dinsdag 28 augustus 2018

Geloof, religie, irrationaliteit en discriminatie


In de NRC van vandaag (27 augustus 2018) kom ik een groot opgemaakt artikel tegen van Marjoleine de Vos met de titel: Religie moet iets onredelijks hebben. Ze schreef dat artikel naar aanleiding van de tv-serie Kijken in de ziel. In de zes afleveringen van deze serie wordt door Coen Verbraak gesproken met religieuze leiders. Hij sprak met twee boeddhisten, een hindoepriester, twee imams, twee rabijnen, twee katholieken en drie predikanten uit de protestants-christelijke hoek. Van de drie predikanten kwam een uit de vrijzinnige hoek.

Ik heb zelf die zes afleveringen niet gezien, dus ik baseer me graag en nog steeds op het verslag van De Vos.

Wat me allereerst opvalt in haar artikel is dat ze 'religieuze leiders' tussen enkele aanhalingstekens plaatst. Kun je op religieus gebied spreken van 'leiders'? Ik denk vanuit het soortenmodel dat dat inderdaad heel goed kan, maar je zou religie ook als iets individueels kunnen zien. In dat geval is de term 'leider' eigenlijk te sterk en gaat het meer om een adviseur, een geestelijk raadsman.

Verbraak confronteerde de religieuze leiders met een vrij directe vraag: 'Bestaat God?' Je zou denken dat dat voor een gelovige en dan ook nog de leider van een stel gelovigen, niet zo'n moeilijke vraag kan zijn. Of je gelooft in iets als 'God,' of je gelooft niet in het bestaan van iets als 'God.'

Volgens De Vos zijn de antwoorden: "Bestaan, bestaan, ...", "God is een concept", "God is niet érgens." Dit laatste antwoord werd zelfs tweemaal gegeven." Als ik wist wie God was, zou ik hem in mijn zak hebben. Dat zou een kleine god zijn." Een ander haalde Meister Eckhart aan die gelovigen verweet dat ze doen alsof ze weten waarover ze spreken als ze het over God hebben. De christelijke, niet-vrijzinnige predikanten hadden het over: "een oudere en wijzere persoonlijkheid", een "gezicht als op de lijkwade van Turijn", "een man."

Wat me opvalt, is dat men 'God' lijkt te hanteren als ongedefinieerd begrip. Het doet sterk denken aan het smijten met fraai klinkende lege begrippen door Vrij Links. Iets dat in de vorige blogpost (hier) een belangrijke rol speelde. 'God' is kennelijk slechts een etiketje dat je naar hartelust overal op kunt plakken en dat indrukwekkend klinkt. Is het oké? Ja, want het is 'God'. Het klinkt dan bijna als een verbastering van 'goed'. Wij proberen de X uit te moorden, maar dat is helemaal oké, want God staat aan onze kant.

Dat idee van 'God' als slechts een etiketje dat naar hartelust overal op geplakt kan worden, is volledig tegenovergesteld aan de manier waarop Einstein de term gebruikte. Het doel was de Natuur, 'the Lord', te begrijpen en te voorspellen. Niets vaags aan dus.

Een volgend punt dat me opvalt, is dat de niet-vrijzinnige, christelijke predikanten zich God voorstellen als een persoon, terwijl een kardinaal punt in de Bijbel juist is, dat we God niet mogen voorstellen door een beeld of afbeelding. Dat hele idee is dus uitgaande van de Bijbel volstrekt fout.

Waarom liet God de Shoah plaatsvinden? Waar was God toen? De opperrabijn is degene die onmiddellijk de verborgen assumptie in de vraag ziet en protesteert. De vraag suggereert een bepaald Godsbeeld! Als Einstein ook op dit punt gelijk had, zal dat het gigantische heelal vol kolkende zwarte gaten worst zijn, wat er precies op de planeet Aarde gebeurde tijdens een van de vele oorlogen die men daar onderling uitvocht.

De Vos merkt op dat de vrije denkers, het minst uit de verf kwamen. Hoe minder dogma's en zekerheden men te bieden had, hoe minder de overwegingen de moeite waard leken voor de televisie. De alfacultuur houdt van theater en drama. En massabetogingen. Het moet allemaal zichtbaar zijn. Maar bij de bèta-reactie gaat het om nuchter en grondig denken. Dat kun je niet zichtbaar maken, maar moet je doen.

Ze schrijft vervolgens: "Misschien móet er juist wel iets onredelijks zitten in religie, iets dat letterlijk buiten de rede valt, wil men er iets aan beleven. En hoe onredelijker de uitlatingen, hoe duidelijker het is dat het om religie gaat. Zou het zoiets zijn?" Kortom: zit er een koppeling tussen religie en irrationaliteit?

Ja, die zit er onmiskenbaar, denk ik. Mensen zijn vaak geneigd geloof te zien als oorzaak voor geweld, terreur, oorlog en genocide. Dat klopt echter niet helemaal. Het gaat om irrationeel geloof. Het gaat om bevooroordeeldheid, om de alfa-bètafactor. De mensen die geloven dat twee plus twee vaak vier oplevert, zijn niet het probleem. Het zijn de mensen die zonder evidentie bereid zijn te geloven wat hun leider of strongman hun vertelt. Uiteindelijk komt die boodschap altijd neer op: de X deugen niet, de X zijn gevaarlijk, de X moeten verdreven of vermoord. De impliciete boodschap is: daarna pikken wij al hun bezittingen in, want wij zijn het superieure ras. Wij zijn de goede mensen.

Waarom denk ik dat er een duidelijk verband zit? De drie variabelen die de kern vormen van het soortenmodel zijn in feite alle drie variabelen die irrationeel geloof meten. Autoritarisme is het geloof aan de macht en superioriteit van de leider en de groep. Sociale-dominantie is het geloof dat er superieure groepen bestaan en dat alles in het leven draait om macht en overheersing. Bevooroordeeldheid is het geloof dat mensen van andere groepen niet deugen.

Wat is de basis van dat irrationele geloof? De basis is het autoriteitsargument. Het is zo, omdat de leider het zegt. Het is zo, omdat de groep het gelooft. Het is zo, omdat ik het zeg. De andere basis voor geloof is de waarneming. We geloven in de voorspellende waarde van de relativiteitstheorie omdat die, tot nu toe, zaken correct voorspelt. Wanneer dat niet meer het geval is, gaan we op zoek naar een betere theorie.

Zijn de irrationele gelovigen inderdaad agressief? Abortus was volgens de hulpbisschop en de katholieke zuster nooit toegestaan, ook niet als het leven van de moeder in gevaar was. Zelfs in het geval beiden zouden komen te overlijden, bleef het zonde. Maar homoseksualiteit riep nog openlijker afkeurende reacties op bij de katholieken en de rabbijn.

"Zou u willen dat iedereen uw geloofsovertuiging had?" Bijna allen stelden (voor de camera) dat hun soort mensen geen betere soort was. Alleen de hulpbisschop leek dat "geweldig."

Wat kunnen we op grond van het beschikbare onderzoek zeggen over het 'geloof' van bèta's? Als religie is het misschien niet ideaal, omdat het niet uitgaat van gezellige en machtige groepen en omdat men niet bij voorbaat de Waarheid in pacht heeft. Verder het vormt geen vrijbrief om minderheidsgroepen te discrimineren en te onderwerpen. Maar dat de samenleving er in haar totaliteit gelukkiger, rijker en gezonder van zou worden, lijkt inmiddels wel behoorlijk zeker.












Geen opmerkingen:

Een reactie posten