woensdag 8 augustus 2018

Rechtse denkers en linkse intellectuelen?


Laatst bijgewerkt op 10/8/2018 om 2.58


Vandaag (7 augustus) besteedde Floor Rusman in haar column in de NRC aandacht aan het verschijnsel van 'rechtse denkers' en 'linkse intellectuelen.' Althans, ze hanteert die termen.

De column is getiteld: Verlangen naar een nieuwe maatschappij. Ik kan me voorstellen dat je verlangt naar een iets betere maatschappij. Dingen kunnen altijd beter en dat geldt onmiskenbaar ook voor onze samenleving. Wie verlangt naar een volledig nieuwe maatschappij, verlangt echter naar revolutie.

De Anti-Revolutionaire Partij, waar ik mee ben opgegroeid, leerde dat een revolutie altijd een 360 graden omwenteling was. Na de revolutie was alles weer even beroerd als daarvoor. Je moet niet alles wat je hebt weggooien in de illusie dat het daarna opeens allemaal veel beter zal worden, maar je moet wat je hebt, met kleine stapjes verbeteren. In Japan zeggen ze: je moet 'kaizen.' In Nederland wisten de 'klyne luyden' dat vroeger ook al.

Rusman begint haar column met een waarneming. Tijdens de Gay Pride staan om 8 uur 's avonds twee dronken mensen schreeuwend te sjorren aan een opblaaseenhoorn. Uiteindelijk gaat een derde er met de eenhoorn vandoor. "Om hen heen strompelen mensen in badpakken en panterprint, duidelijk lazarus," schrijft Rusman.

Is dit nu de 'westerse vermoeidheid en decadentie' waar onze samenleving volgens sommige 'rechtse denkers' net als het Romeinse Rijk aan ten onder gaat?, vraagt ze zich af. Ik vind dat een intrigerende omschrijving, want op basis van wat er bekend lijkt te zijn, is de combinatie van 'rechts' met 'denken' iets dat in de Natuur vrijwel nooit lijkt voor te komen.

Rechtse denkers bestaan niet. Rechtse verhalenvertellers wel. Rechtse ideologen en predikers ook. En rechtse babbelaars. Ewoud Sanders vestigde er in de NRC, van 25 juli 2018, de aandacht op dat 'borrelpraat' vooral voorkomt in combinatie met 'rechts'. Dat is geen toeval, maar klopt met wat het autoritarisme-onderzoek steeds weer oplevert. Mensen die echte problemen aanpakken en via denken en experimenteren tot oplossing brengen, zijn op een of andere manier vrijwel nooit 'rechts'.


Die vage termen 'links' en 'rechts'

Dat is echter een gevaarlijke term, omdat in rechtse tijden vrijwel iedereen beweert 'rechts' te zijn en in linkse tijden vrijwel iedereen opeens 'links' is. Wat bedoel ik precies met die termen?

Voor de begrippen 'links' en 'rechts' hanteer ik het soortenmodel. Bèta's zijn double low en dus egalitair. 'Double low' wil zeggen dat ze laag scoren op sociale dominantie en autoritarisme (fascisme). Bèta's zoeken hun heil niet in het lidmaatschap van een machtige groep en hebben geen aspiraties leider van zo'n groep te worden. Bèta's geloven in (individuele) vrijheid (van groepsnormen), gelijkheid en broederschap.

Dat laatste punt vergt misschien enige toelichting. Bèta's moeten overleven onder moeilijke omstandigheden doordat ze aan de ene kant moeten kampen met de harde natuur en aan de andere kant te maken hebben met de machtige groep, die hun productie afroomt. Door deze omstandigheden zitten ze allemaal in hetzelfde schuitje en proberen ze samen te werken door informatie uit te wisselen en elkaar bij te staan. Vandaag help ik jou, morgen help jij mij, dat idee. Een ander belangrijk punt van bèta's is dat ze niet of amper geneigd zijn tot discriminatie en agressie. Ze proberen te overleven door maximaal te produceren.

Doordat ze het motto 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' omarmen, zou je bèta's dus als 'links' kunnen aanduiden.

Alfa's zijn het tegendeel van bèta's. Ze zijn double high en denken hiërarchisch. Ze scoren hoog op sociale dominantie (ze willen de baas zijn, ze willen maximale status) en scoren hoog op autoritarisme (fascisme). Dat laatste betekent dat ze tegen individuele vrijheid zijn doordat ze hun groep en leider als de bron van alle goeds zien. Een volgend belangrijk punt is dat alfa's extreem geneigd zijn tot discriminatie en agressie. Ze overleven door andere mensen en groepen te onderwerpen en te gebruiken.

In termen van het motto 'vrijheid, gelijkheid en broederschap,' zijn alfa's voor onvrijheid, ongelijkheid en geen broederschap, maar voor strijd. De wereld is hard, alleen de sterksten behoren te overleven, geloven ze.


'Rechtse denkers' en 'linkse intellectuelen'

Terug naar de column van Rusman. 'Rechtse denkers' laten zich inspireren door autoritaire samenlevingen, stelt ze. Rusman noemt in dit verband Thierry Baudet die in Hongarije zag dat de bevolking daar gelukkiger is, dan de pers ons wil doen geloven. Ze noemt Telegraaf-journalist Wierd Duk die positief over China twitterde. Ze noemt Kristina Türkmen van de FvD die zich lovend over Moskou en Rusland uitliet.

Vervolgens legt Rusman een koppeling. Dit rechtse enthousiasme voor totalitaire landen doet haar denken aan het enthousiasme in de vorige eeuw onder 'linkse intellectuelen' over de Sovjet-Unie, Cuba en China. Ze noemt in dit verband: Harry Mulisch (lovend over Cuba) en Anja Meulenbelt (lovend over China).

In dit kader noemt ze ook het boek Political Pilgrims: Western Intellectuals in Search of the Good Society (1981) van Paul Hollander, een Hongaar die naar het vrije Westen vluchtte. Volgens Hollander vonden de linkse intellectuelen in die totalitaire landen iets wat in het decadente, doelloze Westen te weinig aanwezig was: eenheid, energie, geloof in de toekomst. Hij verbaasde zich over het meten met twee maten: deze mensen waren zeer kritisch over de eigen samenleving, maar bagatelliseerden de onderdrukking in de verre 'paradijzen'.

Rusman sluit haar column af met: "Die linkse intellectuelen hebben intussen sorry moeten zeggen. Maar het verlangen naar een nieuwe maatschappij, zonder conflict en verdeeldheid, bestaat nog steeds."

Wat kunnen we vanuit het onderzoek naar autoritarisme (fascisme) en sociale dominantie over deze 'rechtse denkers' en 'linkse intellectuelen' zeggen? De 'rechtse denkers' van nu lijken me inderdaad precies hetzelfde soort mensen als de 'linkse intellectuelen' van toen. In beide gevallen gaat het kennelijk om double highs of alfa's. Mensen die hoog scoren op sociale dominantie en autoritarisme. Waar verlangen die 'rechtse denkers' en die 'linkse intellectuelen' precies naar?

Alfa's dromen van een totalitaire samenleving met zichzelf aan het hoofd. Het zijn gevaarlijke baasjes die tot alles bereid zijn om de top van de sociale piramide te bereiken. En mochten ze de toppositie niet kunnen bereiken, dan zullen ze toch zeker zorgen dat ze tot de elite van de Grote Leider gaan behoren.

In de nieuwe, totalitaire samenleving die ze als ideaal zien, is inderdaad geen ruimte voor intern conflict of verdeeldheid. Iedereen die ook maar verdacht wordt van 'foute' ideeën, wordt of vermoord of opgesloten. Het is het Hitleriaanse idee: 'Ein Reich, ein Volk, ein Führer!' Alleen op die manier kan men de hele samenleving richten op de heilige plicht: het voeren van oorlog en het onderwerpen van andere volken om de superioriteit van de eigen groep en eigen leider boven alle twijfel aan te tonen.

Wat valt op aan de mensen die ze noemt? Ze hebben iets met het produceren van 'mooie' verhalen (Baudet, Duk, Mulisch, Meulenbelt). Ze hebben iets met macht en invloed (Baudet, Duk, Mulisch). Men gelooft volgens Hollander in eenheid (de groep is alles), energie (agressie) en geloof in de toekomst. 'Volg mij dan zullen jullie allemaal rijk worden!' Het is nooit hier en nu, maar altijd een beloning die later komt, of niet natuurlijk.

Een opvallend en terugkerend punt bij dit soort mensen is het meten met twee maten. Voor zichzelf en zijn groepsleden legt men totaal andere normen aan, dan voor mensen die niet tot de eigen groep behoren. Normen zijn voor deze mensen in werkelijkheid slechts rationalisaties om te kunnen doen, wat men wil doen. Men stoort zich er zelf niet aan, maar men gebruikt ze graag om anderen naar beneden te trappen.

Waarom noem je jezelf 'links', terwijl je in werkelijkheid zo rechts bent als een fascist maar kan zijn? Autoritaristen geloven in de macht van woorden. Wanneer links in de mode is, ben je als fascist dus ook 'links'. Wanneer rechts in de mode is, ben je als fascist ook rechts. Dat je daardoor precies het tegenovergestelde beweert van wat je werkelijk bent, is niet dom, maar slim. Een dergelijke 'grote leugen' is zo groot, dat de meeste mensen die voor onmogelijk zullen houden. Als je liegt, moet je het bij voorkeur zo gigantisch doen, dat niemand meer wil geloven, dat je liegt.


Wat is een 'intellectueel'?

Een ander punt dat me opvalt, is de term 'intellectueel.' In het Amerikaanse Engels staat dat ook voor 'egghead'. Iemand die zoveel denkt, dat hij het contact met de realiteit verloren is.

De combinatie 'public intellectual' staat daar ook voor 'pundit'. Iemand die overal een mening over heeft, die prachtig kan brengen, maar uiteindelijk vaak de plank volledig misslaat. Het zijn mensen die zich voordoen als 'grote denkers', maar die het in werkelijkheid van hun gebabbel moeten hebben. Het zijn geboren verkopers in dit geval van zichzelf.

In Amerika stelde Eric Hoffer: "It's disconcerting to realize that businessmen, generals, soldiers, men of action are less corrupted by power than intellectuals... You take a conventional man of action, and he's satisfied if you obey. But not the intellectual. He doesn't want you just to obey. He wants you to get down on your knees and praise the one who makes you love what you hate and hate what you love. In other words, whenever the intellectuals are in power, there's soul-raping going on" (hier). Intellectuelen ziet hij als sadistische dictators, die aanbeden willen worden door de mensen die ze hebben weten te onderwerpen.

In Nederland heeft Frits Bolkestein in 2012 aandacht gevraagd voor de kwalijke rol van alfa-intellectuelen (predikers/ideologen) in de politiek met zijn boek De intellectuele verleiding (hier).

Paul Sebes gaf in een interview (hier) een definitie van een 'intellectueel': "Een intellectueel is iemand die het debat opzoekt en opiniestukken­ schrijft," stelde hij. Dat is een heldere omschrijving en laat zien dat het gaat om mensen die opinies verkopen in plaats van mensen die feiten analyseren en daar goed in zijn (de zogenaamde 'supervoorspellers'). Intellectuelen verkopen verhalen, opinies. De echte denkers verkopen feiten en werkende oplossingen, die ze vaak nog gratis weggeven ook.

Wie via Synoniemen.net de in het Nederlands verwante woorden voor 'intellectueel' zoekt (hier), ziet dat de term sterk koppelt aan 'geestelijk.' Die term koppelt vervolgens aan allerhande termen die gelovigen prachtig vinden, maar sceptici zullen verafschuwen, zoals: spiritueel, psychisch. bovenzinnelijk, immaterieel en onstoffelijk. Een intellectueel is kennelijk iemand die weinig kritische toehoorders probeert te bekeren tot zijn blijde, en maar al te vaak kwalijke, boodschap.

In het soortenmodel vormen de alfa's de roeptoeters. Ze weten alles zeker, ze kunnen het mooi brengen, maar het is allemaal bullshit. Het is Trump die als conman (oplichter) iets aan het verkopen is. De bèta's zijn de denkers. Ze schreeuwen het niet graag van de daken, maar bedenken wel de werkende oplossingen. Denk aan Einstein versus Hitler.


Het boek Political Pilgrims

Het boek van Hollander, is afgaande op de lezers reviews op Amazon.com (hier), een beschrijving van alfa's (double highs) die dateert uit de tijd toen nog niet precies via onderzoek bekend was, hoe de vork in de steel zat.

Een lezer schrijft over deze 'intellectuelen': "They loved Communism even when it was obvious that Lenin & Stalin were exterminating hoards of people! They are defective in their thinking and they stick to it. (. . .) This book walks you through the needs that these intellectuals seem to have which continually seems to cause them to deny the stark realities around them and cling to their ideologies."

Iemand anders beschrijft deze intellectuelen als volgt: "Western intellectuals like to think of themselves as men and women of reason who are better than common people. Paul Hollander shows how easily intellectuals have been fooled into completely false analysis of totalitarian regimes. As he has documented the intellectuals are as gullible or more gullible than the average person since their judgment is based mostly on their own emotional longs which completely overwhelm their reason."

Weer een andere lezer: "This book is well worth reading. It demonstrates most amply Hollander's contention that intellectuals are not characterized solely by their critical abilities and habits. Rather, as Hollander points out time and again, they are also characterized by their opportunistic use of these abilities, and by their incredible credulity. Sartre is only one case in point: his fabulous skepticism is employed to prevent himself from coming face to face with the fact that Stalin was a monster and that Marxism could neither save a nation nor prevent mass murder."

De lezer die schrijft: "Political Pilgrims vividly illustrates, in the political realm, the evil that can be done when honesty plays second fiddle to fashion . . .," slaat voor mijn idee echter de spijker nog het meest op de kop.


Wat is het kardinale verschil tussen alfa's en bèta's?

In het discriminatie- en agressie-onderzoek draait uiteindelijk alles om bevooroordeeldheid (of de alfa-bètafactor). Maar wat is nu precies het verschil tussen een alfa en een bèta? De lijst van verschillen die ik heb is ondertussen meer dan dertig punten lang. Dat is zo lang, dat het voor mensen niet meer valt te hanteren. Je zoekt dus het kardinale verschil.

Het wezenlijke verschil zit in het taalgebruik, denk ik. Alfa's stemmen hun taalproductie af op hun publiek. Ze proberen te produceren wat hun publiek graag wil horen. Je kunt het vergelijken met een modefotograaf die in de studio met duur betaalde modellen, foto's maakt, die zijn publiek prachtig vindt. Hij schept een virtuele werkelijkheid, die in geen enkele relatie meer staat met de echte werkelijkheid. Bij foto's is dat misschien niet altijd zo erg, maar bij taal kan het grote problemen geven.

Wanneer Hitler zegt dat de X niet deugen, interesseren de X hem in werkelijkheid volstrekt niet. Wat hem wel interesseert, is het effect op zijn publiek. Dat publiek hoort echter hun Grote Leider beweren dat de X niet deugen. Als de Groter Leider dat beweert, moet dat -- in hun opinie -- wel zo zijn. Het resultaat in een geval als dit, is 6 miljoen overbodige, irrationele doden.

Het discriminatie- en agressieprobleem ontstaat dus doordat mensen borrelpraat produceren, die vervolgens door het onkritische deel van het publiek (de volgelingen/gelovigen) verheven wordt tot feitelijke waarheid. Men is niet in staat om het gebabbel van de strongman te zien voor wat het is: bullshit.

Maar een strongman die bullshit produceert, is zonder publiek dat erin trapt, slechts een idioot die op een zeepkist staat te schreeuwen. Zonder een voldoende groot, onkritisch publiek van volgelingen/gelovigen (autoritaristen) is de 'publieke intellectueel' dus nergens. Aan de ene kant is de taalproductie door alfa's het begin van alle ellende lijkt het. In werkelijkheid begint de ellende echter met het autoritaristische publiek dat alles wat op de juiste manier verteld wordt, omarmt als absolute waarheid.

De basis van het verschil tussen alfa en bèta is dus kennelijk het verschil in de manier van informatieverwerking. Bèta's checken beweringen actief, alfa's laten zich er willoos door beïnvloeden.

Op het moment dat mensen in een samenleving opmerkingen beginnen te omarmen, omdat ze goed klinken (een positief sociaal effect opleveren), is het totalitaire regiem niet veraf meer. Het gaat dan, zoals de lezer opmerkte, niet langer over 'honesty,' maar over 'fashion'.

Ik merkte hierboven op dat publieke intellectuelen in rechtse tijden zichzelf betitelen als 'rechts' en in linkse tijden als 'links'. Dat illustreert het principe. Uitgaande van de operationele definities van het soortenmodel zitten de 'rechtse denkers' en de 'linkse intellectuelen' echter in beide gevallen in het vakje van de alfa's. Aan de persoonlijkheid van de alfa's is niets veranderd, maar hun taalproductie is met de mode mee veranderd.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten