vrijdag 20 december 2019

De dodelijke vereniging: het klassieke systeem van discriminatie en agressie


Laatst bijgewerkt: 23-12-2019 om 0.31


Anorexia lijkt in sommige opzichten op een klassiek systeem van discriminatie en agressie. Maar wat bedoel ik met een 'klassiek' systeem van discriminatie en agressie?

Discriminatie en agressie vinden niet zo maar plaats. Wanneer je gevallen van discriminatie en agressie bestudeert, ga je structuren zien. Nu moet je met dat 'zien' van structuren natuurlijk oppassen. Het is gemakkelijk om iets te 'zien' dat er niet echt is.

Het basis-paradigma in het empirische discriminatie en agressie onderzoek is de Holocaust. Wie dat een te beladen term vindt, kan daar een willekeurige lynchpartij voor in de plaats stellen.

Hoe kwam het systeem dat de Holocaust produceerde tot stand? Hoe komt een lynchpartij tot stand? Hoe komt een mini-holocaust tot stand (de gerichte pogingen van een groep om een of meer mensen te beschadigen en zo mogelijk te vernietigen)?

Dit was de centrale vraag in het empirische discriminatie/agressie-onderzoek dat tijdens de Tweede Wereldoorlog begon. Geleidelijk aan werd duidelijk, hoe het systeem werkt. 


De dodelijke vereniging (lethal union) zoals Altemeyer die zag

Bob Altemeyer heeft het in The Authoritarians over 'lethal union'. Een dodelijke vereniging van mensen die strijd en geweld zien als een gratis ticket naar een prachtig leven.

Hij schrijft daarover op blz. 176 van zijn boek:
'This is now called the “lethal union” in this field of research. When social dominators are in the driver’s seat, and right-wing authoritarians stand at their beck and call, unethical things appear much more likely to happen. True, sufficiently skilled social dominators served by dedicated followers can make the trains run on time. But you have to worry about what the trains may be hauling when dominators call the shots and high RWAs do the shooting. The trains may be loaded with people crammed into boxcars heading for death camps.'
'And of course this lethal union is likely to develop in the real world. Authoritarian followers don’t usually try to become leaders. Instead they happily play subservient roles, and can be expected to especially enjoy working for social dominators, who will (you can bet your bottom dollar) take firm control of things, and who share many of the followers’ values and attitudes. The “connection” connects between these two opposites because they attract each other like the north and south poles of two magnets. The two can then become locked in a cyclonic death spiral that can take a whole nation down with them.'

Op het moment dat Altemeyer dat schreef (2006), realiseerde hij zich kennelijk wel de basis bestanddelen van het 'fascistische' systeem in handen te hebben, maar was nog niet helemaal duidelijk, hoe het systeem  precies werkte.

Wat op dat moment wel duidelijk was, was dat het ging om twee basisvariabelen die samen bevooroordeeldheid bepalen. Bevooroordeeldheid is het omarmen van allerhande vooroordelen. Deze maat geldt als standaard om geneigdheid tot discriminatie en agressie te meten.

De twee basisvariabelen van het systeem zijn autoritarisme en sociale dominantie. Autoritaristen zijn mensen die zich volledig onderwerpen aan de leider van een machtige groep en in diens opdracht geweld plegen en bereid zijn tot moorden. Sociaal-dominanten zijn mensen die ten koste van wat dan ook, de top van de sociale piramide willen bereiken.

Met die twee basisvariabelen is iets vreemds aan de hand. Ze zijn niet of slechts zwak gecorreleerd. Ze hangen niet of amper samen. Het zijn twee totaal verschillende eigenschappen. Een consequentie daarvan is dat er 'double-highs' bestaan. Mensen die hoog scoren op autoritarisme en op sociale dominantie. Zij zijn de perfecte volgeling/gelovige, maar willen ook ten koste van alles de Grote Leider worden.

In 2006 was Altemeyer er al van doordrongen dat 'double-highs' de ideale leiders zijn voor een terroristische groep. Een groep die zich niets aantrekt van wetten en normen en geweld adoreert.


Punten van de dodelijke vereniging die we sinds 2006 anders zijn gaan zien

Wat is er sinds 2006 bijgekomen?

Allereerst het soortenmodel. Wanneer je twee basis-variabelen hebt (zoals autoritarisme en sociale dominantie) en je splitst je proefpersonen in hoog en laag (bijvoorbeeld lager dan het gemiddelde en hoger), krijg je vier groepen. Dat wil zeggen: vier verschillende soorten mensen.

Maar op basis van wat we weten over autoritarisme en sociale dominantie kunnen we voorspellen wat er vervolgens gaat gebeuren. Er vormt zich een machtige groep die discriminatie en agressie hoog in het vaandel heeft staan.

Je krijgt spontaan een machtige groep die slachtoffers zoekt. Maar waar vind je die slachtoffers? De enige soort mensen die niet in de machtige groep zitten, zijn de 'double-lows'. De mensen die laag scoren op autoritarisme en sociale dominantie.

Het soortenmodel stelt dus dat je in een landbouw-samenleving altijd een machtige groep krijgt, die geneigd is bèta's (double-lows) te discrimineren, te vervolgen en uit te buiten.

Waarom wel in een 'landbouw-samenleving' en niet bij jagers/verzamelaars? Bij jager/verzamelaars valt met een machtige groep niets te halen. Een 'dodelijke vereniging' levert alleen een gemakkelijk leven op als er rijke voorraden aanwezig zijn. Doordat toekomstige oogsten altijd onzeker zijn, moet je als landbouwer altijd een royale voorraad aanhouden. Dat vormt echter de voedingsboden voor de machtige groep.

Een tweede doorbraak in de kennis over discriminatie/agressie volgde nadat Trump gekozen werd tot president. De centrale vraag in het onderzoek was oorspronkelijk: waarom lopen bepaalde mensen weg met iemand als Hitler? Welke variabele bepaalt het enthousiasme voor de strongman?

In eerste instantie was verondersteld dat dit autoritarisme moest zijn. Maar inmiddels was ook sociale dominantie als variabele op het toneel verschenen. Hoe zat het daar dan mee?

Na de verkiezing van Trump bleek dat het enthousiamse voor de strongman zowel voorspelt wordt door autoritarisme, als sociale dominantie. De strongman trekt via beide basis-variabelen. De consequentie is dat bevooroordeeldheid de centrale variabele is in de 'lethal union'.

Dit empirische resultaat loste ook een probleem in het soortenmodel op. Het was duidelijk dat de Grote Leider een kliek om zich heen verzamelde van andere alfa's (double-highs). Verder was duidelijk dat de 'gewone' volgelingen/gelovigen (die wel autoritaristisch zijn, maar niet sociaal dominant) de basis vormen voor de macht van de Grote Leider. Zij vormen het leger van de Heer.

Maar wat deden de sociaal-dominante niet-autoritaristen? Volgden ze de Grote Leider of moesten ze niets van die man hebben?

Dat punt was in eerste instantie een open vraag. Nadat gebleken was dat bevooroordeeldheid het enthousiasme voor de strongman bepaalt, was dit probleem opgelost. Sociaal-dominante niet-autoritaristen zijn extreem bevooroordeeld. Ze zoeken de strongman op. Niet gedreven door autoritarisme, maar gedreven door hun sociale dominantie.

Ik zal proberen kort het klassieke systeem van discriminatie en agressie te beschrijven op basis van wat we nu denken te weten. Hoe moeten we ons het klassieke systeem -- de dodelijke vereniging -- voorstellen? 


Een schets van verenigingen die discriminatie en agressie als middel van bestaan zien

De Grote Leider (een prediker, politicus of andere gangmaker) begint een opzwepend verhaal dat inhoudt dat er iets heel erg mis is en dat groot gevaar dreigt. Wanneer de menigte van volgelingen/gelovigen voldoende is opgezweept, wordt het huis van het slachtoffer bestormd, het slachtoffer naar buiten gesleurd en vermoord.

