dinsdag 7 augustus 2018

Teruglopende lezersaantallen en bevooroordeeldheid


Laatst aangepast op 8-8-2018 om 1.18


Pia de Jong meldt vandaag (6 augustus) in haar column in de NRC dat de Daily News, ooit een van de belangrijke lokale kranten in New York, de helft van zijn redactie gaat ontslaan. "Het lezersaantal is gezakt van twee miljoen naar tweehonderdduizend, nauwelijks genoeg om te overleven," schrijft ze. Sinds de jaren 80 is in de VS het aantal lezers van lokale kranten gehalveerd, evenals het aantal journalisten. Resultaat is dat burgers nauwelijks nog zicht hebben op de lokale politiek, aldus De Jong.

Wat is de oorzaak van die teruglopende lezersaantallen? Op deze vraag gaat ze in haar column niet in en het is natuurlijk ook een lastige. Ik denk echter een duidelijk verband te zien met de alfa-bètafactor. Anders geformuleerd: met bevooroordeeldheid. Nog weer anders geformuleerd: met de strongman-factor.

Nu kan dat natuurlijk van mijn kant een beetje een soort beroepsdeformatie zijn. Op het laatst ben je geneigd overal de alfa-bètafactor te ontwaren. Laat ik echter mijn argumenten proberen te geven.

Een van de opvallende zaken in hedendaagse kranten en andere media, is de enorme hoeveelheid opinies. Het regent opinies. Moderne journalisten trekken er niet langer opuit om verslag te doen van de zaken die ze aantreffen, nee, ze weten alles al. Ze hoeven slechts hun geniale gedachten en gevoelens aan het papier toe te vertrouwen, zodat de lezer na lezing verlicht kan gaan slapen.

Toegegeven: het scheelt veel tijd. Onderzoek is niet langer nodig. Er moet simpelweg een stukje komen en dan gaan we achter de tekstverwerker zitten en rammen het eruit.

Maar dat is dus precies, wat bevooroordeeldheid inhoudt. Bevooroordeeld wil zeggen, dat iemand al denkt te weten hoe het zit, zonder eerst onderzoek gedaan te hebben. Men is zo overtuigd van zijn eigen geniale gedachten en zo volstrekt zeker van het eigen gelijk, dat men de wereld -- zonder enig onderzoek te plegen -- al kan vertellen hoe het zit.

Afgaande op de inhoud van tegenwoordige media en vroegere media heeft er dus voor mijn idee een belangrijke verschuiving plaatsgevonden. Ik vergelijk dan via mijn geestesoog de kranten uit mijn jeugd (1960-1980) met de kranten van nu. Dat is dus geen hard onderzoek, maar slechts mijn indruk. Moderne kranten lijken veel meer opinie te bevatten.

Als die veronderstelling klopt, kan dat eigenlijk alleen betekenen dat bevooroordeeldheid of de alfa-bètafactor belangrijk opgelopen is. De samenleving is verschoven van zakelijk en feitelijk naar gevoel, fantasie en opinie.

Iemand als Trump past natuurlijk helemaal in dat plaatje. Het is mogelijk dat er in de jaren dertig van de vorige eeuw -- toen Hitler in Duitsland opkwam -- iets soortgelijks plaatsvond. Een soort omarming van het irrationele denken.

Ik denk echter dat er bij kranten nog een tweede groot probleem speelt. De lezers laten het afweten. Er komen steeds minder lezers. Hoe kan dat?

Als er inderdaad een verschuiving op de alfa-bètafactor heeft plaatsgevonden, zou je verwachten dat er meer alfa's zijn gekomen en minder bèta's. Alfa's zijn echter mensen die wel zeggen te lezen, maar dat in werkelijkheid niet of amper doen. Alfa's babbelen en zijn daar ongetwijfeld heel bedreven in, maar serieus en diepgaand lezen zien ze als iets dat overbodig is en zelfs (voor hun status in de groep) gevaarlijk kan zijn. Waarom zou je dat doen? Wat schiet je ermee op? Zeggen dat je iets gelezen hebt en dat laten vallen, dat levert wel erkenning en status op, dat is dus andere koffiekoek.

Het zijn dus vooral bèta's die kranten intensief lezen, kranten die door overwegend alfa-journalisten worden volgeschreven. Maar als er inderdaad in de samenleving een verschuiving op de alfa-bètafactor heeft plaatsgevonden, heeft dat een grote impact op het aantal bèta's. In een moderne samenleving is dat aantal beperkt tot hooguit een kwart van de bevolking (door de twee aansturende variabelen waar men lager dan gemiddeld op moet scoren). Zodra een samenleving belangrijk meer alfa's weet te produceren, blijven er dus amper bèta's over. In dat geval moet je dus een groot effect verwachten op de aantallen krantenlezers.

Heeft er daadwerkelijk in de VS een verschuiving op de alfa-bètafactor plaatsgevonden? De populariteit van Trump suggereert dat wel. Ook de grote en toenemende ongelijkheid in de VS suggereert dat. Dan is er het oplaaiende racisme gericht tegen mensen die van buiten komen en het zwarte deel van de eigen bevolking.

Het klinkt misschien wat abstract. Wat moeten we ons voorstellen bij toenemende bevooroordeeldheid? Wel, dat is niet zo moeilijk: vervolging van alles dat afwijkt. Vervolging van alles dat niet tot de machtige groep behoort. Een steeds grotere kans dat een strongman de macht grijpt.

Wat moeten we ons voorstellen bij een toegenomen alfa-bètascore? In beginsel precies hetzelfde. Het zijn twee verschillende woorden voor hetzelfde. Dat zelfde valt echter op verschillende manieren te meten.

Je zou ook kunnen zeggen, dat men steeds oppervlakkiger wordt. Het aantal mensen dat de kost verdient met het vertellen van 'mooie' verhalen (en het neerzetten van 'mooie' plaatjes, denk aan mode-bloggers) neemt steeds verder toe. Dat kan echter alleen wanneer het publiek minder kritisch is geworden, minder goed nadenkt. Het aantal mensen dat de kost verdient met daadwerkelijke produceren en het oplossen van problemen neemt in dat geval steeds verder af.

We willen een indrukwekkend huis, twee indrukwekkende auto's op de oprijlaan, een paar keer per jaar op vakantie en denken: na ons de zondvloed. Als klimaatwetenschappers gelijk hebben, is dat laatste slechts een kwestie van tijd. Welterusten.








Geen opmerkingen:

Een reactie posten