donderdag 27 september 2018

Het mooie van nepnieuws


Laatst bijgewerkt 30-09-2018 om 13.53


De column in de Volkskrant is getiteld: Droge of natte voeten. Ik zou geneigd zijn daar een vraagteken achter te zetten, want dat is de vraag waar het stuk om draait.

De column is van Marjon Bolwijn en stond in de krant van 25 september 2018. Voor alle duidelijkheid, met die column lijkt me weinig mis. In het kader van de rap stijgende zeespiegel (althans daar heeft de subkop het over) is Bolwijn gaan praten met dijkgraaf Luc Kohsiek. Het gebied waarvoor de dijkgraaf verantwoordelijk is, is alles in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal. Dat is een leuk lapje grond.

Bolwijn is met hem gaan praten, heeft opgeschreven wat haar verteld werd en dat leverde een leesbaar stukje in de krant op over een vraag die ons ondertussen allemaal een beetje bezig zou moeten houden. Houden we nog droge voeten of moeten we in de toekomst rekenen met overstromingen?

Wanneer je de column van Bolwijn als 'nepnieuws' gaat betitelen, draaf je door. Er is niets mis mee. Maar als ik haar column lees, wordt het me toch wat ongemakkelijk.

Bolwijn heeft misschien met opzet het einde wat dubbelzinnig gekozen. De dijkgraaf zegt: "We zijn geen Bangladesh. Nederland heeft expertise en geld genoeg om watersnoodrampen te voorkomen. Wij zijn ook geen Amerika, dat liever eerst mensen in veiligheid brengt en dan pas gaat kijken hoe een overstroming te voorkomen. We denken ver vooruit." Bolwijn vervolgt en eindigt dan haar column zelf met: "Oftewel: gaat u maar rustig slapen."

Dat is, voor mensen die de historie wat kennen, een nogal macabere uitspraak en het zou me niet verbazen wanneer Bolwijn die ook zo bedoelde. Ogenschijnlijk schrijft ze keurig op wat de dijkgraaf haar vertelt. Maar bijna stiekem en heel terloops roept ze iets op, dat de dijkgraaf juist niet wilde zeggen.

De Nederlandse Wikipedia vermeldt over die beruchte 'ga maar rustig slapen' uitspraak van Colijn het volgende.
"Na de Duitse bezetting van het Rijnland, die een schending was van het Verdrag van Locarno, hield Colijn op 11 maart 1936 een befaamde radiotoespraak. Hij wees op de internationale spanningen en kondigde aan dat winterlichting '35 langer onder de wapenen zou blijven. Dit was, aldus Colijn, slechts voorzorg. 'Daarom maan ik nog eens aan om zich niet te laten verontrusten.' Hij beëindigde zijn radiorede zo: 'Ik verzoek den luisteraars dan ook om wanneer ze straks hunne legersteden opzoeken, even rustig te gaan slapen als ze dat ook andere nachten doen. Er is voorshands nog geen enkele reden om werkelijk ongerust te zijn. En daarmee, geachte luisteraars, laat ik u over aan de verpozing die de radio u pleegt te bieden. Goedenavond.'"

Ruim vier jaar later zouden de troepen van Hitler Nederland binnen marcheren. Er zijn op internet allerhande mensen te vinden, die geloven dat vier jaar een eeuwigheid is. Wie echter in het zicht van een naderend conflict zijn leger moet opbouwen, moet oefenen en op sterkte moet brengen, heeft aan vier jaar niet genoeg. Hitler kwam begin 1933 aan de macht en was in mei 1940 in feite nog steeds niet op volle oorlogssterkte. Zelfs met een leider die volstrekt doelgericht is op dat ene punt en die volstrekt totalitair denkt en regeert, is zeven en een half jaar eigenlijk te kort.

Wanneer Nederland echter vanaf 11 maart 1936 de hand aan de ploeg had geslagen en gedaan had, wat men had moeten doen, was er nooit een Tweede Wereldoorlog geweest in de vorm zoals die er nu geweest is. Het verhaal van Colijn was nepnieuws van het ergste soort, dat uiteindelijk aan bijna twee honderdduizend landgenoten het leven zou kosten.

Wat bedoel ik hier met 'nepnieuws'? Ik bedoel ermee dat het verhaal van Colijn vermoedelijk bij veel mensen de suggestie wekte, dat er geen enkele reden was voor ongerustheid. In werkelijkheid was die reden er wel, want wie zich enigszins verdiept had in Hitler en wist dat hij inmiddels het Rijnland bezet had, begreep ook dat dit succes voor Hitler ongetwijfeld zou leiden tot verdere pogingen het Duitse gebied uit te breiden. Met de term 'nepnieuws' bedoel ik dus een verhaal dat vermoedelijk veel mensen een idee geeft, dat niet klopt met de feitelijke werkelijkheid.

Wanneer je 'nepnieuws' op die manier definieert, zie je ook dat nepnieuws nooit volledig objectief valt vast te stellen. Op het moment dat iemand zich immers realiseert dat het om nepnieuws gaat, is het -- strikt genomen -- geen nepnieuws meer. Iemand die het verhaal van een oplichter herkent als een poging hem bij de neus te nemen, haalt er zijn schouders over op. Nepnieuws kan dus alleen bestaan in combinatie met een publiek van goedgelovigen.

Is er geen neutralere term te vinden dan 'nepnieuws'? Inlichtingendiensten gebruiken de term 'intelligence' voor informatie die nuttig en gebruiksklaar is en 'desinformatie' voor informatie die bedoeld is de tegenstander te misleiden. Maar wie een telegram onderschept van de tegenpartij waarin ze laten weten op plaats X op tijd Y een opstand uit te lokken en doorheeft dat het desinformatie is, weet dan dus zeker dat hij zijn troepen op dat moment elders hard nodig heeft. Ook nepnieuws kan dus heel informatief zijn.

Achteraf gezien is het verleidelijk, je af te vragen, hoe Colijn zo 'idioot' kwam en hoe het mogelijk was dat zo'n 'halve gare' premier kon worden. Diezelfde vraag kan men echter ook over andere politici stellen, denk aan mensen als Hitler en Trump. Kennelijk was hij gefocust op macht en wilde alles doen om die macht te verwerven en te behouden. In dat kader vertelde hij de gelovigen wat ze graag wilden horen.

Dit verklaart ook dat Colijn in juli 1940 via een brochure enthousiast opriep om de Duitse leiding te accepteren. Hij wilde horen bij de mensen die de macht hadden, ook al ging het in dit geval om buitenlandse bezetters. Het pluche trok en het pluche trok onweerstaanbaar, in dat kader waren tweehonderdduizend doden niet relevant. Dat klinkt misschien wat cru, maar daar komt het uiteindelijk op neer, vrees ik. Ik kom in een volgende blogpost op dit punt terug.

Terug naar het verhaal over de dijkgraaf en het wassende water. Allereerst valt me een slordigheid in de column op. De subkop luidt: ''Zouden we wakker moeten liggen van de rap stijgende zeespiegel?" Het klinkt plausibel, maar het klopt niet. Op dit moment valt het met die stijging van de zeespiegel nog wel mee. Als de zeespiegel in het huidige tempo bleef stijgen, was het probleem heel wat beter beheersbaar. Het probleem is niet dat de zeespiegel nu al in een fors tempo omhoog schiet, het probleem is dat dat rond 2100 vermoedelijk wel gebeurt.

De redenen daarvoor zijn simpel. Op Groenland en Antarctica ligt een forse hoeveelheid ijs. Als het warmer wordt, gaat dat ijs smelten. In feite smelt dat ijs nu al en gaat dat smelten steeds sneller. Is dat erg? Ach, wat is erg? Maar het gaat wel om bijna 70 meter water. Misschien valt het mee en is het uiteindelijk slechts 65 meter, maar ook dat is een forse zeespiegel-stijging. Gaat die stijging in duizend jaar? Dan kom je op 7 meter gemiddeld per honderd jaar. Zo'n getal maakt een beetje voorstelbaar waar we hier precies over praten. Tegen zo'n stijging vallen geen dijken te bouwen.

Op dit punt heb ik misschien een voordeel dat de dijkgraaf niet heeft. Als kind had ik de gewoonte om dijkjes te bouwen om water te keren en daar ook meerdere keren de gelegenheid toe. Op het strand doet vrijwel iedereen dat, maar ik kon het ook elders uitgebreid oefenen. Wat ik daarvan geleerd heb, is dat het vrij gemakkelijk is om bijvoorbeeld 10 centimeter water tegen te houden. Maar 20 centimeter is opeens heel veel lastiger. En veertig centimeter is bijna een onmogelijke klus, althans met een schep. Ik dacht dat mijn maximum lag bij 50 of 60 centimeter en dat waren forse ondernemingen die je niet meer alleen kon uitvoeren.

Het diepste punt van Nederland ligt volgens Wikipedia op nog geen zeven meter beneden NAP (Nieuw Amsterdams Peil). Uitgaande van het NAP kunnen we dus bijna zeven meter water tegenhouden. Maar kunnen we ook tien meter tegenhouden? Dat is dus niet een beetje lastiger, maar onvoorstelbaar veel lastiger.

Nog niet zo lang geleden dachten waterbouwkundigen dat ze hooguit een verhoging van anderhalve meter aankonden. Daarna hield het op. In de column valt me dan nog iets op. De dijkgraaf is bestuurder en fysisch geograaf. Van waterbouwkunde heeft de man dus vermoedelijk amper verstand. Bestuurders hebben nooit veel inhoudelijke kennis, omdat ze vooral willen besturen en leiden. Fysisch geografen zijn misschien begaafde mensen, denk aan Willem Frederik Hermans, maar doorgaans geen technici.

Wie de column oppervlakkig leest, is geneigd te denken dat het met die natte voeten wel meevalt. Hier spreekt een deskundige die met zoveel woorden zegt dat we rustig kunnen gaan slapen. Maar wie beter leest, ziet dat aanbevelingen om rustig te gaan slapen, vaak het voorspel vormden van onvoorstelbare ellende. En vervolgens zie je dan dat de zogenaamde deskundige, op dit specifieke gebied vermoedelijk helemaal niet zo deskundig is en zich slechts baseert op emoties.

Er is geen enkele reden om de column als nepnieuws te betitelen, want de dijkgraaf heeft vast wel ongeveer gezegd, wat de column stelt. Althans, daar ga ik gemakshalve even van uit. Mag je het verhaal van de dijkgraaf als 'nepnieuws' betitelen? Dat lijkt me ook wat overdreven, want de dijkgraaf geeft vrijwel zeker 'zijn eerlijke mening'. Volgens hem loopt het zo'n vaart niet en dat is wat hij zegt. Je kunt de man moeilijk het recht ontzeggen zijn mening te verwoorden. Maar wie vervolgens uit het verhaal van de dijkgraaf concludeert dat er geen probleem is, maakt een interpretatiefout. Want de zeespiegel trekt zich van de mening van de dijkgraaf niets aan.


---------------------------------------------------------

We hebben nepnieuws nodig om beter te worden in informatie-analyse.

---------------------------------------------------------


Wie dus beter wil worden in informatie-analyse, heeft verhalen als die van Colijn en de dijkgraaf broodnodig. Misleidende verhalen zijn voor de informatie-analist, wat kaas is voor een muis. Wij moeten misleidende verhalen dus niet verbieden, maar juist waarderen en omarmen. Het zijn puzzels die uitdagen de juiste oplossing te vinden.

Mijn vader leerde vroeger aanstaande landbouwers om te gaan met verbrandingsmotortjes. Dat deed hij niet door ze te confronteren met een lekker lopend dieseltje, maar door ze te confronteren met een dieseltje dat niet liep. De vraag was: waarom loopt het ding niet? De opdracht was: zorg dat het wel gaat lopen. Je leert dus niet door om te gaan met dingen die al helemaal perfect zijn, maar je leert door dingen die niet perfect zijn, om te vormen tot iets dat wel werkt.

Die negatieve, emotionele reactie op nepnieuws is overigens niet iets van de laatste tijd. In de Bijbel vallen al passages te vinden dat 'valse profeten', mensen die misleidende boodschappen verspreidden, verbrand moesten worden. Men dacht op die manier het probleem op te kunnen lossen. In werkelijkheid lukte dat ook toen niet. Een negatieve, emotionele reactie op nepnieuws is begrijpelijk, maar helpt niet echt.

Laten we daarom de waardevolle kanten van nepnieuws proberen te ontdekken. Een belangrijke toepassing heb ik hiervoor al genoemd: we hebben nepnieuws nodig om beter te kunnen worden in informatie-analyse. De basis van discriminatie, agressie en fascisme zit in goedgelovigheid: het klakkeloos accepteren van vooroordelen (foute uitspraken) als absolute waarheden. Naarmate mensen gerichter en kritischer denken, neemt de geneigdheid tot discriminatie, agressie en fascisme af. (Dat verband, die correlatie, lijkt duidelijk te zijn, of het verband ook causaal is, is bij mijn weten op dit moment nog niet duidelijk.)

Aan nepnieuws zit echter nog een tweede interessante kant. Waarom produceert iemand het? Wat drijft iemand tot het vertellen en geloven van zo'n -- in beginsel -- levensgevaarlijk verhaal? Op die vraag probeer ik in een volgende blogpost in te gaan.



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten