zaterdag 10 december 2022

Stephan Sanders ziet discriminatie, ik niet

 

Laatst bijgewerkt: 12/12/2022 om 1.57 uur

 

 

Het begon met het BBC-verhaal van de vermeend discriminerende hofdame, die 'charity boss' Ngozi Fulani gediscrimineerd zou hebben door haar herhaaldelijk en indringend te vragen waar ze echt vandaan kwam. De journalisten van de BBC en van Nu.nl wisten het zeker, hier was gediscrimineerd, maar de reagerende lezers van Nu.nl zagen die discriminatie niet en ik ook niet.

Ik ging zelfs nog een stap verder. De hofdame werd ontslagen na het voorval. Ik dacht daarom dat mevrouw Fulani hier degene was die iemand anders op het hakblok had gelegd. Zij was degene die iemand anders letsel had toegebracht om daar vervolgens zelf mee te scoren.

De ene groep zag wel discriminatie, de andere groep zag die niet. Ik ging nog een stap verder. Degene die discrimineerde, was degene die zichzelf opwierp als slachtoffer. Je zou dus kunnen zeggen, dat de meningen hier stevig uiteen liepen. Iedereen zag als het ware iets anders. Die blogpost staat hier: https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2022/12/de-discriminatie-politie-ziet-een.html.

In de daarop volgende blogpost (https://stopdiscriminatie.blogspot.com/2022/12/sommige-mensen-zien-iets-wel-maar.html) ging ik in op de vraag, hoe dat mogelijk is. Hoe kan het dat de ene soort mensen iets ziet of denkt te zien, maar de andere soort niet? Of dat de andere soort zelfs iets ziet, wat de eerste soort helemaal niet zien wil.

De verklaring is simpel. De ene soort mensen hanteert een ander criterium voor waarheid dan de andere soort. De ene soort ziet dat wat de groep vindt en gelooft als waarheid. De andere groep soort op wat er gebeurd is en te zien viel. De ene soort mensen hanteert sociale waarheid, de andere soort feitelijke waarheid. De ene soort wil politiek correcte uitspraken, de andere soort wil de harde feiten. De ene soort wil 'mooie' verhalen, de andere soort kloppende verhalen.

Maar klopt die verklaring? Laten we proberen mijn verklaring te checken. In de NRC kwam ik het verhaal tegen van iemand die stellig gelooft dat de hofdame helemaal fout was. Het is de column van Stephan Sanders in de krant van 5/12/2022 (https://www.nrc.nl/nieuws/2022/12/05/een-onhoffelijke-dame-a4150429#/krant/2022/12/05/#102). Laten we kijken naar zijn argumenten.

 

'Een onhoffelijke dame'

Ik begin met de titel. 'Een onhoffelijke dame'. Hoe weet Sanders dat? Was hij bij het gesprek aanwezig? Zelfs als je aanneemt dat hij bij het gesprek aanwezig was, wat natuurlijk niet zo was, dan is er nog iets, dat opvalt. 

Hij velt een oordeel. Ik dacht eerder een krokodil te zien, maar veroordeelde het dier niet. Sanders denkt iets te zien, maar het is vooral een waarde-oordeel, een mening. Als in: ik vind dit schilderij lelijk! Sanders rapporteert niet wat hij ziet, maar wat hij denkt, gelooft en vindt.

Een volgend punt. De titel van Sanders laat de lezer niet echt ruimte om er anders over te denken. Als lezer moet je weten: die hofdame deugde niet. Maar waarom moet ik iemand, die ik verder niet ken, veroordelen?

Dan zijn eerste zin. 

'Het snoepje van de week waar de internationale media zich op stortten; ook het gespreksonderwerp dat ik met vrienden gretig aflikte.'

De strekking is: het voorval was lekker, het was heerlijk. Ze konden er niet genoeg van krijgen. Ze waren het onderling roerend eens. Kortom, een heerlijk iets.

Veronderstel nu eens dat het echt om discriminatie ging. Is dat iets om van te genieten? Gaat Sanders verlekkerd zitten kijken naar uitgemergelde Joden die de gaskamers in worden gedreven? Als je discriminatie ziet als iets moois, ben je niet goed bij je verstand, vrees ik. Het is niet dat je slecht bent, nee, in je brein gaat iets mis.

Mijn vader zat aan de ene kant in het verzet, maar kende aan de andere kant ook een aantal NSB'ers waar hij goed mee op kon schieten. Maar hoe konden zij enthousiast zijn voor de NSB, terwijl hij en de meeste vaderlanders daar niets van moesten hebben? Hij omschreef het zo: 'Ze hebben een vreemde kronkel in de kop.' Er was met deze mensen niets mis, behalve die vreemde kronkel. Door die kronkel zagen ze sommige zaken niet meer scherp. Ze keken door bepaalde dingen niet heen. Iets dat je hem doorgaans niet kon verwijten, want hij kon akelig scherp zijn.

Terug naar Sanders. Hij schrijft:

'Onbeteugelde nieuwsgierigheid tegenover vreemden is geen teken van interesse, maar een daad van agressie.'

Opnieuw een stelling die op geen enkel feit gebaseerd is. Sanders geeft ogenschijnlijk zijn mening. Hij vindt het. Maar klopt die uitspraak wel?

Als 'foute' man heb ik op het gebied van discriminatie en agressie wel het nodige meegemaakt. Wanneer je als statisticus naar de cijfers kijkt, is het een wonder dat ik er nog ben (73 jaar oud ondertussen) en dat ik ook nog steeds prima gezond ben. Veel 'foute' mannen werden niet oud. Vaak was 40 al veel.

Ook weten we door onderzoek waarom 'foute' mannen (transgenders, transseksuelen) vaak zo snel doodgaan. Dat komt door drie oorzaken: moord, zelfmoord en hartaanval/beroerte. Bij die laatste twee is sociale stress vermoedelijk de achterliggende factor. De drie factoren zijn ongeveer even belangrijk. Iedere factor neemt ruwweg een derde van de extra sterfte onder transgenders voor zijn rekening.

Wanneer je als 'foute' man dus oud wilt worden, moet je als eerste prioriteit hebben: in leven blijven!  Je voortdurend realiseren dat je in een gevaarlijke wereld leeft en dat het morgen voorbij kan zijn. De focus moet niet liggen op je lekker voelen, maar op heel en gezond blijven. Als je verstandig bent, bedenk je vandaag waar het morgen of overmorgen mis zal gaan. In een enkel geval zag ik de rottigheid al jaren, voordat de emmer daadwerkelijk werd geleegd. De kunst is dus om de mensen, die de maatschappij denken te moeten reinigen van alles dat in hun ogen vies en voos is, steeds een stap voor te zijn.

Wat vind ik van de stelling van Sanders? Als 'foute' man heb ik nooit een enkel probleem gehad met allerhande vragen. Integendeel. Vaak werd het zelfs heel gezellig. Waarom zou ik met vragen een probleem hebben? Ik had niets te verbergen. Ik hoefde me niet te schamen. Ik zag zulke contacten dus alleen als positief.

Vaak was het precies omgekeerd. Ik wilde altijd maar wat graag weten, waarom sommige mensen zo'n moeite hadden met mijn persoon. Vaak was ik degene, die vragen ging stellen. Meestal vielen de antwoorden wat tegen, maar daar liet ik me nooit door afschrikken.

Daar is ook een reden voor. Als je oud wilt worden als 'foute' man, moet je je omgeving scherp in de gaten houden. Gesprekken leveren informatie op en contacten ook. Beiden zaken zijn dus van levensbelang. Hoe meer je weet over je omgeving, hoe beter je kunt voorspellen, wat er zal gebeuren.

Als je de uitspraak van Sanders serieus neemt, is bijna alle psychologische onderzoek fout. Want de basis van psychologie is een grote nieuwsgierigheid naar het doen en laten van andere mensen en de redenen die ze daarvoor opgeven. Maar als respondent ben je nooit verplicht te antwoorden. Moeten we dan alle psychologen ontslaan? Zijn dat allemaal discriminerende, agressieve mensen?

Ik denk dat Sanders die stelling uit zijn duim zuigt om zijn zaak te redden. Feitelijke argumenten heeft hij niet, maar omdat volgens zijn groep de hofdame natuurlijk helemaal fout is, moet hij wel iets verzinnen. Het interessante is dan, dat wat hij verzint in feite onzin is. Hij rijgt wat woorden aan elkaar zodat de oppervlakkige lezer denkt: oké. Maar als je actief leest, zie je: dit is onzin, dit is leeg gekakel.

Dan is er nog iets. Als 'foute' man heb ik dus ervaring met mensen die mij niet zagen zitten. Mensen die soms dreigden gevaarlijk te worden of ook daadwerkelijk agressief werden. Waren dat mensen die je uitgebreid onbeschaamde vragen gingen stellen? Nee, dus. Integendeel, het waren mensen die mij niet pruimden. Dat wekte bij mij interesse op. Als ik dan vragen ging stellen, liepen ze vaak rood aan. Of ze trokken wit weg. Tot een fatsoenlijk antwoord kwam het meestal niet. Maar vaak was wel duidelijk, dat ik beter weg kon gaan, omdat een geweldsexplosie nabij was.

De realiteit is dus niet dat discriminerende mensen je uitgebreid vragen gaan stellen en graag het naadje van de kous willen weten. Denk je echt, dat de nazi's die jacht maakten op Joden uitgebreid in gesprek gingen met hun slachtoffers om er achter te komen, waar ze precies vandaan kwamen?

De trieste realiteit is dat mensen die kwaad kunnen worden over een in hun ogen verkeerd woord of een foute vraag, agressieve wezens zijn, die zodra ze de kans krijgen, maar wat graag zullen helpen om 'foute' burgers op te sporen, op te jagen en in treinen af te voeren naar onbekende bestemmingen.

 




 





 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten