zondag 1 december 2019

Anorexia I: scoren met anorexia


Naar aanleiding van een bericht in het Nieuwsblad van het Noorden over een overheidsplan om anorexia krachtdadig te gaan bestrijden, kon ik het niet laten een nogal sceptisch stuk over dat voornemen naar de krant te sturen.

Ik verwacht dat een dergelijk offensief averechts zal werken. Je kunt er bijna vergif op innemen dat het aantal (overbodige) anorexiadoden daardoor nog verder zal stijgen.

Het stuk werd na enige aanpassing op zaterdag, 23 november 2019, geplaatst en verscheen later ook in de Leeuwarder Courant. Naar aanleiding van beide plaatsingen ontving ik enkele reacties.

Ik laat hier het stuk volgen in de versie zoals ik het instuurde. De alinea-indeling heb ik in verband met internet als medium enigszins aangepast.


Scoren met anorexia

Nu de maximumsnelheid overdag teruggaat naar 100, is het begrijpelijk dat het kabinet graag daadkracht wil tonen. Een offensief tegen anorexia lijkt dan een prachtig voornemen te zijn. Door allerhande maatregelen wil men het aantal gevallen van anorexia fors terugdringen. In werkelijkheid zal het effect van al die goedbedoelde maatregelen echter vrijwel zeker precies omgekeerd zijn. Het aantal overbodige anorexiadoden zal nog verder stijgen.

Om te begrijpen hoe dat mogelijk is, moet men zich verdiepen in de vraag wat 'anorexia' precies is. De populaire opvatting, die ook breed gedeeld wordt door enthousiaste behandelaars, die zeker weten het allerbeste met de 'patiënt' voor te hebben, is dat anorexia een eetstoornis is. Iemand lijkt helemaal gezond, maar eet niet of eet te weinig. Kennelijk is er iets waardoor de persoon niet eet.

Conclusie: de persoon is mentaal ziek. Om de betrokkene te redden van een wisse dood, moet de ziekte krachtdadig en op alle mogelijke manieren bestreden worden. In het uiterste geval gaat men over tot dwangvoeding, want of de persoon wil of niet: hij (of zij) moet ten koste van alles blijven leven.

Die populaire opvatting is echter niet juist. In culturen van jagers/verzamelaars komt anorexia niet voor. Anorexia is dus een cultureel fenomeen en heeft niets te maken met psychische ziekte. Het gaat om gezonde, en vaak intelligente, mensen, waar verder niets mis mee is.

Hoe moeten we anorexia dan begrijpen? Anorexia is het gevolg van een bepaald gedrag dat iemand onbedoeld aangeleerd krijgt door de reacties van de sociale omgeving. Een kind dat een keer voor het eten gesnoept heeft, zal geen zin hebben zijn bordje leeg te eten. Bij moeders (en soms ook vaders) leidt dat gemakkelijk tot een bezorgde reactie. 'Je moet wel goed eten!' Of: 'Je moet wel je eten opeten!'

Kinderen zullen dat soms weigeren, waardoor het niet-eten nog meer bekrachtigd wordt met aandacht. Kinderen leren daardoor vaak al jong dat niet eten een grote macht oplevert over de sociale omgeving.

Het probleem is dus niet een magische factor X in het hoofd van de 'patiënt' die de fout veroorzaakt, maar het probleem is dat de sociale omgeving met aandacht (een sterke, positieve bekrachtiger) reageert op het niet-eten. Wanneer de zaak zover geëscaleerd is dat men gelooft over te moeten gaan tot dwangvoeding, zijn de kansen op overleven van die volstrekt normale en gezonde persoon vaak niet bijster groot meer.

Is dit een academisch betoog dat ik hier afsteek? Nee, in mijn jonge jaren was ik wat we nu een 'anorexiageval' noemen. Onvoorstelbaar mager, zo mager dat het sociaal tot openlijke, negatieve reacties leidde.

Degene die met haar voortdurende zorg volstrekt zeker wist, mijn leven gered te hebben (wijlen mijn moeder) was in werkelijkheid degene die met haar voortdurende aandacht het niet-eten bekrachtigde en in stand hield.

Gelukkig heb ik weten te overleven tot mijn 18-de. Daarna verliet ik het ouderlijk huis en werd ik student in Groningen. Hier gebeurde iets vreemds. Ik ontdekte dat als ik mijn eten niet opat, niemand zich daar druk over maakte. Ik kon het eerst niet goed geloven, maar het was echt zo! Door het verlaten van het ouderlijk huis was de anorexia enige tijd later voorbij.

Mijn moeder handelde met de beste bedoelingen, want een specialist had haar met nadruk bezworen: 'Er moet eten in die jongen, anders gaat hij dood.'

Mijn vader vond het gedrag van mijn moeder onverstandig en zei dat ook. Als boerenzoon had hij geleerd: een kalf dat je wil vetmesten, moet je niet teveel geven. Een beetje honger doet wonderen.

De verklaring voor mijn anorexia leerde ik in de zeventiger jaren, toen ik door mijn studie kennismaakte met de behavioristische gedragsanalyse. Bij één van onze kinderen bleek kortgeleden die kennis heel nuttig te zijn.

Wie verstandig is, vermijdt dus alle aandacht en opwinding en zeker alle gelovige behandelaars, die zeker weten goed bezig te zijn met hun 'levensreddende' werkzaamheden.

Dr. Mik van Es
Psycholoog, psychometricus







Geen opmerkingen:

Een reactie posten