Er is een gangmaker (de alfa), die het vuile werk aan zijn ondergeschikten overlaat. Er is een grote groep volgelingen/gelovigen die blindelings de woorden van de gangmaker gelooft en volgt. En er zijn één of meer slachtoffers.

De motor die het geheel primair aandrijft, is de bezetenheid van de gangmaker (de alfa) om sociaal hogerop te komen. We meten die bezetenheid als sociale dominantie.

In tweede instantie begint de alfa natuurlijk niets zonder volgelingen/gelovigen. Wat drijft hen aan? Volgelingen/gelovigen (autoritaristen) zoeken veiligheid en een bestaan in de machtige groep en onderwerpen zich voor dat doel volledig en blindelings aan de leider(s) van die groep. We meten die onderwerpingsdrift als autoritarisme.

Voor het klassieke geval van discriminatie en agressie zijn dus mensen nodig die hoog scoren op de twee basisvariabelen: sociale dominantie en autoritarisme.

Voor de Grote Leider zijn er dan in theorie twee opties. Hij kan wel of niet autoritaristisch zijn. Het voordeel van een autoritaristische leider is echter dat die op precies dezelfde manier denkt als zijn volgelingen/gelovigen. Een autoritaristische leider heeft in dat opzicht dus een groot voordeel boven een niet autoritaristisch leider. Leiders scoren daardoor vaak hoog op sociale dominantie en autoritarisme. Het zijn 'double-highs' (alfa's).

De Grote Leider heeft echter ook niet-autoritaristen nodig. Mensen die helder kunnen denken en zaken voor elkaar weten te krijgen. Zijn generaals, zijn ministers, zijn 'men of action'. Sociaal-dominante niet-autoritaristen zoeken status en macht en worden daardoor tot de Grote Leider aangetrokken en zijn geknipt voor dit soort functies.

Wie zijn de ideale slachtoffers? Dat zijn mensen die laag in status zijn, met weinig macht, die afwijken van de groep. Voor de discriminerende groep is verder geen enkele bevolkingsgroep zo gevaarlijk als de mensen die laag scoren op sociale dominantie en autoritarisme. Deze bèta's (van origine boeren en ambachtslieden) zijn anders door hun objectieve denken en door hun motivatie.

Ze vormen voor de machtige groep niet alleen een bron van inkomsten, maar ook een gevaar, doordat zij helder kunnen denken. Iets dat de mensen in de machtige groep niet gegeven is.

Wat bindt de machtige groep? De centrale factor van het discriminerende systeem is bevooroordeeldheid: het geloof in ongefundeerde veronderstellingen. De mate van bevooroordeeldheid wordt vrijwel volledig bepaald door sociale dominantie en autoritarisme. Het gemeenschappelijke (irrationele) geloof is wat de discriminerende groep bindt. Dat is tegelijkertijd het criterium om onderscheid te maken met bèta's: zij missen die irrationele geloofsovertuiging.

De dodelijke vereniging heeft drie status-lagen. De hoogste laag, de elite, is de kliek rond de Grote Leider. Dit zijn in beginsel andere double-highs (alfa's) die wachten op hun kans de toppositie over te nemen. Ze zijn sociaal dominant en autoritaristisch.

De tweede laag zou je de middenstand kunnen noemen. Dit zijn de generaals, de uitvoerders van de Grote Leider. Dankzij deze mensen komen er dingen tot stand. Ze worden ook wel benoemd als 'men of action'. Ze zijn sociaal dominant en niet autoritaristisch.

De onderste laag in de machtige groep zijn de ware volgelingen/gelovigen. Ze vormen het leger van de Heer. Je zou dit ook het plebs kunnen noemen. Ze zijn autoritaristisch en niet sociaal dominant.

Dan zijn er de mensen die buiten de machtige groep vallen: de double-lows (bèta's). Mensen die niet autoritaristisch zijn en niet sociaal dominant. Vroeger waren dit boeren en ambachtslieden. Zij zijn de mensen die er -- vanuit de optiek van de machtige groep -- onder moeten worden gehouden, die vervolgd moeten worden, die gediscrimineerd moeten worden. Die de productie draaiende moeten houden.










Geen opmerkingen:

Een reactie posten