maandag 30 december 2019

'Religieus fundamentalisme' is een begrip dat weinig toevoegt


Laatst bijgewerkt: 2-1-2020 om 1.55


In de vorige blogpost ging ik in op de vraag of 'orthodoxie' een mythe is. Uitgaande van de betekenis van dat woord (juiste mening) ben je geneigd te denken dat 'orthodoxe' gelovigen, vooral gelovigen zullen zijn, die hun eigen subjectieve mening als heilig zien. In de praktijk is dan de volgende stap iedereen met een afwijkende mening te bestrijden en te verketteren. Simpel gesteld: bij 'ongelovigen' en ketters moet de kop eraf.

Wie denkt dat dat overdreven is, kan denken aan IS-onthoofdingen. Maar een nog groter en verdergaand voorbeeld is vrijwel zeker de Holocaust. Het probleem met de Joden was niet hun huidskleur, maar dat voor alfa's vreselijke geloof met die sterke bèta-component. Natuurlijk heb je onder Joden inmiddels ook genoeg alfa's, maar mensen die discrimineren (alfa's dus) kunnen zich over die 'collateral damage' niet druk maken. Het doel heiligt wat hen betreft de middelen. Het is beter het zekere voor het onzekere te nemen, dat idee.

Ortho-doxie is dus -- zou je denken -- bepaald geen mythe, maar juist de basis van een 'dodelijke vereniging'. Een club die dood en terreur zaait, om zich op die manier zelf te verrijken, waarbij de gemeenschappelijke ideologie (de gemeenschappelijke vooroordelen) het bindmiddel is dat de groep bij elkaar houdt.

Maar klopt mijn idee?


Religieus fundamentalisme

Bob Altemeyer heeft samen met Bruce Hunsberger onderzoek gedaan naar 'religieus fundamentalisme' in Amerika. De uitkomsten heeft hij beschreven in The Authoritarians (hoofdstuk 4, p. 106-159).

Allereerst heeft Altemeyer de fundamentalistische manier van denken, geprobeerd meetbaar te maken. Je hebt iets nodig om te kunnen vaststellen wie wel en wie niet fundamentalistisch gelovige is.

Dat resulteerde in de 12 items tellende Religious Fundamentalism scale (RFS). De schaal beoogt het fundamentalisme te meten van: 'Christian fundamentalists, Hindu fundamentalists, Jewish fundamentalists, and Muslim fundamentalists' en blijkt dat, uitgaande van onderzoek, kennelijk ook bij al die overtuigingen min of meer te doen.

Ik laat hier de items van de RFS volgen.
1. God has given humanity a complete, unfailing guide to happiness and salvation, which must be totally followed.
2*. No single book of religious teachings contains all the intrinsic, fundamental truths about life.
3. The basic cause of evil in this world is Satan, who is still constantly and ferociously fighting against God.
4*. It is more important to be a good person than to believe in God and the right religion.
5. There is a particular set of religious teachings in this world that are so true, you can’t go any “deeper” because they are the basic, bedrock message that God has given humanity.
6. When you get right down to it, there are basically only two kinds of people in the world: the Righteous, who will be rewarded by God, and the rest, who will not.
7*. Scriptures may contain general truths, but they should NOT be considered completely, literally true from beginning to end.
8. To lead the best, most meaningful life, one must belong to the one, fundamentally true religion.
9*. “Satan” is just the name people give to their own bad impulses. There really is no such thing as a diabolical “Prince of Darkness” who tempts us.
10*. Whenever science and sacred scripture conflict, science is probably right.
11. The fundamentals of God’s religion should never be tampered with, or compromised with others’ beliefs.
12*. All of the religions in the world have flaws and wrong teachings. There is no perfectly true, right religion.
De items met een '*' moeten omgepoold worden. Een fundamentalist zal het met die items dus niet eens zijn.

Zelf vind ik item 4 een treffend item. Gelovigen geloven vooral. Het gaat om het geloof. Het gaat om dat wat men zegt. Het is voldoende om te geloven, daarna mag je doen, wat je wilt. Dat is een typische alfa-opvatting. In de bèta-optiek gaat het niet om wat men zegt, maar om wat men doet. Praatjes vullen geen gaatjes.

Altemeyer schrijft zelf over het idee van de schaal:
'We thought a fundamentalist in any of these major faiths would feel that her religious beliefs contained the fundamental, basic, intrinsic, inerrant truth about humanity and the Divine--fundamentally speaking. She would also believe this essential truth is fundamentally opposed by forces of evil that must be vigorously fought, and that this truth must be followed today according to the fundamental, unchangeable practices of the past. Finally, those who follow these fundamental beliefs would have a special relationship with the deity.'

Nu is het verleidelijk een snelle conclusie te trekken, maar we moeten oppassen. Wat meet de RFS precies?

We hebben hier te maken met een specifieke groep mensen die niet alleen bepaalde opvattingen aanhangen, maar die subjectieve opvattingen ook zien als 'feit'. Er kan en mag niet aan getwijfeld worden. Het zijn dogma's geworden.

In dat geval vallen er -- uitgaande van het op empirisch onderzoek gebaseerde soortenmodel -- drie verschillende variabelen te meten: autoritarisme, sociale-dominantie en bevooroordeeldheid. De eerste twee bepalen samen de derde.

Je verwacht dus dat bevooroordeeldheid (het omarmen van de gemeenschappelijke vooroordelen) de centrale variabele moet zijn, die de clubleden samen bindt tot een meer of minder effectieve terreurgroep.


De resultaten

Wat vinden Altemeyer en Hunsberger in hun onderzoek?

Een eerste vraag is of hun maat deugt. De beste manier om daar duidelijkheid over te krijgen, is de maat te correleren met een andere maat die bedoeld is hetzelfde te meten. Hun RFS blijkt 0.89 te correleren met een maat van Barna om te bepalen of iemand 'evangelical' is.

Daaruit blijkt dat hun maat betrouwbaar is (anders zou die correlatie niet zo hoog kunnen zijn) en valide. De maat levert soortgelijke uitkomsten als een andere maat, die bedoeld is hetzelfde te meten.

Dit vestigt ook de aandacht op een ander punt. Niet iedere gelovige is fundamentalistisch of iets als 'Barna-evangelical'. We geloven allemaal bepaalde zaken, maar fundamentalistisch geloven gaat verder dan denken dat morgen vermoedelijk de zon wel weer zal opkomen. Het gaat dus vooral om irrationeel geloof. Zaken volstrekt zeker weten en die dwingend willen opleggen aan anderen, zonder dat daar deugdelijke evidentie voor bestaat.

Om welke groepen gaat het in Amerika dan vooral. Altemeyer schrijft (p. 111):
'But in study after study the high scores pile up far more often in the conservative Protestant denominations than anywhere else, among Baptists, Mennonites, Pentecostals, Jehovah’s Witnesses, the Alliance Church, and so on.'

Een tweede vraag is wat het verband is van RFS met autoritarisme en welke van de twee de betere voorspeller is. RFS blijkt (noot 14 van hoofdstuk 4, p. 149) 0.74 te correleren met autoritarisme (RWA). Beide variabelen meten dus voor een belangrijk deel hetzelfde.

Wie van de twee is dan het beste? Het blijkt dat autoritarisme (RWA) zaken als vijandigheid en bevooroordeeldheid beter voorspelt dan RFS. Autoritarisme is meer 'basic'. Altemeyer schrijft (op p. 112):
'The evidence indicates authoritarianism is more basic. The RWA scale correlates better than the Religious Fundamentalism scale does with acceptance of government injustices, hostility toward homosexuals, willingness to persecute whomever the government targets, and most other things.'

Dan de derde vraag. Welke variabele doet het beter: religieus fundamentalisme of religieuze bevooroordeeldheid? Het tweede deel van noot 14 (p. 149) geeft aan dat 'religieus etnocentrisme' een betere voorspeller van algemene bevooroordeeldheid is dan religieus fundamentalisme.

Conclusie: het soortenmodel wordt bevestigd. Bevooroordeeldheid is de centrale variabele waar het allemaal om draait. Autoritarisme en sociale dominantie lijken ook nu weer de twee basisvariabelen te zijn, die samen de mate van bevooroordeeldheid bepalen. Ook bij fundamentalistische gelovigen gaat het soortenmodel dus kennelijk op. Er is voorlopig geen reden om clubs van fundamentalistische gelovigen anders te zien dan als 'dodelijke vereniging'. Ze hebben dezelfde basisstructuur.

'Religieus fundamentalisme' is een duur woord, dat inderdaad meetbaar valt te maken, maar kennelijk weinig toevoegt. Ook bij fundamentalistische religies draait het om autoritarisme, sociale dominantie en is bevooroordeeldheid de centrale variabele die de 'dodelijke vereniging' bindt en structureert.

Anders geformuleerd: het geloof -- de gemeenschappelijke vooroordelen -- is wat de leden van de moordbrigade bindt. Het is niet de huidskleur, het is niet het ras, het is niet het uiterlijk, het is niet de kleding, het is niet de kleur van de ogen, maar het is het geloof -- dat wat je zegt -- dat bepaalt of je wel of niet lid bent van de 'dodelijke vereniging'.














Geen opmerkingen:

Een reactie posten