zaterdag 24 december 2022

Wat is de geest van Hitler en Stalin precies?

 

In mijn vorige blogpost beweerde ik dat de geest van Hitler en Stalin nooit weg geweest is. Die geest was er altijd al.

Maar wat bedoel ik dan precies met die geest? De geest van Hitler en Stalin (fascisme, de geneigdheid te discrimineren) kunnen we al heel lang meten, namelijk als bevooroordeeldheid. Het instemmen met vooroordelen. Populaire uitspraken die gebaseerd zijn op gevoel in plaats van op feiten.

Hoe wel we dat al heel lang kunnen (sinds de jaren dertig van de vorige eeuw), realiseerden we ons nooit en nu vaak nog niet, het belang van die maat. Je kunt iets, maar je hebt zelf niet door, wat je precies aan het doen bent. Je snapt het belang niet.

Maar wat is bevooroordeeldheid precies? Wat maakt bevooroordeeldheid zo bijzonder? 

Ons denken wordt bepaald door twee totaal verschillende factoren. De factor die allereerst van groot belang is, is onze sociale omgeving. Normaal praten we tegen andere mensen. We kiezen onze woorden dus zo dat de mensen in onze omgeving die zo 'mooi' mogelijk vinden. We gebruiken woorden om van andere mensen te krijgen wat we graag willen hebben. Zaken als: aandacht, erkenning, geld, liefde, voedsel, drinken.

Een tweede factor die van invloed kan zijn op ons denken, is de harde werkelijkheid. Wie in een gevaarlijk oerwoud zit zonder eten, moet zijn brein op topsnelheid laten werken. Dat brein gebruik je dan om gevaren aan te zien komen en uit de weg te gaan. En je gebruikt dat brein om aan eten en drinken te komen.

Bevooroordeeldheid meet, hoe we denken. Laten we ons denken bepalen door onze sociale omgeving? We stemmen in met de uitspraken die onze sociale omgeving graag hoort. Of laten we ons denken bepalen door de harde feiten?  Dus in de trant van: dit klinkt wel leuk, maar het klopt helaas van geen kant.

Er is een simpele onderbouwing waarom bevooroordeeldheid de maat voor fascisme is. Hitler koos (volgens Mein Kampf) de slogans voor zijn toespraken zo, dat ze een maximaal effect sorteerden op zijn toehoorders. Zijn criterium voor succes was het percentage van het publiek dat zich na afloop opgaf als nieuw lid van de NSDAP. Hij maakte zich dus niet druk over feitelijke juistheid. Het enige criterium was bijval van de groep.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten