in profiel was dat . . . : 'onderwijsmanagement'. Ik vind het begrip 'onderwijspedagoog' al behoorlijk suspect. Er bestaat niet een wetenschapsgebied als 'onderwijspedagogiek'. Het is een Nederlands verzinsel. Maar hier heb je een 'onderwijspedagoog' die zegt vooral interesse te hebben in 'onderwijsmanagement'. Ze realiseert zichzelf kennelijk de tegenstelling niet. Voor haar waren het twee indrukwekkend klinkende termen, die voor haar gevoel daarom helemaal oké waren. Iemand die informatie dus gevoelsmatig verwerkt, een typische babbelaar. Hele verhalen gebaseerd op niets. Vergelijkbaar met Donald Trump.
Had ze als ouder ervaring met spelende kinderen? Nee, ook dat had ze niet, ze had geen kinderen. Volgens haar verhaal was dat een bewuste keuze. Andere mensen vertellen hoe je kinderen nuttig kunt laten spelen, maar zelf die baan zo snel mogelijk ontvluchten en vervolgens het moederschap niet aandurven. Het lijkt me kortom nogal een uit de lucht gegrepen verhaal dat ze haar leven enthousiast en vol overtuiging vertelde. Het publiek wil bedrogen worden en zij vond dat geen probleem.
In welke tijd groeide deze goeroe op? Ze werd in 1942 geboren en groeide dus op in een tijd van toenemende welvaart en toenemende alfaïsering.
Digitaks
Op pagina 8 blijk ik een stuk over de digitaks overgeslagen te hebben. De titel luidt: "EU-voorzitter verwacht snel akkoord digitaks." De EU wil onder leiding van de tijdelijke voorzitter Oostenrijk komen tot een akkoord tussen de lidstaten over de invoering van een digitaks. Dit is een speciale, nieuwe belasting om de winsten van grote internet-bedrijven als Google af te romen.
Ik zou denken dat er juist veel te veel belastingen zijn en waarom zou Europa opeens zelf een aparte belasting op internet-bedrijven moeten invoeren? Een bedrijf als Google maakt misschien wat winst, maar zet in ruil daarvoor ook veel neer. Het onderzoek dat ik samen met mijn vrouw publiceerde in ons proefschrift, zou zonder Google niet mogelijk geweest zijn, althans nooit op hetzelfde niveau. Hetzelfde geldt voor het onderzoek dat ik in deze blog publiceer. Ook die blog wordt door Google mogelijk gemaakt, zonder dat men een tegenprestatie in de vorm van reclame vraagt. Men lijkt zich dus niet goed te realiseren, hoe veel nuttigs grote internet-bedrijven soms ook neerzetten.
Het lijkt me dus vooral een door emoties ingegeven voorstel en niet een voorstel waar serieus over nagedacht is. Het is dan dus vooral een rechts voorstel. De machtige partij probeert haar macht te vergroten ten koste van anderen. Uiteindelijk wordt de consument (en de wetenschapper) daar de dupe van.
De EU als een vlot op zee
De kritiek op de Zweedse staat die hierboven door Hansen werd verwoord, lijkt op de kritiek van Arnout Brouwers op de EU (p. 18). De titel van zijn column is: "De VS stuurloos? In Europa geldt: ieder zijn eigen plank."
Brouwers vraagt zich af: hoe we in het drama van Trump en Brexit zijn terechtgekomen? Dat komt door de kiezers die bij democratische verkiezingen hun ongenoegen over de traditionele leiders laten blijken en massaal kiezen voor populisten. Hij neemt als voorbeeld de mondiale financiële crisis, zoals die tien jaar geleden na het omvallen van Lehman Brothers ontstond. De banken werden gered, de burgers moesten betalen. Geen wonder dat populisten zo populair zijn, vindt hij.
Op dit moment wordt de EU nog gedragen door Duitsland en in mindere mate door Frankrijk. Maar beide landen hebben grote problemen met de opkomst van rechtse populisten. Hij komt dan met de volgende beeldspraak: "Op dat broze vlot moet Europa de storm door. En het gekke is: op dat vlot wordt nauwelijks nog gewerkt aan sterkere zeilen. Integendeel. De uitkijk op de nok is reeds lang gekielhaald en de scheepsmaatjes met de grootste mond lijken echt te denken dat als ze maar een groot genoeg gat kunnen slaan in de romp, alles vanzelf wel goed zal komen. Ieder zijn eigen plank."
Ik denk dat een mooie omschrijving is van het alfa-denken. Men is zo druk bezig met de macht en het elkaar bestrijden, dat men vergeet dat men samen in een uiterst wankel bootje zit. Men ziet als het ware de storm en de zee niet meer, maar slechts de ander, die teveel heeft en gevaarlijk is en overboord moet.
Recht op geluk of proberen iets nuttigs te doen?
Alsof het nooit ophoudt, staat daarnaast een stuk van Esther van Fenema, psychiater, met de titel: "Zonder zingeving overleven we niet."
We zien geluk als iets waar we recht op hebben. Wanneer het even tegenzit, melden we ons bij de hulpverlening, want het probleem moet opgelost en liefst door iemand anders dan wijzelf. Depressie is een groot probleem aan het worden. Dan hebben we de burn-outepidemie. Meer dan een miljoen mensen die antidepressiva slikken en stijgende zelfmoordcijfers. Alles moet leuk zijn en geluk is de norm. Zij stelt daar tegenover de benadering van Viktor Frankl: je maakt lijden dragelijk door iets zinnigs te gaan doen. Hij zat in het concentratiekamp en schreef ondertussen in zijn hoofd, zijn boek over het kampleven en zingeving.
Zelfmoord en depressie kun je niet los zien van de alfa-bètafactor. Bèta's zijn gewend aan discriminatie, ontberingen, ellende en problemen. Maar de boer (of bèta), die ploegt voort. Vroeg of laat moet er eten komen en dan is hij degene die daarvoor zorgt. Bèta's gaan dus lang en stug door omdat ze geloven dat wat ze doen, gedaan moet worden. Alfa's daarentegen hebben de gewoonte ontwikkeld om alles in het emotionele vlak te trekken. Tegenslag wordt dan vertaald in depressie of in woede. Beide emoties kunnen zich gemakkelijk richten tegen aan de ene kant anderen, maar aan de andere kant ook tegen de persoon zelf.
In zulke gevallen werkt cognitieve gedragstherapie soms, want je moet het wel zelf doen. De basis van REBT (Rational Emotive Behavioral Therapy) is dat je mensen rationeler leert denken over hun problemen. Je probeert ze minder te laten babbelen en meer te laten denken. Je leert ze (vermoedelijk) hun score op de alfa-bètafactor te verlagen.
Het vreemde van elektrisch autorijden
Ik ben nu nog maar op pagina 19. Een ingezonden brief van Theo Hillebrand raadt niemand aan om elektrisch te gaan rijden. Het klinkt mooi, maar de praktijk is hard, omdat de auto niet zo ver komt en opladen vaak geen optie is. De laadpalen zijn schaars en traag. Hij heeft nu een jaar ervaring en vindt het helemaal niks.
Waar zie ik bij mij in de buurt grote, dure elektrische auto's staan? Soms twee, want als de man een heeft, volgt de vrouw. Dat is bij grote, indrukwekkende, keurig onderhouden huizen van mensen die baden in weelde. Ze zijn dus erg op geld, erg op grote, indrukwekkende huizen, erg op netjes, als het er maar keurig uitziet. En dan die twee grote elektrische auto's. Ik zou dus inderdaad denken dat dat vaak om alfa's moet gaan. Ze focussen op uiterlijkheden.
Omdat die met systeem-1 'denken', is een elektrische auto een prachtig iets. Je voelt het gewoon. Je voelt de emotie. Je weet het onmiddellijk en je weet het zeker. Auto's vertellen dus soms ook het nodige over de persoonlijkheid van de bezitter, hoewel we natuurlijk niet te snel naar conclusies moeten springen. Want zoals Feynman ooit opmerkte: niemand is er zo gemakkelijk tussen te nemen als wijzelf.
Wat is het meest schrijnende pillenprobleem?
Ik eindig met een stukje van Joost Zaat, de huisarts die een vaste column schrijft. De titel is: "Het pillenprobleem bestaat niet." Hij is uitgenodigd bij een debat in het kader van een boekpresentatie over het 'pillenprobleem.' De vraag die hij daar krijgt, is: "Wat is voor jou het meest schrijnende pillenprobleem?"
Hij weet dat niet zo goed. Hij vindt die term 'schrijnend' in de vraag ook bedenkelijk. Waarom alles onmiddelijk in het emotionele vlak trekken? Natuurlijk zijn er wel problemen, maar deze formulering vindt hij wat erg kort door de bocht. Kortom, hij heeft niet een gezellige babbel over een duidelijk probleem, waar hij als geniaal individu een perfecte oplossing voor heeft. Afgaande op zijn stukje, denkt hij behoorlijk als een bèta. Lijkt me een goede huisarts, maar is duidelijk niet wat een publiek bij een debat leuk vindt om te horen.
Ik heb nu echt nog niet alle stukjes gehad, die verband houden met de alfa-bètafactor, maar het is voor het moment even mooi geweest. De twee manieren van denken, van reageren, die de alfa-bètafactor opspannen, kom je voortdurend weer tegen en staan voortdurend tegenover elkaar. Wie de ene kant omarmt, kan de andere kant niet meer omarmen. Het is niet delen, maar kiezen.
Als ik gelijk heb en de titel van deze blogpost klopt, kiezen we tegenwoordig steeds vaker voor de emotionele babbel die het bij de volgeling/gelovige goed doet en veel minder vaak voor het gerichte, kritische nadenken van de sceptische boer en ambachtsman, dat niet leuk is om naar te luisteren, maar wel klopt met de harde feiten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten